Kijken in je slokdarm, je maag en je dunne darm Duodenoscopie onder narcose

Vergelijkbare documenten
Kijken in je slokdarm, je maag en je dunne darm Duodenoscopie onder narcose

de Mantoux test Een test om te kijken of je de tuberculose-bacterie in je lichaam hebt

een ademtest om een speciale bacterie in je maag op te sporen 13C-ureumtest

Inknippen van je tongriempje

Kijken in het onderste gedeelte van je darmen Sigmoïdoscopie onder narcose

Inknippen van je tongriempje

beenmergpunctie Onder narcose

een ademtest om een speciale bacterie in je maag op te sporen 13C-ureumtest

Kijken in je blaas en plasbuis Cystoscopie onder narcose

Kijken in je blaas en plasbuis Cystoscopie onder narcose

Een kijkje in je dikke darm Coloscopie

Wilhelmina Kinderziekenhuis. BERA-onderzoek (met narcose): een gehooronderzoek bij uw kind

onderzoek van je schildklier De TRH-test

Kijken in het onderste deel van je darmen Sigmoïdoscopie

Een onderzoek van je bijnieren De ACTH-test

Hoe snel werkt jouw maag? Maagontledingstest met 13C- octanoaat

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken De Argininetest

onderzoek van je schildklier De TRH-test

onderzoek van je bloed Bloedafname

Wegnemen van een stukje huid: de huidbiopsie

Onderzoek naar het weefsel van je endeldarm Rectum zuigbiopsie

röntgenonderzoek van je slokdarm en maag Foto s van het slikken

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken De Argininetest

onderzoek van je bloed Bloedafname

Wegnemen van een stukje huid: de huidbiopsie

Onderzoek naar het weefsel van je endeldarm Rectum zuigbiopsie

röntgenonderzoek van je slokdarm en maag Foto s van het slikken

Röntgenonderzoek van maag en darmen Maagdarmpassage

een slangetje in je neus Een maagsonde

onderzoek van je schildklier De TRH-test

een slangetje in je neus Een maagsonde

Röntgenfoto s van je dikke darm Colon-inloop

Wilhelmina Kinderziekenhuis. Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken Inspanningstest

Röntgenonderzoek van maag en darmen Maagdarmpassage

Een onderzoek van je bijnieren De ACTH-test

Röntgenfoto s van je dikke darm Colon-inloop

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken De Argininetest

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken Clonidinetest

Kijkje in je longen Bronchoscopie onder narcose

Hoe snel werkt jouw maag? Maagontledigingstest

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken De glucagontest

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken Clonidinetest

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken Inspanningstest

Wat gebeurt er als jij niet eet en drinkt? Vastenproef

Wat gebeurt er als jij niet eet en drinkt? Vastenproef

NIERBIOPsIE Onder narcose

U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door geven per

Het medicijn Gammaglobuline onder je huid Subcutaan

U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door geven per

Hoe gaat jouw lichaam om met suiker Glucose-tolerantie-test

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken Inspanningstest

Het medicijn Gammaglobuline in je bloed

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken Clonidinetest

Narcose, dan eerst naar de pos-poli

Wat gebeurt er op de POS-poli kinder-cardiologie? Een (kijk) operatie aan je hart, dan eerst naar de POS-poli kinder-cardiologie

Narcose, dan eerst naar de pos-poli

Het medicijn Gammaglobuline in je bloed

NIERBIOPsIE Onder narcose

Test om de aanmaak van groeihormoon door het lichaam te onderzoeken De glucagontest

CT Scan Algemeen. Wilhelmina Kinderziekenhuis

Kijkje in je longen Bronchoscopie onder narcose

Hoe gaat jouw lichaam om met suiker Glucose-tolerantie-test

Het medicijn Gammaglobuline onder je huid Subcutaan

Neus- en keel - amandelen knippen

U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door geven per

Het medicijn Gammaglobuline onder je huid Subcutaan

ANGIOGRAFIE VAN DE DIALYSESHUNT Onder narcose

24 uur je bloeddruk meten

Neus-amandel knippen Adenotomie

huidtest Wilhelmina Kinderziekenhuis

Narcose, dan eerst naar de pos-poli

Wat gebeurt er op de POS-poli kinder-cardiologie? Een (kijk) operatie aan je hart, dan eerst naar de POS-poli kinder-cardiologie

