Wat en hoe te meten? Korte handleiding voor het meten van kosten van regeldruk voor bedrijven en burgers

Transcriptie

1 Wat en hoe te meten? Korte handleiding voor het meten van kosten van regeldruk voor bedrijven en burgers Versie 1.0 Datum: Ministerie van EL&I / Ministerie van BZK

2 1. Inleiding Bedrijven en burgers hebben te maken met tal van regels opgelegd door de overheid (Rijksoverheid, medeoverheden, publiekrechtelijke bedrijfsorganen). Aan het naleven van deze regels zijn vaak kosten verbonden, die in verschillende categorieën kunnen worden onderscheiden. In onderstaande figuur worden de kosten voor de samenleving als gevolg van wet- en regelgeving weergegeven. Nalevingkosten Financiële kosten belastingen leges inhoudelijke nalevingkosten retributies premies Kosten Regeldruk administratieve lasten Om haar publieke belangen te kunnen waarborgen, legt de overheid onder andere aan bedrijven en burgers verplichtingen op tot het doen of nalaten van handelingen of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen), en daarnaast verplichtingen tot het verschaffen van informatie over die handelingen en gedragingen (informatieverplichtingen). Hier kunnen kosten aan verbonden zijn. In het geval van inhoudelijke verplichtingen wordt gesproken van inhoudelijke nalevingskosten. De kosten die voorvloeien uit het informeren van de overheid over handelingen en gedragingen worden administratieve lasten genoemd. De inhoudelijke nalevingskosten en de administratieve lasten vormen gezamenlijk de kosten die samenhangen met regeldruk. De Aanwijzingen voor de regelgeving schrijven voor dat de lasten voor bedrijven, burgers en instellingen in de toelichting op de regeling worden verantwoord. In bepaalde gevallen betekent dit dat de inhoudelijke nalevingskosten en de administratieve lasten moeten worden gekwantificeerd. In deze korte handleiding is aangegeven op wijze deze kosten kunnen worden gekwantificeerd. Het doel van deze verkorte handleiding is uitdrukkelijk niet om een uitputtende beschrijving van de meetmethoden te geven. Daarvoor wordt verwezen naar: Meten = Weten 2.0, handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, Regiegroep Regeldruk, September Standaard Meetmodel Inhoudelijke Nalevingskosten, Regiegroep Regeldruk, Den Haag, November Werkmap AL Burgers, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag.

3 Leeswijzer In deze verkorte handleiding is een basisbeschrijving opgenomen voor het berekenen van administratieve lasten (H2) en inhoudelijke nalevingskosten (H3) als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving of andere maatregelen. Ieder hoofdstuk start met een definitie en een korte beschrijving van de methode die moet worden toegepast voor de berekening van de effecten. Vervolgens is beschreven welke gegevens u dient aan te leveren. Bij deze verkorte handleiding is een eenvoudig rekenmodel in Excel opgeleverd. In deze verkorte handleiding wordt deze ook gebruikt om de verschillende gegevens die dienen te worden aangeleverd te illustreren en te verduidelijken. Wij willen hierbij echter opmerken dat het niet verplicht is om voor de berekening van kosten van regeldruk ook gebruik te maken van deze rekentool. Het is echter wel noodzakelijk dat alle gevraagde gegevens op inzichtelijke wijze worden gepresenteerd.

4 2. Administratieve lasten 2.1. Het Standaardkostenmodel Definitie administratieve lasten Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven en/of burgers om te voldoen aan informatieverplichtingen 1 voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het Standaardkostenmodel (SKM) is een methode die het mogelijk maakt om deze administratieve lasten inzichtelijk te maken én aan te pakken. Door wet- en regelgeving te analyseren met behulp van SKM wordt inzichtelijk: Welke informatieverplichtingen voortvloeien uit de wet- en regelgeving; Welke handelingen een ondernemer of burger moet verrichten om aan een informatieverplichting te voldoen; Hoeveel tijd en kosten deze handelingen met zich meebrengen voor de ondernemer of de burger. Om aan een bepaalde informatieverplichting te kunnen voldoen moet een ondernemer of burger verschillende handelingen verrichten (bijvoorbeeld het verzamelen van informatie, het verwerken van informatie, etc.). Die handelingen vereisen enerzijds een besteding van tijd en geld. Anderzijds moeten de activiteiten met een zekere frequentie plaatsvinden (één keer per jaar of meerdere keren per jaar) en geldt de wettelijke regeling voor een bepaalde doelgroep. De volgende formules worden gebruikt bij de berekening van administratieve lasten: Totale AL van een wet = som van de kosten per informatieverplichting Kosten per informatieverplichting = som van de kosten per handeling Kosten per handeling = P * Q P wordt hierbij gedefinieerd als de kosten van een administratieve handeling en Q als het aantal keren dat de administratieve handeling wordt uitgevoerd. Voor het bedrijfsleven wordt P uitgedrukt in geld (door de vereiste tijdsbesteding te vermenigvuldigen met een tarief en daar eventuele bijkomende kosten bij op te tellen). Voor burgers wordt P uitgedrukt in tijd en out-of-pocket kosten Wat wordt u gevraagd om aan te leveren? Om het effect van beleid en wet- en regelgeving op de administratieve lasten in kaart te brengen is het van belang de kosten en/of tijdsbesteding van de informatieverplichtingen per wet of regel te specificeren. Daarbij is interdepartementaal afgesproken de volgende gegevens aan te leveren: Naam van de wet- of regelgeving Totale administratieve lasten 1 Het gaat hierbij alleen om informatieverplichtingen aan de overheid. Informatieverplichtingen aan derden (bv. consumenten, patienten, burgers, etc.) worden beschouwd als inhoudelijke nalevingskosten.

5 Overzicht van de informatieverplichtingen Per informatieverplichting: o Omschrijving o Het artikelnummer waarin de informatieverplichting is opgenomen o Omschrijving van de doelgroep o Toezichthouder / uitvoerende instantie o Oorsprong o De handelingen die door een bedrijf of burger moeten worden verricht om aan de informatieverplichting te kunnen voldoen en daarbij een opgave van de tijd die daarmee samenhangt o Daarnaast voor bedrijven het tarief van de medewerker die de handeling uitvoert o Eventuele out-of-pocket kosten o Omvang van de totale doelgroep of het aantal keer dat de informatieverplichting moet worden uitgevoerd Onderstaand is een tabel opgenomen waarin bovenstaande informatie elementen terugkomen. Per informatie element is een nummer opgenomen. Onder de tabel zijn deze nummers terug te vinden en is een toelichting gegeven op het desbetreffende informatie element. In de tekst wordt verwezen naar de handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven Meten is Weten II (2008) en/of de werkmap AL burgers. