Meten is Weten II. Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven



Vergelijkbare documenten
Wat en hoe te meten? Korte handleiding voor het meten van kosten van regeldruk voor bedrijven en burgers

METEN IS WETEN. Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven

Concept-versie HANDBOEK METING REGELDRUK

Nulmeting administratieve lasten bedrijven Ministerie van Justitie. Eindrapport 31 juli 2008

Samenvatting. 1 Inleiding. 2 Doelstelling en uitgangspunten onderzoek

Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg

Nulmeting administratieve lasten bedrijven Overzichtsrapport. 16 oktober 2008

Financiële verordening VRU

Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek. Gedragscode op basis van artikel 25 Wet bescherming persoonsgegevens

Departementale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies

Tariefstructuur CBF-Erkenning

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7.1, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart;

Tariefstructuur CBF-Erkenning Per 1 januari 2018

Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek. Gedragscode op basis van artikel 25 Wet bescherming persoonsgegevens

Inhoud I Begrippen. Probleem Aanpak stock Aanpak flow

AEP PRIVACYREGLEMENT. Versie 1.0 PRIVACYREGLEMENT. Wassenaarseweg CH Den Haag Kamer van koophandel nummer

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Gedragscode Privacy RRS

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016

Samenwerkingsverbanden en de AVG

PRIVACYREGLEMENT AANDACHT ARBO BV. A. Verwerking persoonsgegevens. Paragraaf 1: Algemene bepalingen

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

Gedragscode Privacy RRS

Handleiding. Modelvragenlijsten. Internationale Inkomende Waardeoverdracht. Een gezamenlijk initiatief van: Pensioenfederatie Verbond van Verzekeraars

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Administratieve (over)last

c) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

Subsidieregeling abortusklinieken

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek. 21 december 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De elektronische handtekening en de Dienstenrichtlijn De elektronische handtekening Wat zegt een elektronische handtekening?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces?

UWV Onderzoek IPS. Informatie voor gemeenten. Marcel Spijkerman Kenniscentrum UWV

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast)

Verwerking van de verstrekte gegevens door de Politie vindt plaats overeenkomstig de Wet Politie Gegevens.

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

Privacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder:

Privacyreglement Vakpaspoort SF-BIKUDAK Verwerking (persoons)gegevens SF-BIKUDAK.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

betrokkene: degene over wie persoonsgegevens in de persoonsregistratie zijn opgenomen;

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Dienstverleningsdocument

Artikel 3 Vaststelling van het volume voor de uitvoering van basis-, en niet basis- en plustaken

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

Concept verordening doelgroepen woningbouw Uithoorn 2019

XBRL voor ondernemers. Wat betekent dat voor u?

Algemene subsidieverordening Texel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene Voorwaarden van RT Praktijk Tussenin

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Baanbeëindigingen wegens faillissement (FAILONTSLAGTAB)

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regelgeving Horeca Maastricht 2005

Privacy Gedragscode Keurmerk RitRegistratieSystemen

Verwerkersovereenkomst

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

PRIVACYREGLEMENT PUBLIEKE XS-KEYS behorend bij XS-Key Systeem van Secure Logistics BV

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

Microdataservices. Documentatierapport Baanbeëindigingen wegens faillissement (FAILONTSLAGTAB)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van...; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Memo. Kostenstructuur CBS. December 2017

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment

Deze checklist helpt je zorgvuldig en volgens de wetgeving te werken met de persoonsgegevens van o.a. medewerkers en studenten 1.

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies;

Uitkomsten onderzoek Controle en Vertrouwen. 7 mei 2012

I. Aanvraag en procedure

Weten voor meten. Leerpunten nulmetingsonderzoeken op het terrein van de administratieve lasten. drs. P.A. van der Hauw. J.J. Boog

Privacyverklaring en Kennisgeving

PRIVACYREGLEMENT. maakt werk van de apotheek. Stichting Bedrijfsfonds Apotheken. Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Controle protocol Stichting De Friesland

Berekeningsmethodiek NHC in de Care

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

PRIVACY REGLEMENT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Transcriptie:

Meten is Weten II Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven 1

Voorwoord Voor u ligt de handleiding voor het bepalen van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Deze handleiding is opgesteld door de Regiegroep Regeldruk. Voor eventuele vragen en/of opmerkingen kunt u te allen tijde contact opnemen met Regiegroep (E: administratievelasten@minfin.nl; T: 070-3427075). Bij het schrijven van deze handleiding is dankbaar gebruik gemaakt van de kennis en expertise van een groot aantal partijen en personen, die wij hiervoor nadrukkelijk willen bedanken. Hierbij gaat het in de eerste plaats om de onderzoeksbureaus SIRA Consulting en EIM. De inbreng van hun kennis en expertise heeft een belangrijke meerwaarde gehad bij de totstandkoming van de handleiding. Daarnaast willen we op deze plaats ook graag Actal, het interdepartementale overlegorgaan Coördinatoren Administratieve Lasten (COAL), dhr. Pronk (VWS), dhr. Fekkes (SZW) en dhr. Huijssoon (FIN) bedanken voor hun inbreng en commentaar. Tot slot gaat onze dank ook uit naar de heren Salomons (EZ) en Schoneveld (Berenschot) voor hun bijdrage aan deze handleiding. 2

