Het verlies van uw kindje tijdens de zwangerschap of rond de bevalling. Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis



Vergelijkbare documenten
H Pijnbestrijding tijdens de bevalling (copyright NVOG)

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

MEDICAMENTEUZE PIJNBESTRIJDING TIJDENS DE BEVALLING cliënteninformatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Pijnbestrijding tijdens de bevalling

PIJNBESTRIJDING TIJDENS DE BEVALLING

Pijnbestrijding tijdens de bevalling. Geboortecentrum IJsselland

Pijnbestrijding tijdens bevalling

Pijnstilling tijdens de bevalling

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rondom de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Verloskunde. Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rondom de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Patiënteninformatie. Pijnbehandeling bij de bevalling

Pijnbestrijding. tijdens de bevalling

Medicamenteuze pijnstilling tijdens de bevalling... 2 Injecties met pethidine (morfine-achtige stof) Toepassing... 4

Pijnstilling tijdens de bevalling

Het verlies van een kind. Tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Het verlies van een kind

Pijnbestrijding bij bevalling

Jouw bevalling: Hoe ga je om met de pijn? Mogelijkheden van pijnbehandeling tijdens de bevalling in de regio Nijmegen

Pijn tijdens de bevalling

Pijnbestrijding bij bevalling

Ruggenprik tijdens de bevalling

PATIËNTEN INFORMATIE. Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

VERLIES VAN UW KINDJE FRANCISCUS GASTHUIS

Het verlies van een kind BEHANDELING

Het verlies van een kind BEHANDELING

1. Inleiding Enkele begrippen Doodgeboorte Zwangerschapsafbreking na prenatale diagnostiek 4

NVOG Voorlichtingsbrochure VERLIES VAN EEN KIND TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF ROND DE BEVALLING

EEN DIERBARE VERLIEZEN

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rondom de geboorte

Het verlies van een kindje

Met lege handen. Met lege handen

Infoblad. Als je weet dat je een baby met een aandoening krijgt

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

een dierbare verliezen

Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

NVOG Voorlichtingsbrochure VERLIES VAN EEN KIND TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF ROND DE BEVALLING

Curettage van de baarmoeder

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Jouw bevalling: Hoe ga je om met pijn?

Verlies van een kind Tijdens de zwangerschap of rondom de bevalling

Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Beëindigen van de zwangerschap voor de 24 e week

inleiden van de bevalling

3 Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Verloskunde. Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede

Bevallen na eerdere keizersnede

Anesthesiologie. Pijnbestrijding bij de bevalling

Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Bevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie

Wanneer het anders loopt...

Afbreken van de zwangerschap. Planning van de opname. Opname op Afdeling B0. Voorbereiding thuis. In het ziekenhuis.

Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling. Patiënteninformatie

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Pijnbestrijding bij de bevalling

Het afbreken van de zwangerschap vóór de 24 e zwangerschapsweek, door middel van medicatie

Als het anders gaat dan verwacht

PIJNBESTRIJDING TIJDENS DE BEVALLING

Een dierbare verliezen

PIJNBESTRIJDING TIJDENS DE BEVALLING FRANCISCUS VLIETLAND

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Zwangerschap afbreken

Het afbreken van de zwangerschap

Wordt u de volgende dag geopereerd? Dan mag u tot 6 uur voor de opnametijd nog eten en tot 2 uur voor de opnametijd nog heldere vloeistof drinken.

Praktische informatie over: pijnstilling tijdens de bevalling. Surftips. Pijnbestrijding met medicijnen:

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Inleiden van de bevalling

Het inleiden van de bevalling

Het verlies van uw kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Ruggenprik bij een bevalling Epiduraal analgesie

Het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Het verlies van uw baby

Een dierbare verliezen. Informatie voor nabestaanden

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Gynaecologie. Het verlies van uw baby.

Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling

Pijnstilling via de pijnpomp

Transcriptie:

Het verlies van uw kindje tijdens de zwangerschap of rond de bevalling Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis

Inhoudsopgave Deel 1 Het slechte nieuws 1 De eerste dagen na de dood 3 2 De bevalling 5 3 Contact met uw overleden baby 13 4 Herinneringen 14 5 Onderzoek naar de doodsoorzaak 15 6 Begrafenis of crematie? 17 Deel 2 Naar huis 7 Kraambed en Kraamzorg 21 8 De leegte 21 9 Schuld- en faalgevoelens 24 10 Samen rouwen 25 11 De andere kinderen in uw gezin 26 12 Familie, vrienden en kennissen 27 13 Weer aan het werk 28 14 De seksuele relatie met uw partner 29 15 Nacontrole in het ziekenhuis 29 16 Meer informatie? 30 GEB.037 1

Veel zwangeren houden in de eerste drie maanden nog rekening met een miskraam, maar ze weten dat de kans dat het daarna misgaat erg klein is. Vanaf de vierde maand wordt de zwangerschap dan ook steeds meer realiteit en durven de aanstaande ouders intenser te genieten. Toch overlijdt nog ongeveer één op de honderd kinderen tijdens het verdere verloop van de zwangerschap of rond de bevalling. Deze brochure is bedoeld voor ouders die hun kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling verliezen. Zowel praktische als emotionele zaken komen aan bod. Deze brochure kan uw gesprekken met hulpverleners in het ziekenhuis of mensen uit uw omgeving niet vervangen, maar misschien ondersteunen. Uw eigen omgeving kan u het meeste steunen. Uw familie, vrienden en kennissen kunt u de brochure ook laten lezen om u zo goed mogelijk bij te staan. In het eerste gedeelte gaan wij in op de periode rond het slechte nieuws en de bevalling. In het tweede gedeelte bespreken wij de verwerking van dit ingrijpende verlies op langere termijn. GEB.037 2

Deel 1: Het slechte nieuws 1. De eerste dagen na de dood van uw baby Overlijden van uw baby tijdens de zwangerschap Vaak komt het slechte nieuws als een donderslag bij heldere hemel. Bij de zwangerschapscontrole blijkt de hartslag van het kind niet te horen. Soms is er een periode van minder leven geweest, of was er het gevoel dat er iets niet in orde was. Echoscopisch onderzoek laat dan zien dat het hartje inderdaad niet meer klopt. Ook slecht nieuws als uitslag van prenataal onderzoek komt vaak onverwacht. Al werd het onderzoek gedaan in verband met een verhoogd risico op een kindje met een erfelijke aandoening of aangeboren afwijking, de meeste aanstaande ouders gaan er (terecht) van uit dat de uitslag gunstig zal zijn. Overlijden van uw baby tijdens de bevalling of kort daarna De dood van een baby tijdens de bevalling is, net als het overlijden tijdens de zwangerschap, een hele schokkende onverwachte gebeurtenis. Soms is de zwangerschapsduur te kort, en is de baby niet levensvatbaar. In andere gevallen is er sprake van een medische complicatie die niet goed te voorzien of te voorkomen was. Reactie op het slechte nieuws Het horen van het slechte nieuws roept uiteenlopende gevoelens op. De eerste reactie is er vaak een van ongeloof. Sommige ouders voelen zich in een soort shocktoestand, alsof ze verdoofd of verlamd zijn: zij kunnen of willen zich niet realiseren dat het kindje inderdaad dood is of een ernstige afwijking heeft. Dit is onbewuste een bescherming tegen te veel verdriet. Anderen voelen misschien meteen boosheid en opstandigheid of zij voelen zich schuldig tegenover hun kindje of hun partner. GEB.037 3

