Alles wat je moet weten over de Index



Vergelijkbare documenten
Bijlage 4: overzicht van de nieuwe en de geschrapte getuigen. ECOICOP Nieuwe getuigen Geschrapte getuigen

Alles wat je moet weten over de Index

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

CBS: inflatie blijft laag

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar

Laagste inflatie sinds november 2010

Gemanipuleerde index kost Belg 2% loon en pensioen in 2014

Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Product. Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen

Ter herinnering: De vorige indexhervorming gebeurde acht jaar geleden. Het huidige indexcijfer bestaat dus sinds 1998 en heeft als basisjaar 1996.

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent

Hoofdstuk 3: Inflatie

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

CBS: inflatie stijgt licht

Inflatie zakt naar 0,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2017

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

Persbericht. Inflatie loopt verder op. Centraal Bureau voor de Statistiek. Benzineprijs zeer fors gestegen Inflatie Nederland ruim onder eurozone

Persbericht. Inflatie hoger door duurdere kleding. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Zomercollectie kleren duurder

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in februari iets hoger. Inflatie gestegen door hogere benzineprijzen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in juli 2,1 procent. Prijsontwikkeling volgens Europese norm

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036)

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijsontwikkeling autobrandstoffen en groenten remt inflatie

CBS: Inflatie daalt licht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijzen in januari iets hoger dan in december. Daling van inflatie kent meerdere oorzaken

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Statistisch Bulletin. Jaargang

Bijdrage aan en impact op de inflatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei 1,3 procent. Geen opvallende prijsveranderingen in mei

Technische toelichting

Persbericht. Consumentenprijsindex juni

Persbericht. Consumentenprijsindex juli 1999

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie flink lager door goedkopere brandstof

De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex (CPI) Nieuwe methoden voor vliegtickets en pakketreizen

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Ken de index op je duimpje

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

Statistisch Bulletin. Jaargang

Persbericht. Inflatie in 1999 is 2,2 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

Persbericht. Inflatie in november iets afgevlakt. Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei opnieuw gedaald. Prijzen in mei even hoog als in april

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent. Huurstijging gemiddeld 3,1 procent

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Statistisch Bulletin. Jaargang

Juni 2014 De nieuwe nationale consumptieprijsindex

Statistisch Bulletin. Jaargang

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015

Statistisch Bulletin. Jaargang

Persbericht. Inflatie loopt in oktober verder op. Centraal Bureau voor de Statistiek

PERSBERICHT Brussel, 30 januari 2017

Persbericht. Inflatie stabiel ondanks dure energie. Centraal Bureau voor de Statistiek

CIRCULAIRE. Samenvatting. Indexsprong informatie onder voorbehoud. 4 mei 2015

METHODOLOGISCHE NOTA Brussel, 30 januari 2014

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Benzineprijzen zorgen voor lichte stijging inflatie

12 januari Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

verslag CRB

Achtergrond van de basisverlegging CPI 2010

Transcriptie:

Alles wat je moet weten over de Index

Alles wat je moet weten over de Index Mannen - Vrouwen: Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemers, adviseur,...) hebben betrekking op vrouwen en mannen.

Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. De index, wat is dat? 5 2.1 Het indexcijfer van de consumptieprijzen 5 2.1.1 Waarom een indexcijfer van de consumptieprijzen? 5 2.1.2 Hoe wordt de index berekend? 5 2.1.3 Welke kwaliteiten moet de index hebben? 7 2.1.4 Waarom zitten sommige producten en diensten niet in de index? 8 2.2 De gezondheidsindex 9 2.3 De geharmoniseerde index van de consumptieprijzen of de Europese index 9 2.4 De indexhervormingen 10 2.4.1 Kort historisch overzicht 10 2.4.2 De negende grote hervorming van 2014 13 2.4.2.1 Context 13 2.4.2.2 De structuur van de index 13 2.4.2.3 Elementen van de negende grote hervorming van 2014 15 2.4.2.4 De toekomst 24 3. De omrekeningscoëfficiënt 25 3.1 Wat? 25 3.2 Hoe gebruiken? 26 4. Automatische indexering: wat is dat? 27 4.1 Definitie 27 4.2 Historiek 27 4.3 Voornaamste gebruikte methodes 28 4.3.1 In de privésector 28 4.3.2 In de openbare sector 29 4.3.3 Indexering van de sociale uitkeringen 30 5. Automatische indexering: voor of tegen? 31 5.1 Voordelen van de automatische indexering 31 5.2 Aanvallen op de automatische indexering 32 5.3 De opdracht van het ABVV 34 2

Bijlagen 1. Verklarende woordenlijst 2. Lijst van de getuigen en hun gewicht 3. Geografische weging 4. Nieuwe methodologie huishuur 5. Nieuwe methodologie voor telecommunicatie 6. Nieuwe methodologie voor de seizoensproducten 7. Omrekeningscoëfficiënt 8. Huurindexering 38 42 64 65 67 70 72 73 3

