Inspectierapport Cool Cat (BSO) Blankenburgsestraat 3 4061AR OPHEMERT Registratienummer 204373402 Toezichthouder: GGD Gelderland-Zuid In opdracht van gemeente: Neerijnen Datum inspectie: 16-08-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 31-08-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemene feiten De buitenschoolse opvang Cool Cat (BSO) bestaat uit één basisgroep met twee vaste beroepskrachten en maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. De opvang vindt plaats op maandag-, dinsdag-, en donderdagmiddag in een buurthuis naast de school. Tijdens de inspectie is er een open en ontspannen sfeer, kinderen hebben het zichtbaar naar de zin en spelen buiten. Ze spelen alleen of in kleine groepjes, ze zijn bezig met dát waar zij zin in hebben zoals: stoepkrijten, klimrek en voetballen met elkaar. De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer ze zijn behulpzaam en hebben zorg en aandacht voor het individuele kind. Geschiedenis: In 2014 en 2015 heeft men voldaan aan de gestelde eisen vanuit de Wet Kinderopvang. Conclusie: BSO Cool Cat voldoet aan de gestelde eisen vanuit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor een nadere omschrijving en toelichting op bovenstaande, verwijs ik u naar de desbetreffende inspectie-items in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de inspectie is er een open en ontspannen sfeer, kinderen hebben het zichtbaar naar de zin en spelen buiten. Ze spelen alleen of in kleine groepjes, ze zijn bezig met dát waar zij zin in hebben zoals: stoepkrijten, klimrek en voetballen met elkaar. De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer ze zijn behulpzaam en hebben zorg en aandacht voor het individuele kind. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de GGD gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijving zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument (deze staan schuin gedrukt in de tekst) volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Mogelijkheid bieden van emotionele veiligheid. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Observatie De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskrachten; zij reageren op initiatieven van de beroepskracht. De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen in het contact met de beroepskrachten. De kinderen schakelen de beroepskrachten in als ze hulp of steun nodig hebben. In de vakantie is het Thema "Vakantie landen" tijdens de inspectie was het Duitsland. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie De beroepskrachten weten hoe de ontwikkeling in de pre-puberteit verloopt en houden hier rekening mee in hun manier van omgaan met en aanspreken van de 8+ers. De beroepskrachten weten om te gaan met pre-puberaal gedrag (uitdagen, grenzen opzoeken en onvoorspelbaarheid) van 8+ers; hierbij worden ieders grenzen (van de beroepskracht, de 8+er, andere groepsgenoten) goed bewaakt. Voorbeeld: Er komt een kind boos en verdrietig binnen lopen de beroepskracht gaat er handig op in; ik geloof dat je de lach niet kan inhouden, zal ik jou eens kietelen zodat je kan lachen! Kind reageert hier goed op en begint te lachen en te vertellen wat haar dwars zit. De beroepskracht gaat er goed mee om en samen komen ze tot een oplossing. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van sociale competentie De kinderen zijn deel van een groep. Observatie De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Voorbeeld: Kinderen corrigeren elkaar in het gedrag; wil je alstublieft normaal doen? Je zit vies te eten, wil je daar mee stoppen! Beroepskracht reageert hierop; meerdere kinderen hebben al aangegeven of je de boterham netjes wil opeten, kom maar hier zitten, dan kun je netjes je boterham opeten. Kind pakt zijn bord op en gaat naast de beroepskracht zitten en eet zijn brood op. Ondertussen gaan de gesprekken door, de kinderen benoemen de landen die aan Nederland grenzen, het kind doet vrolijk mee aan het gesprek. Overdracht waarden en normen. Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. Observatie 4 van 10
Kinderen worden aangesproken op hun omgang met elkaar en de beroepskrachten bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag (bv elkaar helpen, op je beurt wachten, anderen laten uitpraten). Enkele voorbeelden zijn: - kinderen staan netjes in de rij om hun handen te kunnen wassen. - Op elkaar wachten met eten tot iedereen een boterham heeft. - Buiten op het schoolplein; bal laag houden, niet tegen de ramen schieten van de school. - Kinderen zijn goed op de hoogte van de regels en de omgangsvormen. Conclusie Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet kinderopvang voldoende worden gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Manager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Binnen en buiten) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten beschikken over een Verklaring omtrent het gedrag (VOG), hiermee voldoet men aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie, hiermee voldoet men aan de gestelde voorwaarden beroepskwalificatie. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang bestaat uit één basisgroep met vaste beroepskrachten en maximaal 30 kindplaatsen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van Juli, augustus en tijdens de inspectie, blijkt dat de beroepskracht-kindratio op de groep voldoet aan de eisen vanuit de Wet Kinderopvang. Tijdens de inspectie zijn er twee vaste beroepskrachten en 12 kinderen aanwezig. Hiermee voldoet men aan de gestelde voorwaarden beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Manager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Binnen en buiten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (Juli en augustus) Personeelsrooster (Juli en augustus) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Cool Cat Website : http://www.krbv.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Rivierenland Adres houder : Postbus 77 Postcode en plaats : 4000AB Tiel Website : www.krbv.nl KvK nummer : 11063335 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gelderland-Zuid Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 6501BC Nijmegen Telefoonnummer : 088-144 71 44 Onderzoek uitgevoerd door : W. Peters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Neerijnen Adres : Postbus 30 Postcode en plaats : 4180BA Waardenburg Planning Datum inspectie : 16-08-2016 Opstellen concept inspectierapport : 25-08-2016 Zienswijze houder : 31-08-2016 Vaststelling inspectierapport : 31-08-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Reactie op het inspectierapport van BSO Coolcat in Ophemert. Het geeft voldoening dat de inspanningen van het team van BSO Coolcat leidt tot zo n positief rapport. Met vriendelijke groeten, Rianne Oerlemans Clustermanager Kinderopvang Rivierenland 10 van 10