De gestelde vragen zijn geanonimiseerd en gegroepeerd per thema. Bij identieke vragen wordt verwezen naar eerdere antwoorden.

Vergelijkbare documenten
Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW.

LEIDRAAD DEELNAME. Prijsvraag. Actieprogramma Onderwijs Bewijs

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Life Sciences & Health TKI 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Aanvraagformulier Onderwijs Netwerk Ondernemen

Toelaatbaarheidsverklaringen

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Reglement Stimuleringsregeling MediaMosa 2011:

Standpunt en organisatie met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek binnen de LV POH-GGZ

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

STIMULERINGSREGELING VERNIEUWENDE HR-PROJECTEN

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Eisen conform artikel 10 inzake aanbesteding en marktconformiteit. Inkoop en aanbesteding. Marktconformiteit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit aanvraag ex artikel 65 Wet op het voortgezet onderwijs

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens

Oplegvel Collegebesluit

In dit nummer. Nieuw opleidingsaanbod VOS/ABB Consulting. Nieuwsbrief VO nr mei 2008

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Oktober 2013

Informatiebrochure overgang van Primair Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs

Aanmeldingsformulier Excellente Scholen

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015

Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken

Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs.

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 13 Voorziening Taalinterventies

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Defensie Innovatie Competitie 2017

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

Reglement Prijsvraag Bedrijvig Groen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

15/04/15. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Vandaag. Wat Werkt Echt tegen Pesten? Overzicht Uitwerking & Verkenning Discussiepunten Eerste afspraken

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

Hoe kan subsidie worden aangevraagd? Waaraan moet een subsidieaanvraag voldoen? Ambities en activiteiten... 4

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Protocol PDG en educatieve minor

Nieuwsbrief september 2017

Reglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden

Scriptieprijs Reglement. De prijs

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Versie 4.0 oktober 2016

Aanmeldingsformulier Excellente Scholen 2018

Schoolondersteuningsprofiel

Zorgondersteuningsfonds Oproep aanvragen (research)masteropleiding - Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Standpunt en organisatie met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek binnen de LV POH-GGZ

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Nationale Wetenschapsagenda - Matchmakingbijeenkomsten

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Memorie van antwoord passend onderwijs

nr(s) geregistreerde stuk(ken): blad: 1/5 datum nota:

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Vaststellen Subsidieregeling aanpak Jeugdwerkloosheid (3B, 2016, 160)

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten

Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor middenstands- en handelsverenigingen ter ondersteuning van de detailhandel

Concrete aanpak van (dreigend) thuiszitten:

Samen naar een sterk technisch vmbo. Esther Cobussen Directie Voortgezet Onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Beleidsregel experimenten Passend onderwijs

Stichting Topklinische GGz

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het aanvragen van een TLV of ondersteuningsarrangement

Financieringsvoorwaarden ondersteuning regionale allianties

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Heeft u besloten om het erfgoed object waaraan u bent verbonden te verduurzamen, bijvoorbeeld middels duurzame energieopwekking of -besparing?

Schoolleiders innovatie ontwikkelfonds VO (SIOF) - Algemeen 2019

Projectplan Openstelling Samenwerking voor innovatie Zeeland 2019 (6 mei t/m 2 september 2019) POP3

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

Stimuleringsregeling vroegschoolse educatie

Actieplan Veilige School

Subsidieregeling ontwikkeling en uitvoering doorstroomprogramma s. Veelgestelde vragen & antwoorden

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

Transcriptie:

Actieprogramma Onderwijs Bewijs 2008/2009 Nota van Inlichtingen I Publicatiedatum: 4 november 2008 In deze Nota van Inlichtingen zijn de schriftelijke vragen opgenomen die per e-mail zijn gesteld in de periode van 2 oktober tot en met 31 oktober 2008. Deze Nota wordt eerder gepubliceerd om de potentiële aanvragers duidelijkheid te verschaffen. Vragen die na 31 oktober 2008 zijn gesteld, worden in de volgende Nota van Inlichtingen beantwoord (publicatie uiterlijk 7 december 2008). De gestelde vragen zijn geanonimiseerd en gegroepeerd per thema. Bij identieke vragen wordt verwezen naar eerdere antwoorden. Definities D.1 Welke partijen kunnen als instelling voor onderwijs deelnemen in een consortium? Gaat het uitsluitend om onderwijsinstellingen of komen ook bijvoorbeeld vakbonden, beroepsverenigingen of koepels in aanmerking? Onder definities beschrijft de Leidraad de eisen waaraan een consortium minimaal moet voldoen om een onderzoeksvoorstel in te dienen. In het consortium moeten ten minste een wetenschapper of wetenschappelijk instituut, een onderwijsinstelling voor PO of VO, een instelling voor voorschoolse educatie of een instelling voor jeugdzorg zijn betrokken. Wanneer expertise van andere partijen nodig is om het onderzoeksvoorstel uit te voeren, kan het consortium worden uitgebreid met andere partijen zoals vakbonden, beroepsverenigingen of koepels. De jury beoordeelt de meerwaarde van de partijen in het consortium. D.2 Kan een onderwijsadviesbureau dat onderzoekers in dienst heeft een onderzoeksvoorstel voor Onderwijs Bewijs indienen? Kan dat als penvoerder/indiener? Ja, mits de betreffende onderzoekers voldoende wetenschappelijke bagage hebben. Als dit niet het geval is, kan aanvullend op antwoord D1 het consortium worden uitgebreid met een onderwijsadviesbureau. Het consortium wijst middels een volmacht een penvoerder aan. Partijen genoemd onder D1 tot en met D4 kunnen ook als penvoerder worden aangesteld. D.3 Kan een adviesbureau een samenwerkingsverband aangaan met een wetenschappelijk instituut en/of onderwijsinstelling en als zodanig meedoen met de prijsvraag? Aanvullend op antwoord D1: het consortium kan worden uitgebreid met een adviesbureau. D.4 Mijn vraag gaat over de deelname aan de prijsvraag 'Actieprogramma Beter Onderwijs'. Wanneer ik de definitie van 'consortium' lees vraag ik mij af of een consulting bureau in aanmerking komt voor deelname aan de prijsvraag. Uiteraard zijn wij bereid een samenwerkingsverband aan te gaan met een wetenschappelijk instituut en/of onderwijsinstelling. Aanvullend op antwoord D1: het consortium kan worden uitgebreid met een consulting bureau. D.5 Bij de samenstelling van het consortium wordt gesproken over wetenschappers of een wetenschappelijk instituut. Ik neem aan dat deze betiteling ook geldt voor de lectoraten bij Hogescholen waar wetenschappers met scholen samenwerken aan (evidence-based) onderzoek. Onder de definitie van een consortium vallen eveneens de wetenschappers die bij Lectoraten binnen Hogescholen werkzaam zijn. D.6 Wat wordt in het kader van het samenstellen van een consortium precies bedoeld met een onderwijsinstelling voor primair of voortgezet onderwijs, en specifiek of dat alleen instellingen betreft waar daadwerkelijk les wordt gegeven of dat schoolbegeleidingsdiensten daar ook onder vallen?

Onderwijsinstellingen zoals in de definitie van het consortium in de Leidraad benoemd, zijn de scholen voor primair- of voortgezet onderwijs of instellingen voor voorschoolse educatie. Aanvullend op het antwoord onder D1 kan een consortium uitgebreid worden met een schoolbegeleidingsdienst. D.7 Onze vraag betreft het vereiste consortium, met name de in de regeling genoemde wetenschappelijke leiding ervan. Vereist de regeling dat een universiteit of onderzoekinstituut het voorstel indient en de uitvoering aanstuurt? Of beoogt de regeling dat een wetenschappelijke groep de wetenschappelijke aanpak borgt, waarbij bijvoorbeeld een consortium van scholen het voorstel indient en stuurt? Het consortium kiest zelfstandig de penvoerder. Dat kan een betrokken onderwijsinstelling zijn, maar ook een wetenschapper of wetenschappelijk instituut of andere deelnemende partijen zoals genoemd onder D.1 tot en met D.6. Overigens is hier geen sprake van een regeling. Onderwijs Bewijs is een aanbesteding in de vorm van een Prijsvraag, conform het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao). D.8 Valt het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) onder het voortgezet onderwijs? Kan het MBO aanvragen indienen? Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) valt niet onder het voortgezet onderwijs en kan in Onderwijs Bewijs geen Onderzoeksvoorstel indienen wat gericht is op het MBO. Zij kunnen wel deel uitmaken van een Consortium zoals beschreven onder definities in de Leidraad. Het onderzoeksvoorstel moet echter wel gericht zijn op de thema s in de Leidraad binnen het primair- of voortgezet onderwijs. D.9 Behoren ROC s tot de doelgroep? Leerlingen uit het primair- en of voortgezet onderwijs, of kinderen binnen de voorschoolse educatie vormen de doelgroep. Leerlingen uit het Middelbaar Beroepsonderwijs (ROC s) vallen dus niet binnen de doelgroep. Conform het antwoord onder D.7 kunnen zij wel deel uitmaken van het consortium. Procedurele vragen P.1 Kan ik de leidraad in Word-versie ontvangen? De Leidraad in Word-versie kan per email bij het Programmabureau worden opgevraagd, via onderwijsbewijs@senternovem.nl P.2 Wij zouden graag de documentatie en het aanvraagformulier van u willen ontvangen Wij kunnen aan belangstellenden geen documentatie en aanvraagformulier doen toekomen, omdat het gaat om een Europese aanbesteding in de vorm van een Prijsvraag. Er is in dit kader geen sprake van een aanvraag, noch van een regeling. Alle potentiële deelnemers moeten gelijke toegang hebben tot alle informatie op een transparante manier. Achtergrondinformatie, de Leidraad en de benodigde formulieren voor deelname zijn te vinden op de website www.onderwijsbewijs.nl. De website bevat een link naar de internetomgeving voor het invullen van uw onderzoeksvoorstel. P.3 Aangezien de Word software het aantal woorden MET spaties en het aantal woorden ZON- DER spaties vermeldt: welke van de twee moeten we aanhouden voor wat betreft het aantal toegestane woorden? Het aanvraagformulier rekent met karakters. Spaties worden ook als karakters gerekend. P.4 De literatuur die bijvoorbeeld in vraag B4 als onderbouwing gevraagd wordt. Moeten de literatuurreferenties dan ook in het antwoord op vraag 4 vermeld worden en tellen deze woorden dan ook mee voor het aantal karakters? Referenties om de expertise te beschrijven tellen mee voor het aantal karakters