1 Inleiding De index weerspiegelt de evolutie van de consumptieprijzen. Het is een economische indicator die de prijsevolutie meet van de goederen en diensten die gezinnen aanschaffen. Het betreft hier goederen en diensten die kenmerkend zijn voor de consumptiegewoonten van de gezinnen. De index is gekoppeld aan de automatische indexering. De automatische indexering maakt het mogelijk om de lonen en sociale uitkeringen aan te passen aan de evolutie van de levensduurte. Op die manier wordt de koopkracht van alle werknemers en sociale uitkeringsgerechtigden beschermd. Het ABVV heeft steeds een voortrekkersrol gespeeld in de strijd om de koopkracht van de huishoudens te beschermen. Een strijd die we kunnen voeren dankzij onze actieve aanwezigheid binnen de Indexcommissie en de inzet van onze militanten voor het behoud van de automatische indexering. Ons automatisch indexering mechanisme wordt vaak in vraag gesteld, bekritiseerd en aangevallen door werkgevers, rechtse partijen en internationale instellingen waaronder het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Commissie. Desalniettemin is de index een belangrijk instrument in de strijd tegen de armoede, alsook een belangrijk instrument van solidariteit (zie hoofdstuk 5 van deze brochure). Tijdens de crisis speelde de index ook de rol van economische schokdemper. Vanuit economisch oogpunt gezien, ondersteunt de automatische indexering de koopkracht van de gezinnen, de binnenlandse vraag en bijgevolg ook het bedrijfsleven en de handel. Om het consumptiegedrag van de gezinnen beter weer te geven, wordt de index regelmatig aangepast. Ons consumptiegedrag verandert immers doorheen de tijd, en dit behoorlijk snel. Vandaag draagt niemand nog een bolhoed, een product dat nochtans in de eerste indexkorf zat. Een floppydisk of een videocassette is in onbruik geraakt en vervangen door modernere technologieën. Indexhervormingen zijn dus nodig. Iedereen voelt de evolutie van de prijzen en van de kosten voor levensonderhoud. De indexkorf moet representatief zijn zodat de automatische indexering de stijging van de kosten voor levensonderhoud daadwerkelijk en zonder enige scheeftrekking weergeeft. De laatste grote indexhervorming dateert van 2006. Dit was de achtste grote indexhervorming. Het indexcijfer trad in voege in januari 2006 en had als basisjaar 2004 (basis 2004 = 100). In 2006 engageerde de Indexcommissie zich om voortaan alle 8 jaar een volledige indexhervorming door te voeren, en tussentijds alle twee jaar een minihervorming door te voeren. Zo werd in 2008 en in 2010 een minihervorming doorgevoerd. In 2012 werd geen minihervorming doorgevoerd, gezien de twee voorgaande al een actualisering van de korf betekenden en dus de evolutie van het consumptiepatroon weerspiegelden. Bovendien had de Indexcommissie de werkzaamheden voor de grote indexhervorming van 2014 al opgestart. Eind 2012 besloot de regering echter eenzijdig een aantal maatregelen door te voeren die de berekeningsmethode wijzigden. Deze maatregelen komen uitvoerig aan bod in hoofdstuk 3 van deze brochure. Ondanks het heftige verzet van het ABVV, besliste de bevoegde minister toch om sommige maatregelen vanaf januari 2013 in te voeren en andere maatregelen later in te voeren. Deze brochure probeert op een begrijpelijke manier inzicht te geven in zowel een aantal theoretische als praktische aspecten verbonden aan de index en de automatische indexering. Diverse aspecten komen aan bod: de geschiedenis, de berekening, het belang van de automatische indexering alsook de actualiteit, en meer bepaald de grote hervorming van 2014. 4

2 De index, wat is dat? De index en al wat daarmee verband houdt, begrijpelijk uitleggen is een opgave. We hebben in bijlage van deze brochure (bijlage 1) dan ook een verklarende woordenlijst toegevoegd. In deze verklarende woordenlijst staan alle moeilijke termen met hun betekenis. Maak er als lezer handig gebruik van. Hoofdstuk 2 geeft uitleg over de verschillende soorten indexeringen en hun impact. Het laatste deel van dit hoofdstuk focust op de negende grote indexhervorming, en meerbepaald de methodologische aanpassingen die tot doel hebben de evolutie van de kosten voor levensonderhoud beter te meten. 2.1 Het indexcijfer van de consumptieprijzen 2.1.1 Waarom een indexcijfer van de consumptieprijzen? Het indexcijfer van de consumptieprijzen - beter bekend als de index - is een instrument dat de prijsevolutie meet van goederen en diensten die de gezinnen aanschaffen. Het geeft een schatting van de evolutie van de levensduurte voor de gezinnen. In een ideale wereld zou het noteren van de prijzen moeten gebeuren voor álle consumptiegoederen en diensten. Dat is uiteraard onmogelijk. Daarom wordt een keuze gemaakt uit de belangrijkste goederen en diensten, de zogenaamde getuigen. Maandelijks worden de prijzen van deze producten genoteerd in een aantal verkooppunten verspreid over het hele land. 2.1.2 Hoe wordt de index berekend? De berekening van het maandelijkse indexcijfer gebeurt door de Eenheid Consumptieprijzen. Een instantie die deel uitmaakt van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie (FOD Economie). De eenheid bestaat uit een buitendienst met agenten die maandelijks de prijzen noteren van de getuigen (goederen en diensten) op verschillende lokaliteiten (plaatsen), en uit een binnendienst die de index berekent. Het recentste indexcijfer is onmiddellijk na goedkeuring door de Indexcommissie beschikbaar via de internetsite van de FOD Economie. De berekeningsmethode die we op de hiernavolgende pagina s uitleggen, is van toepassing op de overgrote meerderheid van de 611 getuigen van de nieuwe index. Voor sommige getuigen wordt echter een lichtjes verschillende methode gebruikt. 1ste stap: berekening van de basisprijzen per lokaliteit Gedurende een heel jaar - het basisjaar 2013 in dit geval - worden per maand voor alle getuigen de gemiddelde prijzen berekend. Zo krijg je voor elk van de 65 lokaliteiten en voor elk van de 611 getuigen twaalf maandelijkse gemiddelde prijzen. De basisprijs per lokaliteit voor een getuige is de gemiddelde prijs van deze getuige tijdens het basisjaar, dus de som van de twaalf maandelijkse gemiddelde prijzen gedeeld door twaalf. 5