Nucleair onderzoek van de nieren bij kinderen. (renografie)

Groeihormonen test. De Argininetest

Een virus in je lijf Hiv-virus

Spierbiopsie Onder narcose een stukje spier wegnemen voor onderzoek

Neusbijholte-operatie

Neusbijholte-operatie

24 uur je bloeddruk meten

Onderzoek van de blaas en urinewegen bij kinderen. (mictiecystogram)

Onderzoek van je bloedvaten: duplex onderzoek

maximale inspanningstest

Hoe werken jouw longen als je je inspant Inspanningsprovocatietest

24 uur je urine verzamelen

Hoe meten we de zuurgraad (ph) in je slokdarm? ph-meting

koemelkprovocatie-test Een onderzoek om te kijken of je allergisch bent voor koemelk

Hoe meten we de zuurgraad (ph) in je slokdarm? ph-meting

De dichtheid van je botten meten: een dexascan

koemelkprovocatie-test Een onderzoek om te kijken of je allergisch bent voor koemelk

Een onderzoek van je bijnieren: ACTH-test

24 uur je urine verzamelen

Anders eten Een gastrostoma, de operatie

De wada-test Met narcose

Opname op afdeling Eekhoorn Informatie voor patiënten met CF

het medicijn: infliximab

AngiograFIE Onder narcose

ECHOGRAFIE. Wilhelmina Kinderziekenhuis

maximale inspanningstest

Transcriptie:

Kijken in je slokdarm, je maag en je dunne darm Duodenoscopie onder narcose

Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s) U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door geven per e-mail: patienteninformatiewkz@umcutrecht.nl

Wat staat er in deze folder Inleiding voor ouders 2 Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar 4 Kijken in je slokdarm, je maag en je dunne darm: duodenoscopie 6 Tips 20 Wil je meer weten? 22 Voor ouders: voorbereiding en begeleiding 23 1

Inleiding voor u als ouder Een onderzoek in een ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en hoort allerlei medische termen. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden. Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden op het onderzoek. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren. Begrijpelijke informatie is nodig. Het geeft vaak meer zekerheid en vertrouwen. Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts vertelt: Waarom uw kind dit onderzoek krijgt Hoe we dit onderzoek doen Thuis stellen kinderen meestal meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u bij de voorbereiding. 2

Lees de folder eerst zelf. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek daarna samen of alles duidelijk is. Als u korte vragen stelt over de tekst, kunt u nagaan of uw kind de informatie begrepen heeft. Achterin deze folder staat hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek. 3

Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar Een onderzoek in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundigen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk voorbereiden op het onderzoek. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt. Wie beslist: jij, je ouders of samen? Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO). Ben je ouder dan 12 jaar Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij gaat doen. Jij en je ouders moeten allebei toestemming geven. Maar wat gebeurt er als jij het niet eens bent met je ouders? Hoe gaat het dan? Ook dat staat in deze wet. Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl Ben je ouder dan 16 jaar Dan beslis je zelf. Dan is alleen jouw toestemming nodig. Maar moet de arts dan wel informatie over de behandeling geven aan je ouders? Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl 4

Tips Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Je vader, moeder of iemand anders die je vertrouwt. Praat met je ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen over wat er gaat gebeuren in het ziekenhuis. Schrijf je vragen op, dan vergeet je ze niet. Bij je volgende bezoek aan het ziekenhuis kun je ze stellen. Wil je meer weten? www.hetwkz.nl www.umcutrecht.nl www.opeigenbenen.nu www.ikvoelpijn.nl 5

