Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Goes & Noord-Beveland

Vergelijkbare documenten
Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari 2009 Door tussenkomst. Nummer : Onderwerp : Startnotitie Centrum Jeugd en Gezin Bijlage(n) : 1

Startnotitie voorbereiding beleidskader voor het Centrum Jeugd en Gezin Doetinchem

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Ontwerp CJG Doetinchem Pagina 1 van 12

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Notitie Centrum Jeugd & Gezin

Aan de Colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten i.a.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de jeugd is onze toekomst

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

COLLEGENOTA. Onderwerp: Stand van zaken Centrum voor Jeugd en Gezin. Aantal bijlage(n): - Beslispunten:

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

de veiligheid in de dorpen te behouden en waar mogelijk te versterken en overlast tegen te gaan.

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Toetsingskader Stelseltoezicht Jeugd Toegang Project signaleren van onveiligheid

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren

CJG Delft in transitie

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Drents Ketenmodel Jeugd en Gezin

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

De kracht van pedagogisch adviseren

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Jaarverslag CJG Groesbeek en CJG Millingen aan de Rijn

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Convenant Centrum voor Jeugd en Gezin. NWN gemeenten

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving

MAATSCHAPPELIJK WERK NOORDERMAAT WERKPLAN TYNAARLO 2010

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Evaluatie Centrum Jeugd en Gezin 2011

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Digitale JGZ dossiers

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Met elkaar voor elkaar

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Raadsvoorstel. Datum vergadering 31 mei 2012 Nr. 08

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

De toegang tot zorg. Gerrit Overbeek

Verwijsindex risicojongeren

Aanpak: 1 Gezin 1 Plan Nieuw Den Helder. Beschrijving

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

HET Loket in TEN BOER. Van bureau naar keukentafel

Complete handleiding ZorgOog

Stichting Vroeghulp Rotterdam. Stichting Vroeghulp Rotterdam is 21 augustus 1997 opgericht door onderstaande organisaties:

Doel en werking SISA 1. Wat is SISA en hoe werkt het? 2. Waar is SISA voor bedoeld? 3. Wat is de meerwaarde van het werken met SISA?

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Hoofdstuk 2. Gemeente

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Raadsvoorstel. Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan oktober 2009 Maatschappelijke participatie

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving

Pilot gezinswerkers Venray

Doorontwikkeling gebiedsgericht werken Sociaal Domein. 7 juni 2016 Presentatie voor Wmo-raad

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJB/JHV november 2002

Samenwerkingsconvenant Centrum voor Jeugd en Gezin. Gemeente Ooststellingwerf

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Haagse Centra voor jeugd en gezin Kader voor ontwikkeling

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Verwijsindex risico s jeugdigen Utrecht

PROTOCOL NETWERK JEUGDHULPVERLENING GEMEENTE SON EN BREUGEL

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

De slimste route? Vormgeven toegang

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

: Inrichtingsplan Centrum voor Jeugd en Gezin Deventer

2010D Lijst van vragen totaal

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Raadscommissievoorstel

Roadmap uitrol CJG Meppel Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio

Transcriptie:

Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Goes & Noord-Beveland Inleiding De gemeente heeft de bestuurlijke verantwoordelijkheid om adequaat invulling te geven aan de samenhang in de jeugdketen én aan hun uitvoerende verantwoordelijkheid voor verschillende aspecten van het jeugdbeleid. Er moet tijd en geld geïnvesteerd worden in het realiseren van een sluitend lokaal aanbod met op preventie gerichte opvoedings-, opgroei, en gezinsondersteuning. Deze ondersteuning komt tot uitdrukking in de vijf functies: informatie en advies, signalering, toeleiding, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg (prestatieveld 2 van de Wmo). De gemeente heeft daarin de regie en bepaalt de kaders en de koers, maar de uitvoering ligt bij de instellingen en organisaties. Het Centrum voor Jeugd en Gezin zal ingebed worden in het sociale beleid van beide gemeenten, wat erop gericht is om zoveel mogelijk mensen te laten participeren in de samenleving. Dit beleid wordt door middel van interactie met inwoners tot stand gebracht. De gemeenten Goes en Noord-Beveland zijn in maart 2009 gestart met de opzet van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Na de startbijeenkomst d.d. 25 maart hebben er begin mei discussiebijeenkomsten plaatsgevonden met het onderwijsveld, de zorgaanbieders, de jongerenraden en Wmo-raden. Op basis van de uitkomsten van de discussiebijeenkomsten, de informatie van de drie Zeeuwse pilots en CJG s die landelijk al actief zijn, hebben de twee gemeenten een visie geformuleerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen visie op: inhoud en functionaliteit; informatiepositie en instrumentatie; organisatie en besturing. Daarnaast zijn er doelen en beoogde resultaten opgesteld vanuit het perspectief van jeugdigen en ouders. 1