2de stap: berekening van de maandelijkse gemiddelde prijzen per lokaliteit In elk van de 65 lokaliteiten worden in een aantal vooraf bepaalde verkooppunten de prijzen van alle getuigen genoteerd. Per lokaliteit wordt voor elke getuige het rekenkundige gemiddelde berekend. 3de stap: lokale indexcijfers per getuige Vanaf het in voege treden van een vernieuwde indexkorf, met een nieuw basisjaar, wordt voor elke getuige maandelijks een lokaal indexcijfer berekend. Deze lokale index is de gemiddelde prijs van de getuige in een welbepaalde lokaliteit, gedeeld door de basisprijs per lokaliteit (berekening: zie 1ste stap), vermenigvuldigd met 100. 4de stap: indexcijfers van de lokaliteiten Op basis van de berekende lokale indexcijfers per getuige, berekent de Administratie voor elk van de 65 lokaliteiten één indexcijfer. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gewichten van de verschillende getuigen. Het gewicht van een getuige geeft zijn belang aan binnen het gezinsbudget. De gewichten worden uitgedrukt in pro mille ( ). De som van de gewichten van alle getuigen is dus gelijk aan 1000. In alle lokaliteiten worden de lokale indexcijfers van alle getuigen vermenigvuldigd met de gewichten van deze getuigen. Vervolgens worden de gewogen indexen samengeteld en ten slotte wordt dit cijfer gedeeld door de som van de gewichten, dus door 1000. Zo krijgen we voor elk van de 65 lokaliteiten één indexcijfer. 5de stap: het indexcijfer van België De laatste stap bestaat uit de berekening van het nationale indexcijfer van de consumptieprijzen op basis van de indexcijfers van de 65 lokaliteiten. Het gewicht van deze lokaliteiten, eveneens uitgedrukt in, is gebaseerd op het aantal inwoners van iedere lokaliteit. De grote lokaliteiten hebben een belangrijker gewicht dan de kleinere. Alle indexcijfers van de lokaliteiten worden op hun beurt vermenigvuldigd met de gewichten van de lokaliteiten en vervolgens opgeteld. De som wordt tenslotte gedeeld door 1000, dus door de som van de gewichten van de 65 lokaliteiten. Om de prijzen van bepaalde getuigen op te nemen in de index, wordt een licht afwijkende formule gebruikt die we in deze brochure 1 niet uitleggen. Dit is met name het geval voor de getuigen: vers fruit en verse groenten; verse vis, week- en schaaldieren; huur; snijbloemen; aardappelen; reizen naar het buitenland; farmaceutische specialiteiten; wagens; verzekeringen. Voorbeeld : de maand december Gemiddelde prijs in december per provincie Gemiddelde prijs van de maand per provincie Index per provincie Gewogen gemiddelde van de indices per provincie Index van België 6 1 Voor technische info over de berekeningswijzen van de getuigen verwijzen we naar de brochure van de FOD Economie, beschikbaar op de site www.economie.fgov.be

Naar aanleiding van de laatste grote hervorming, worden de prijzen van een reeks goederen en diensten niet langer in de 65 lokaliteiten opgetekend. Het betreft goederen en diensten waarvoor de prijzen nationaal vastliggen (zie punt 2.4). Dit wijzigt de manier waarop de index berekend wordt. Schematisch gezien geeft dit: Gemiddelde prijs in december van alle lokaliteiten Gemiddelde prijs van de maand van alle lokaliteiten Index voor België 2.1.3 Welke kwaliteiten moet de index hebben? De index moet representatief zijn Aangezien het onmogelijk is om alle bestaande goederen en diensten op te nemen in de index, dient erop toegekeken te worden dat de lijst met goederen en diensten zo representatief mogelijk is voor het geheel van de gemiddelde consumptie uitgaven van de gezinnen. Bij de keuze van deze representatieve goederen en diensten houdt de Indexcommissie rekening met de resultaten van de Gezinsbudgetenquête. Uit deze enquête kan afgeleid worden welke goederen en diensten en hoeveel een gemiddeld gezin jaarlijks consumeert. Een consumptiegoed of dienst wordt als getuige in de indexkorf opgenomen als het representatief is voor een heel gamma identieke of gelijkaardige goederen of diensten. Zo worden bijvoorbeeld de prijzen genoteerd van een bepaald soort aardappel omdat deze in het land een groot verbruik kent. Deze getuige aardappelen staat dan in het indexcijfer voor alle soorten aardappelen die door de huishoudens verbruikt worden. Eveneens op basis van de Gezinsbudgetenquête worden aan de verschillende goederen en diensten gewichten toegekend. Zo krijgt een getuige een kleiner of groter gewicht, al naargelang het belang van deze getuige in de gezinsuitgaven. Zo heeft plat water bijvoorbeeld een gewicht van 2,28 (pro mille) in de indexkorf (basis 2013) omdat de gezinnen gemiddeld ongeveer 2,28 op 1000 uitgeven voor de aankoop van plat water. Die 2,28 staat voor het gewicht van deze getuige in de indexkorf. Om zijn representatieve karakter te behouden, moet de indexkorf regelmatig geactualiseerd worden. Bij de actualisering worden nieuwe en veel geconsumeerde goederen en diensten opgenomen (in de index met basis 2014 waren dit o.a. een bluraylezer, parking, car wash), en minder verkochte of uit de markt verdwenen goederen en diensten uit de index verwijderd. De algemene regel die door de Administratie bepaald werd inzake de samenstelling van de korf, voorziet dat: indien een dienst of een goed met een weging hoger dan 1 in de korf opgenomen wordt, en anderzijds uit de korf verdwijnt wanneer de weging lager is dan 1 (zie hoofdstuk 3). Sommige producten moeten echter wel in de Belgische korf opgenomen worden, ook al is hun weging lager dan à 1. Tot 2006 vond om de 8 jaar een volledige hervorming van de korf plaats. Vanaf 2006 vindt om de 2 jaar een actualisering van de korf plaats (minihervorming). Vanaf 2014, wordt een jaarlijkse actualisering mogelijk, en dit aan de hand van een jaarlijks werkplan dat bij het begin van elk jaar door de Indexcommissie wordt bepaald. 7