P.5 Moeten de individuele scholen waar het onderzoek zich gaat afspelen al met naam en toenaam bekend zijn (en ook per school volmacht tekenen), of is het voldoende wanneer schoolbesturen waar de scholen onder vallen zich bereid verklaren om het onderzoek te steunen? De Jury beoordeelt de onderzoeksvoorstellen. Eén van de criteria is haalbaarheid. De hardheid van de commitering van de schoolbesturen is een element dat in de beoordeling onder bovengenoemd criterium zal worden meegenomen. P.6 Is het, gelet op artikel 3.3.3, noodzakelijk dat de directeur van het instituut als penvoerder in persoon de feitelijke aflevering doet, of kan hij het delegeren? Het onderzoeksvoorstel dient per post of persoonlijk te worden ingediend bij het Programmabureau. Indien gekozen is voor een persoonlijke aflevering ontvangt de indiener een ontvangstbewijs. Er zijn geen eisen ten aanzien van de persoon of organisatie die de aflevering doet. De voorwaarden van indiening en de sluitingstermijn zijn harde eisen en zijn beschreven in de Leidraad onder paragraaf 3. deelname. P.7 Is het ook mogelijk voorstellen in te dienen buiten de aangegeven thema's? Neen. De thema s zoals beschreven in de Leidraad zijn leidend. Indien het onderzoeksvoorstel zich richt op het snijvlak van de in de Leidraad beschreven thema s kunt u dit in Deel B van uw inzending toelichten. P.8 Moet de aanvraag in het Nederlands geschreven worden of juist in het Engels? Op de Aanbestedingskalender (www.aanbestedingskalender.nl) en in de aankondiging van de Prijsvraag Onderwijs Bewijs is aangegeven dat het onderzoeksvoorstel in het Nederlands moet zijn gesteld. P.9 Mogen voorstellen in het Engels worden geschreven? Neen. Zie het antwoord onder P.8. P.10 Moeten er referenties naar relevante literatuur gegeven worden? Literatuurverwijzing kan relevant zijn bij de beschrijving van uw onderzoeksvoorstel. Gezien het maximale aantal pagina s van uw onderzoeksvoorstel (10) is het raadzaam deze te beperken tot bijvoorbeeld het jaartal en de auteur. P.11 Is het mogelijk Onderwijsbewijsmiddelen aan te vragen bovenop gelden van bijvoorbeeld leren met meer effect, uiteraard voor een extra/aanvullend project/onderzoeksplan? Voorstellen die betrekking hebben op lopende projecten of onderzoek zijn mogelijk, indien het gaat om nieuwe onderzoekscomponenten en de activiteiten die daarmee samenhangen. De Jury bepaalt de meerwaarde en kwaliteit van het ingediende onderzoeksvoorstel aan de hand van de criteria in de Leidraad. P.12 De duur van het project is onduidelijk: is er een einddatum dat onderzoeksprojecten geheel afgerond moeten zijn? Er is geen einddatum voor de onderzoeksprojecten benoemd. Hierdoor is longitudinaal onderzoek mogelijk. P.13 Kunt u mij misschien informeren over de maximale duur van de experimenten in het kader van de Onderwijs Bewijs experimenten? Ze moeten beginnen in 2009 of 2010, maar: 1. tot wanneer mogen ze doorlopen, en 2. welke maximale duur geldt (in termen van de totale duur)? De einddatum en de maximale duur zijn niet vastgelegd en worden door de jury beoordeeld in samenhang met het ingediende onderzoeksvoorstel. De duur dient bij te dragen aan de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel.