Visie De visie van de gemeenten Goes en Noord-Beveland op het gebied van jeugd is erop gericht om alle krachten en kwaliteiten in de samenleving zodanig te bundelen dat alle jeugdigen (dit zijn alle kinderen en jongeren tussen -9 maanden en 23 jaar) optimale kansen hebben om zich te ontwikkelen op het gebied van educatie, maatschappelijke zelfstandigheid en positieve deelname aan de samenleving. Daarnaast is het beleid gericht op het vroegtijdig signaleren en voorkomen van problemen bij jeugdigen en ervoor zorgen dat bestaande problemen niet verergeren maar juist verminderen of worden opgelost. Hierbij is het van belang dat problemen in een zo vroeg mogelijk stadium worden gesignaleerd, waardoor voorkomen wordt dat zwaardere hulp moet worden ingeschakeld. De doelstelling van het gemeentelijk beleid is door middel van (preventieve) maatregelen en het scheppen van voorwaarden een optimale ontwikkeling van de jeugdigen mogelijk te maken. Daar waar problemen of risico's zich voordoen moet zo snel mogelijk de juiste interventie aangeboden worden. Bij de uitvoering wordt de invalshoek gehanteerd 'lokaal wat lokaal kan, regionaal wanneer er sprake is van een aantoonbare meerwaarde'. Het jeugdbeleid is in principe lokaal beleid en moet daarom zo dicht mogelijk bij de jeugdigen tot uitvoer gebracht worden. In de jeugdnota s van beide gemeenten is vastgelegd welke maatregelen genomen worden/zijn om bovenstaande doelstellingen te bereiken. De bestaande jeugdketen is echter sterk versnipperd georganiseerd. Er is sprake van een veelheid aan organisaties die begeleiding en zorg bieden aan jeugdigen en hun ouders op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning. Toch ontbreekt het voor ouders en jeugdigen aan gemakkelijk beschikbare informatie, advies en begeleiding of het sluit niet aan bij hun vraag. Er ontstaan vele netwerken, meestal rondom een thema zoals Kindermishandeling, leerplicht enz. maar bijna niemand heeft de jeugdigen en hun gezinnen daadwerkelijk in beeld. Er blijft een risico van schakelen tussen organisaties, hiaten in het aanbod en meerdere organisaties die betrokken zijn bij 1 gezin. De eindverantwoordelijkheid is niet goed geregeld. Er is een koers nodig van integratie van processen om ervoor te zorgen dat jeugdigen en ouders, daadwerkelijk, met vragen en problemen terecht kunnen, geholpen worden én in beeld blijven. Het CJG wil hierin: een laagdrempelige en herkenbare plek zijn die aansluit bij de vraag van de jeugdige, ouder en professional; direct inzet plegen bij signalen; samenwerking van betrokken organisatie initiëren en bewaken; snelle inzet van zorg. Het CJG is gericht op alle jeugdigen tussen 9 maanden en 23 jaar, hun ouders cq verzorgers, de sociale omgeving waarin de jeugdigen zich bevinden, en professionals die in hun werkveld met jeugdigen te maken hebben. Het CJG zal bestaan uit de volgende elementen: Een Front-office In het Front-office zijn de 5 ( voorliggende ) functies van het jeugdbeleid ondergebracht. Dit houdt concreet in: 1. Informatie en advies geven aan jeugdigen, ouders/verzorgers, professionals en vrijwilligers. 2