De index moet de evolutie van de levensduurte weergeven De index is de barometer van onze levensduurte. Stijgen de prijzen, dan moet de index stijgen. Dalen de prijzen, dan moet de index dalen. Belangrijk evenwel om te onthouden is dat de index der consumptieprijzen, het gemiddelde van meerdere gemiddelden met een verschillend gewicht reflecteert. Een voorbeeld ter illustratie. De getuige huishuurprijs vertegenwoordigt het gemiddelde van de uitgaven voor huishuur van de Belgische gezinnen. Toch dient er rekening te worden gehouden met het feit dat in België zo n 75% van de gezinnen eigenaar zijn, terwijl slechts 25% huurder. Dit betekent dat - ook al vertegenwoordigt de huuruitgave een belangrijk deel van de uitgaven van de gezinnen - deze uitgave toch relatief minder doorweegt. De index moet doorzichtig en verstaanbaar zijn voor iedereen Ingewikkelde formules en berekeningsmethodes zijn soms nodig opdat de index de algemene prijsevolutie zo getrouw mogelijk zou weergeven. Maar om de index voor iedereen doorzichtig en verstaanbaar te houden, worden in de mate van het mogelijke eenvoudige berekeningswijzen gehanteerd. De index moet controleerbaar zijn In het verleden werden pogingen ondernomen om de index te manipuleren, en dit met de bedoeling een indexering uit te stellen. De enige mogelijkheid om deze manipulaties te voorkomen, is een strenge controle op de berekening van het indexcijfer. Die controle gebeurt door de Indexcommissie. Het ABVV is steeds actief geweest in deze Commissie. We hebben o.a. adviezen uitgewerkt en de berekeningswijze bestudeerd. 2.1.4 Waarom zitten sommige producten en diensten niet in de index? Onze index is een index van de consumptieprijzen. Investeringsuitgaven worden dan ook niet opgenomen in onze index. Ter illustratie: alle investeringsuitgaven zoals aflossingen voor hypothecaire leningen, voor renovatiekosten of voor grote herstelwerken, voor de aankoop van een tuinhuisje; uitgaven in vreemde munt tijdens een vakantieverblijf in het buitenland; zelf geteelde land- en tuinbouwproducten; uitgaven voor kansspelen, lotto, weddenschappen, jacht- en visvergunningen, wapendracht; bijdragen aan vakbonden, politieke partijen giften aan erediensten, aan liefdadigheidswerken en aan derden boetes en bekeuringen, kosten bij rechtsprocedures enz. Goederen en diensten die van de markt verdwenen zijn of onbelangrijk geworden zijn in de gezinsuitgaven (< 1 ) worden uit de indexkorf gehaald. Goederen en diensten die niet (meer) of moeilijk te volgen zijn, worden ook niet (meer) in de indexkorf opgenomen. Hun prijsevolutie is niet controleerbaar door een gebrek aan gegevens. Zo is bijvoorbeeld het kijk- en luistergeld uit de korf gehaald in 2006 omdat het in 2002 in Vlaanderen en Brussel werd afgeschaft en niet langer voor het hele land opgevolgd kan worden. 8

2.2 De Gezondheidsindex De Gezondheidsindex werd onder druk van de werkgevers ingevoerd. Dit gebeurde bij Koninklijk Besluit (K.B.) van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van s lands concurrentievermogen met de bedoeling de indexering van de lonen en de sociale uitkeringen te vertragen. Dit K.B. bepaalde dat vanaf 1 januari 1994, de automatische indexering van de lonen en de sociale uitkeringen niet langer zou gebeuren op basis van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen van de 4 laatste maanden, maar op basis van de gemiddelde gezondheidsindex van die 4 laatste maanden. Bij de Gezondheidsindex worden 4 soorten producten geschrapt uit de index van de consumptieprijzen: tabaksproducten, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. De gezondheidsindex stijgt daardoor minder snel dan de gewone index van de consumptieprijzen. Het ABVV heeft zich stevig verzet tegen het principe van de gezondheidsindex tijdens de acties tegen het Globaal Plan, maar kon de invoering van de gezondheidsindex niet verhinderen. 2.3 De geharmoniseerde index van de consumptieprijzen of de Europese index De Geharmoniseerde Index van de Consumptieprijzen is het instrument dat op Europees niveau, de prijsstabiliteit in de lidstaten meet. Het Europese Verdrag van Maastricht (1992) voorziet dat een lidstaat moet beschikken over een hoge prijsstabiliteit die wordt gemeten aan de hand van de inflatie. Om een vergelijking op Europees niveau mogelijk te maken, formuleerde Eurostat (de dienst voor statistiek van de Europese Unie) voor de lidstaten enkele aanbevelingen betreffende de berekening van de index die dienst moet doen als inflatiemeter. De Geharmoniseerde Index van de Consumptieprijzen heeft geen invloed op de automatische indexering van de lonen en de sociale uitkeringen in België. Hij wordt enkel gebruikt voor de controle van de prijsstabiliteit zoals voorzien in het Europese Verdrag. Hij laat toe een vergelijking te maken van de inflatiecijfers binnen de Europese Unie. Sinds maart 1997 publiceert Eurostat dit cijfer maandelijks voor alle lidstaten. De berekening voor België gebeurt (sinds januari 1997) door de Eenheid van de FOD Economie. Zoals kan worden afgeleid uit onderstaande cijfers met betrekking tot de 12 maanden van het jaar 2010, evolueren de nationale index van de consumptieprijzen en de geharmoniseerde index van de consumptieprijzen vrij gelijklopend. Het meest opvallende verschil tussen de twee is dat de nationale index van de consumptieprijzen geen rekening houdt met de koopjes, en de Geharmoniseerde Index van de Consumptieprijzen wel. Naar aanleiding van een eenzijdige regeringsbeslissing wordt sinds januari 2013 in de Consumptieprijsindex (CPI) echter wel rekening gehouden met de prijzen tijdens de solden. Het effect van de wintersolden wordt gespreid over de index van de maanden januari tot juni, en het effect van de zomersolden wordt gespreid over de index van de maanden juli tot december. Het ABVV heeft deze beslissing aangevochten. De beslissing werd immers genomen zonder rekening te houden met het advies van de sociale partners, en zonder rekening te houden met de na te leven timing voor de hervormingen. Het ABVV heeft ook het basiseffect aangeklaagd. Immers, vermits het effect van de solden in de index vanaf januari ingevoerd wordt, moeten we stellen dat - in vergelijking met de maandelijkse indexcijfers voor 2012 (zonder de solden) - die vergelijking niet opgaat. Die vergelijking omvat twee verschillende korven. 9