De verschillende gevoelens die u kunt hebben zijn niet alleen kort na het slechte nieuws aanwezig, maar komen ook later nog vaak voor. Ongeloof, ontkenning, verdoving De meest gehoorde reactie van ouders wanneer zij te horen krijgen dat hun kindje overleden is of een ernstige afwijking heeft, is: 'Dat kan niet waar zijn!', 'Dat overkomt óns toch niet? Dit gevoel van ongeloof en ontkenning en grote leegte, duurt meestal kort, maar het kan ook dagen of weken blijven bestaan. Zoeken naar een schuldige; woede en protest Ouders zoeken vaak een schuldige voor de dood van hun kindje. De arts, de verloskundige, de partner, de werkgever, maar ook het kindje of zichzelf. Ook kan de boosheid zich richten op een hogere macht (God, het Noodlot). De vraag naar het 'waarom' staat dan op de voorgrond. Ouders zoeken oorzaken voor de slechte afloop. Het is heel belangrijk deze gevoelens te uiten bij vrienden, familie en hulpverleners: dat lucht vaak op. Hevig verdriet Bijna alle ouders hebben hevig verdriet met gevoelens van wanhoop en leegte. De emoties van hevig verdriet zijn een gezond, natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van het rouwen. Niet zelden treden ook lichamelijke of psychische klachten op; ze worden ook in deze brochure beschreven. Verdriet steekt vaak ook later weer de kop op, zoals bij de uitgerekende datum, bij het verjaren van de datum van overlijden, of bij de geboorte van een kind in de omgeving. Het verloop van het rouwproces Het verlies van een dierbare en zeker van een eigen kind vraagt meestal een lange en intensieve rouwperiode. Verdriet uit zich bij ieder mens verschillend; er bestaat geen algemene manier van rouwen. Het is belangrijk dat u dit verdriet bij uzelf toelaat, het durft te ervaren en het met elkaar en met anderen uit uw omgeving deelt. GEB.037 4

Eerst moet u de realiteit van het verlies aanvaarden. De pijn zal eerst heel hevig zijn, maar verliest met de loop van de tijd haar scherpte. Langzamerhand krijgt uw kind een eigen plaatsje en komt er weer ruimte voor andere mensen, andere bezigheden en plannen voor de toekomst. 2. De bevalling Als er geen medische reden bestaat voor een directe ziekenhuisopname, kunt u wachten tot de bevalling spontaan op gang komt. Hoe lang dit duurt, is vaak moeilijk te voorspellen. Een andere mogelijkheid is het op gang brengen (inleiden) van de bevalling. Voordat dit gebeurt, krijgt u vaak het advies nog enige tijd naar huis te gaan. Zo krijgt u de kans de eerste schok te verwerken in uw eigen omgeving. U kunt beslissen wie u alvast wilt informeren: ouders, eventuele oudere kinderen, verdere familie, vrienden of bekenden. Ook kunt u met hen bespreken welke hulp of steun u van hen op prijs stelt. Meestal zijn er ook een aantal praktische zaken te regelen, bijvoorbeeld uw werk of de opvang van andere kinderen. Het is verstandig ook de huisarts in te lichten (of de verloskundige of gynaecoloog te vragen dit te doen). De eerste tijd na het slechte nieuws is vaak onwezenlijk. In uw lichaam verandert er meestal niets. Sommige vrouwen hebben het gevoel dat het kindje toch nog beweegt. Veel vrouwen voelen zich dan ook door hun lichaam in de steek gelaten. Waarom heeft mijn lichaam niet laten merken dat er iets mis was? GEB.037 5

Waarom geen keizersnede? De eerste (zeer begrijpelijke) reactie meteen na het slechte nieuws is vaak de vraag om het kind er zo snel mogelijk uit te halen. Het liefst via een keizersnede. Het idee om een dood kindje te dragen of een 'gewone bevalling' te moeten doormaken is vaak ondraaglijk. 'In een opwelling zei ik: geef me maar een keizersnee en haal het kindje eruit. Ik wil hier zo snel mogelijk vanaf en er niets meer mee te maken hebben. Gelukkig hebben de artsen mij op andere gedachten gebracht.' Medisch gezien is een onnodige operatie niet verantwoord. De ervaring leert dat een bevalling via de natuurlijke weg belangrijk is voor het rouwproces. De geboorte beleeft u als werkelijkheid en niet als iets wat u vaag overkomt. Sommige moeders houden aan de bevalling ook het gevoel over écht iets voor hun kind gedaan te hebben. 'De bevalling is een mooi moment geweest, fijn dat je alles kon doen zoals je het zelf wilde. Je beseft dat je pijn moet hebben, maar tegelijkertijd is het er het gevoel: ik doe iets voor dit kind, niet alleen emotioneel maar ook lichamelijk.' In het ziekenhuis bevallen Als de bevalling uit zichzelf begint, als u besluit tot een inleiding, of als er een medische noodzaak bestaat, wordt u in het ziekenhuis opgenomen. Op afdeling C3 krijgt u een aparte kamer, zodat uw partner dag en nacht bij u kan zijn. Als de weeën worden opgewekt, gebeurt dit meestal met medicijnen: prostaglandinen. Deze medicijnen worden toegediend via tabletten die in de schede worden ingebracht. Bij een ingeleide bevalling met prostaglandinen verloopt de ontsluiting (het opengaan van de baarmoedermond) vaak anders dan bij een gewone bevalling. Lange tijd lijkt er nauwelijks iets te gebeuren, en dan vrij plotseling is er sprake van volkomen ontsluiting en persdrang. Meestal vindt de bevalling binnen 24 uur plaats, maar twee dagen wachten is niet ongebruikelijk. Vooral bij een korte zwangerschapsduur kan het een enkele keer nog langer duren. GEB.037 6

Als het kind erg klein is, kan dit betekenen dat de arts net te laat is om bij de bevalling aanwezig te zijn. Een verpleegkundige staat u dan zolang bij. Niet zelden blijft na afloop de placenta (moederkoek) in de baarmoeder vastzitten, zeker als de zwangerschap nog niet zo ver gevorderd was. De gynaecoloog verwijdert dan de placenta tijdens een (korte) narcose op de operatiekamer. De rol van de partner De partner maakt ook de bevalling mee. Alleenstaande vrouwen kunnen een dierbare vriend of vriendin meenemen. In ons ziekenhuis krijgt u samen een kamer met twee bedden, zodat u tijdens de hele opnameduur bij elkaar kunt zijn. Partners voelen zich soms overbodig, onzeker en ook machteloos. Naast hun eigen verdriet moeten zij toezien hoe hun geliefde pijn lijdt. Mannen denken soms dat zij vooral sterk moeten zijn. Maar het is belangrijk dat ook zij hun emoties tonen en delen. Pijnbestrijding Pijn tijdens de bevalling wordt veroorzaakt door de weeën. Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoeder. De weeën komen in twee fasen: de ontsluiting en de uitdrijving. Ontsluiting Tijdens de ontsluiting rekken de weeën het onderste deel van de baarmoeder en de baarmoedermond uit, waardoor de baarmoedermond zich opent en het hoofd van de baby kan indalen. Dit alles veroorzaakt pijn, vooral in de buik. U kunt ook pijn hebben in de rug, in de benen, in de onderbuik en vagina en rondom de anus. In de fase van de ontsluiting kunt u de weeën wegzuchten en daarmee de pijn zo goed mogelijk onder controle houden. Uitdrijving De uitdrijvingsfase begint als er genoeg ontsluiting is. In deze fase mag u tijdens de weeën meepersen. De pijn wordt nu GEB.037 7