2. Problemen van ouders en kinderen vroegtijdig signaleren en in verband brengen met signalen van verschillende instanties. Daar waar nodig worden huisbezoeken afgelegd, scholen bezocht e.d. 3. Toeleiding naar hulp. Het gaat hierbij om de toeleiding naar het lokale en regionale hulpaanbod, zoals vroeg- en voorschoolse educatie, leerplicht, AMK en de geïndiceerde jeugdzorg. 4. Licht pedagogische hulp. Het bieden van opvoedondersteuning en lichte ondersteuning aan ouders en gezinnen waar problemen zijn of dreigen te ontstaan. 5. Coördinatie van zorg. De gemeente stelt, in overleg met de verschillende partijen die actief zijn in het CJG, vast welke partij de coördinatie van zorg op zich neemt. Hierbij wordt naar de problemen van betrokken jeugdige/gezin in brede zin gekeken (bijv. schooluitval, schulden, jeugdzorg). De Front-office bestaat uit een fysiek inlooppunt ondersteund door een telefonisch en digitaal loket. Een Back-office Hier is sprake van cliëntgerichte netwerkvorming tussen de betrokken instellingen, gericht op signalering, indicering, licht pedagogische hulp, verwijzing en bewaking van de opvolging, en coördinatie van zorg. Het CJG kan haar functies alleen realiseren wanneer door de achterliggende organisaties goede afspraken zijn vastgelegd over samenwerking, afstemming en aanwending van zorg. Deze organisaties, die allemaal betrokken zijn bij hulp en ondersteuning aan gezinnen en kinderen, zullen zich op basis van deze afspraken binden in een netwerk dat als het ware de back-office van het CJG vormt. Inhoud en functionaliteit Informatie, advies en deskundigheidsbevordering Informatie en advies geven is, naast signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg, één van de kerndiensten binnen het CJG. Informatie en advies moet gemakkelijk verkrijgbaar zijn voor jeugdigen en ouders. Men moet terecht kunnen voor brede praktische informatie (b.v. zorginformatie, studiefinanciering). Hierbij zijn laagdrempeligheid, goede bereikbaarheid (fysiek, digitaal en anoniem) en vrije inloopmogelijkheden van groot belang. Ook professionals die in hun werkveld te maken hebben met jeugdigen (leerkrachten, kinderopvang- en peuterspeelplaatsleid(st)ers e.d.) kunnen met hun (hulp)vragen en/of opmerkingen terecht bij het CJG. Monitoring en signalering Het volgen van jeugdigen in hun ontwikkeling is een belangrijke voorwaarde voor het vroegtijdig signaleren van risico s en problemen. Dit signaleren kan op verschillende plaatsen plaatsvinden: Binnen het gezin, het onderwijs (Zat s), verenigingsleven, op straat e.d. Signalering moet leiden tot juiste actie. Daarin onderscheidden zich 2 deelprocessen: Monitoring en registratie van de ontwikkeling van jeugdigen Screening en risicotaxatie Voor de werkbaarheid, het overzicht en de coördinatie is het van belang gebruik te maken van elektronische hulpmiddelen; de verwijsindex risicojongeren (VIR) eventueel in combinatie met andere systemen. Daarnaast moet het CJG hiaten signaleren en ervoor zorgen dat deze witte vlekken worden ingevuld. Binnen het CJG speelt informatie-uitwisseling een grote rol. De digitale dossiers JGZ en de landelijke Verwijsindex Risicojongeren (VIR) vormen beide belangrijke instrumenten om het kind te kunnen volgen in de jeugdketen. Het is de bedoeling dat CJG, Digitale dossiers JGZ en VIR in samenhang met en aansluiting op elkaar de infrastructuur gaan vormen waarmee de gemeenten de regiefunctie in het lokale jeugdbeleid waar kunnen maken. Elk instrument op zich heeft duidelijke eigen functies, in onderlinge samenwerking vormen ze een sluitend systeem, dat het volgende mogelijk moet maken: 3