Evolutie van de Consumptieprijsindex (CPI) en van de Geharmoniseerde Consumptieprijsindex (HICP) in 2013 Maand CPI (2004 = 100) HICP (2005 = 100) Januari 121,63 119,02 Februari 122,02 119,78 Maart 122,19 119,81 April 122,14 119,61 Mei 122,32 119, 51 Juni 122,53 119,86 Juli 122,66 118,35 Augustus 122,58 120,28 September 122,65 120,07 Oktober 122,56 119,94 November 122,64 120,06 December 122,84 120,59 10 2.4 De indexhervormingen 2.4.1 Kort historisch overzicht Het Indexcijfer der kleinhandelsprijzen (de vroegere Consumptieprijsindex) werd in 1920 ingevoerd op initiatief van socialistisch minister J. Wauters. Het doel was de evolutie van de prijzen te kunnen meten. Immers, in de periode na WOI, klommen de prijzen pijlsnel maar volgden de lonen deze evolutie niet. Ondanks de invoering van een indexcijfer voorzag toen slechts een beperkt aantal Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO s) - bijvoorbeeld in de mijnsector - in een automatische indexering. Vandaag, ongeveer een eeuw later, voorzien quasi alle CAO s in de privésector op een specifieke manier in een automatische aanpassing van de lonen en barema s aan het 4-maandelijks voortschrijdende gemiddelde van de gezondheidsindex. Voor de publieke sector is het de wet van 1 maart 1977 die in de automatische indexering van de lonen voorziet. Naast de lonen, worden ook de sociale uitkeringen automatisch geïndexeerd. Sinds zijn ontstaan in 1920 is de index negen keer hervormd. Dit gaf aan leiding tot: - een uitbreiding en weging van de lokaliteiten; - een uitbreiding en weging van de getuigen op basis van de gezinsbudgetenquêtes; - en een uitbreiding en wijziging van de berekeningsmethodes van de indexcijfers van bepaalde getuigen. Maar ook de index familie heeft uitbreiding gekend. Naast het Nationaal Indexcijfer van de Consumptieprijzen bestaan ondertussen ook de Gezondheidsindex en het Geharmoniseerd Indexcijfer van de Consumptieprijzen (of Europese index, zie hierboven).

Onderstaand overzicht geeft de belangrijkste ontwikkelingen weer sinds het ontstaan van de index. Jaar Gebeurtenis Specificiteit 1920 1935 Ontstaan van het Indexcijfer der kleinhandelsprijzen als meetinstrument voor het opvolgen van de evolutie van de kleinhandelsprijzen. Oprichting van de Commissie van het Indexcijfer van de kleinhandelsprijzen 56 getuigen (55 goederen en 1 dienst) 59 lokaliteiten (steden en gemeenten met een grote handelsactiviteit) basis: april 1914 = 100 samengesteld uit wetenschappers werknemersvertegenwoordigers werkgeversvertegenwoordigers 1939 EERSTE HERVORMING 56 getuigen (33 getuigen worden vervangen) 62 lokaliteiten die gewogen worden op basis van het bevolkingsaantal basis: 1936-1937-1938 = 100 (prijsgemiddelden over 3 jaar om uitzonderlijk grote prijsschommelingen tegen te gaan) 1940-1946 Tijdelijke stopzetting van de publicatie van de index en van de werking van de Commissie van het Indexcijfer van de kleinhandelsprijzen wegens WOII. De werkgevers blokkeerden of verlaagden de lonen tijdens de oorlog. 1955 TWEEDE HERVORMING 79 getuigen 62 lokaliteiten basisjaar: 1953 = 100 1968 1972 1973 1976 DERDE HERVORMING Indexcijfer der kleinhandelsprijzen wordt Indexcijfer der Consumptieprijzen Eerste index die rekening houdt met een degelijke Gezinsbudgetenquête De geboorte van de Indexcommissie Tussentijdse hervorming: omwille van de invoering van de BTW die in bepaalde sectoren aanzienlijke prijsstijgingen met zich Meebrengt. Tussentijdse hervorming: omwille van de eerste petroleumcrisis was een betere representativiteit van brandstoffen voor huishoudelijk gebruik noodzakelijk. VIERDE HERVORMING De eerste gewogen index met getuigen die gewogen worden op basis van de consumptieuitgaven van de gezinnen. 147 getuigen 62 lokaliteiten basisjaar: 1966 = 100 147 getuigen: - voedingswaren (30%) - niet-voedingswaren (40%) - diensten (verhoogd tot 30%) basisjaar: 1971 = 100 Opname van twee nieuwe goederen, gasolie en lichte stookolie, naast diverse steenkoolsoorten. 358 getuigen: - 269 goederen (onder meer een korf van 99 farmaceutische specialiteiten doet haar intrede) - 88 diensten - 1 nieuwe getuige voor huren 62 lokaliteiten basis: 1974-1975 = 100 11