veroorzaakt door uitrekking van het geboortekanaal en het gebied rond de bilnaad. Die pijn is meestal scherper en zit meer op één plek dan bij de ontsluitingsweeën. Invloed op de pijn Het is niet van te voren te voorspellen hoe pijnlijk een bevalling zal zijn. Er zijn wel enkele factoren bekend die de pijn tijdens de bevalling kunnen verminderen of juist verergeren: De bevalling van het eerste kind is vaak pijnlijker dan volgende bevallingen. Angst voor de bevalling of voor pijn verergert de pijn vaak. Een goede begeleiding en ondersteuning tijdens de bevalling kan de pijn verminderen. Hoe kan de pijn worden bestreden? Pijnbestrijding tijdens de bevalling kan met of zonder medicijnen. U kunt de pijn bijvoorbeeld tegengaan met een douche, beweging en van houding veranderen, massage en geboorte-tens (Transcutane Elektrische NeuroStimulatie). Pijnbehandeling met medicijnen gebeurt altijd in het ziekenhuis. De meest gebruikte methoden in Nederland zijn: epidurale analgesie (ruggenprik); injecties met pethidine; behandeling via een infuus met remifentanil. Bij al deze behandelingen moet de gezondheid van moeder goed in de gaten gehouden worden. Uw hartslag, bloeddruk en ademhaling worden daarom voortdurend gecontroleerd. Er is altijd een individuele beoordeling nodig om te kijken of u in aanmerking komt voor bepaalde pijnstilling Epidurale analgesie/de ruggenprik De ruggenprik geeft het beste resultaat voor moeder. De ruggenprik wordt uitgevoerd door een anesthesioloog. Wij streven ernaar de GEB.037 8

ruggenprik op de afdeling verloskunde zelf te geven, op de kamer waar u gaat bevallen, zodat u niet van de afdeling af hoeft. U krijgt eerst een plaatselijke verdoving: een prik in de huid van uw rug waardoor de huid ongevoelig wordt. Daarna brengt de anesthesioloog via een prik onder in uw rug een dun slangetje in uw lichaam. Dit is de ruggenprik. Dankzij de plaatselijke verdoving is deze ruggenprik niet erg pijnlijk. Via het slangetje krijgt u tijdens de hele bevalling een pijnstillende vloeistof in uw rug. De pijn vermindert niet meteen na de ruggenprik, dit duurt ongeveer een kwartier. Als de pijnstilling eenmaal werkt voelt u meestal veel minder pijn tijdens de ontsluiting. Na de bevalling wordt het slangetje weer verwijderd. Bij een ruggenprik zijn wel enkele voorzorgen nodig. U krijgt vocht toegediend via een infuus om een te lage bloeddruk te voorkomen. Na de ruggenprik kunt u niet goed meer plassen. Daarom kan de arts een slangetje (katheter) in de blaas inbrengen om de urine af te voeren. Uw hartslag en bloeddruk moeten zorgvuldig gecontroleerd worden, dit gebeurt met speciale bewakingsapparatuur. De reden voor deze extra bewaking is, dat u door de ruggenprik (tijdelijk) een lage bloeddruk kunt krijgen. Zodra dit met de bewakingsapparatuur wordt gezien, krijgt u extra vocht via het infuus toegediend. Daardoor kan uw bloeddruk weer normaal worden. Bijwerkingen van de ruggenprik Een ruggenprik kan de volgende tijdelijke bijwerkingen hebben: Het gevoel in uw beenspieren kan tijdens de bevalling minder zijn, waardoor u niet kunt lopen. Uw lichaamstemperatuur kan stijgen. Het is dan lastig te bepalen of u koorts heeft door de ruggenprik of door een infectie. Het persen kan wat langer duren. GEB.037 9

U heeft een grotere kans op een vaginale kunstverlossing; een bevalling met een vacuümpomp of verlostang. U kunt jeuk krijgen door de ruggenprik. Direct na de ruggenprik kunt u suf en slaperig worden. Een klein aantal vrouwen krijgt hoofdpijn. Dit heeft te maken met de techniek die de anesthesioloog gebruikt tijdens het prikken. U kunt een daling van de bloeddruk krijgen. De weeën kunnen afnemen. Dan zijn weeënopwekkende medicijnen nodig. Pethidine Pethidine wordt toegediend via een injectie in uw bil of bovenbeen. Deze behandeling is altijd beschikbaar. Het werkt na ongeveer een kwartier: de ergste pijn wordt dan wat minder. Sommige vrouwen soezen weg of slapen zelfs. Pethidine werkt twee tot vier uur. Ongeveer een kwart van de vrouwen die Pethidine krijgen, is tevreden over het pijnstillende effect. Dit is veel minder dan bij een ruggenprik. Een ander nadeel is dat u na een Pethidine-injectie niet meer mag rondlopen. De belangrijkste bijwerkingen zijn misselijkheid en sufheid, waardoor u de geboorte misschien minder bewust meemaakt. Remifentanil via een PCA-pomp Remifentanil is een moderne morfineachtige pijnstiller, die op de operatiekamers al lang wordt toegepast. Dit middel is door de fabrikant niet officieel geregistreerd als een pijnstillingsmiddel dat tijdens de bevalling wordt gebruikt. Steeds meer ziekenhuizen bieden de Remifentanil pomp echter wel als pijnstilling tijdens de bevalling aan. Om deze reden vindt toediening alleen plaats na uw uitdrukkelijke toestemming. Remifentanil wordt toegediend via een slangetje in de arm (infuus) dat vastzit aan een pompje met een drukknop, waardoor u zelf de hoeveelheid pijnmedicatie kunt bepalen. Een overdosis is niet mogelijk. Remifentanil werkt snel: ongeveer 1 minuut nadat u de GEB.037 10

knop indrukt is het effect merkbaar. Het middel is krachtiger dan Pethidine. Remifentanil kan er soms voor zorgen dat u minder goed ademhaalt, waardoor de hoeveelheid zuurstof in uw bloed tijdelijk afneemt. Controle van het zuurstofgehalte in het bloed wordt dan ook aanbevolen bij gebruik van Remifentanil. Dit gebeurt meestal met een sensor om uw vinger. De effectiviteit en veiligheid van Remifentanil zijn momenteel nog in onderzoek. Wat is een goede medicamenteuze pijnbehandeling? De ruggenprik (epidurale analgesie) is de meest effectieve en veilige pijnbehandeling. Een ruggenprik geeft goede pijnstilling, zowel tijdens de ontsluiting als tijdens het persen. Pethidine en Remifentanil onderdrukken de pijn minder goed dan een ruggenprik. Toch zijn deze middelen in sommige situaties een goede keus. Bijvoorbeeld wanneer u erg moe bent en tot rust moet komen, wanneer de pijnbehandeling nog maar kort hoeft te werken (2-3 uur) of wanneer u geen ruggenprik wilt of kunt krijgen. GEB.037 11