Stap 1: Zo veel mogelijk hulpverleners signaleren risico s in de Verwijsindex. Stap 2: Bij meervoudige risico s wordt er via de samenwerking in en rondom het CJG zo snel mogelijk een zorgcoördinator per gezin aangewezen. Stap 3: De effecten van de hulp kunnen worden gemonitord via het digitale dossier JGZ. De Verwijsindex Risicojongeren is de digitale schakel tussen de verschillende sectoren als zorg, onderwijs, politie etc en het CJG. De Verwijsindex heeft echter ook duidelijke beperkingen: het richt zich uitsluitend op signalering, mag nadrukkelijk geen (inhoudelijk) dossier worden en de meldingen mogen dan ook niet langer dan een bepaalde tijd afhankelijk van de meldbron worden bewaard. Interventie Het CJG moet zich met name richten op het preventief werken. Het moet dicht bij jeugd en ouders staan o.a. met het bieden van licht pedagogische hulp. Jeugdigen en ouders dienen tijdig te worden ondersteund met de juiste hulp of gericht daar naar toe verwezen. Hierbij dient het CJG ook outreachend te werken. Het is namelijk in het belang van het kind dat juist die gezinnen die zelf geen hulp zoeken, terwijl extra ondersteuning wel nodig is, actief worden benaderd. Doorverwijzing Daar waar licht pedagogische hulp niet toereikend is, moet het CJG door kunnen verwijzen naar geïndiceerde zorg. Daar waar hulpverlening (zowel geïndiceerde als niet-geïndiceerde hulp) nodig is, dient snel te worden doorverwezen naar de juiste organisatie met de juiste expertise. Hiervoor zijn heldere afspraken nodig om de toeleiding snel en efficiënt te laten plaatsvinden. Het CJG moet vervolgens bewaken dat na doorverwijzing snelle hulpverlening tot stand wordt gebracht. Verder is van belang is dat jeugdigen en ouders niet steeds opnieuw hun verhaal moeten doen maar dat de informatieoverdracht goed geregeld is. Warme overdracht is hierbij een vereiste; de hulpverleners moeten persoonlijk contact met elkaar hebben, waardoor de informatie meer diepte en nuancering krijgt. Competenties De loketmedewerkers zijn het eerste contact met jeugdigen en ouders. Het gezicht van het CJG is heel bepalend. Persoonlijk, telefonisch of via mail of chatbox. Dit vraagt veel van de vaardigheden en competenties van de medewerker. Van belang wordt geacht dat de medewerker: deskundig is om de vraag achter de vraag boven water te krijgen organisatieoverstijgend kan denken. geen hulpverlener hoeft te zijn, maar wel een goed gekwalificeerd iemand die (veel) kennis heeft van de sociale kaart. Coördinatie De coördinatie is een van de belangrijkste taken van het CJG. Hierbij kunnen we onderscheid maken tussen de procescoördinatie en de zorgcoördinatie. De procescoördinatie moet: de hulp tussen verschillende organisaties coördineren vastgelopen zaken tussen partners vlot trekken. zicht houden op de trajecten (in beeld houden) contact onderhouden met alle betrokken partijen, ook de vindplaatsen. 4

Onafhankelijke procescoördinatie is hierbij van belang, waarbij een duidelijke (regie)rol van de gemeente is gewenst. Dit is een taak van het CJG. De zorgcoördinatie op casusniveau ligt in principe bij de uitvoerende zorgorganisatie (één gezin, één plan). Minimale variant Het CJG zal moeten bestaan uit het basismodel en in ieder geval een Jongeren Informatie Punt, Algemeen maatschappelijk werk en de MEE organisatie. Het basismodel bestaat uit: 1. De integrale jeugdgezondheidszorg (- 9 maanden - 19 jaar). 2. Opvoed- en opgroeiondersteuning zoals bedoeld in prestatieveld 2 van de Wmo. 3. Schakel met Bureau Jeugdzorg. 4. De schakel met de Zorgadviesteams (ZAT s) en via de ZAT s met het onderwijs. In het CJG dient tevens plaats ingeruimd te worden voor identiteitsgebonden organisaties. Inrichting vanuit de gedachte front en backoffice. De frontoffice als laagdrempelig en herkenbaar inlooppunt waarbij ouders/- opvoeders en hun kinderen centraal staan. De backoffice als zijnde alle activiteiten gericht op inhoudelijke samenwerking tussen instellingen en professionals (samenwerkingsstructuur). Relatie met de omgeving Het CJG moet functioneren als een spin in het web van allerlei voorzieningen voor jeugd en ouders. Contacten met vindplaatsen is van belang voor signalering van risicovolle of problematische situaties. Daarbij kan gedacht worden aan welzijns- en jongerenwerk, leerplicht, thuisbegeleiding, huisartsen, onderwijs, kinderopvang enz. Signalering kan het vertrekpunt zijn om te komen tot samenwerking tussen betrokken organisaties. Streven is te komen tot een sluitend netwerk, zodat er geen jeugdigen tussen wal en schip raken. Informatiepositie en instrumentatie Het uitvoeren van de werkprocessen vereist een sterke informatiepositie van het CJG. Daarbij kan het CJG gebruik maken van verschillende instrumenten die in ontwikkeling zijn zoals de verwijsindex risicojongeren (VIR). Tevens kan gebruikt gemaakt worden van de JGZ professional die inzicht heeft in het Elektronisch kinddossier (EKD). In het kader van de bescherming van de privacy moeten er gedragsregels opgesteld worden over de omgang met de instrumenten binnen het CJG. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de helpdesk van het ministerie van justitie. Daarnaast moet het CJG ook beschikken over een up-to-date sociale kaart. Organisatie en besturing Organisatie Belangrijk is dat bestaande netwerken aan elkaar gekoppeld worden en dat er geen stapeling komt van verschillende organisaties. Het CJG moet bestaan uit flexibele organisaties die snel hulp kunnen verlenen, samen werken aan eenduidige werkwijzen binnen de loketten en streven naar een integrale indicatie/intake. De doelstellingen en resultaten moeten in goede samenspraak en samenwerking met het veld bepaald worden. Eenduidige afspraken, binnen de regio, in de back-office zijn essentieel. Er moet uitgegaan worden van de kracht van bestaande structuren en deze moeten efficiënt en gericht ingezet worden. De ervaringen van de drie pilots en ervaringen elders in het land worden benut bij de opzet. Het streven is naar een Zeeuws model met ruimte voor lokale kleur en smaakverschillen. 5