Jaar Gebeurtenis Specificiteit 1977 Tussentijdse hervorming om de impact op het indexcijfer te beperken van de grote prijsschommelingen van de aardappelen en fruit- en groente korven bij uitzonderlijke weersomstandigheden (bijv. de droogte van1976). Voor de berekening van het indexcijfer van de aardappelen en de fruit- en groentekorven, wordt overgestapt op voortschrijdende gemiddelden (deze posten krijgen het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van de drie voorgaande maanden toegewezen). 1984 VIJFDE HERVORMING 401 getuigen: - 304 goederen (uitgebreider korf vers fruit en groenten; korf van 200 farmaceutische specialiteiten waarbij rekening wordt gehouden met de terugbetalingscategorie van de patiënt) - 96 diensten - 1 getuige voor huren 62 lokaliteiten basisjaar: 1981 = 100 1991 1994 1997 1998 2006 ZESDE HERVORMING Het aantal lokaliteiten wordt voor het eerst sinds 1939 verhoogd. Invoering van het Gezondheidsindexcijfer. Invoering van het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen. ZEVENDE HERVORMING De Geharmoniseerde Index vertraagt de invoering en beïnvloedt de hervorming van het nieuwe nationale indexcijfer. ACHTSTE HERVORMING Beperkte actualisering van de indexkorf om de 2 jaar (eerste gebruik van de CPI met basisjaar 2004). 429 getuigen: - 334 goederen - 93 diensten - 2 getuigen voor huren (sociale huur en niet sociale huur) 65 lokaliteiten basisjaar: 1988 = 100 Sinds 1 januari 1994 geldt het 4-maandelijks voortschrijdende gemiddelde van de gezondheidsindex als basis voor de indexeringen van huren, lonen en sociale uitkeringen. Om de inflatie in de lidstaten van de eurozone te kunnen vergelijken. 481 getuigen (voor de Gezondheidsuitgaven wordt voortaan alleen rekening gehouden met het remgeld) 65 lokaliteiten basisjaar: 1996 = 100 507 getuigen 65 lokaliteiten basisjaar: 2004 = 100 zichtbaar vanaf 1/1/2008 2008 TUSSENTIJDSE ACTUALISERING Beperkte actualisering van de indexkorf om de 2 jaar (eerste actualisering van de indexkorf met basisjaar 2004). 518 getuigen 65 lokaliteiten basisjaar: 2004 = 100 zichtbaar vanaf 1/1/2008 2010 TUSSENTIJDSE ACTUALISERING Beperkte actualisering van de indexkorf om de 2 jaar (tweede actualisering van de indexkorf met basisjaar 2004). 520 getuigen (zie bijlage 1) 65 lokaliteiten basisjaar: 2004 = 100 zichtbaar vanaf 1/1/2010 12

2.4.2 De negende grote hervorming van 2014 2.4.2.1 Context De negende grote hervorming van 2014 werd opgestart in 2013, en vond plaats in een bijzondere context. In december 2012 vaardigde de regering unilateraal een aantal maatregelen uit om de berekening van de index grondig te veranderen. Hierbij werd geen rekening gehouden met het eenparig advies van de Indexcommissie in 2011, waarin gepreciseerd werd dat er in 2012 geen minihervorming zou komen. De regeringsmaatregelen hadden tot doel de evolutie van de consumptieprijsindex te vertragen, en zodoende ook de indexering van de lonen en de sociale uitkeringen te vertragen. Volgende maatregelen werden eind 2012 door de regering uitgevaardigd: rekening houden met het marktaandeel van de diverse tariefformules inzake telecommunicatie (ten laatste januari 2014, maar vroeger indien mogelijk); gescande gegevens van grootwarenhuizen gebruiken om het indexcijfer van de voedingswaren en huishoudproducten te berekenen (in het kader van de indexhervorming); rekening houden met de solden (vanaf januari 2013); beroep doen op de betalingsbenadering voor vaste contracten voor elektriciteit, stookolie en gas (vanaf januari 2013). 2.4.2.2 De structuur van de index De indeling in 12 hoofdgroepen die de indeling in 8 hoofdgroepen verving in 1998, blijft behouden. Zo blijft de nationale consumptieprijsindex gemakkelijk vergelijkbaar met het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen (Europese index). Laatstgenoemde hanteert immers ook een indeling in 12 hoofdgroepen, namelijk de Classification of Individual Consumption by Purpose (COICOP). 2 De regering heeft besloten over te gaan van de aankoopbenadering (basis index : schatting van toekomstige prijzen op jaarbasis, een anticiperend systeem) naar een betaalbenadering (basis index = voortschrijdend gemiddelde van de kostprijs in het verleden). 3 De Classification of Individual Consumption by Purpose (COICOP) is een classificatie van consumptie bestedingen die opgesteld werd door de Verenigde Naties. De verdeling bestaat uit 12 hoofdgroepen. In 2012 werd er nationaal een vierde niveau aan toegevoegd, wat een verglijding van bepaalde getuigen naar andere hoofdgroepen met zich meebracht. Ondertussen heeft voor de COICOP-nomenclatuur op Europees niveau een harmonisering plaatsgevonden tot op het vierde niveau. Deze Europese COICOP-nomenclatuur (ECOICOP) wordt nationaal voor de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) gebruikt. 13

