Cursus Fotografie Les 2 Nu aan de slag 1
Wat hebben we ook al weer gedaan... Verschillende standen Witbalans Grootst mogelijk? 2
Opdracht van de vorige keer Invullen vragenlijst 5 foto s maken met verschillende scene selectie standen. Thema Seizoensbeelden 3
Les 2: De foto Hoe houd je het beste de camera vast? Belichtingstijd ISO Diafragma Compositie 4
Hoe hou je de camera vast? Linkerhand houdt de lens vanaf de onderkant vast Rechterhand Wijsvingerbovenaan en duim aan de achter bij knoppen om de camera te bedienen Ellebogen tegen het lichaam aan voor meer stabiliteit Camera stevig tegen de camera geduwd 5
En hoe beter niet... Zeker nooit de camera met 1 hand vasthouden. Je hebt te weinig controle, en kleine trillingen in de hand worden als een hefboom veel serker gemaakt. 6
En hoe beter niet... De ellebogen zijn hier niet tegen het lichaam. Je arm werkt nu als een grote hefboom voor allerlei kleine trillingen. De draagriem hangt los. Stel dat er iets gebeurt, je laat per ongeluk de camera los, dan valt deze gelijk op de grond. Als je de draagriem niet om je nek wil dragen, draai deze dan een paar keer rond de pols. Bij een val heb je meer tijd om de camera op te vangen, of blijft deze zelfs aan de pols hangen. 7
En hoe beter niet... Als je de duim aan de onderkant van de lens houdt, geeft deze te weinig ondersteuning aan de camera. Je duim beweegt redelijk makkelijk. Met deze houding kunnen je vingers heel makkelijk in beeld komen waardoor er rare donkere vlekken op je foto kunnen komen. 8
En wat met je voeten. De voeten doe je het beste een beetje uit elkaar. Hierdoor heb je veel meer stabiliteit, en verkleint de kans dat je gaat wiebelen. 9
Zoek steun! Probeer allerlei voorwerpen in de omgeving te gebruiken als steun. Dit kan een boom, muurtje, auto en nog veel meer zijn. Hierdoor verkleint de kans dat je met de camera gaat trillen, en kun je makkelijker langere belichtingstijden gebruiken. 10
Belichting De kunst van belichting is het zorgen voor voldoende licht van de juiste intensiteit, van de juiste kleur, op de juiste plaats. 11
Histogram als hulpmiddel 12
Histogram als hulpmiddel 13
Histogram als hulpmiddel 14
Histogram als hulpmiddel 15
Overbelicht? 16
Onderbelicht? 17
Juist belicht? 18
Wat bepaalt de belichting? ISO Belichtingstijd Diafragma Extra (flits) licht 19
Verband ISO-Belichtingstijd-Diafragma ISO Diafragma Belichtingstijd 20
ISO ISO is de gevoeligheid van de oude filmrolletjes Bij digitale fotografie bepaalt ISO in hoeverre het signaal versterkt wordt. Hoe hoger het getal, hoe gevoeliger. 21
ISO Bij oude fotorolletjes werd de gevoeligheid vergroot door de korrel in de film groter te maken Bij digitale camera s wordt de gevoeligheid vergroot door het signaal te versterken 22
Hoe werkt zo n sensor Licht valt door kleine lensjes. Onder de lensjes en boven de gevoelige sensor zitten kleine kleurfilters. De sensoren vangen het licht op en zetten dit om in een elektrisch signaal. De elektrische signalen worden omgezet in een afbeelding. 23
Wat gebeurt er in een sensor? 24
Nadelen van versterken 25
Voorbeeld van ruis Hoge ISO waarde geeft veel ruis Lage ISO waarde geeft weinig ruis 26
Gevolgen van ruis Ruis in de foto geeft een verlies van: contrast, de foto lijkt fletser kleuren, de kleuren zijn minder fel detail, sommige details gaan verloren in de ruis kwaliteit van de foto, al die gekleurde vlekjes zijn niet erg mooi om naar te kijken. 27
Andere oorzaken van ruis Ruis kent 3 oorzaken: Hoge ISO Hoge temperaturen Lange belichtingstijden 28
Belichtingstijd De belichtingstijd bepaalt hoe lang het licht op de sensor komt. Korte belichtingstijd bevriest het onderwerp Lange belichtingstijd maakt het beeld stroperiger 29
Korte Vs. Lange belichtingstijd 30
Onderwerp bevriezen? 31
Onderwerp juist niet bevriezen? 32
Ook trager bewegende voorwerpen kun je snelheid mee geven 33
Bevriezen of... 34
... mee bewegen? 35
01-1-8000ste IMG_4192
02-1-4000ste IMG_4191
03-1-2000ste IMG_4190
04-1-1000ste IMG_4189
05-1-800ste IMG_4168
06-1-500ste IMG_4169
07-1-400ste IMG_4171
08-1-250ste IMG_4172
10-1-125ste IMG_4173
11-1-60ste IMG_4174
13-1-30ste IMG_4176
14-1-15de IMG_4178
16-1-8ste IMG_4179
17-1-4de IMG_4180
18-1-2de IMG_4181
19-1 sec IMG_4182
20-2 sec IMG_4183
21-4 sec IMG_4184
22-8 sec IMG_4186
23-16sec IMG_4187
24-30sec IMG_4188
Hoe bepaal je De sluitertijd? Sportstand Korte sluitertijd -Kans op onscherpte is veel kleiner S Tv Sluitertijd voorkeuze Nacht/avond stand Lange sluitertijd -Kans op onscherpte is veel groter 57