Inhoudsopgave Inleiding en Leeswijzer 1. Het Standaardkostenmodel De Context Het Standaardkostenmodel Hoe werkt het? Wat kun je er mee? 2. Definities Inleiding Definitie administratieve lasten Informatieverplichting Wet- en regelgeving van de overheid Bedrijfsleven 3. Berekenen van AL met het SKM 3.1 Kostenparameters 3.2 Het gemiddeld efficiënte bedrijf 3.3 Uitgangspunten bij berekenen AL bestaande wet- en regelgeving 3.3.1 Uitgangspunten voor het berekenen van P en Q 3.3.2 Uitgangspunten m.b.t. het onderzoek / meting 3.3.3 Uitgangspunten m.b.t. de rapportage van de meetresultaten 3.4 Uitgangspunten bij berekenen AL nieuwe wet- en regelgeving 3.4.1 Uitgangspunten voor het berekenen van P en Q 3.4.2 Overige uitgangspunten bij het berekenen van AL nieuwe wet- en regelgeving 3.5 Uitgangspunten bij wijzigingen in bestaande wet- en regelgeving 3.6 Onderhoud nulmeting 4. Kwalitatieve indicatoren Labels Beleving 5. Onderverdeling van regelgeving naar oorsprong (ABC-methode) Bijlage 1: Veel gestelde vragen m.b.t. de AL definitie Bijlage 2: Typen informatieverplichtingen en handelingen Bijlage 3: Nationale rekeningen Bijlage 4: Lijst met Bedrijfssectoren Bijlage 5: Lijst met Standaardtarieven Bijlage 6: Lijst met Uitvoeringsorganisaties Bijlage 7: Lijst met Life-Events ondernemer 3

Inleiding Voor u ligt de handleiding genaamd Meten is Weten II; handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Deze handleiding vormt de tweede editie in zijn soort en is daarmee een vervolg op de eerdere handleiding Meten is Weten van december 2003. In deze editie zijn de ervaringen die in de afgelopen periode zijn opgedaan verwerkt. Hiermee vormt deze handleiding de standaard voor het meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven voor de komende periode. Doel van de handleiding Deze handleiding geeft een beschrijving van hoe metingen aan de hand van het standaardkostenmodel uitgevoerd worden. Het doel van de handleiding is om een uitputtende beschrijving van het standaardkostenmodel te geven, waarbij de belangrijkste vragen over het gebruik van de methode kunnen worden beantwoord aan de hand van de handleiding. Het is echter belangrijk om te onderstrepen dat de methode niet statisch is. Basisbeginselen blijven ongewijzigd, maar onderdelen van de methode zullen steeds worden aangepast aan het gebruik van de methode in nieuwe beleidsterreinen en met betrekking tot nieuwe problemen. Leeswijzer De handleiding is als volgt opgezet: Hoofdstuk 1 beschrijft in vogelvlucht het Standaardkostenmodel (SKM) en de belangrijkste begrippen. In Hoofdstuk 2 worden de definities en belangrijke begrippen verklaard en (verder) uitgediept. In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe de administratieve lasten worden berekend. Tevens wordt in dit hoofdstuk uitgelegd hoe administratieve lasten van wijzigingen in bestaande regelgeving, of nieuwe wet- en regelgeving moeten worden berekend. Hoofdstuk 4 bevat een beschrijving van de kwalitatieve indicatoren die aan het Standaardkostenmodel zijn toegevoegd. Hoofdstuk 5 tot slot bevat de methode om de oorsprong van wet- en regelgeving inzichtelijk te maken. 4

1. Het Standaardkostenmodel De context Bedrijven hebben te maken met tal van regels opgelegd door de overheid (Rijksoverheid, medeoverheden, publiekrechtelijke bedrijfsorganen). Aan het naleven van deze regels zijn meestal kosten verbonden, die in verschillende categorieën kunnen worden onderscheiden. In onderstaande figuur worden de kosten voor het bedrijfsleven als gevolg van wet- en regelgeving weergegeven. Kosten van regelgeving Nalevingkosten Financiële kosten belastingen leges inhoudelijke nalevingkosten premies administratieve lasten retributies Nalevingkosten zijn alle kosten die bedrijven maken om te voldoen aan wet- en regelgeving. Ze kunnen worden onderscheiden in financiële kosten, inhoudelijke nalevingkosten en administratieve lasten. Financiële kosten zijn het gevolg van een concrete en directe verplichting om een geldbedrag over te maken aan de overheid of het bevoegd gezag. Deze kosten zijn dus niet gerelateerd aan een informatiebehoefte van de overheid. Hierbij gaat het om belastingen, leges, retributies, etc. Leges zijn retributies, dat wil zeggen betalingen aan de overheid waar een individueel aanwijsbare tegenprestatie van die overheid tegenover staat. Het gaat om een bedrag dat ondernemingen verplicht zijn over te maken aan de overheid (of een bevoegd gezag) voor het gebruik van hun diensten of producten. Om haar publieke belangen te kunnen waarborgen, legt de overheid onder andere aan het bedrijfsleven verplichtingen op tot het doen of nalaten van handelingen of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen), en daarnaast verplichtingen tot het 5