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke die hoofdgroepen zijn en of ze aan belang hebben gewonnen of ingeboet in de consumptie-uitgaven van de gezinnen in 2012 ten opzichte van 2004. Dit wordt uitgedrukt door het verschil in weging. De nieuwe weging werd bepaald aan de hand van het huishoudbudgetonderzoek (HBO) van 2012. Vergelijkende tabel: wegingen hoofdgroepenindex met basis HBO 2004 versus index met basis HBO 2012 (gewichten in pro mille uitgedrukt). Nr Hoofdgroep CPI basis 2004 CPI basis 2012 Verschil in weging (%) 1 Voedingsmiddelen en niet alcoholhoudende dranken 173,80 166,33-4,30% 2 Kleding en schoeisel 62,37 65,40 4,86% 3 Alcoholhoudende dranken en tabak 29,03 23,49-19,08% 4 5 Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen Stoffering, huishoudelijke apparaten, dagelijks onderhoud van de woning 156,96 190,24 21,20% 72,84 78,43 7,67% 6 Gezondheidsuitgaven 42,49 29,05-31,63% 7 Vervoer 156,15 154,53-1,04% 8 Communicatie 36,62 37,62 2,73% 9 Recreatie en Cultuur 123,53 101,09-18,17% 10 Opleiding 5,76 6,27 8,85% 11 Hotels, cafés en restaurants 70,26 70,44 0,26% 12 Diverse goederen en diensten 70,19 77,12 9,87% Totaal 1000 1000 Bovenstaande tabel weerspiegelt de evolutie van de consumptiegewoonten van de Belgische gezinnen. Als voorbeeld: tussen 2004 en 2012 zijn de uitgaven voor voedingswaren en niet alcoholhoudende dranken verminderd van 173,8 tot 166,3. De uitgaven voor meubels, huishoudelijke apparatuur, uitgaven voor onderhoud van de woning zijn daarentegen gestegen tijdens dezelfde periode. 14

2.4.2.3 Elementen van de negende grote hervorming van 2014 Bij elke grote hervorming worden er methodologische verbeteringen aangebracht aan de berekening van index der consumptieprijzen. De bedoeling is telkens de inflatie zo nauwkeurig mogelijk meten en het consumptiepatroon zo goed mogelijk weergeven. a) Wijzigingen bij de grote hervorming van 2014 Een nieuwe indexkorf Zoals bij elke indexhervorming, zijn er ook nu bepaalde minder actuele producten uit de indexkorf verdwenen en worden er nieuwe producten aan toegevoegd. Dankzij deze wijzigingen sluit de indexkorf beter aan bij het huidig consumptiegedrag. Vanaf 2014 bevat de indexkorf 611 getuigen (i.p.v. 535 vóór de grote hervorming). Het gewicht van elke getuige is gebaseerd op de gezinsuitgaven volgens het Huishoudbudgetonderzoek (het HBO van 2012 is het laatst beschikbare). Bijlage 2 beschrijft de samenstelling van de volledige korf. Nieuwe getuigen, geschrapte getuigen, veranderde definities Nr Benaming hoofdgroep Nieuwe getuigen Geschrapte getuigen Wijzigingen in definitie 1 Voeding en niet alcoholische dranken Rijst (los), couscous, muesli, varkenslapje, kippenborstfilet, kip kerriesalade, diepvrieszalm, diepvries tijgergarnalen, verse kaas, broodbeleg, studentenhaver, maïs (zoet, in blik), honing, jam (aardbeien), melkchocolade met praliné, kauwgom, tomatenketchup, zout, peper (zwart), melk, melkpoeder (baby s), diepvriesmaaltijd o.b.v. vlees, energiedrank, frisdrank, multivruchtensap Boerenpastei, zeekreeft, oesters, kabeljauwfilet, spliterwten, witte bonen in tomatensaus Diepgevroren pizza ter vervanging van pizza 2 Alcoholische dranken en tabak Wodka, kant- en klare Italiaanse wijn, Chileense wijn, Australische wijn, cava, cider 15

Nr Benaming hoofdgroep Nieuwe getuigen Geschrapte getuigen Wijzigingen in definitie 3 Kleding en schoeisel Zwembroek (man), blazer (dame), broek (dame, synthetisch, zomer), bustehouder (push-up), rok (kinderen), sokken (kinderen), fietshelm, verstelwerk kleding, schoenen (sneakers) Sportvest (mannen), broek in ribfluweel (winter), mantelopak (winter-dames), mantelpak (zomerdames), bermuda (zomer-dames), slaapkleed Slip (boxer) ter vervanging van boxer 4 Woning, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen Acryl verf, vliesbehang, silicone, briketten, houtpaletten Antraciet Water (verbruik), water (zuivering) ter vervanging van waterverbruik 5 Meubelen, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten Bedframe (dubbel), pocketverenmatras, stores, badhanddoek, koelkast (tafelmodel), keukenrobot, waterglas, huur tuingereedschap, keukentrap, buitenverlichting, waspoeder (geconcentreerd), Wc-reiniger, ramen reinigingsproducten, wasverzachter, antikalk product, schuursponsje, vloerwisserdoeken, huishoudrol Wassalon Strijkijzer met stoomgenerator ter vervanging van stoomstrijkijzer 6 Gezondheid Gehoortoestel, tweepersoonskamer (OMNIO), koortsthermometer Verpleegkundige verzorging: dagforfait, gemeenschappelijke kamer-wigw voorkeursregime, gemeenschappelijke kamer (gewone rechthebbende) Sferische brilglazen (in kunststof) ter vervanging van sferische brilglazen (in glas) 16