Gevolgen veranderen belichtingstijd Kortere belichtingstijd: Minder licht komt achter elkaar op de sensor. ISO moet omhoog, of diafragma groter. Onderwerpen bevriezen Kleinere kans op onscherpte door bewegende camera Langere belichtingstijd: Meer licht komt achter elkaar op de sensor ISO moet omlaag, of diafragma kleiner Onderwerpen worden stroperiger Grotere kans op onscherpte door bewegende camera ISO Diafragma Belichtings tijd 58
Diafragma In de optica is een diafragma een (meestal ronde of veelhoekige) opening in de lichtbaan van een lens of objectief die een bepaalde hoeveelheid licht door kan laten of tegenhouden. 59
Diafragma Kleine opening laat weinig licht door Grote opening laat veel licht door 60
Diafragma Diafragma-getal is een deelgetal: F3.5 is eigenlijk 1/3,5 van de hoeveelheid licht F22 is eigenlijk 1/22 van de hoeveelheid licht Een groter getal laat minder licht door dan een klein getal. 61
Gevolgen veranderen diafragma Een groot diafragma (Klein diafragma getal) geeft een kleine scherptediepte. Een klein diafragma (Groot diafragma getal) geeft een grote scherptediepte. 62
Diafragma 63
Scherptediepte in de praktijk Maken van rustige achtergrond Aandacht leggen op bepaald onderwerp Maar: als de scherpte net verkeerd ligt, of net niet groot genoeg, wordt je onderwerp onscherp. 64
Kleine scherpte diepte rustige achtergrond 65
Kleine scherpte diepte rustige achtergrond 66
Kleine scherptediepte - rustige achtergrond 67
Kleine scherptediepte - aandacht geven aan onderwerp 68
Kleine scherptediepte - aandacht geven aan onderwerp 69
Kleine scherptediepte - aandacht geven aan onderwerp 70
Grote scherptediepte zowel voor- als achtergrond is scherp 71
Grote scherptediepte zowel voor- als achtergrond is scherp 72
Grote scherptediepte zowel voor- als achtergrond is scherp 73
Te kleine scherptediepte scherpte ligt alleen op het voorste oog 74
Het verschil is groot! 75
01 F4 IMG_0119
02 F5.6 0MG_0118
03 F8 IMG_0117
04 F11 IMG_0116
05 F16 IMG_0115
06 F22 IMG_0114
07 F32 IMG_0113
Hoe bepaal je het diafragma? Klein diafragma -Groot diafragma getal -Grote scherptediepte A Av Diafragma voorkeuze Groot diafragma -Klein diafragma getal -Kleine scherptediepte 83
Gevolgen veranderen diafragma: Kleiner diafragma (Hoger getal): Minder licht komt tegelijkertijd op de sensor. ISO moet omhoog, of sluitertijd moet langer. Scherpte diepte vergroot Groter diafragma: Meer licht komt tegelijkertijd op de sensor ISO moet omlaag, of sluitertijd moet korter Kleinere scherptediepte ISO Diafragma Belichtings tijd 84
Verband ISO-Belichtingstijd-Diafragma Hogere ISO waarde => Meer ruis Lagere ISO waarde => Minder ruis ISO Diafragma Belichtingstijd Groter diafragma => minder scherptediepte Kleiner diafragma => meer scherptediepte Langere sluitertijd => Meer kans op onscherpte Kortere sluitertijd => Minder kans op onscherpte 85
En wat als... Tot nu toe belichting in normale omstandigheden Gemiddelden van een gedeelte of van het volledige beeld. Wat als de belichting niet gemiddeled is Lichter? Donkerder? 86
Over- en onderbelichten Sneeuw s Avonds Tegenlicht Donkere kleding, donkere achtergrond
Over- en onderbelichten I..I..I..I..I Bij sneeuw, of tegenlicht, naar rechts (of sneeuwprogramma) Je gaat dan een klein beetje meer licht toelaten. Bij avond-opnamen naar links (of avondprogramma) Er zal minder licht worden toegelaten.
Overbelichten bij sneeuw
Onderbelichten om avondsfeer te houden
Compositie Belangrijkste aspect: compositie liggend of staand voorgrond / achtergrond lijnen in foto s gulden snede groothoek of tele plaatsing horizon vluchtpunt of konijntje 91
liggend of staand 92
liggend of staand 93
liggend of staand 94
Gebruik voorgrond 95
...maar overdrijf niet. 96
Voorgrond geeft extra diepte 97
Voorgrond geeft extra diepte 98
Voorgrond geeft extra diepte 99
Voorgrond geeft diepte 100
Voorgrond bepaalt sfeer
Lijnen geven een rustige opbouw 102
Lijnen geven een rustige opbouw 103
Lijnen geven een rustige opbouw 104
Lijn trekt je oog de diepte in 105
Les 3: De foto Bespreken foto s Groothoek Vs Tele Scherpstellen Compositie 106
Opdracht voor de volgende keer Foto opdrachten voor volgende week: 1 met beperkte scherptediepte 1 met beweging 1 met diepte in de foto door een voorgrond 1 met lijnen in de foto voor diepte Tip: Beperk je niet tot 1 foto per onderwerp. Thuis gekomen zien de foto s er vaak anders uit dan verwacht... 107