Het eigenaarschap De verantwoordelijkheid voor zowel de ontwikkeling als de instandhouding van het CJG ligt bij de gemeente. Maar de gemeente kan dit niet alleen. Daarom is de realisatie van het CJG voornamelijk gericht op samenwerking. De gemeente voert de regie als opdrachtgever en toezichthouder en coördineert en faciliteert de samenwerking tussen de verschillende partijen. Deze rol dient verder uitgewerkt te worden tot een duidelijk kader, waarbij voorop staat dat de gemeente geen uitvoerder is. Dit is voorbehouden aan de desbetreffende zorgaanbieders. Bij het vormgeven van de coördinatie zijn onafhankelijkheid en beslissingbevoegdheid belangrijke items. De gemeente heeft doorzettingsmacht. Indien de coördinator vastloopt, is het de taak van de gemeente om door te pakken. Het is zaak om dit goed te regelen. Met organisaties die binnen het CJG actief zijn, worden prestatieafspraken gemaakt die jaarlijks geëvalueerd worden. Aan de hand daarvan vindt bijsturing plaats. Locatie en bereik Het CJG moet bestaan uit een fysiek, telefonisch en digitaal loket. Voor het fysieke loket is van belang dat het een locatie is waar mensen (jongeren, ouders, professionals) gemakkelijk (zonder gene) binnen kunnen lopen. Dit pleit voor koppeling aan bestaande loketten of structuren om de laagdrempeligheid te bevorderen. Een telefonisch en digitaal loket maakt het mogelijk om een eerste contact te leggen binnen redelijke anonimiteit. M.n. voor jongeren zou een chatbox drempelverlagend werken. Bekendheid van het CJG is essentieel. Ouders, jongeren en professionals moeten blindelings het CJG kunnen vinden. De naam Centrum voor Jeugd en Gezin zal gebruikt worden om de herkenbaarheid te verhogen. Daarnaast zal door middel van een communicatieplan bepaald worden hoe de doelgroep het best bereikt kan worden. Belangrijk is om duidelijk te communiceren hoe en wanneer het CJG bereikbaar is. Avondbereikbaarheid is hierbij een pré en eventueel openstelling in het weekend. Dit moet afgestemd zijn op de behoefte van de burger. Spreekuren op scholen voor primair en speciaal onderwijs is wenselijk. Het voortgezet onderwijs kiest hier bewust niet voor; de interne zorgstructuur en de Zorgadviesteams worden voldoende geacht. Daarbij willen we uitgaan van een groeimodel. Openingstijden en bemensing eerst bescheiden invullen en snel uitbreiden als daaraan behoefte is. Bij het realiseren van het CJG-loket kan er gekozen worden van een doelgroeploket (speciaal voor ouders en jongeren) of een integraal loket, waarbij de bestaande loketten zoveel mogelijk worden gekoppeld. Dit laatste kan echter ten koste gaan van de herkenbaarheid. Wel moet er een duidelijke verbinding worden gelegd met andere loketten, diensten en sites van bijvoorbeeld gemeente, provincie, onderwijs en (zorg)instellingen. Hierbij kan gedacht worden aan het Wmo-loket (met bijhorende website), jongerenloket, kindertelefoon e.d. Evaluatie Er worden afspraken gemaakt op welke wijze de werking van het CJG wordt geëvalueerd. Een voorstel is om een klankbordgroep van gebruikers te realiseren of onderzoek te doen via enquêtes onder de doelgroep. 6