Nr Benaming hoofdgroep Nieuwe getuigen Geschrapte getuigen Wijzigingen in definitie 7 Vervoer 8 Communicatie Fietsverlichting, koelvloeistof, herstelling van fiets, carwash, parking Telecommunicatie packs - - 9 Cultuur en vrije tijd Blu-ray speler, tablet, softwarepakket, blu-ray disk, gitaar, gezelschapsspel «Monopoly», speelgoedkeukentje, rugzak, kattenbakvulling, shampoo hond, huur springkasteel, wenskaart papier (A4 formaat), potlood DVD-recorder, DVD-speler, externe harde schijf, muziek-cd, educatieve CD- ROM, woordspel, hypericum, solidago, cyclamen, huur van een DVD, toeristische reisgids, verklarend woordenboek, visitekaartjes Potgrond (10-20l) ter vervanging van potgrond (40-60l) Eendagsattracties (pretpark) en eendagsattracties (andere) ter vervanging van eendagsattracties 10 Opleiding - - - 11 Horeca Dagmenu, steak tartaar, spaghetti, vol-au-vent, witte wijn (café) Aperitief 12 Persoonlijke verzorging en diensten Haarsnit (dames), sauna, tandenborstel (elektrisch), scheermes (vullingen), tandenborstel (manueel), toiletzeep (vloeibaar), wattenstaafjes, incontinentiemateriaal, badolie, badschuim, deodorant (rollon), halsketting, catering voor senioren, plaatsen advertentie, levering van bloemen 17

Actualisatie van het wegingschema Om te zorgen dat de index actueel blijft, wordt het wegingschema elk jaar (op basis van de nationale rekeningen ), of om de twee jaar (op basis van het huishoudbudgetonderzoek) bijgewerkt. Deze beslissing maakt het voorwerp uit van een grondige onderzoek in de Indexcommissie in 2014. De beslissing wordt eind 2014 genomen voor de index 2015. Solden opgenomen in de index Vanaf januari 2013 wordt in de consumptieprijsindex rekening gehouden met de winter- en de zomersolden. Het effect van de wintersolden wordt over de maanden januari t.e.m. juni gespreid en het effect van de zomersolden over de maanden juli t.e.m. december gespreid. Voorheen werd er in de index met de solden geen rekening gehouden. Een voorbeeld: indien er bij het optekenen van de prijzen in januari een verschil van 1,8% prijsverlaging n.a.v. de solden vastgesteld wordt, dan wordt de impact als volgt op de consumptieprijsindex verrekend : -0,3 in januari, -0,3 in februari, -0,3 in maart, -0,3 in april, -0,3 in mei, -0,3 in juni. Op die manier zal de index niet in een keer met 1,8% dalen, maar zes maand lang elke maand wat vertraagd worden. Huisbrandolie op basis van het voortschrijdend gemiddelde Voor de berekening van de indices voor huisbrandolie werd in januari 2013 overgestapt op een voortschrijdend twaalfmaandelijks gemiddelde. Hierbij worden de maandprijzen gewogen volgens het relatief belang van de verkochte volumes over de laatste 12 maanden. De 12 maandelijkse gewichten werden gebaseerd op de verkochte volumes in 2009, 2010 en 2011 (gemiddelde gebaseerd op de trimestergegevens van deze 3 jaren, waarbij het eerste trimester de maanden december 2008, januari 2009 en februari 2009 inhoudt). 18 4 De nationale rekeningen worden elk jaar door de Nationale Bank van België gepubliceerd, ze vormen de maatstaf voor het meten van de economische resultaten in de loop van een bepaald jaar. De nationale boekhouding houdt rekening met een aantal macro-economische indicatoren. De belangrijkste indicator is het BBP (bruto binnenlands product) dat overeenstemt met de som van de toegevoegde waarden waarbij de nettobelasting op productsubsidies gevoegd moet worden van goederen en diensten gedurende een jaar in een land. De nationale boekhouding houdt rekening met heel wat info die enerzijds uit de boekhoudkundige stukken van bedrijven en anderzijds uit de verslagen van administratieve instellingen afkomstig is.

Voorbeeld : Huisbrandolie weging = 9,80 % Maandelijkse index Maandelijkse gewicht Voortschrijdend gemiddelde over 12 maanden 2004 = 100 12/2011 228,68 01/2012 238,47 0,12 02/2012 239,71 0,11 03/2012 246,15 0,06 04/2012 244,37 0,06 05/2012 237,11 0,06 06/2012 221,87 0,05 07/2012 225,57 0,05 08/2012 241,92 0,05 09/2012 247,23 0,10 10/2012 245,46 0,11 11/2012 234,67 0,11 12/2012 230,85 0,12 230,85 01/2013 231,96 0,12 237,57 02/2013 239,37 0,11 237,53 03/2013 229,12 0,06 236,51 04/2013 222,09 0,06 235,17 05/2013 213,39 0,06 233,75 06/2013 216,09 0,05 233,46 07/2013 224,21 0,05 233,39 08/2013 222,62 0,05 232,43 09/2013 233,43 0,10 231,05 10/2013 222,22 0,11 228,49 11/2013 218,68 0,11 226,73 12/2013 224,43 0,12 225,96 Verkaring : de index van de maand januari 2013 bedraagt 237,57 en is gelijk aan de som van de indexcijfers van februari 2012 tot januari 2013 gewogen volgens hun maandelijkse gewichten. In cijfers uitgedrukt geeft dit 237,57= (0,11*239,71) + (0,06*246,15)+(0,06*244,37) + (0,06*237,11) + (0,05+221,87) + (0,05*225,57) + (0,05*241,92) + (0,1*247,23) + (0,11*245,46) + (0,11*234,67) + (0,12*230,85) + (0,12*231,96) Van een vaste basisindex naar een kettingindex Vanaf 2014 wordt de index een kettingindex. Het principe van de kettingindex voorziet in een regelmatige actualisatie van de referentieperiode voor de weging. De vergelijking van de prijzen en de hoeveelheden gebeurt niet langer tussen de huidige periode en een vaste referentieperiode, maar wel tussen de huidige periode en een tussentijdse periode. Op die manier kunnen er elk jaar in januari aanpassingen doorgevoerd worden en kan het wegingschema, de productenkorf of ook de methodologie gewijzigd worden. 19