Kijken in je slokdarm, je maag en je dunne darm: duodenoscopie Je komt in ons ziekenhuis voor een duodenoscopie. Dat is een kijkonderzoek van je slokdarm, je maag en het bovenste gedeelte van je dunne darm. De dokter gebruikt hiervoor een speciale slang met daaraan een lampje en een kleine camera. Duodeno-scopie bestaat uit 2 woorden: duodeno komt van duodenum en is het latijnse woord voor de twaalfvingerige darm. Dit is het eerste deel van de dunne darm. scopie betekent kijkonderzoek. Met een duodenoscopie kan de dokter: afwijkingen aan je slokdarm, je maag en je dunne darm opsporen, zoals een ontsteking. een stukje weefsel afnemen voor onderzoek. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Narcose Een duodenoscopie is geen prettig onderzoek. Om goed te kunnen kijken, schuift de dokter een soepele slang (een endoscoop) heel voorzichtig door je mond in je keel. Dat is vervelend en soms doet het zelfs een beetje pijn. Daarom doen we een duodenoscopie onder narcose. Narcose wil zeggen dat je gaat slapen met behulp van medicijnen. Je merkt dan niets van de duodenoscopie. 6

Dagopname in het WKZ Een duodenoscopie gebeurt meestal tijdens een dagopname. Dat betekent dat je op de dag van het onderzoek naar het ziekenhuis komt, en dezelfde dag weer naar huis mag. Je hoeft dus s nachts niet te blijven slapen. Als je naar het ziekenhuis komt, ga je naar de afdeling Kameleon. Dat is in het WKZ op de 1 e verdieping. Het onderzoek gebeurt op de operatieafdeling van het WKZ, afdeling Dromedaris. Als je al in het ziekenhuis ligt, ga je vanuit je eigen afdeling naar afdeling Dromedaris. Je vader of moeder mogen de hele dag bij je blijven. Alleen niet als in de operatiekamer de duodenoscopie gedaan wordt. Je ouder blijft op de operatiekamer bij je totdat je onder narcose bent. Daarna gaan ze weg, Maar dat merk je niet, omdat je dan slaapt. Als je weer wakker wordt, is je ouder weer bij je. 7

Je spijsverteringskanaal Spijsvertering bestaat uit twee woorden: Spijs = eten Verteren = verbruiken, omzetten naar voedingsstoffen Bij de spijsvertering zet je lichaam alles wat je eet en drinkt om in hele kleine deeltjes. Die deeltjes heten voedingsstoffen. Je lichaam kan deze voedingsstoffen opnemen en gebruiken. Je krijgt er energie van. Daardoor kun je actief zijn. In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus! Mond: Je tanden en kiezen in je mond maken het eten klein. Er komt speeksel bij het eten. In speeksel zitten bepaalde stoffen die inwerken op het eten. De spijsvertering begint dus meteen. Slokdarm: Als je je eten doorslikt, komt het in de slokdarm. De slokdarm drukt het eten naar je maag toe. Sommige stoffen uit je eten verteren hier al. Maag: Je maag maakt een soort knijpende beweging. Het eten wordt dan nog fijner gemalen. Er komt ook maagzuur bij het eten. Het maagzuur maakt een groot deel van bacteriën in je eten dood. Dat is goed, anders zou je snel ziek worden. 8

Twaalfvingerige darm: Dit is het gedeelte tussen je maag en de dunne darm. Je alvleesklier, je lever en gal sluiten hier aan op het spijsverteringskanaal. Er komen vloeistoffen uit je alvleesklier en je gal bij je eten. Je eten is daarna helemaal omgezet in kleine voedingsstoffen. Dunne darm: Vanuit de dunne darm komen al veel voedingsstoffen in het bloed. Het bloed brengt het naar de rest van je lichaam. Dikke darm: Vanuit de dikke darm komen de laatste voedingsstoffen en water in het bloed. Endeldarm: Wat er nu nog overblijft, heb je niet nodig. Dat noemen we ontlasting (of poep). De endeldarm is een soort verzamelplaats voor de ontlasting. Anus (je poepgaatje): Via je anus verlaat de ontlasting je lichaam. Mond Slokdarm Speeksel Lever Gal Twaalfvingerige darm Dikke darm Anus Maag Alvleesklier Dunne darm Endeldarm 9

Hoe werkt een endoscoop? Bij een duodenoscopie gebruikt de dokter een endoscoop. Dat is een soepele slang. Aan het uiteinde zit een klein lampje en een minicamera. De camera zit vast aan een beeldscherm. De dokter kan dan de binnenkant van je slokdarm, maag en darm op het beeldscherm zien. Hij kan ook foto s maken van de beelden die hij ziet. Vóór de opname Een tijdje vóór de duodenoscopie heb je een afspraak op de POS-poli. POS is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose. Narcose wil zeggen dat je gaat slapen met behulp van medicijnen. Je voelt dan niks van de duodenoscopie. We noemen dit wel slapen, maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je niet uit jezelf wakker worden. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen geeft. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de dudenoscopie klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter. De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping bij receptie 8. Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter. 10