P.14 Komt het VAVO (eindexamenklassen HAVO-VWO) ook in aanmerking voor subsidiëring in het kader van het Actieprogramma Onderwijs Bewijs? Onderwijs Bewijs is geen subsidie maar een Prijsvraag in het kader van een Europese aanbesteding. Het Vavo is voortgezet onderwijs en valt dus onder de prijsvraag. Als uw onderzoeksvoorstel past binnen de thema s en een geldig samenwerkingsverband wordt gevormd, kunt u een inzending doen, zoals omschreven in de definities en voorwaarden in de Leidraad. P.15 Wij willen als gemeente op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen en onderzoeken rond hoogbegaafdheid. Zijn er al plannen ingediend of reeds in uitvoering? Neen. Er zijn nog geen onderzoeksvoorstellen ingediend (peildatum 31 oktober 2008). De winnende onderzoeksvoorstellen zullen in april 2009 bekend worden gemaakt en van start gaan vanaf de tweede helft van 2009. Alle voortgang en ontwikkelingen rond de prijsvraag, waaronder ook het thema hoogbegaafdheid zijn te vinden op de website www.onderwijsbewijs.nl P.16 Artikel 3.3.8 sluit verwijzing naar leden van het consortium in deel B en de verpakking uit. Welke consequenties heeft dit voor de manier waarop bestaande interventies die onderzocht worden op effectiviteit, moeten worden weergegeven? Het gaat daarbij om het noemen van productnamen. Heeft dit artikel consequenties voor de weergave van de literatuurlijst en zo ja welke? Hoe kan de expertise worden aangetoond als er niet verwezen kan worden naar medewerkers en eerder uitgevoerde onderzoeken? Onderwijs Bewijs is een Prijsvraag in de vorm van een Europese aanbesteding. De Prijsvraag vereist dat deel A van uw onderzoeksvoorstel onder meer bestaat uit de persoonsgegevens van de betrokken partners. Deel A dient voor de beoordeling van de volledigheid en wordt niet voorgelegd aan de Jury. Het (inhoudelijke) deel B wordt wel voorgelegd aan de Jury en wordt anoniem beoordeeld. Indien productnamen of de expertise verwijzingen bevatten naar de aanvragers dienen deze door het Programmabureau te worden geanonimiseerd. Vandaar het verzoek aan de aanvrager om dergelijke verwijzingen in deel B te vermijden in alle onderdelen. De expertise kan worden beschreven aan de hand van maximaal vijf publicaties, zonder het wetenschappelijke instituut of de wetenschapper expliciet te benoemen. P.17 Betekent de toelichting bij vraag 2 van deel A dat een voorstel dat onder meerdere thema s past op één hoofdthema dient te worden ingediend? In deel A kiest u inderdaad een hoofdthema. In deel B (dat naar de Jury gaat, zie antwoord P.16) kunt u beschrijven wat de raakvlakken zijn met één of meerdere hoofdthema s. P.18 Hebben voorstellen die meerdere thema s koppelen een meerwaarde in de beoordeling en eventuele rangschikking van de jury? De jury beoordeelt de inzendingen aan de hand van de criteria zoals omschreven in de Leidraad. De koppeling van thema s valt hier niet onder. Omdat het gaat om een Prijsvraag is de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel leidend. P.19 Bij thema 1.3: de relatie tussen onderwijs en jeugdzorg gaat het vaak om interventies die gericht zijn op individuele leerlingen, die afkomstig kunnen zijn van veel verschillende scholen. Is deelname van de toeleverende scholen in het consortium dan vereist? Aanvullend op het antwoord in D.1: een consortium moet minimaal bestaan uit één veldpartij (school voor primair of voortgezet onderwijs en/of instelling voor voorschoolse educatie) en één onderzoekspartij. De veldpartij kan ook een instelling voor jeugdzorg zijn. P.20 Is het noodzakelijk dat alle scholen die uiteindelijk zullen participeren in het onderzoek, deel uitmaken van het consortium? Op het moment dat de aanvraag wordt ingediend zijn de afspraken met de verschillende scholen wellicht nog niet afgerond, werving van scholen vraagt tijd. Is er een minimumeis vastgesteld voor wat betreft de betrokkenheid van scholen? Is bijvoorbeeld één schoolbestuur in het consortium op het moment van de aanvraag voldoende, ook al worden in het onderzoek meerdere schoolbesturen betrokken?

