Eindexamen wiskunde B havo II

Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Vraag Antwoord Scores. M π 35,5 en dit geeft M 3959 ) (cm 2 ) 1 ( ) ( ) ) 1 De inhoud van de ton is dus 327 (liter) 1

Correctievoorschrift HAVO

wiskunde B havo 2015-II

leeftijd kwelder (in jaren)

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Eindexamen wiskunde B vwo II

Eindexamen wiskunde B vwo I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Een symmetrische gebroken functie

Eindexamen wiskunde B havo I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II

Eindexamen havo wiskunde B 2013-I

wiskunde B pilot havo 2015-II

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Kaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-I

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I

wiskunde B bezem havo 2017-I

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde B vwo I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Het gewicht van een paard

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

wiskunde B vwo 2018-I

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-I

wiskunde B vwo 2017-II

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen vwo wiskunde B pilot II

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

wiskunde B havo 2016-II

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2000-I

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen havo wiskunde B I

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B havo I

De vergelijking van Antoine

wiskunde B havo 2016-I

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

wiskunde B pilot havo 2015-I

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

wiskunde CSE GL en TL

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

wiskunde CSE GL en TL

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B havo 2016-I

Transcriptie:

Tonregel van Kepler In het verleden gebruikte men vaak een ton voor het opslaan en vervoeren van goederen. Tonnen worden ook nu nog gebruikt voor bijvoorbeeld de opslag van wijn. Zie de foto. foto Voor handelaren was het belangrijk om de inhoud van de ton te kunnen bepalen. De astronoom en wiskundige Kepler (57-63) vond een manier om de inhoud van een ton te benaderen. De tonregel van Kepler luidt: I = h G+ M + B 6 ( 4 ) In deze formule is: - I de inhoud van de ton; - h de hoogte van de ton; - G de oppervlakte van het grondvlak; - M de oppervlakte van de doorsnede op halve hoogte, evenwijdig aan het grondvlak en het bovenvlak; - B de oppervlakte van het bovenvlak. Zie de figuur. figuur B M h Van de ton op de foto is zowel het grondvlak als het bovenvlak een cirkel met diameter 58 cm. De doorsnede op halve hoogte is een cirkel met omtrek 223 cm. De hoogte van deze ton is 93 cm. G 6p Bereken de inhoud van deze ton met de tonregel van Kepler. Rond je antwoord af op een geheel aantal liters. h 2 De tonregel van Kepler geldt niet alleen voor tonnen. Ook voor heel andere soorten lichamen geeft de tonregel een goede benadering van de inhoud. De tonregel van Kepler geeft voor een aantal lichamen zelfs exact de juiste inhoud, bijvoorbeeld voor een kegel, een bol en een piramide. Een piramide met hoogte 9 heeft als grondvlak een vierkant met zijde 0. 4p 2 Toon aan dat met de tonregel van Kepler voor deze piramide exact de juiste inhoud wordt berekend. www. - -

Inkomensverdeling Niet iedereen in een land heeft een even hoog inkomen. Om inzicht te krijgen in de verdeling van de inkomens in een land worden lorenzcurves gebruikt. Bij een lorenzcurve wordt de bevolking gerangschikt van lage inkomens naar hoge inkomens. In de figuur staat een voorbeeld van de lorenzcurve van een land. Deze curve is de grafiek van I als functie van B. Hierin is I het percentage van het totale inkomen van dit land en B het percentage van de bevolking, waarbij de bevolking van lage inkomens naar hoge inkomens is gerangschikt. Uit de figuur valt bijvoorbeeld af te lezen dat de minst verdienende 30% van de bevolking van dit land tezamen bijna 0% van het totale inkomen van dit land heeft. figuur 00 I 90 De formule die bij de lorenzcurve in de figuur hoort, is waarbij 0 I 00 en 0 B 00. www. - 2-80 70 60 50 40 30 20 0 0 0 0 20 30 40 50 60 70 80 90 00 B I = 0, 25B+ 0, 000075B Als in dit land iedereen een even hoog inkomen zou hebben, dan zou de lorenzcurve het lijnstuk zijn met beginpunt (0, 0) en eindpunt (00, 00). Het punt op de lorenzcurve waar de raaklijn aan de curve evenwijdig is aan het lijnstuk met beginpunt (0, 0) en eindpunt (00, 00), is de grens tussen een bovengemiddeld en een benedengemiddeld inkomen. 5p 3 Bereken met behulp van differentiëren hoeveel procent van de bevolking van dit land een bovengemiddeld inkomen heeft. In het algemeen is de formule die bij een lorenzcurve hoort van de vorm = + 00 p p I a B ( a) B. Hierbij is 0 a en p. De grafiek bij deze formule gaat voor alle waarden van a en p door de punten (0, 0) en (00, 00). 4p 4 Toon dit aan. Kies p = 3. Bij deze keuze is er een waarde van a waarvoor de formule een lorenzcurve geeft van een land waarin de minst verdienende 50% van de bevolking tezamen 7% van het totale inkomen van het land heeft. 3p 5 Bereken deze waarde van a. 3