verschaffen van informatie over die handelingen en gedragingen (informatieverplichtingen). Wanneer er aan bovenstaande verplichtingen kosten verbonden zijn kunnen deze kosten een negatieve invloed hebben op het ondernemingsklimaat. Het is dan ook van belang dat de kosten die verbonden zijn aan het voldoen aan inhoudelijke- en informatieverplichtingen te allen tijde worden beperkt tot het absoluut noodzakelijke. Het Standaardkostenmodel Het Standaardkostenmodel (SKM) is een methode die het mogelijk maakt om de administratieve lasten van wet- en regelgeving inzichtelijk te maken én aan te pakken. Administratieve lasten zijn dus de kosten voor het bedrijfsleven en/of burgers om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Analyses van de administratieve lasten van wet- en regelgeving met behulp van het SKM worden gekenmerkt door veel aandacht voor detail. Door wet- en regelgeving te analyseren met behulp van het SKM wordt inzichtelijk: Welke informatieverplichtingen voortvloeien uit de wet- en regelgeving; Welke handelingen een ondernemer of burger moet verrichten om aan een informatieverplichting te voldoen; Hoeveel tijd en kosten deze handelingen met zich meebrengen voor de ondernemer of de burger. Deze transparantie maakt het mogelijk om precies aan te wijzen welke onderdelen van wet- en regelgeving voor problemen zorgen. De detailinformatie biedt, tegelijkertijd, veel aangrijpingspunten voor vereenvoudiging. Met het SKM is het mogelijk om zowel de AL van bestaande wet- en regelgeving te meten alsmede AL van nieuwe wet- en regelgeving in kaart te brengen. Door vooraf op een vastgesteld punt in de tijd een algehele basismeting (ook wel nulmeting genoemd) uit te voeren kan op een eenvoudige wijze de af- en toename van administratieve lasten worden gemonitored over een vooraf vastgesteld tijdvak. Al met al kan worden geconcludeerd dat het SKM een instrument is dat veel mogelijk maakt. Echter het is van belang om hierbij op te merken dat het te allen tijde een theoretische benadering van de werkelijkheid blijft. De uitkomst van een AL meting voor 6

bedrijven zal nooit een 100% accurate weergave kunnen zijn van de feitelijk gemaakte administratieve kosten. Toch laten zowel de opgedane Nederlandse, Engelse als Deense ervaringen tot op heden zien dat bedrijven, dankzij deze methode, de besteding van tijd en middelen beter kunnen inschatten met betrekking tot afzonderlijke regelgeving dan ooit eerder met andere onderzoeksmethoden. Hoe werkt het? Om de AL te kunnen berekenen wordt wet- en regelgeving allereerst gescreend op informatieverplichtingen (bv. het opstellen van een rapportage). Om aan een bepaalde informatieverplichting te kunnen voldoen moet een ondernemer verschillende handelingen verrichten (bijvoorbeeld het verzamelen van informatie, het verwerken van informatie, etc.). Die handelingen vereisen daarmee enerzijds een besteding van tijd en geld (tarief). Anderzijds moeten de activiteiten met een zekere frequentie plaatsvinden (één keer per jaar of meerdere keren per jaar) en gelden de wettelijke regeling voor een bepaalde doelgroep. Voor de berekening van de AL dienen de variabelen die ten grondslag liggen aan een handeling vermenigvuldigd te worden. Daarbij gaat het om de eerdergenoemde vier variabelen: tijd, tarief, frequentie en doelgroep. De optelsom van de AL van de verschillende handelingen die ten grondslag liggen aan een informatieverplichting geeft vervolgens de AL van een betreffende informatieverplichting. De optelsom van de AL van de verschillende informatieverplichtingen die ten grondslag liggen aan een wettelijke regeling geeft tenslotte een totaaloverzicht van de AL van de betreffende wet- of regelgeving. De beschreven basisstructuur van het model is te vertalen naar de volgende formules: Berekening administratieve lasten Totale AL van een wet = som van de kosten per informatieverplichting Kosten per informatieverplichting = som van de kosten per handeling Kosten per handeling = P * Q P wordt hierbij gedefinieerd als de kosten van een administratieve handeling en Q als het aantal keren dat de administratieve handeling wordt uitgevoerd. 7