Het voorstel wordt onder andere beoordeeld op haalbaarheid. Hoe meer zekerheid het voorstel biedt over commitment van deelnemende partijen, des te groter is de kans op haalbaarheid. Wij wijzen er u op dat er in het kader van deze Europese aanbesteding in de vorm van een Prijsvraag geen sprake is van een aanvraag noch van een subsidieregeling. P.21 We hebben hier intern nog verder over het Onderwijs Bewijs gesproken. Onze waarneming is, ook gelet op pogingen van onze koepel om voorstellen te ontlokken aan scholen en onderzoeksbureaus, dat er een goede kans is dat voor 15 december er weinig goede voorstellen zullen zijn ingediend. En dat zou jammer zijn. Onze indruk is dat het zeer zinvol zou zijn als een intermediaire organisatie op het thema lerarentekort energie investeert om: 1. vanuit onze netwerken voorstellen op te halen en te stimuleren tot voorstellen, of voorstellen te bundelen of te coördineren; 2. wellicht belangrijker: dat we actief voorstellen ontwikkelen, samen met onderzoeksbureaus, op kansrijke projecten en daar vanuit onze netwerken scholen bij zoeken. Bij deze inzet hebben we nog wel een paar vragen: 1. wordt een dergelijke inzet op prijs gesteld, ook door OCW? 2. als we onderzoeksbureaus gaan benaderen, is de vraag of de bureaus voor beleidsonderzoek volstaan, of dat het moet gaan om wetenschappelijke bureaus, gelieerd aan universiteiten? Het staat intermediaire organisaties of koepels vrij om te bemiddelen. Het consortium moet wel minimaal bestaan uit de partijen zoals benoemd onder D.1. Wetenschappers hoeven niet gelieerd te zijn aan universiteiten. Uitgangspunt voor de beoordeling door de Jury is de deskundigheid van de betrokken wetenschappers. Inhoudelijke vragen I.1 Valt het Competentiegericht Onderwijs (CGO) ook binnen de thema s van het Actieprogramma Onderwijs Bewijs? De onderzoeksvoorstellen moeten passen binnen de thema s en gericht zijn op de onderwijsinstellingen zoals benoemd in de Leidraad. Competentiegericht onderwijs is geen thema binnen Onderwijs Bewijs. I.2 Ik (zonder daarvoor aan een prijsvraag mee te willen doen) wil u er op wijzen dat ik de afgelopen jaren zeer veel (onbetaalde) tijd gestoken heb in de ontwikkeling van een oplossing voor een beter imago voor het onderwijs. Uit mijn onderzoek is gebleken dat de voornaamste oplossing ligt in het wekelijks (wellicht dagelijks) op de buis brengen van een programma in en om jeugd en onderwijs. Ik heb hiervoor diverse formats olv. specialisten bedacht en meen dat geld hiervoor besteed er eerst voor kan zorgen dat de positieve belangstelling voor het onderwijs wordt veranderd. Ander zaken gaan daarna vanzelf een stuk eenvoudiger wanneer we op dat vlak eerst een paradigmashift kunnen bewerkstelligen. Vanuit mijn netwerk in het PO en VO weet ik dat er in den lande tal van prima voorbeelden zijn die nooit aan de orde komen behalve in (door 8% van de leerkrachten gelezen) vakbladen. In en om onderwijs zijn de meeste mensen in Nederland werkzaam en er is nog nooit structureel aandacht in de media aan besteed omdat men denkt dat het geen reclame trekt (heb met diverse uitzenders gesproken de afgelopen jaren). Wanneer er echt belangstelling voor is wil ik dit graag weer met iemand oppakken en out of the box Nederland mobiliseren voor datgene wat ons alle na aan het hart ligt. Denk dat alle 4 de thema s waar geld voor is hier dan in een vorm van Onderwijssynergie mee geholpen kunnen worden onder het motto: allen voor een en dezelfde missie. De toekomst van onze kinderen en de schitterende beroepsgroep. Indien u mij kunt zeggen of en met wie ik hierover contact zou moeten /kunnen opnemen dan hoor ik dit graag (of toch een prijsvraag invullen). In de Leidraad is beschreven welke onderzoeksvoorstellen met de Prijsvraag Onderwijs Bewijs beoogd worden. Onderwijs Bewijs is een Europese aanbesteding in de vorm van een prijsvraag waar onderzoeksvoorstellen voor kunnen worden ingediend. Televisieformats passen hier niet in, omdat er een causaal verband moet kunnen worden gelegd met de interventie in relatie tot de thema s. Vanwege de eis van gelijke behandeling en transparantie worden er geen adviesgesprekken gehouden met een consortium of penvoerder. Er is wel een matchingtool beschikbaar