Mosselen Driehoeksmosselen (zie de foto) kunnen een bijdrage foto leveren aan de vermindering van de hoeveelheid algen in het water. Zij filteren het water. De hoeveelheid gefilterd water in ml/uur noemen we de filtercapaciteit van een mossel. Er bestaat een verband tussen de filtercapaciteit van een driehoeksmossel en zijn schelplengte. Hiervoor geldt bij benadering de volgende formule: 52,7 C = + 79 0,693 L Hierin is C de filtercapaciteit in ml/uur en L is de schelplengte in mm. Er wordt beweerd dat een driehoeksmossel van 29 mm lang per dag (24 uur) meer dan liter water kan filteren. 3p 6 Onderzoek of deze bewering overeenstemt met de gegeven formule. In de praktijk blijkt dat de filtercapaciteit van een driehoeksmossel van 29 mm nauwelijks toeneemt als deze driehoeksmossel verder groeit. Dit is in overeenstemming met de formule. 3p 7 Leg uit hoe uit de formule volgt dat de grafiek die bij deze formule hoort een horizontale asymptoot heeft. Een mossel bestaat voor een deel uit schelp en voor een deel uit vlees. Er bestaat een verband tussen de schelplengte L (in mm) en het gewicht van het vlees W (in grammen) van mosselen. Elk jaar wordt er onderzoek gedaan naar het verband tussen de schelplengte en het gewicht van het vlees van de gewone mossel in de Waddenzee. Hiervoor worden van een groot aantal van deze mosselen de schelplengte en het gewicht van het vlees gemeten. De resultaten voor het jaar 2005 zijn in de figuur weergegeven. In de figuur is ook een lijn te zien die een benadering geeft van het verband tussen logw en log L. figuur 0,5 log W 0-0,5 -,0 -,5,4,5,6,7,8,9 2,0 log L www. - 3 -

Deze lijn kan gebruikt worden om het gewicht van het vlees van een gewone mossel te schatten als je de schelplengte van die mossel hebt gemeten. De figuur staat vergroot op de uitwerkbijlage. 4p 8 Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage het gewicht van het vlees van gewone mosselen met een schelplengte van 65 mm. Geef je antwoord in grammen op één decimaal nauwkeurig. Voor de lijn in de figuur geldt de volgende formule: log W = 5,5 + 3, log L b 4p 9 Werk deze formule om tot een formule van de vorm W = a L. www. - 4 -