In onderstaand figuur wordt het verband tussen informatieverplichtingen, handelingen en variabelen weergegeven. Wet of regel Informatieverplichting 1 Informatieverplichting 2 Handeling 1 Handeling 2 Interne kosten: - Uurtarief - Tijd Externe kosten - Uurtarief - Tijd P Informatieverplichting n Handeling n Q Frequentie: Hoe vaak per jaar moet worden voldaan aan info verplichting Doelgroep: Hoeveel bedrijven moeten aan de verplichting voldoen De gegevens met betrekking tot de tijd en kosten die gemoeid zijn met de administratieve handelingen worden verzameld door middel van interviews met bedrijven. Op grond van persoonlijke gesprekken met woordvoerders van bedrijven worden de kosten per handeling voor een gemiddeld efficiënt bedrijf 1 vastgesteld. Door de gegevens te vermenigvuldigen met het aantal bedrijven van de doelgroep en de frequentie is het mogelijk om een oordeel te geven over de AL die voortvloeien uit bepaalde wet- en regelgeving. Tijdens de interviews worden er ook een aantal kwalitatieve gegevens verzameld, die direct handvatten bieden voor vereenvoudiging. Zo wordt onderzocht of informatie wel éénmalig moet worden aangeleverd, of er nog mogelijkheden zijn tot verdere automatisering van de berichtenstroom en of de informatieuitvraag zoals deze is vormgegeven door de overheid wel aansluit bij de informatiestromen die in het bedrijfsleven al aanwezig zijn 2. 1 Het gemiddeld efficiënt bedrijf is een bedrijf dat administratieve activiteiten gemiddeld uitvoert. Dat wil zeggen dat het bedrijf haar taken beter noch slechter uitvoert dan verwacht mag worden. Hoe precies het gemiddeld efficiënt bedrijf wordt vastgesteld is verder uitgewerkt in paragraaf 3.2 2 Zie verder hoofdstuk 4 8

Wat kun je ermee? Aan de hand van de meetresultaten kunnen op een eenvoudige manier vereenvoudigingsmogelijkheden en automatiseringsvoorstellen worden geïdentificeerd. Een meting laat zien op welk punt in de bedrijfsprocessen de administratieve lasten gemaakt worden, en dus waar vereenvoudiging van regelgeving het meeste kwantitatieve effect zal sorteren. Door het detailniveau van de verzamelde gegevens kunnen deze direct gebruikt worden om te analyseren hoe wijzigingen in de informatieverplichtingen de administratieve lasten voor ondernemers verminderen. Een (nul)meting met het SKM is derhalve ook een belangrijk instrument om de administratieve lasten te kunnen verminderen. Naast de kwalitatieve en kwantitatieve informatie die het daadwerkelijke meetproces oplevert, komen er uit de interviews ook nog allerlei andere kwalitatieve gegevens die er toe kunnen bijdragen om het ondernemers makkelijker te maken. Zo wordt er tijdens een meting ook veel informatie verzameld met betrekking tot best practices in bedrijven. Vergelijkingen met de besteding van tijd en middelen in bijvoorbeeld het gemiddeld efficiënte bedrijf kunnen gebruikt worden om andere bedrijven te laten zien hoe zij hun administratieve handelingen sneller en goedkoper kunnen uitvoeren. 9

2. Definities van het Standaardkostenmodel Inleiding In het eerste hoofdstuk is in vogelvlucht beschreven wat het standaardkostenmodel precies inhoudt, hoe het werkt en wat er uiteindelijk allemaal mee mogelijk is. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op het SKM en worden belangrijke definities en uitgangspunten toegelicht en wordt ingegaan op de wijze van rapportage en verslaglegging van de resultaten. Definitie administratieve lasten Om de publieke belangen te kunnen waarborgen legt de overheid aan het bedrijfsleven en aan burgers verplichtingen op tot het doen of nalaten van activiteiten of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen) en daarnaast verplichtingen tot het verschaffen van informatie over die activiteiten en gedragingen (informatieverplichtingen). Aan bovengenoemde verplichtingen kunnen kosten verbonden zijn. Alleen de kosten die voortvloeien uit informatieverplichtingen leiden tot AL. AL definitie voor bedrijven Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. De kernbegrippen uit de definitie zijn (1) informatieverplichtingen, (2) wet- en regelgeving en (3) bedrijfsleven. Deze begrippen worden hieronder behandeld. 2.2.1 Informatieverplichting Om de AL te kunnen berekenen wordt wet- en regelgeving allereerst gescreend op informatieverplichtingen (bv. het opstellen van een rapportage). Onder informatieverplichting wordt hier het volgende verstaan: Informatieverplichting Een informatieverplichting is een verplichting tot het informeren over handelingen en gedragingen ten aanzien van een maatschappelijk waardevol geachte norm (Nijsen, 2003). 10

Een informatieverplichting hoeft niet in te houden dat bedrijven informatie opsturen naar een overheidsinstantie, zoals bv. het geval is bij BTW-verplichtingen. Het kan ook om informatie gaan die bedrijven beschikbaar moeten stellen en op verzoek op dienen te sturen of waar ze inzage in dienen te verlenen, zoals bv. een werk- of gezondheidsverslag. Essentieel is de verplichting dat op enig moment de gegevens beschikbaar moeten zijn voor een overheidsorganisatie en dus opgeleverd kunnen worden. Voor een uitgebreid overzicht van typen informatieverplichtingen zie bijlage 2. Voorbeelden van informatieverplichtingen Aangifte vennootschapsbelasting, opstellen en deponeren jaarrekening, aanvraag vergunningen, algemene bewaarplicht van bescheiden, verstrekken van informatie over zieke werknemer aan arbodienst. Let op!: Informatieverplichtingen aan derden: afbakening administratieve lasten vs. inhoudelijke nalevingskosten De ervaringen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat het bij informatieverplichtingen aan derden soms moeilijk is om te bepalen of de kosten van een verplichting nu moeten worden geschaard onder het begrip administratieve lasten of behoren tot het begrip inhoudelijke nalevingskosten. Dit komt voort uit een verschil in functionaliteit tussen informatieverplichtingen aan de overheid en informatieverplichtingen aan derden. Informatieverplichtingen aan de overheid hebben primair als doel de overheid in staat stellen om de naleving van inhoudelijke verplichtingen te monitoren en te controleren en daarmee input te leveren voor de werkprocessen van de overheid. Bijvoorbeeld, de informatie die wordt overgedragen bij de aanvraag van een vergunning stelt de overheid in staat om te controleren of de aanvrager voldoet aan de inhoudelijke criteria voor het verlenen van de vergunning. Informatieverplichtingen aan derden kennen een geheel andere functionaliteit. Bij informatieverplichtingen aan derden wordt niet de overheid geïnformeerd maar bijvoorbeeld de consument of de patiënt of een werknemer of een ander bedrijf. Daarbij gaat het vaak direct om het beschermen van de belangen van deze derden ofwel het publieke doel zelf. Bijvoorbeeld, bij productinformatie als etikettering van kinderspeelgoed gaat het om het beschermen van het kind. Of ingeval van de medische bijsluiter wordt de patiënt gewezen op mogelijke risico s. 11