De belangrijkste feiten over een ruggenprik, Pethidine en Remifentanil op een rijtje: Pijnbehandeling Ruggenprik Pethidine Manier van toediening Infuus in rug, eventueel met een pompje dat u zelf kunt bedienen Injectie in bil of bovenbeen Duur pijnbehande ling Tijdens hele bevalling Effect op pijn Goed Bijwerkingen en effecten U kunt niet meer rondlopen en er is een kans op bloeddrukdaling, koorts en langere duur uitdrijving. 2-4 uur Matig U kunt niet meer rondlopen en u kunt last krijgen van sufheid en misselijkheid Remifentanil Infuus in arm met pompje dat u zelf kunt bedienen 4 uur Redelijk /goed Sufheid, misselijkheid, bloeddrukdaling en problemen met de ademhaling. GEB.037 12

3. Contact met uw overleden kind Kennismaken en tegelijkertijd afscheid nemen: er is geen situatie te bedenken waarbij dit meer speelt dan bij de geboorte van een overleden kind. 'Als je zwanger bent, denk je toch niet na over dit soort dingen? Je weet echt niet wat nou allemaal belangrijk is en wat mogelijk is.' Het zien en vasthouden van uw overleden kind is één van de mogelijkheden om een goed beeld van uw kind te krijgen. 'Je kunt t maar één keer doen en overdoen is niet meer mogelijk. Daarom is het goed om hierover van tevoren te praten om alles te doen zoals jij dat wilt. Dan kun je daar later ook geen spijt van krijgen.' De meeste ouders zeggen achteraf dat hun kind er in werkelijkheid mooier uitzag dan zij verwachtten. Dat het kind bijvoorbeeld haartjes en nageltjes heeft, maakt diepe indruk en ontroert zeer. Veel ouders genieten ervan in het kind gelijkenissen te zoeken met zichzelf of hun andere kinderen. Vaak leidt dit ondanks het grote verdriet tot een gevoel van trots. 'Hij lag zo rustig dat het leek alsof hij sliep. Op een gegeven moment dacht ik zelfs dat hij met zijn oogjes knipperde. Je wilt er gewoon het leven inkijken.' Ook als uw kind zichtbare afwijkingen heeft, kunt u het vasthouden of aanraken. U zult toch proberen u een voorstelling te maken en meestal is de werkelijkheid minder erg dan verwacht. Veel ouders die het aanvankelijk eng vonden, vertellen achteraf dat hun gevoel positiever werd, naarmate zij het kindje langer bekeken. Soms zijn er gemengde gevoelens, al heeft het zien van het kind voorkomen dat zich ergere fantasiebeelden opdrongen. 'Je gaat toch naar de mooie dingen van zo n kindje kijken, en die hou je in gedachten.' Soms is het bij het afbreken van een gewenste zwangerschap belangrijk dat u ziet dat de voorspelde afwijkingen er ook echt zijn en dat u dus een 'goede' beslissing hebt genomen. Het gebeurt tegenwoordig nauwelijks meer dat ouders hun kindje niet (willen) zien. Vroeger raadde men het zien vaak af. Velen GEB.037 13

hebben daar jaren later nog spijt van. Om nog meer contact met uw kind te hebben kunt u het zelf wassen of erbij zijn als de verpleegkundige dat doet. Ook kunt u zelf voor kleertjes of een omslagdoek zorgen. Voor hele kleine kindjes zijn mandjes en omslagdoekjes beschikbaar in het ziekenhuis. Het is goed dat uw andere kinderen en enkele dierbaren uw kind ook zien. U kunt er dan later makkelijker over praten. 4. Herinneringen Foto s Misschien vindt u het maken van foto s van uw dode kindje een raar of eng idee. Toch blijkt dat het goed is foto s te maken. Uw doodgeboren kind is voor u altijd een kind dat echt bestaan heeft. Foto s zijn de meest tastbare en kostbare herinneringen. Ouders die vele jaren geleden een kind verloren, vertellen vaak hoe zij deze herinnering missen. Ook wanneer zij hun kind wel gezien hebben, vervaagt het beeld na verloop van tijd. Bijna altijd helpen de verpleegkundigen u met het maken van foto s. In ons ziekenhuis is hiervoor een fototoestel aanwezig. Toch is het verstandig er zelf ook een mee te nemen. Daarnaast kunt u de stichting Make a Memory inschakelen. Deze stichting verzorgt voor familie van overleden baby s vanaf 24 weken zwangerschap geheel kosteloos een fotoreportage (www.makeamemory.nl). Andere tastbare herinneringen In ons ziekenhuis geven wij u ook andere herinneringen aan uw kind mee naar huis: een naamkaartje en zo mogelijk een haarlokje. Ook kunnen hand- en/of voetafdrukjes worden gemaakt. Vaak zijn ouders hier nog gelukkiger mee dan met foto s, omdat zo n kaartje echt met hun kind in contact is geweest. Veel ouders maken een herinneringsboek over hun kind. Daarin komen alle tastbare herinneringen, brieven of kaarten, eventueel GEB.037 14

een dagboek, tekeningen van andere kinderen of nog meer. U kunt in het ziekenhuis een kopie vragen van stukken uit de medische status. Het verslag van de verpleegkundigen geeft vaak een goed beeld van de gebeurtenissen tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. Een naam Wij raden u aan uw kind een naam te geven. Zo voorkomt u dat u achteraf over het of over de baby moet praten. Met een naam wordt het kind ook voor mensen uit uw omgeving echt uw zoontje of dochtertje. Sommige ouders geven de naam die zij gekozen hadden, anderen bewaren deze naam voor een volgend kindje. Zij geven het overleden kindje soms een symbolische naam of de naam die zij voor het ongeboren kindje gebruikten. 5. Onderzoek naar de doodsoorzaak Obductie Vrijwel zeker zal worden voorgesteld om obductie (ofwel autopsie) te laten plaatsvinden bij uw overleden baby. Een obductie is een gedetailleerd onderzoek na de dood om duidelijkheid over de doodsoorzaak te krijgen. De obductie wordt uitgevoerd door een patholoog, dat is een arts die zich heeft gespecialiseerd is deze vorm van onderzoek. De obductie bestaat uit een uitwendig onderzoek, een inwendig onderzoek en eventueel onderzoek van de hersenen. Voor ieder onderzoek is toestemming van de ouders nodig. In overleg met uw arts kunt u besluiten welk (deel)onderzoek u wel en niet wilt laten uitvoeren. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat er soms redenen zijn om bepaalde (delen van) organen langer te bewaren voor nader onderzoek. Deze weefsels en organen worden dan niet met het overleden kind mee begraven of gecremeerd, maar worden door het GEB.037 15

ziekenhuis later alsnog gecremeerd. Als u niet wilt dat er (delen van) organen of weefsels achterblijven, kunt u dit laten weten. Dan gebeurt dit niet. Als aanvullend onderzoek bij de obductie wordt er een babygram (röntgenfoto van het skelet van het kindje) verricht. MRI-scan Als u geen obductie wilt, kunnen we u extra onderzoek aanbieden in de vorm van een MRI-scan van het kindje. Hierbij komt u mogelijk meer te weten over de eventuele doodsoorzaak, zonder dat uw kindje inwendig onderzocht wordt. Het is uw beslissing of u toestemming geeft voor een MRI-scan. Als u er bezwaar tegen heeft, respecteert iedereen dat. Huidbiopt Ook kan er een huidbiopt worden afgenomen. Bij een huidbiopt wordt een klein stukje huid weggenomen voor chromosomenonderzoek. Ook dit wordt alleen verricht als u daarvoor toestemming geeft. Als er geen duidelijke afwijkingen worden gevonden Lang niet altijd wordt er een duidelijke oorzaak voor de sterfte gevonden. De onderzoeken geven dan geen afwijkingen te zien. Dit geeft gemengde gevoelens: Aan de ene kant is er opluchting omdat het kind gezond was; meestal is er dan geen verhoogd risico op herhaling. Aan de andere kant is er de pijnlijke werkelijkheid van een 'zinloze' dood van een gezond kind. Wilt u meer lezen over obductie bij kinderen? Vraag dan bij Patiëntenvoorlichting de folder Onderzoek na overlijden van kinderen van het Erfocentrum. De balie Patiëntenvoorlichting is te vinden in de centrale hal van ons ziekenhuis (volg routenr. 89). U kunt de folder ook telefonisch opvragen: 010 258 5137. GEB.037 16