waar u benodigde partners vereist voor het indienen van een onderzoeksvoorstel kunt vinden. De link is te vinden op de website van Onderwijs Bewijs www.onderwijsbewijs.nl. I.3 Graag zouden wij een aanvraag indienen voor de Onderwijsbewijssubsidie. Echter, we vinden het lastig om te bepalen waar de aanvraag precies past. Voordat wij doorgaan met het uitwerken van deze aanvraag, zouden wij aan u willen voorleggen of, zoals wij denken, het onderwerp van dit onderzoek geschikt is om in te dienen onder 1.3 "de relatie tussen jeugdzorg en onderwijs". Het betreft het volgende: in het VSO cluster 4 willen we graag een interventie toetsen die op verschillende manieren gevolgen heeft voor de efficiëntie en kwaliteit van onderwijs in een zwaarbelaste klas waar de zorgbehoefte van leerlingen een grote rol speelt. De interventie wordt uitgevoerd in de klas, door de leerkracht, maar eerder dan 'nog een klus voor de leerkracht' betekent deze interventie vooral het op een andere wijze in de klassesituatie staan. Deze interventie reduceert de gedragsproblemen leerlingen, zodat leerkrachten meer tijd overhouden voor instructie (i.t.t. orde houden, waar de leraar nu overmatig veel tijd aan kwijt is in deze klassen), hetgeen positief kan uitpakken voor de kwaliteit van onderwijs. De leraar kan zich hierdoor competenter gaan voelen. Het gaat er hier dus eigenlijk om een efficiënt zorgmiddel voor zorgbehoeftige leerlingen de school in te halen, eerder dan communicatie zorg/onderwijs vergroten. Omdat de interventie duidelijke gevolgen kan hebben voor de efficiëntie in het onderwijs en de kwaliteit van onderwijs, maar ook een deel van de zorgbehoefte van zorgleerlingen kan vervullen, past hij ons inziens wel in het kader van efficiëntie in het onderwijs (punt 1), alleen zoals zorg voor jeugd (1.3. in de leidraad) nu is omschreven, lijkt hij er niet helemaal te passen, aangezien de leidraadtekst sterk inzet op communicatie zorg onderwijs. Mogelijk kan dit wat breder getrokken worden Het Programmabureau geeft geen inhoudelijke adviezen. U kunt in model B beschrijven wat de link is met één of meerdere hoofdthema s. Zie ook het antwoord onder P.16 en P.18. I.4 Ik heb een vraag m.b.t. de mogelijkheden voor een aanvraag in het volgende domein: 3. Verbetering aanvankelijk leesonderwijs speciaal (basis)onderwijs. In de titel staat 'aanvankelijk leesonderwijs', echter: de rest van de tekst is m.i. niet zo duidelijk gericht op aanvankelijk lezen maar juist op begrijpend lezen, door de gewenste relatie met andere onderwijsprestaties. Een dergelijk verband ligt immers op het terrein van bijvoorbeeld het lezen van een tekst voor het vak geschiedenis of het lezen van redactiesommen (rekenen): het begrip staat dan centraal en niet zozeer aspecten van aanvankelijk lezen. Bovendien: in de titel staat 'basis' tussen haakjes, wat suggereert dat een aanvraag ook op het voortgezet onderwijs betrekking kan hebben. Ook dat maakt het wat onduidelijk omdat aanvankelijk lezen dan in principe 'geen onderdeel van het lesrooster' meer is. Mijn vraag is nu: kunnen er ook aanvragen voor het voortgezet speciaal onderwijs worden ingediend en zo ja, betekent dat een aanvraag inhoudelijk betrekking kan hebben op het begrijpend lezen? Het voortgezet speciaal onderwijs kan een onderzoeksvoorstel indienen binnen één van de thema s zoals taal en/of rekenen. Dat voorstel kan betrekking hebben op begrijpend lezen. I.5 Hoe strikt moeten de vier thema' s worden genomen? Specifiek: zou er een interventie van de ontwikkeling van motivatie in het vmbo, of eventueel breder in het onderwijs, onderzocht kunnen worden op effectiviteit? De thema s zoals beschreven in de Leidraad zijn leidend en hangen samen met verbetering van efficiency in het onderwijs en signalering/begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. Uw onderzoeksvoorstel moet via onderzoek volgens een experimenteel design hiervoor bewijs verzamelen. I.6. Eén van de aangeduide thema's is 'Signalering en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen'. Uit de omschrijving blijkt dat een tamelijk strikte omschrijving van hoogbegaafdheid wordt gehanteerd. Het zou slechts gaan om de slimste 2,5 procent (i.e. IQ 130). Veel basisscholen zijn minder strikt: zij proberen oplossingen te vinden voor de slimste vijf of de slimste tien procent (i.e. IQ 120). Basisscholen hebben het bijgevolg vaak over begaafde in plaats van over hoogbegaafde leerlingen. De vraag is of experimenten die een minder strikte definitie van (hoog)begaafdheid hanteren, toch nog passend zijn in het genoemde