Eindperspectief Bij de ontwikkeling van het CJG staan de doelen en resultaten voor jeugdigen en ouders voorop. Kortom wat moet, vanuit het perspectief van jeugdigen en ouders, met een CJG worden bereikt? Het CJG is bedoeld om veel verschillende problemen op te lossen én de bestaande krachten in het huidige jeugdbeleid te behouden. Het CJG is kortweg gericht op de volgende 4 doelen: Laagdrempelig en ondersteunend zijn Jeugdigen, ouders, professionals en vrijwilligers kunnen gemakkelijk terecht met vragen om informatie of advies op het gebied van opgroei- en opvoedondersteuning. Zij ontvangen ondersteuning, waarbij wordt aangesloten op de krachten van de jeugdigen, de ouders, het netwerk en de professionals. De zelfredzaamheid wordt bevorderd. Tijdig de juiste hulp Jeugdigen en ouders die begeleiding of hulp nodig hebben, worden tijdig geholpen. Er wordt ondersteuning geboden voordat risico s zijn uitgegroeid tot problemen of problemen zijn geëscaleerd. Zij ontvangen direct de juiste hulp door de meest aangewezen organisatie. Er wordt niet eerst geprobeerd om de risico s of problemen te verminderen door de goedkoopste en kortste vorm van hulp te bieden, maar er wordt direct de meest effectieve hulp ingezet. Zicht op jeugdigen en gezinnen Alle jeugdigen en gezinnen met risico s en problemen zijn in beeld. Dit maakt het mogelijk om vroegtijdig in te spelen op risico s. Het streven is dat er geen jeugdige die tussen wal en schip raakt. Eén gezin, één plan Er wordt gewerkt vanuit het principe van één gezin, één plan. De meeste kinderen maken onderdeel uit van een gezinsysteem. Het gezin is het vertrekpunt voor de begeleiding van het kind of de kinderen. Daarnaast wordt het sociale netwerk waarin een jeugdige zich bevindt hierin betrokken. Zo wordt geïnvesteerd in verbetering van alle factoren die van invloed zijn op het gezond opgroeien van het kind, niet alleen in de kindfactoren. Ook wordt zo voorkomen dat broers of zussen buiten beeld van begeleiding blijven terwijl zij zich in eenzelfde risicovolle of problematische opvoedsituatie bevinden. Dit principe bevordert, ondersteunt en bewaakt de gecoördineerde inzet van begeleiding op het moment dat er meerdere organisaties betrokken zijn. 7

Op basis van de discussiebijeenkomsten (met onderwijs, kinderopvang, zorgaanbieders en cliëntenraden), het handboek van de Taskforce Jeugd Zeeland en eigen inzichten zijn de volgende beoogde resultaten geformuleerd. De resultaten brengen het bereiken van de doelen in beeld. Alle resultaten zijn vanuit het perspectief van jeugdigen en ouders beschreven, m.u.v. resultaat 13 (dat is bestemd voor de professionals). In het schema hieronder staat weergegeven hoe de resultaten zich tot de doelen verhouden. 8