6. Begrafenis of crematie? Bij een zwangerschapsduur van meer dan 24 weken moet uw overleden baby op een gepaste wijze begraven of gecremeerd worden. Als u bent bevallen van een kindje van onder de 24 weken en uw kindje heeft niet langer dan 24 uur geleefd, dan is er geen sprake van vaste wet- en regelgeving. Dit betekent dat begraven of cremeren niet verplicht is, maar het mag natuurlijk wel (op een plek naar eigen keuze). Kindje blijft op de kamer of het mortuarium? Na de bevalling zal er - afhankelijk van de omstandigheden - samen met u besloten worden of uw kindje bij u op de kamer kan blijven door gebruikmaking van een bedkoeling of dat het overgebracht wordt naar het mortuarium van het ziekenhuis. Dit is afhankelijk van de conditie van uw kindje en of er nog obductie moet plaatsvinden. Bij uw opname in het ziekenhuis vindt een intake plaats door een medewerker van ons mortuarium, zodat u goed wordt voorgelicht over de mogelijkheden en voor welke kosten u eventueel zal komen te staan. Op basis van die informatie kunt u een weloverwogen besluit nemen. Mortuarium Als het noodzakelijk is om uw kindje over te brengen naar het mortuarium en het niet bij u op de kamer kan blijven, is er de mogelijkheid om tijdens uw verblijf twee maal een afspraak te maken met de medewerker van het mortuarium om uw kindje te zien. Obductie Als er obductie wordt gedaan, is er een periode waarin u uw kindje niet zult kunnen zien omdat de obductie in het Sint Franciscus Gasthuis plaatsvindt. GEB.037 17

De mortuariumbeheerder zal persoonlijk zorg dragen voor het overbrengen van uw kindje zodat deze tijd zo kort mogelijk wordt gehouden. Begrafenis of crematie Na de bevalling en na een eventuele obductie zal u een keus moeten maken wat uw wensen zijn voor een eventuele begrafenis of crematie. We hebben de mogelijkheden en de kosten, die het mogelijk voor u mee zal brengen, op een rijtje gezet: U wilt zelf een crematie of begrafenis regelen voor uw kindje. De gemiddelde kosten voor een crematie zijn 177 en voor begraven 232. Hiervoor kunt u zich melden op een begraafplaats of crematorium naar eigen keuze. De medewerker van het mortuarium kan er voor zorgen dat uw kindje naar de begraafplaats of het crematorium wordt overgebracht, waarbij u alsnog uw kindje kunt begeleiden en eventueel verdere afspraken kunt maken voor de bestemming van de as. U wilt een begrafenisondernemer inschakelen om de uitvaart te begeleiden. De kosten kunt u opvragen bij de ondernemer van uw keuze. U wilt dat het ziekenhuis zorg draagt voor een crematie. Uw kindje wordt dan samen met andere kindjes gecremeerd en de as wordt verstrooid over een speciaal aangelegd veldje voor doodgeborenen van crematorium Hofwijk. Achteraf krijgt u hier bericht van. Als u zelf graag het as wilt ontvangen, kunt u dit vooraf aangeven bij crematorium Hofwijk. Hieraan zijn kosten verbonden. Vergoeding? In sommige uitvaartpolissen is een clausule opgenomen waarbij er sprake is van een vergoeding voor de begrafenis of crematie van een pasgeborene. Maar in de meeste gevallen is er geen recht op vergoeding en zal u persoonlijk deze kosten moeten dragen. GEB.037 18

Andere kinderen uit het gezin mee? Wanneer er andere kinderen in het gezin zijn, zult u zich misschien afvragen of u hen moet meenemen naar de begrafenis of crematie. Misschien aarzelt u ook of u de plechtigheid zélf moet bijwonen. Wij raden u aan er samen met uw kinderen heen te gaan, wanneer ze ouder zijn dan twee jaar. Het meemaken van de begrafenis of crematie helpt ook jonge kinderen een duidelijk besef van het overlijden te krijgen. Dit zal hen later helpen het verlies te verwerken. Uw kind mee naar huis? U kunt uw kind mee naar huis nemen tot de dag van begrafenis of crematie. De wet verbiedt dit niet. Het vervoer mag met uw eigen auto gebeuren. U krijgt een verklaring van overlijden uit het ziekenhuis mee. Het kindje kunt u in uw armen houden of in een reiswiegje vervoeren. Vaak is het een goed en mooi gevoel om het kind een tijdje in de babykamer te hebben; in het wiegje dat met zoveel liefde is klaargemaakt. Zo kunnen ook mensen uit uw omgeving ervaren dat dit kindje écht deel uitmaakt van uw gezin. De burgerlijke stand De aangifte van overlijden kunt u zelf doen, maar dit hoeft niet. Als u dit wenst, regelt de medewerker van het crematorium of de uitvaartverzorger dit voor u. De aangifte van overlijden wordt gedaan via een door de arts afgegeven overlijdensverklaring die naar de burgerlijke stand wordt gezonden. Daar wordt een overlijdensakte opgemaakt. Is uw kind overleden voordat u aangifte kon doen, dan kunt u toch aangifte van geboorte doen. De burgerlijke stand maakt dan op grond van de overlijdensverklaring van de dokter een akte op, waarin staat dat het kind was overleden op het moment van de GEB.037 19

aangifte. Uw kind kan, als u daar prijs op stelt, in deze situatie dus door de burgerlijke stand in uw trouwboekje worden bijgeschreven. Geboortekaartje Uw omgeving verwacht een geboorteaankondiging. Is uw kindje overleden voor u geboortekaartjes verzond? Dan kan dit aanleiding zijn voor veel pijnlijke vragen. Wij adviseren u daarom op één of andere wijze te laten weten dat uw kind overleed. Een kaartje of overlijdensberichtje in de krant kan dan nuttig zijn. Is uw baby overleden nadat u geboortekaartjes heeft verzonden? Ook dan raden wij u aan ervoor te zorgen dat familie en ook degene waarmee u geregeld contact heeft (bijvoorbeeld buren) tijdig op de hoogte zijn, zodat zij voorbereid zijn en hun medeleven kunnen tonen. GEB.037 20