thema. Bedenk dat ook de staatssecretaris mevr. Dijksma in haar beleidsbrief van 25 augustus j.l. aandacht vraagt voor een bredere groep dan alleen de hoogbegaafde leerlingen. Het beleid van het ministerie richt zich inderdaad op een bredere groep dan de hoogbegaafden. Ook begaafde kinderen hebben behoefte aan meer uitdaging, Echter, bij Onderwijs Bewijs is bewust gekozen voor onderzoek naar signalering en/of begeleiding van hoogbegaafden. Hoe hoger het IQ, des te groter de problematiek en des te minder bekend is over de oplossing. I.7 Op onze school willen we de HAVO-problematiek aanpakken door het onderwijs anders in te gaan richten. We gebruiken een leidraad die voortkomt uit universitair onderzoek: Beter inspelen op HAVO-leerlingen. Kan zo'n project ook meedingen voor de prijsvraag? Het Programmabureau kan geen inhoudelijk advies geven. Het onderzoek dient aan te sluiten bij één of meerdere thema s van de Leidraad en te voldoen aan de kwalitatieve- en procedurele eisen zoals beschreven in de Leidraad. I.8 Naar aanleiding van de informatie in de leidraad deelname Onderwijs Bewijs heb ik een vraag. Ik oriënteer me, met een aantal andere partijen, op de zinvolheid van het indienen van een voorstel voor het thema jeugdzorg en onderwijs. Ik heb reeds een aantal onderzoeken uitgevoerd rond de problematiek van probleem- /zorgleerlingen in basis- en voortgezet onderwijs, in het MBO en op de Rebound. Het Onderwijs Bewijs is gericht op het basis- en voortgezet onderwijs. Het grootste deel van de problemen en uitval van leerlingen uit het VMBO verplaatst zich naar het MBO. Leerlingen die in het VMBO uitvallen (en nog leerplichtig zijn) komen vervolgens, na bv. een verblijf op een Rebound of op een Renn-4 school, terecht op het MBO, niveau 1 of 2. Juist op dat niveau is er vervolgens grote uitval uit het onderwijs. De MBO scholen trachten elk op hun eigen manier daar iets aan te doen, veelal in samenwerking met VMBO-scholen en Rebounds o.i.d.. Volgens mij is het daarom relevant om ook het MBO bij het voorstel te betrekken. Een bijkomend, onderzoeksmatig, voordeel is dat het op het MBO om grotere aantallen leerlingen gaat dan op de individuele VMBO scholen. Mijn vraag is of de mogelijkheid bestaat tot opname van het MBO scholen. Aanvullend op antwoord D.1 kan het Consortium uitgebreid worden met één of meerdere MBOscholen indien er ook VMBO-scholen bij het onderzoek betrokken zijn. Hierbij is het belangrijk voor ogen te houden dat Onderwijs Bewijs primair gericht is op interventies in het primair en/of voortgezet onderwijs. I.9 Graag zou ik mee willen doen met de aanvraag voor subsidie onderwijsbewijs. Al jaren ben ik bezig met het ontwikkelen van een methode voor hoogbegaafde kinderen in het primair onderwijs. Inmiddels heb ik een aantal basisscholen bereid gevonden mee te doen aan een pilotproject. Ik heb echter nog enig deskundig advies nodig omtrent mijn aanvraag. Daarnaast wil ik mijn product graag aan u tonen om ook daarop feedback te ontvangen. Kunt u contact met mij opnemen voor een afspraak? Omdat het gaat om een Europese aanbesteding in de vorm van een Prijsvraag en dus niet om een subsidie(regeling), zijn in het kader van transparantie en gelijke behandeling geen afspraken met potentiële inschrijvers toegestaan. De Aanbestedende Dienst en het Programmabureau kunnen geen inhoudelijk advies geven. Er kunnen enkel schriftelijke vragen gesteld en beantwoord worden, daartoe dient deze Nota van Inlichtingen. Voor (deskundig) advies kunt u een wetenschapper en/of adviseur betrekken in uw consortium. Op de website (www.onderwijsbewijs.nl) kunt u met de matchingtool zoeken naar een partner. I.10 Wat is de visie van het programmabureau dan wel de jury op het opnemen van (onderdelen van) promotieonderzoek in het kader van dit actieprogramma? Indien het past binnen de voorwaarden zoals benoemd in de Leidraad zijn promotieonderzoeken en of onderdelen hiervan toegestaan als inzending voor de prijsvraag. De Jury beoordeelt de kwaliteit van de onderzoeksvoorstellen conform de criteria zoals beschreven in de Leidraad. I.11 Paragraaf 1.5 licht toe, dat voorstellen met een zuiver experimentele opzet meer kans maken op toekenning. In de paragraaf wordt gesproken over een zuiver experimentele opzet, indien er sprake is van vergelijking van groepen waarbij er tenminste één experimentele