Wat gebeurt er op de POS-poli? Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld: welke ziektes je hebt gehad of je koorts hebt of je verkouden bent Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dit doet geen pijn. Ze bespreken met jou en je ouders: hoe het gaat als je onder narcose gaat hoe jij het beste de narcose kunt krijgen: - met een prik - of met een kapje. - wat jou kan helpen als je pijn hebt of bang bent. Als je tegen de narcose op ziet, zeg het dan tegen de POSverpleegkundige of de slaapdokter! Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Dan kun je nog eens nalezen wat er is verteld. 11

Voor ouders Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de duodenoscopie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts. Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen. Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof? Meld dit dan altijd. (Kinder)aspirine is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder) aspirine. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven. Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan: - twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie - twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie 12

Vóór de duodenoscopie: thuis Wat moet je van tevoren weten? Voorbereiding thuis Voor de narcose mag je een tijdje niet eten en drinken. Dit noemen we nuchter zijn. Je hoort op de POS-poli hoe lang tevoren dit is. Naar de operatiekamer In de folder Narcose lees je hoe het gaat als je onder narcose gaat. Voor alle duidelijkheid vertellen we het hier nog een keer in het kort: Op afdeling Kameleon Als je wilt kun je de voorbereidingsspullen nog een keer bekijken. Je krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om. Als je aan de beurt bent, ga je in bed of bij je ouder op de arm. Jullie gaan samen naar de wachtruimte (holding) bij de operatiekamer. 13

In de holding Eén van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige doen een schort aan, blauwe slofjes over de schoenen en zetten een speciale muts op. De medewerkers van de operatiekamer (met een groen pak en een muts) komen jullie ophalen. Meestal stellen ze nog wat vragen aan jou en je ouders. Ze nemen jou, één van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige mee naar de operatiekamer. In de operatiekamer Je gaat op de operatietafel liggen. Je krijgt een plakker met daarin een klein lampje op je vinger of teen geplakt. Je krijgt drie monitor-stickers op je borst geplakt. Je krijgt de narcose met een kapje of een prik. Als je slaapt gaat je vader of moeder terug naar de afdeling. De dokter doet de duodenoscopie. 14

In de uitslaapkamer Je ligt weer in je eigen bed als je wakker wordt. Eén van je ouders mag bij je komen zitten. Je hebt nog steeds de monitor-stickers, het lampje op je vinger. Je hebt een infuus in je hand. Als je goed wakker bent, rijden ze je met bed en al weer naar de afdeling. Twan (9 jaar): Ik vond het maar een naar idee, zo n slang in mijn mond. Daarom vond ik het wel fijn dat ik er niets van zou merken. Toch vond ik het spannend om naar de operatiekamer te gaan en een kapje te krijgen. Gelukkig was mijn moeder steeds bij me. 15

Na de duodenoscopie Terug op de afdeling Als je weer op de afdeling bent, mag je rustig in je bed blijven liggen. De verpleegkundige komt regelmatig bij je kijken. Misschien voel je je niet zo lekker, ben je misselijk of heb je ergens pijn. Zeg het tegen je vader of moeder of tegen de verpleegkundige als er iets is. Ze kunnen er dan rekening mee houden of je extra medicijnen geven. Hoe het bij jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen. Als je goed wakker bent, mag je weer wat drinken en eten. Als je je weer goed voelt, mag je naar huis. Voor ouders Naar huis Ga niet met uw kind op de fiets. Bent u met de auto? Zorg dan dat u met z n tweeën bent. Uw kind kan misselijk worden en overgeven. Dan is het lastig om zowel op uw kind als op het verkeer te letten. U kunt ook een taxi bespreken. 16