Deel 2: Naar huis 7. Kraambed en Kraamzorg In principe hebt u, óók als u vroeg in de zwangerschap bevalt (vanaf een zwangerschapsduur van 24 weken), recht op Kraamzorg. Ook al is er geen kind om voor te zorgen. De officiële regel is dat het gaat om een bevalling waarbij kind en moederkoek apart worden geboren. Als u al kraamzorg had geregeld zijn er meestal geen problemen te verwachten. Zo niet, dan neemt het ziekenhuis meestal contact met het Kraamcentrum op. Vooral als u nog andere kinderen thuis hebt, is kraamzorg aan te bevelen. De kraamverzorgster kan veel praktisch werk voor u doen. Ook als u alleen met uw partner bent kan zij steun en hulp bieden. Zo mogelijk kiest het Kraamcentrum iemand uit met ervaring met het verlies van een ongeboren of pasgeboren kind. Sommige ouderparen willen de eerste dagen liever samen zijn en geen vreemden om zich heen hebben. Als een verloskundige uw zwangerschap controleerde, bezoekt zij u ook aan het kraambed. In andere gevallen kan het ziekenhuis een verloskundige regelen om de medische controles in het kraambed te doen. Vaak komt ook de huisarts langs. 8. De leegte Waarschijnlijk wilt u zo snel mogelijk na de bevalling naar huis. Om zich daar aan uw verdriet te kunnen overgeven. Sommige vrouwen beleven het ontslag als een vertrek uit een veilige omgeving met mensen die weten wat er gebeurd is en die meeleven met het verlies en verdriet. 'Ik was zo blij dat ik na de begrafenis weer naar het ziekenhuis moest,' zegt een moeder die haar kind tijdens de keizersnede GEB.037 21

verloor, 'iedereen daar wist wat er gebeurd was, ik hoefde niets uit te leggen en dokters en verpleegsters kwamen vragen hoe de begrafenis geweest was. Die twee dagen had ik echt nog nodig voor ik weer naar huis ging.' Soms is het lege huis een beangstigend vooruitzicht. Als mensen uit uw omgeving weinig of geen contact hebben gehad met het kind begrijpen zij soms uw hevige verdriet niet. Daarom is het zo belangrijk hen ook te betrekken bij het afscheid nemen en uw verblijf in het ziekenhuis. Thuiskomen betekent vaak ook dat u te maken krijgt met de kinderkamer en alle babyspullen, het huis dat al op de komst van uw kind was voorbereid. Het is niet goed als anderen al deze voorbereidingen voor uw thuiskomst weghalen. Hoe pijnlijk ook, het is een van de noodzakelijke stappen bij het afscheid nemen. De babyspulletjes opruimen kan altijd nog; op een gegeven moment merkt u vanzelf dat u daar aan toe bent. 'We hebben de babykamer onaangeroerd gelaten. Het is voor ons een soort vervanging voor het graf dat zij niet heeft en waar we spijt van hebben.' Het besef groeit dat u verder moet leven zonder dit kind. Dat is uitermate pijnlijk. Zeker de eerste dagen en nachten thuis worden overheerst door gedachten aan uw kind. 'Gek hè, hiervoor zijn we toch ook altijd met z n tweeën geweest. En nu kom je zonder kind thuis en dan lijkt het huis ineens zo leeg... Vaak komt de moeilijkste periode na de begrafenis of crematie. Af en toe hebt u het gevoel dat iedereen u, uw verdriet en uw kind vergeten is. Als u weer boodschappen doet of oudere kinderen naar school brengt, denken anderen nogal eens dat het voor u over is. Het moeilijkste in de eerste weken is dat de mensen niet kunnen zien dat je moeder geworden bent.' Als u weer thuis bent verwacht u terecht steun en troost. Toch vinden familieleden, vrienden en kennissen het soms moeilijk een gesprek te beginnen over het verlies, en soms mijden zij u zelfs. Praat er daarom zelf gewoon over, breng het zelf ter sprake. Vaak GEB.037 22

blijkt dan ook dat anderen daar behoefte aan hebben, maar er zelf niet over durven te beginnen. 'Ik vraag me steeds af: had het geholpen als ik harder had geschreeuwd?' De weken en maanden, misschien wel jaren daarna denken veel vrouwen en hun partners aan hun kind en alles wat er is gebeurd. Sommige vragen en onzekerheden kunnen steeds weer terugkomen. Aarzel daarom niet om, ook na maanden, weer contact op te nemen met hulpverleners binnen of buiten het ziekenhuis die bij het slechte nieuws en de bevalling betrokken zijn geweest. Laat het verdriet toe als dat in alle hevigheid op u afkomt, maar geniet ook van de rustiger momenten. Het is goed om langzamerhand weer de gewone draad van het leven op te pakken, maar laat het geen vlucht zijn, weg van het verdriet. Elke manier om met verdriet om te gaan is 'normaal'. Niemand kan u vertellen hoe u zich moet voelen of gedragen. Wel is het altijd goed om aan vertrouwde mensen te tonen hoe u zich voelt. Verdriet delen maakt het meestal gemakkelijker om ermee om te gaan. Huilen en praten zijn de meest directe en voor de hand liggende manieren om uw gevoel te uiten. Maar ook schrijven kan helpen om orde te brengen in soms zeer verwarrende gedachten en gevoelens. Steeds wisselende en heftige emoties brengen u soms zo in de war dat u denkt dat u gek wordt. Het is heel normaal dat verdriet, opluchting, schuldgevoel, boosheid en ook gelukkige momenten elkaar afwisselen. Bedenk dat u iets heel ernstigs is overkomen. Ik zou zo graag willen dat alles weer was zoals vroeger. Dat kan niet: u bent zelf veranderd. Uw leven zonder uw kind zal nooit meer zijn zoals het daarvoor was. Dat hoeft niet negatief te zijn. Veel ouders hebben de ervaring dat zij uiteindelijk door hun verdriet als mens rijker zijn geworden en als paar meer naar elkaar zijn toe gegroeid. GEB.037 23

9. Schuld- en faalgevoelens Waarom? Dat is een vraag die vaak bij u zal opkomen in de eerste periode na het overlijden van uw kind. Hoe normaal deze vraag ook is, u krijgt er nooit een antwoord op. Er bestaat geen antwoord op de vraag waarom juist uw kind stierf. Sommigen vinden troost in het geloof, anderen in een filosofische levensbeschouwing. Er zijn ook ouders die het verlies van hun kind als een straf (van God of het Noodlot) ervaren. Praat hierover met een geestelijke. Langzamerhand leert u leven met het feit dat uw kind er niet meer is. Het verdriet verdwijnt niet, maar de pijn wordt minder scherp. Vrouwen geven zichzelf vaak de schuld Vooral als er geen duidelijke oorzaak voor het overlijden of de aangeboren afwijking wordt gevonden. Zij denken dat ze tijdens de zwangerschap iets fout gedaan hebben. Veel vrouwen hebben het gevoel te falen als vrouw, partner of moeder: 'Ik krijg het niet voor elkaar om een gezond kind het leven te schenken...' Het is belangrijk deze emoties met anderen te delen. Sommige mensen wuiven deze gevoelens en gedachten weg om u te beschermen, maar dat helpt u niet. Neem zo nodig contact op met uw huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Ook lang na ontslag uit het ziekenhuis kunt u altijd bij een maatschappelijk werker van het ziekenhuis terecht. Maar het is ook mogelijk dat u anderen de schuld geeft. U hebt dan het gevoel dat er niet zorgvuldig naar u geluisterd is. Bespreek dit met de hulpverlener. Dat voorkomt dat u onnodig uw verdere leven blijft zitten met vragen, onzekerheden en boosheid. Als u een gesprek niet meteen aandurft of aankunt, kunt u ook een brief schrijven om uw gevoelens en vragen alvast duidelijk te maken. Het is dan gemakkelijker om er later in een gesprek op door te gaan. Als deze gesprekken geen rust en duidelijkheid opleveren, kunt u ook de mening van een andere deskundige vragen. U kunt dit met uw huisarts bespreken. GEB.037 24