In beeld (zicht) Lage drempel en steun Tijdig juiste hulp Eén gezin, één plan 1. De ontwikkeling is in beeld x 2. alle jeugdigen en ouders kunnen gemakkelijk terecht x 3. Jeugdigen en ouders krijgen antwoord x x 4. Jeugdigen en ouders ontvangen tijdig begeleiding x x 5. Jeugdigen en ouders ontvangen begeleiding die gericht is op versterking van de zelfredzaamheid 6. Jeugdigen en ouders worden direct naar de juiste instelling doorverwezen en daarbij ondersteund x x x x x 7. Jeugdigen en ouders hoeven slechts één keer informatie te verstrekken x 8. Jeugdigen en ouders hebben één vaste contactpersoon x x 9. Jeugdigen en ouders krijgen één gezamenlijk plan x 10. Jeugdigen en ouders weten waar ze aan toe zijn x x 11. Gezinnen waarover zorgen bestaan worden opgezocht en bij geen medewerking met drang/dwang benaderd x x 12. Op een melding volgt altijd actie vanuit het CJG x x 13. Professionals en vrijwilligers kunnen gemakkelijk terecht x 9

Hieronder zijn de resultaten verder uitgewerkt. De bedoeling dat aan elk doel, tijdens de ontwerpfase, prestatie-indicatoren gekoppeld worden. 1. De ontwikkeling van alle jeugdigen is in beeld bij het CJG. Daar waar sprake is van ontwikkelingsrisico s of ontwikkelingsproblemen (ook op basis van signalen van derden ) onderneemt het CJG actie 2. Alle jeugdigen en ouders kunnen gemakkelijk terecht met vragen op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning. 3. Jeugdigen en ouders krijgen antwoord op hun vragen in de zin van algemene informatie en advies, aanmelding voor cursussen e.d., afspraak voor intake of doorverwijzing (waarbij CJG optreedt als intermediair) 4. Jeugdigen en ouders ontvangen tijdig de vanuit het CJG beschikbare begeleiding (indien nodig) 5. Jeugdigen en ouders ontvangen begeleiding welke gericht is op versterking van de zelfredzaamheid. De insteek is om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te (her)vinden 6. Jeugdigen en ouders worden direct naar de juiste instelling doorverwezen en daarbij ondersteund. Hulpverlening wordt snel tot stand gebracht. 7. Jeugdigen en ouders hoeven slecht één keer informatie te verstrekken. Dit betekent dat deze informatie met alle betrokken partijen in en buiten het CJG wordt gedeeld. 8. Jeugdigen en ouders hebben één vaste contactpersoon bij het CJG 9. Jeugdigen en ouders krijgen één gezamenlijk plan voor de uitvoering van de begeleiding (één gezin, één plan). In dit plan staan alle inspanningen cq. Interventies van de betrokken partijen opgenomen, inclusief geïndiceerde onderwijsbegeleiding of zorg voor jeugdigen en ouders. 10. Jeugdigen en ouders weten waar ze aan toe zijn en op kunnen rekenen m.b.t. de begeleiding. De contactpersoon binnen het CJG is op de hoogte van de voortgang. Deze is daarvoor aanspreekpunt voor het gezin en de betrokken organisaties. 11. Gezinnen waarover zorgen bestaan bij professionals worden opgezocht door een medewerker van het CJG. Als ouders niet meewerken, wordt vanuit het CJG drang toegepast of brengt de medewerker van CJG hierover signaal uit aan de instantie die dwang toe kan passen. 12. Jeugdigen, ouders, burgers, vrijwilligers en professionals kunnen ervan op aan dat er een actie vanuit het CJG volgt op hun melding. Het is inzichtelijk voor het CJG welk meldpunt verantwoordelijk is voor welk type meldingen. Het CJG controleert of en welke actie door het meldpunt is ondernomen. 10

13. Professionals en vrijwilligers die te maken hebben met kinderen in hun werk (zoals peuterspeelzaalleidsters, jongerenwerkers, leerkrachten) kunnen gemakkelijk terecht voor informatie, advies en deskundigheidsbevordering op het gebied van signaleren, bespreekbaar maken etc. Het eindperspectief dient als toetsingsinstrument tijdens de verschillende fasen bij de realisatie van het CJG. Het CJG is een groeimodel waarbij het ene resultaat sneller bereikt zal worden dan het andere. Verdere traject Op basis van de visie zal de opdracht geformuleerd moeten worden. De visie en het eindperspectief worden voorgelegd aan de projectgroep en de stuurgroep en ter toetsing aan het college en de Raad van Goes en Noord-Beveland. Het is aan de projectgroep om de opdracht te formuleren en te bepalen welke werkgroepen er moeten worden ingesteld en met welke items zij aan de slag gaan. 11