Onderstaand zijn een tweetal nieuwe spelregels opgesteld hoe om te gaan met informatieverplichtingen aan derden binnen Meten = Weten 2: De kosten die samenhangen met informatieverplichtingen aan bestuursorganen, zelfstandige bestuursorganen of rechtspersonen met een wettelijke taak behoren te allen tijde te worden geschaard onder het begrip administratieve lasten. Voorbeelden van organisaties met een wettelijke taak: Departementen, Gemeenten, maar ook Kamers van Koophandel, Kadaster, Auteursrechtorganisaties, Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), etc. In alle overige gevallen geldt dat wanneer een wettelijke (informatie)verplichting aan derden direct gericht is op het realiseren van een inhoudelijk doel (veilige werksituatie, schoon milieu, productinformatie, etc.), er sprake is van een inhoudelijke verplichting. Daarbij valt te denken aan de financiële bijsluiter, het beprijzen van producten, de verplichting om etiketten op producten aan te brengen en het factureren. De kosten die gemoeid zijn met de naleving van deze verplichting worden dan tot de inhoudelijke nalevingskosten gerekend. De kosten die gemoeid zijn met het verstrekken van informatie over de wijze waarop/mate waarin de inhoudelijke verplichtingen zijn nageleefd zijn dan de kosten van de informatieverplichtingen (ofwel de administratieve lasten). Voorbeeld van inhoudelijke verplichtingen en informatieverplichtingen aan derden langs deze lijn: De Arbowet stelt eisen aan industriële bedrijven gericht op veiligheid op de werkplek. Om een veilige werkplek te realiseren wordt bijvoorbeeld voorgeschreven dat de werkgever ervoor moet zorgen dat: Dat werknemers een helm dragen op het terrein Dat ze bij bepaalde werkzaamheden handschoenen en een bril dragen Dat bepaalde medewerkers (bijvoorbeeld behorende tot het EHBO-team) een herkenbaar hesje dragen Dat bepaalde gevaarlijke plekken met een opvallende aanduiding worden aangegeven Dat vluchtroutes duidelijk en herkenbaar worden aangegeven Alle kosten die met de naleving van deze verplichtingen zijn gemoeid worden tot de inhoudelijke nalevingskosten gerekend. Als het bedrijf daarnaast de verplichting heeft om informatie (aan de overheid) te verstrekken over de wijze waarop en mate waarin deze 12

verplichtingen in het bedrijf zijn vormgegeven en worden nageleefd (bijvoorbeeld in een RI&E), dan worden de daarmee gemoeide kosten tot de administratieve lasten gerekend. Bron: Weten voor meten; EIM, 2005 2.2.2 Wet- en regelgeving van de overheid Wanneer is vastgesteld dat er sprake is van een informatieverplichting dan is het van belang om te bepalen of deze voortvloeit uit wet- en regelgeving van de overheid. Onder wet- en regelgeving van de overheid wordt het volgende verstaan: Wet- en regelgeving Algemeen verbindende voorschriften (wetten, AMvB's, ministeriële regelingen) en beleidsregels. Algemeen verbindende voorschriften kunnen ook zijn gebaseerd op besluiten van communautaire instellingen (EU) of neergelegd in regels van decentrale overheden (bijv. gemeenten en provincies). Een beleidsregel is een algemene regel die op schrift is vastgesteld door het Rijk voor het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan, anders dan een algemeen verbindend voorschrift. Ten aanzien van EU-regelgeving vallen deze alleen onder de definitie als er op enigerlei wijze sprake is van verankering van deze regelgeving in Nederlandse wet- en regelgeving. Direct werkende verordeningen zoals het Comaunitair Douanewetboek die in het geheel niet zijn verankerd in Nederlandse wet- of regelgeving tellen dus niet mee. Wanneer alleen specifieke bepalingen uit de verordening zijn vastgelegd in de Nederlandse wetgeving, dan worden alleen de administratieve lasten van deze specifieke bepalingen meegenomen bij het berekenen van de administratieve lasten. Zoals gezegd gaat het om AL die voortvloeien uit wet- en regelgeving van de overheid, de Nederlandse overheid in dit geval. Lasten voortvloeiend uit wet- of regelgeving van andere landen telt net mee. Buitenlandse ambassades en in Nederland gevestigde internationale instellingen, zoals Europol en het Internationaal Gerechtshof, worden niet tot de Nederlandse overheid gerekend. Lasten die deze instellingen opleggen vallen niet onder het AL begrip. De overheid is hier als volgt gedefinieerd: Overheid Alle eenheden die voornamelijk gecontroleerd én gefinancierd worden door de overheid zelf. Hiertoe behoren alle Nederlandse overheidsinstellingen, ook als ze werkzaam zijn in het buitenland, zoals Nederlandse ambassades. 13