groep en één controlegroep is, die bij voorkeur op basis van aselecte toekenning zijn samengesteld. Betekent dit, dat wanneer een aselecte toekenning niet mogelijk is, het onderzoek toch in aanmerking kan komen voor toekenning? Essentieel in Onderwijs Bewijs is dat van de ingevoerde interventies éénduidig kan worden vastgesteld of ze gewerkt hebben of niet. De opzet van het onderzoek dient dusdanig sterk te zijn dat heldere conclusies kunnen worden getrokken omtrent de causale effecten van de interventie. Methodologie is één van de criteria voor de beoordeling door de Jury. De Jury beoordeelt de onderzoeksvoorstellen in samenhang met de andere criteria, waarbij kwaliteit leidend is. I.12 Tijdens de informatiebijeenkomst zijn meerdere vragen gesteld over de wens van zuiver experimentele groepen in relatie tot natuurlijke groepen leerlingen in onderwijssettings. Bij thema 1.3: De relatie tussen jeugdzorg en onderwijs is het extra lastig om tot groepen zorgleerlingen te komen. Wat is de visie van het programmabureau dan wel de jury op de haalbaarheid van zuiver experimentele groepen bij dit thema en zijn hier ideeën over? Zie antwoord onder vraag I.11. Aanvullend: de Jury is zich bewust van de problemen om tot een zuiver experiment te komen. Mits goed (wetenschappelijk) onderbouwd neemt de jury ook andere methoden in overweging. I.13 Thema 1.3 gaat over de relatie tussen onderwijs en jeugdzorg. In cluster 4 van het speciaal onderwijs is vaak ook sprake van relaties tussen onderwijs en de GGZ. Valt onderzoek naar interventies op dit snijvlak binnen de kaders van dit thema? Ja. De relatie tussen (de behandeling/signalering van) psychische problematiek en het (speciaal) onderwijs valt binnen de thema s van de prijsvraag. Onderzoeksvoorstellen kunnen op het snijvlak van meerdere thema s liggen. Het inschrijfformulier deel B bevat een toelichtingsmogelijkheid indien er meerdere thema s een rol spelen in het onderzoeksvoorstel. I.14 Bij thema 1.3: de relatie tussen onderwijs en jeugdzorg gaat het vaak om interventies die gericht zijn op individuele leerlingen. De interventies zijn vaak intensief en het aantal deelnemers beperkt. Heeft het programmabureau dan wel de jury bij dit thema criteria voor de minimale omvang van onderzoeksgroepen? De onderzoekers kunnen in het onderzoeksvoorstel de omvang van de experimenteer- en controlegroep motiveren. Het programmabureau spreekt geen oordeel uit met betrekking tot de criteria. De Jury beoordeelt in samenhang het onderzoeksvoorstel op kwaliteit. Er zijn vooraf geen criteria met betrekking tot de minimale omvang van de onderzoeksgroepen vastgesteld. I.15 Bij thema 1.3: de relatie tussen onderwijs en jeugdzorg gaat het vaak om interventies die gericht zijn op individuele leerlingen/cliënten. De interventies zijn vaak intensief en het aantal deelnemers beperkt. Het bestaan van controlegroepen is hierbij verre van gegarandeerd, laat staan het uitvoeren van aselecte toewijzing van cliënten aan een experimentele dan wel controlegroep. Wat is de visie van het programmabureau dan wel de jury ten aanzien van dit probleem? Zie het antwoord onder vraag I.14. I.16 Paragraaf 6.3.4. geeft elementen in de beoordeling van de opschaalbaarheid van interventies/beleid. Aan welke concrete uitingsvormen denkt het Programmabureau dan wel de Jury hierbij? Onderwijs Bewijs is op zoek naar wat werkt en niet werkt met betrekking tot de vastgestelde thema s. Binnen het criterium opschaalbaarheid is sprake van implementatie en kennisverspreiding, zowel binnen als buiten het consortium, en zowel regionaal als landelijk. Wanneer een interventie effectief blijkt te zijn, moet de interventie ook implementeerbaar en beschikbaar zijn voor andere geïnteresseerde partijen. De mate waarin het onderzoeksvoorstel hieraan voldoet wordt meegenomen in de beoordeling door de Jury. Financiële vragen

F.1 Welke tarieven kunnen gehanteerd worden bij het berekenen van de kosten? Kunnen SLOA instellingen de SLOA-tarieven gebruiken? Welke tarieven kunnen scholen en en wetenschappers gebruiken? De reële tarieven van de betrokken organisaties kunnen worden gehanteerd. In deel B model 2 van de begroting staat een toelichting op de berekening van het te hanteren uurtarief. De Jury beoordeelt de redelijkheid van de opgevoerde kosten in relatie tot het onderzoeksvoorstel. F.2 Welke tarieven kunnen onderwijsadviesbureaus, scholen en wetenschappers gebruiken? Zie antwoord onder F.1 F.3 Voor een grootschalig onderzoek is het noodzakelijk een schoolbegeleidingsdienst in te schakelen om de te onderzoeken interventies zo goed mogelijk onderzoekbaar te maken: kan de inzet van medewerkers van de SBD meebegroot worden? De kosten van de benodigde expertise van de schoolbegeleidingsdiensten die samenhangen met de uitvoering van het onderzoek kunnen meegenomen worden. Zie antwoord onder F.1. F.4 Wij zijn een onderzoeksbureau dat zonder vorm van (aanvullende) financiering (overheid, universiteit) actief is in de markt voor beleidsonderzoek, vooral op het terrein van het onderwijs. Kunnen wij onze geldende dagtarieven, die substantieel hoger zijn dan de bruto loonkosten, in rekening brengen, zoals dat bijvoorbeeld ook het geval is bij het NWOprogramma BOPO? Zo ja, kunnen wij het verschil tussen ons dagtarief voor onderzoekers en de bruto loonkosten dan volledig opvoeren in de kolom overhead? De voorgestelde oplossing zoals gehanteerd bij het NWO-programma BOPO biedt mogelijkheden om de verschillen toe te lichten. De Jury beoordeelt of de opgevoerde kosten en dus ook de overhead in relatie staan tot het onderzoeksvoorstel en de beoogde resultaten. F.5 Gelden er verschillende en/of maximale opslagpercentages op de bruto loonkosten, zoals bijvoorbeeld ook ZonMW die hanteert (16% - 45%), voor onderzoeksinstituten, afhankelijk of zij niet ook financiering uit de eerste universitaire geldstroom ontvangen? Er zijn geen maximale opslagpercentages vastgesteld, aangezien het hier niet gaat om een subsidie maar om een Prijsvraag in de vorm van een Europese aanbesteding. De Jury beoordeelt de opgevoerde kosten in samenhang met de kwaliteit en de omvang van de onderzoeksvoorstellen.