Bijwerkingen Mogelijke bijwerkingen van de narcose Tijdens een narcose krijg je een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor wat keelpijn of klinkt je stem wat anders als je wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over. Door de slaapmedicijnen kun je misselijk zijn of moet je overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleegkundige in de uitslaapkamer of op de afdeling. Soms kan het even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dat is normaal. Mogelijke bijwerkingen van de duodenoscopie Na een duodenoscopie kun je een vervelend gevoel in je keel hebben. Dit gaat na een poosje weer over. 17

Complicaties Mogelijke complicaties van de duodenoscopie Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan ( volgens het boekje ), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Bij een duodenoscopie komen complicaties niet voor. Mogelijke complicaties van de narcose Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig nog maar heel weinig voor. 18

De uitslag Soms komt de arts na de duodenoscopie even bij je op de afdeling of in de uitslaapkamer. Dan vertelt hij hoe het gegaan is en wat hij gezien heeft tijdens het onderzoek (voorlopige uitslag). De definitieve uitslag krijg je van de dokter die de duodenoscopie aanvraagt. Dat gebeurt tijdens een telefoongesprek of tijdens de eerstvolgende afspraak op de polikliniek. Ongeveer twee weken na het onderzoek is de uitslag bekend. De dokter bespreekt dit dan met jou en je ouders. 19

Tips Neem iemand mee naar het onderzoek. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt. Doe je ogen dicht en probeer aan iets leuks te denken. Probeer van tevoren zoveel mogelijk te ontspannen: doe samen een ontspanningsoefening. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen. De pedagogisch medewerker kan je daarbij helpen. Neem iets mee om je af te leiden. Bijvoorbeeld een knuffel, boek, bellenblaas of je MP3-speler. Bedenk met je ouder een verhaal of maak vakantieplannen. Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt. Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen. Misschien vind je het fijn om een hand vast te houden. Of om je te laten masseren of zachtjes op je huid te laten kriebelen. Heb je een Pijnpaspoort*? Laat dan zien hoe jij het graag wilt. Heb je geen Pijnpaspoort*? Bedenk dan van tevoren wat jij wilt. Bijvoorbeeld met een kapje of een prikje onder narcose gaan. Bedenk ook alvast wat jou dan helpt. Bijvoorbeeld kijken/niet kijken. Of tellen. 20

Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan/tegen kunnen doen. Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen. * Het Pijnpaspoort is een klein boekje waarin je kunt opschrijven wat jou helpt als je pijn hebt of bang bent. Je laat het aan de mensen in het ziekenhuis zien als je dat nodig vindt, bijvoorbeeld voordat je een prik krijgt. Zij kunnen dan rekening houden met jouw wensen, zonder dat je het steeds weer hoeft te zeggen. De pedagogisch medewerker kan je hier meer over vertellen. 21

Wil je meer weten Kijk dan op: De website van de Maag Lever Darm Stichting: www.mlds.nl of: www.hetwkz.nl www.umcutrecht.nl www.kindenziekenhuis.nl www.jadokterneedokter.nl Heb je nog vragen? Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent. Voor vragen over duodenoscopie kun je bellen met afdeling Kameleon: 088 75 544 40 (het liefst tussen 14.45-16.30 uur). Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg: op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur telefoonnummer 088 75 542 24. Natuurlijk mogen je ouders deze nummers ook bellen. 22

Voor ouders: voorbereiding en begeleiding Hoe kunt u uw kind voorbereiden Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past. Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bij voorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen. Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het hier en nu. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen. Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen. Zo merkt u of alles begrepen is. 23

Wat vertelt u en hoe Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld. Vraag wat uw kind al weet over het onderzoek. Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over. Hoe kunt u uw kind begeleiden Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens het onderzoek. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft. Ga met uw kind mee naar het onderzoek. Of vraag een ander vertrouwd persoon om mee te gaan. Dat geeft steun en veiligheid. U kunt voor afleiding zorgen. Bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen. Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/of een (voorlees)boek mee. U mag verwachten dat we tijdens het onderzoek duidelijk vertellen wat er gebeurt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt. Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onverwachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens het onderzoek. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund. 24

Colofon Divisie kinderen Afdeling kameleon oktober 2013, Wilhelmina Kinderziekenhuis KITE.03.011

Wilhelmina Kinderziekenhuis Lundlaan 6 3584 EA Utrecht Tel 088 75 555 55 www.hetwkz.nl