Vrijwilligheid ten aanzien van de onderliggende activiteit, of een keuze om deze wel of niet te ondernemen speelt geen rol bij de bepaling of informatiekosten wel of niet tot het AL begrip moeten worden gerekend. Op het moment dat een bedrijf met informatiekosten voortvloeiend uit wet- en regelgeving te maken krijgt is er sprake van AL. Voorbeeld Het aanvragen van subsidie of een vergunning is weliswaar vrijwillig, echter wanneer een bedrijf subsidie of een vergunning aanvraagt, is het wettelijk verplicht informatie te verstrekken. De lasten volgend uit een subsidie aanvraag zijn AL. In het kader van zelfregulering kunnen bedrijven ook worden geconfronteerd met informatieverplichtingen. In zo n geval is er geen sprake van AL (immers niet opgelegd door wet- en regelgeving van de overheid). Echter als de overheid besluit de informatie verplichtingen, die de bedrijven zichzelf hebben opgelegd in het kader van de zelfregulering, wettelijk vast te leggen ontstaan er wel AL voor het bedrijfsleven. 2.2.3 Bedrijfsleven Als laatste stap moet worden gekeken of de informatieverplichting die door de overheid via wet- en regelgeving is opgelegd ook betrekking heeft op het bedrijfsleven. Hieronder is de definitie van bedrijfsleven opgenomen. Bedrijfsleven Het bedrijfsleven bestaat uit alle sectoren van de economie, met uitzondering van de publieke delen van het openbaar bestuur, overheidsdiensten en de verplichte sociale verzekeringen (SBI 93 code 75), en het onderwijs (SBI 93 code 80). Voor deze uitzonderingen geldt dat de private onderdelen erin wél onder het bedrijfsleven vallen. Het criterium hierbij is de vraag of organisaties al dan niet kostendekkend zijn. Is dit het geval, dan is er sprake van bedrijfsleven. Zie bijlage 3 voor de door het CBS in de Nationale Rekeningen gehanteerde SBI-indeling. De publieke sector valt uiteraard niet onder het bedrijfsleven. Onder de publieke sector vallen eenheden die activiteiten organiseren in het algemeen belang. Kenmerkend voor die eenheden is dat de werkzaamheden niet worden uitgevoerd met een winstoogmerk. 14

Door de overheid bekostigde instellingen. Ten aanzien van de door de overheid bekostigde instellingen kan worden opgemerkt dat het ministerie in kwestie kan bepalen of deze al dan niet worden meegenomen. Zo worden bijvoorbeeld bekostigde onderwijsinstellingen en publieke omroepen niet en ziekenfondsen en zorginstellingen wel als bedrijfsleven meegenomen. Voorbeelden van grensgevallen die wel als bedrijfsleven worden beschouwd Ziekenhuizen, RIAGG's, particuliere zorgverzekeraars, Gemeentelijke Geneeskundige Diensten (GGD's), Bureaus van Jeugdzorg, pensioenfondsen, reïntegratiebedrijven en CAO-partijen. Daartegenover maken de volgende organisaties wél deel uit van de overheidsdefinitie: Bureau van Gezinsvoogdij, College voor Zorgverzekeringen (beheerder AWBZ). 15

3. Het berekenen van administratieve lasten met het SKM Kostenparameters Om aan een bepaalde informatieverplichting te kunnen voldoen moet een ondernemer verschillende handelingen verrichten (bijvoorbeeld het verzamelen van informatie, het verwerken van informatie, etc.). Die handelingen vereisen daarmee enerzijds een besteding van tijd en geld (tarief). Anderzijds moeten de activiteiten met een zekere frequentie plaatsvinden (één keer per jaar of meerdere keren per jaar) en gelden de wettelijke regeling voor een bepaalde doelgroep. Voor de berekening van de AL dienen de variabelen die ten grondslag liggen aan een handeling vermenigvuldigd te worden. Bovenstaande is te vertalen naar de volgende formules: Berekening administratieve lasten Totale AL van een wet = som van de kosten per informatieverplichting Kosten per informatieverplichting = som van de kosten per handeling Kosten per handeling = P * Q P wordt hierbij gedefinieerd als de kosten van een administratieve handeling en Q als het aantal keren dat de administratieve handeling wordt uitgevoerd. Het gemiddeld efficiënte bedrijf Een AL berekening wordt opgesteld door een inschatting te maken van de AL op basis van een gemiddeld efficiënt bedrijf. Dit houdt in bedrijven binnen een doelgroep die hun administratieve taken gemiddeld efficiënt uitvoeren (mediaan). Met andere woorden, bedrijven voeren hun administratieve beter noch slechter uit dan redelijkerwijs mag worden verwacht. Het gemiddeld efficiënte bedrijf wordt gevonden door gesprekken te houden met een aantal representatieve bedrijven binnen de doelgroep, met mogelijk externe adviseurs die zich bezighouden met de uitbestede taken voor de bedrijven, en eventueel met andere deskundigen. Bij de voorbereiding van het veldwerk wordt per informatieverplichting een gemiddeld efficiënt handelingsprofiel opgesteld. Tijdens de gesprekken wordt dit getoetst en de daarbij behorende tijden uitgevraagd. De consistentie van de antwoorden van bedrijven wordt gecontroleerd. Als er geen consistentie is worden meer gesprekken met bedrijven 16