Als laatste stap, als u het gevoel hebt dat er echt fouten zijn gemaakt, kunt u een klacht indienen. Elk ziekenhuis heeft een onafhankelijke klachtencommissie die uw klacht serieus beoordeelt. Klachten over een verloskundige kunt u melden bij de onafhankelijke klachtencommissie van de organisatie van verloskundigen (KNOV). 10. Samen rouwen Na de geboorte van een overleden kind gaat vaak de meeste belangstelling uit naar de moeder. De vader doet de eerste periode vaak het praktische en huishoudelijke werk. Daardoor lijkt hij soms niet zoveel last van verdriet te hebben. Dat is schijn. Vaders lijden meestal net zo onder het verlies als hun vrouw, maar op een andere manier. 'Hij doet alsof hij het gemakkelijker verwerkt, maar ondertussen...' Vaders drukken hun emoties nogal eens naar de achtergrond, omdat zij vinden dat het steunen van hun partner het belangrijkste is. Dit betekent soms dat zij pas later aan het verwerken van hun verdriet toekomen, op een tijdstip dat hun partner er al veel beter mee kan omgaan. Mannen en vrouwen verwerken het verlies vaak in verschillend tempo en op verschillende manieren. Elk mens reageert op zijn eigen manier. Wees hierover open tegenover elkaar: onbegrip en zich afsluiten voor elkaar, of juist elkaar willen beschermen, kan tot onnodige verwijdering leiden. Mannen vertellen vaak dat zij het moeilijker vinden dan hun vrouw om te praten over hun verdriet. Ze geven de indruk te vluchten in werk, huishouden of nietsdoen om zo hun gevoelens de baas te worden. Soms willen mannen hun vrouw beschermen door maar niet over het kind en het verdriet te praten. Probeer niet alleen te vertellen wat u voelt, maar ook met elkaar te bespreken hoe u elkaars gedrag GEB.037 25

beleeft. Dat helpt u het verlies, het verdriet en de leegte samen te dragen. Als u het gevoel hebt er samen niet uit te komen, neem dan contact op met bijvoorbeeld uw huisarts, een maatschappelijk werker of een psycholoog. Lichamelijke en psychische klachten Lichamelijke en psychische klachten zijn normale uitingen van hevig verdriet. Die klachten verschillen van persoon tot persoon. Vaak voorkomende klachten zijn slaapproblemen, eetproblemen (geen eetlust of juist overmatig eten), hoofdpijn of buikpijn, onrust (het niet stil kunnen zitten en steeds met iets nieuws bezig willen zijn), voortdurende vermoeidheid en verder ook steeds terugkerende somberheid en huilbuien. Daarnaast zijn er de normale lichamelijke ongemakken na een bevalling. Naweeën, pijn van hechtingen en gestuwde borsten ervaren veel vrouwen als zinloos en extra pijnlijk omdat ze niet verzacht worden door de vreugde van een gezond kind. Bijna alle ouders slapen slecht. Als dit te lang duurt, vraag dan een slaapmiddel. U hoeft niet meteen bang te zijn voor gewenning of verslaving. Deze medicijnen zijn niet bedoeld om u te verdoven of uw verdriet te onderdrukken, maar ze kunnen helpen om een einde te maken aan slapeloze nachten. Als u uitgerust bent kunt u meestal de psychische druk beter aan. Toch hoort het bij de verwerking om huilbuien te hebben en 's nachts te dromen over de zwangerschap, de bevalling of het kind. 11. De andere kinderen in uw gezin Volwassenen en zeker ouders willen kinderen sparen voor pijn en verdriet. Toch merken kinderen, hoe jong ze ook zijn, dat hun ouders verdriet hebben. Hen buiten het verlies houden kan onzekerheid en schuldgevoel veroorzaken: Heb ik misschien iets fout gedaan waardoor mama zo vaak huilt? GEB.037 26

Meestal hebben broertjes en zusjes meegeleefd met de zwangerschap en uitgekeken naar het nieuwe kindje. Ze gaven bijvoorbeeld kusjes op de zwangere buik, speelden met een pop vader en moeder of hebben er op school trots over verteld. Het is dan ook goed om hen over de dood van hun broertje of zusje te vertellen en hen bij het afscheid te betrekken. Voorlezen uit kinderboeken over de dood en werken in een herinneringsboek kan hen hierbij helpen. Kinderen brengen het onderwerp vaak onverwacht en spontaan ter sprake. Dit kan ook de ouders steunen. De geboorte en de dagen thuis met de baby waren voor het hele gezin (drie andere kinderen) een mooie belevenis. Ook aan zeer kleine kinderen vanaf ongeveer twee jaar kan in simpele woorden worden verteld wat er is gebeurd. Uit onverwachte opmerkingen en tijdens hun spel merkt u dat zij met het dode broertje of zusje bezig zijn en zo het verlies verwerken. Ga zeker hun vragen niet uit de weg. Mijn zoontje wil geen broertje meer, want die gaan dood, zegt hij. Hij wil alleen nog maar een zusje. Denk erover en bespreek met uw (grotere) kinderen of zij misschien iets aan hun broertje of zusje mee willen geven: een knuffeltje, een brief of een tekening in het kistje bijvoorbeeld. Ook bij de begrafenis of crematie is het belangrijk dat er kinderen of volwassenen speciaal voor de oudere kinderen komen. Er bestaan speciale uitnodigingskaarten voor de uitvaart die kinderen zelf kunnen uitdelen. 12. Familie, vrienden en kennissen Ouders van doodgeboren kinderen hebben behoefte aan veel steun van mensen uit hun omgeving. Reacties zijn erg verschillend: lieve en troostende woorden van mensen van wie u die het minst verwacht, en omgekeerd. GEB.037 27

Zoek vooral contact met mensen die u zeer nabij zijn en die u vertrouwt. Bij hen kunt u ook steeds opnieuw uw verhaal kwijt. Mensen die uw kind niet gekend hebben, vinden het vaak moeilijk uw hevige verdriet te begrijpen. Dat kan een gevoel van eenzaamheid veroorzaken. Soms vinden mensen uw intense verdriet abnormaal. Zij denken ten onrechte dat u nog niet zo n band met het kind had. Daarom is het, zoals eerder beschreven, zo belangrijk om familie en vrienden bij het afscheid nemen te betrekken. Aanvaard ook de praktische hulp die wordt aangeboden: soms blijkt u deze hard nodig te hebben. Twee maal per jaar organiseert het IJsselland Ziekenhuis een herdenkingsbijeenkomst, waarbij nog eens wordt stilgestaan bij het verlies van alle overleden baby s van de afgelopen periode. U ontvangt hiervoor een schriftelijke uitnodiging. 13. Weer aan het werk Ga zorgvuldig om met de beslissing weer aan het werk te gaan als u een baan hebt. Het is niet ongewoon om het normale zwangerschaps- en bevallingsverlof van 16 weken op te nemen. Meestal is dit goed te bespreken met uw bedrijfsarts of rechtstreeks met uw werkgever. Schakel bij problemen uw huisarts of een hulpverlener van het ziekenhuis in. U kunt overwegen de eerste periode weer 'op therapeutische basis' te beginnen: u bepaalt dan zelf wanneer en hoeveel uur u werkt, afhankelijk van hoe u zich lichamelijk en geestelijk voelt. Voor mannen geldt dat het ook voor hen belangrijk is tijd te nemen voor hun verdriet, maar werkgevers houden daar vaak weinig rekening mee. Voor hen kan werkhervatting dan ook problemen geven als men verwacht dat zij snel weer beginnen. Ook zij kunnen het beste contact opnemen met de bedrijfsarts. Verdriet verwerken kost nu eenmaal meer tijd dan de buitenwereld denkt. GEB.037 28