uitwerkbijlage 8 log W 0,5 0-0,5 -,0 -,5,4,5,6,7,8,9 2,0 log L www. - 5 -

Vuilnisbak Op de foto is een metalen vuilnisbak te zien. De stang waar de vuilnisbak aan hangt, laten we in deze opgave buiten beschouwing. In deze opgave worden de rondingen van de vuilnisbak en de dikte van het materiaal verwaarloosd. De breedte van de vuilnisbak is 40 cm. In figuur is de vuilnisbak schematisch weergegeven. In figuur 2 is een zijaanzicht van de vuilnisbak getekend. Hierin ligt punt L recht boven punt B en punt G ligt recht boven punt C. BC en FG zijn beide horizontaal. In figuur en figuur 2 is een aantal maten in cm aangegeven. foto figuur figuur 2 K L E H F L G F 30 G 5 58 A D 40 B C B 20 C De vuilnisbak heeft de vorm van een vijfzijdig prisma. 4p 0 Bereken de inhoud van de vuilnisbak. Aan de bovenkant van de vuilnisbak, in vlak EFLK, zit een rechthoekige opening. Om deze opening zit een rand, die in figuur grijs is gemaakt. We gaan er in deze opgave van uit dat deze rand overal 4,5 cm breed is. 6p Teken op schaal : 5 het bovenaanzicht van de vuilnisbak (met opening, zonder stang). Licht je werkwijze toe. In de vuilnisbak zit een metalen bak die er uitgehaald kan worden om de vuilnisbak te legen. Deze metalen bak is gelijkvormig met het onderste deel van de vuilnisbak: ABCD.EFGH. De inhoud van de metalen binnenbak is 0% kleiner dan de inhoud van het deel ABCD.EFGH. 3p 2 Bereken de hoogte van de binnenbak. Geef je antwoord in cm nauwkeurig. www. - 6 -

Functies met een wortel Voor elke waarde van a is de functie f gegeven door f ( x)= x x+ a. a a Er is een waarde van a waarvoor het punt (27,08) op de grafiek van 4p 3 Bereken exact deze waarde van a. f a ligt. De functie f 8 is gegeven door f ( x) = x x + 8. 8 In de figuur zijn de grafiek van f 8 en de lijn k met vergelijking y = 2x getekend. figuur y f 8 20 k O 5 x P De lijn k snijdt de grafiek van f 8 in twee punten: O (0, 0) en het punt P. 6p 4 Bereken exact de lengte van het lijnstuk OP. De functie f 8 heeft een minimum. 4p 5 Bereken met behulp van differentiëren voor welke waarde van x dit minimum wordt aangenomen. www. - 7 -

Kruis in cirkel Gegeven is een cirkel met middelpunt M en straal. In deze cirkel is een kruis met vier even brede en even lange armen aangebracht. In de onderstaande figuren is dit kruis wit en zijn de vier vlakdelen die buiten het kruis en binnen de cirkel liggen grijs gemaakt. In figuur is voor de breedte van de armen 2 genomen en in figuur 2 is deze breedte. In figuur 2 is te zien welke punten P, Q en S genoemd worden. Het punt R is het midden van PQ. figuur figuur 2 2 Q R P S M M De breedte van de armen van het figuur 3 kruis kan variëren. Hierdoor varieert ook de plaats van de punten P en R. Als voor de breedte van de armen van het kruis 2x genomen wordt, betekent dit dat MR = RP = x. Zie figuur 3. R x M x P S Er geldt PS = x 2. 3p 6 Toon dit aan. Als de breedte van de armen van het kruis toeneemt, komt het punt P dichter bij punt S te liggen. Er is een waarde van x waarvoor geldt PS = 2 MP. 3p 7 Bereken exact deze waarde van x. www. - 8 -

In figuur 4 is te zien welke punten U en T genoemd worden. De breedte van de armen van het kruis kan ook veranderen door hoek UMT in grootte te variëren. De grootte van de helft van deze hoek in radialen noemen we t. figuur 4 U T t t M Als t verandert, dan verandert de oppervlakte A van het kruis ook. Er geldt: At ( ) = 4t+ 2sin(2 t) + 2cos(2 t ) 2 met 0 t π In figuur 5 is de grafiek van A geschetst. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. figuur 5 4 oppervlakte A O 4 t De totale oppervlakte van de vier grijze delen hangt eveneens van t af. 4p 8 Teken in de figuur op de uitwerkbijlage de grafiek die hoort bij de totale oppervlakte van de vier grijze delen. Licht je werkwijze toe. De helling van de grafiek van A neemt af van 8 bij t = 0 tot 0 bij 4 5p 9 Onderzoek met behulp van differentiëren of de helling van de grafiek van A 0, π gehalveerd is. halverwege het interval [ ] 4 www. - 9 -

uitwerkbijlage 8 oppervlakte A O 4 t www. - 0 -