gevoerd totdat het mogelijk is om een gestandaardiseerde tijdsbesteding met betrekking tot de administratieve handeling voor een gemiddeld efficiënt bedrijf vast te stellen. Segmentering In sommige gevallen zitten er grote verschillen tussen de handelingen die het klein, midden en groot bedrijf moet ondernemen om aan een informatieverplichting te kunnen voldoen. Zo besteedt het midden- en kleinbedrijf veel administratieve taken uit, terwijl grote bedrijven deze vaak in eigen beheer uitvoeren. In die gevallen is het nuttig om in de meting onderscheid te maken tussen de administratieve lasten van een klein, midden en een groot bedrijf. Uitgangspunten bij berekenen AL bestaande wet- en regelgeving Een uniforme rekenmethodiek waarborgt dat metingen met elkaar vergelijkbaar zijn. Deze paragraaf bevat de uitgangspunten voor het meten van administratieve lasten van bestaande wet- en regelgeving. Deze zijn op te splitsen in drie categorieën: Uitgangspunten m.b.t. invulling van componenten P en Q Uitgangspunten m.b.t. het onderzoek / meting Uitgangspunten m.b.t. de rapportage van de resultaten. Uitgangspunten voor het berekenen van P en Q bij bestaande regelgeving Administratieve lasten worden berekend door de kosten (P) per handeling te vermenigvuldigen met het aantal keer dat de handeling per jaar moet worden uitgevoerd(q). Hieronder de uitgangspunten voor het bepalen van de componenten P en Q. Uitgangspunten berekening component P De kosten die samenhangen met een handeling worden bepaald door (1) de tijd die iemand kwijt is met de betreffende handeling en (2) het tarief van de persoon die de handeling uitvoert. Bij het invullen van deze twee variabelen gelden de volgende uitgangspunten: De gegevens met betrekking tot de variabelen tarief en tijd die gemoeid zijn met de administratieve handelingen worden verzameld bij bedrijven. Op grond van persoonlijke gesprekken met woordvoerders van bedrijven worden de met de 17

handeling gemoeide tarief en tijd voor een gemiddeld efficiënt bedrijf 3 bepaald. De methoden die hierbij gebruikt kunnen worden zijn (1) face-to-face interview, (2) telefonisch interview of (3) een expert panel. In het geval van een expert panel wordt een aantal experts uit verschillende bedrijven en overheden bij elkaar gebracht om gezamenlijk de variabelen vast te stellen. De opdrachtnemer dient vooraf voor elke informatieverplichting duidelijk aan te geven welke methode wordt gebruikt voor het verzamelen van de benodigde informatie. Een handeling kan worden uitgevoerd door iemand binnen het bedrijf zelf (intern) of zijn uitbesteed aan iemand buiten het bedrijf (extern). Intern o In het gesprek met de ondernemer wordt bepaald welk kwalificatieniveau vereist is voor de betreffende werkzaamheden. De interne personeelsgroepen zijn de werknemersgroepen binnen de bedrijven die de administratieve activiteiten uitvoeren. Het interne tarief dient gebaseerd te zijn op personeelsgroepen en hun tarief per uur uit de loonindex voor de private sector van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. Een lijst van de personeelsgroepen en hun uurtarief is opgenomen in bijlage 5. Het is verplicht om deze standaardlijst te gebruiken bij het maken van berekeningen. In de uurtarieven zoals opgenomen in bijlage 5 is voor iedere personeelsgroep een 25% opslag voor de bureaukosten opgenomen. De bureaukosten voor elke werknemer staat voor de kosten bovenop de directe loonkosten. De bureaukosten bestaan uit kosten met betrekking tot vaste administratiekosten, zoals bv de kosten van het kantoor (huur of woningafschrijvingen), telefoonkosten, CV en elektriciteit, computerapparatuur, etc. Aangezien er geen centrale statistische bron is voor informatie over de bureaukosten van alle branches en grootte van bedrijven is het moeilijk om een algemeen toepasselijk en accuraat overheadpercentage aan te geven. Als blijkt dat de 25% bureaukosten totaal niet overeenkomt met de bureaukosten die zij aantreffen bij de personeelsgroepen die de administratieve activiteiten verrichten, dan dient men zelf een inschatting te maken van een percentage voor de bureaukosten. Dit dient dan wel te worden aangegeven in het rapportageformat. 3 Het gemiddeld efficiënt bedrijf is een bedrijf dat administratieve activiteiten gemiddeld uitvoert. Dat wil zeggen dat het bedrijf haar taken beter noch slechter uitvoert dan verwacht mag worden. Hoe precies het gemiddeld efficiënt bedrijf wordt vastgesteld is verder uitgewerkt in hoofdstuk 3, p.15. 18