14. De seksuele relatie met uw partner Het seksuele contact met uw partner is niet automatisch hetzelfde als voor de zwangerschap. De meeste vrouwen hebben tijd nodig om zichzelf terug te vinden, voordat ze weer echt zin hebben om te vrijen. Voor die tijd hebben ze vooral behoefte aan veel begrip en warme belangstelling van hun partner. Als u weer aan vrijen toe bent kan een soms geadviseerd gebruik van voorbehoedmiddelen als zeer tegenstrijdig worden beleefd: je voorkomt het krijgen van een kind, terwijl je zoveel verdriet hebt omdat je er een verloor. Ook hier is het belangrijk uw eigen gevoel serieus te nemen en het met uw partner eerlijk en open te bespreken, hoe moeilijk dat soms ook is. Alleen dan kan de ander ook rekening houden met uw gevoelens. 15. De nacontrole in het ziekenhuis De nacontrole bij de gynaecoloog is voor veel ouders van een doodgeboren kind een belangrijk moment. Het kan ontspannend zijn om weer over alle feiten en emoties te spreken. Sommigen vinden het fijn om weer naar de vertrouwde plek terug te keren, voor anderen is het juist emotioneel. Vaak worden twee afspraken gemaakt: de eerste afspraak is 2 weken na de bevalling en de volgende afspraak is 6 weken daarna. Op verzoek kan ook de verpleegkundige (die aanwezig was bij de bevalling) aanwezig zijn. De bezoeken zijn bedoeld om te bezien hoe het met u gaat in lichamelijk en emotioneel opzicht. De gebeurtenissen worden nog eens doorgenomen en de gynaecoloog bespreekt de uitslag van de onderzoeken, zoals obductie. U moet zich realiseren dat vaak geen oorzaak voor de doodgeboorte gevonden wordt, en het is dan ook beter dat u geen hooggespannen verwachtingen hebt over de uitkomsten van de verschillende onderzoeken. GEB.037 29

Als de baby enige tijd na de bevalling overleden is, krijgt u ook een afspraak voor een gesprek bij de kinderarts. Tijdens dit gesprek worden de gebeurtenissen rond het overlijden nogmaals besproken, evenals de uitslag van eventuele obductie. Wanneer u thuis onder leiding van de verloskundige bent bevallen, zal zij een afspraak voor nacontrole met u maken. Hebt u vragen, over de zwangerschap of de bevalling, over uw klachten of over de toekomst, schrijf ze allemaal op. Merkt u langere tijd na de nacontrole dat u toch nog met vragen bent blijven zitten, aarzel dan niet om opnieuw een afspraak te maken met de behandelend arts of de verloskundige. De arts of verloskundige bespreekt ook, als u daaraan toe bent, de verwachtingen voor een eventuele volgende zwangerschap. Is er een risico op herhaling van het gebeurde? Is nog aanvullend onderzoek nodig? Kan de verloskundige de volgende zwangerschap begeleiden of is controle door de gynaecoloog gewenst? Bij een aangeboren afwijking van uw kind wordt u, als dat zinvol is, verwezen naar een arts die gespecialiseerd is in erfelijke aandoeningen en andere afwijkingen (klinisch geneticus). 16. Meer informatie Nuttige adressen Vereniging Ouders van een overleden kind (VOOK) Vereniging van ouders die een kind verloren. Naast informatie wordt hulp gegeven door lotgenoten, zowel individueel als in groepsverband. Postbus 418, 1400 AK Bussum Hulptelefoon: 0900 20 22 723 ( 0,05 per minuut) maandag t/m vrijdag 10-14 uur, woensdag ook 19-22 uur www.vook.nl GEB.037 30

Stichting Achter de regenboog Biedt hulp aan kinderen en jongeren bij verliesverwerking. Postbus 13012, 3507 LH Utrecht Informatie & Advieslijn: 0900 233 41 41 ( 0,15 per minuut) Tel. 030 23 68 282 / fax 030 23 00 893 info@achterderegenboog.nl / www.achterderegenboog.nl Stichting In de wolken Brochures over en voor rouwende kinderen, jeugdliteratuurlijst en herinneringsboeken. Spoorlaan 9c, 5591 HT Heeze Tel. 040 22 60 450 / fax 040 22 60 173 info@in-de-wolken.nl / www.in-de-wolken.nl Fiom Een landelijke instelling voor hulpverlening bij vragen op het terrein van zwangerschap en ouderschap, met regionale vestigingen door het hele land. De stichting biedt informatie en individuele hulp. Landelijk Bureau: Kruisstraat 1, 5211 DT s-hertogenbosch Tel. 088 126 49 00 / fax 073-61 22 390 info@fiom.nl / www.fiom.nl > verlies van een baby Landelijke Stichting Rouwbegeleiding (LSR) De LSR geeft informatie over rouw en verliesverwerking en is behulpzaam bij het zoeken naar hulpverleningsinstanties in de woonomgeving. Rouwzorgloket: Tel. 033 461 68 96 (ma / di / do / vr van 9.00 tot 12.00 uur) hulpvraag@landelijksteunpuntrouw.nl / www.verliesverwerken.nl VSOP; betrokken bij erfelijke en/of aangeboren aandoeningen Koninginnelaan 23 3762 DA Soest Tel. 035 603 4040 / fax 035 60 27 440 www.vsop.nl Z.O.Z. GEB.037 31

Voor vragen over erfelijkheid, aangeboren aandoeningen en lotgenotencontact kunt u contact opnemen met het Erfocentrum: ERFO-lijn: tel. 033 303 2110 info@erfocentrum.nl / www.erfocentrum.nl Boekentips Via de website van de NVOG: www.nvog.nl is informatie over boeken en gedichtenbundels te downloaden (rubriek voorlichting, verschenen boeken over gynaecologische onderwerpen). Deze brochure is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en aangepast voor het IJsselland Ziekenhuis. Deze folder ondersteunt de mondelinge informatie die u van arts of verpleegkundige heeft ontvangen. Heeft u nog vragen over het onderzoek of uw behandeling, eventuele gevolgen en risico s, of over andere behandelmogelijkheden, stel ze dan gerust. Cura Mortu Orum mortuariabeheer b.v. Koppelsedijk 10 Postbus 335 4190 CH Geldermalsen Tel. 0345-580 770 www.curamortuorum.nl info.cmo@zdg.nl GEB.037 / 130715.BS