Extern o In sommige gevallen besteden bedrijven de administratieve handelingen uit aan werknemersgroepen buiten het bedrijf. Die personeelsgroepen worden externe personeelsgroepen genoemd. De tarieven van deze externe personeelsgroepen worden gebaseerd op de interviews met de ondernemers. Hierbij dient uitgegaan te worden van de werkelijk door de ondernemer gemaakte kosten inclusief verschuldigde belastingen en premies. Bij externe personeelsgroepen hoeft geen overhead te worden opgeteld bij het uurloon. Met de variabele tijd wordt bedoeld de tijd die het een ondernemer kost in minuten om een bepaalde handeling te verrichten. Uitgangspunten bij berekening component Q Het aantal keren dat een administratieve handeling wordt uitgevoerd, wordt bepaald door (1) het aantal bedrijven waarop de regelgeving van toepassing is en (2) de frequentie waarmee de handeling wordt uitgevoerd. Bij het invullen van deze twee variabelen gelden de volgende uitgangspunten: Aantal bedrijven Het gaat hierbij om het aantal bedrijven waarop de regelgeving van toepassing is. Bij het bepalen van de administratieve lasten moet worden nagegaan wat de doelgroep is van de regelgeving en hoeveel bedrijven daaronder vallen. Frequentie De frequentie geeft aan hoeveel keer per jaar voldaan moet worden aan een informatieverplichting. In veel gevallen kan de frequentie direct ontleend worden aan de wetgeving, echter in bepaalde gevallen kan het gaan om een informatieplicht/activiteit waaraan alle bedrijven in verschillende mate moeten voldoen. Voorbeelden hiervan zijn statistiekverplichtingen en het aanvragen van een vergunning voor een bepaalde activiteit. Het is ook van belang om bewust te zijn dat sommige informatieverplichtingen niet elk jaar vereist zijn dit is bijvoorbeeld van toepassing op diverse statistische informatie. De frequentie van dergelijke plichten is derhalve 0,5 als de statistieken om het jaar ingediend moeten worden en 0,33 als de informatie om de drie jaar ingediend moet worden, etc. 19

In het geval van gebeurtenis gebonden informatieverplichtingen (verplichte vergunningaanvraag voor een activiteit, meldingsplicht) kan de Q veel eenvoudiger worden vastgesteld door een register te raadplegen. Wel moet worden gecontroleerd of de registers volledig en betrouwbaar zijn. In het geval registers worden gebruikt om de Q te bepalen moet in de meting worden vermeld van welk register gebruik is gemaakt. Uitgangspunten m.b.t. onderzoek / meting Gemengde Kosten In sommige gevallen verplicht de overheid via wet- en regelgeving bedrijven informatie te verzamelen en/of te bewaren, terwijl bedrijven deze informatie sowieso al verzamelen en/of bewaren omdat dit van belang is voor hun eigen bedrijfsvoering. De kosten die het verzamelen en/of bewaren van dit soort verplichte informatie met zich meebrengt zouden bedrijven dus (gedeeltelijk) al maken, omdat zij de informatie ook nodig hebben voor hun eigen bedrijfsvoering. In zo n geval is er binnen het Standaardkostenmodel sprake van gemengde kosten. In dit geval gelden de volgende uitgangspunten: Alle informatieverplichtingen met het karakter van gemengde kosten moeten worden gelabeld ; De betrokken partijen (departementen en bedrijfsleven) bepalen samen of het zinvol is om de gemengde kosten uit te splitsen of dat de kosten voor 100% aan de betreffende wet- of regelgeving wordt toegerekend. Dat geeft de betrokken partijen de vrijheid om zelf te bepalen welke transparantie zij nodig hebben om te kunnen komen tot merkbare vereenvoudigingsvoorstellen. De betrokken partijen bepalen vervolgens samen wat de toedeling wordt (bv. 60% bedrijfseigen, 40% overheid). Voor de bepaling van de gemengde kosten zijn twee varianten van belang: De informatieverplichting raakt aan financiële rapportages (registratie van bezittingen/schulden). In dit geval gaan we er van uit dat elk bedrijf is gehouden aan de algemene boekhoudplicht. Dit beschouwen we als een inhoudelijke verplichting en de kosten daarvan zijn geen administratieve lasten. Administratieve lasten ontstaan zodra er op grond van een informatieverplichting gegevens onttrokken moeten worden aan de bedrijfsboekhouding. Het Grootboek geeft meestal de scheidslijn aan tussen bedrijfsboekhouding en de meerkosten als gevolg van wet- en regelgeving. De kosten van alle administratieve handelingen die worden uitgevoerd om de vereiste gegevens na het afsluiten van het Grootboek - te onttrekken aan de bedrijfsboekhouding en alles wat daarna moet gebeuren om te voldoen aan de informatieverplichting zijn voor 100% administratieve lasten. Met andere woorden, ingeval van financiële rapportages zijn er geen gemengde kosten 20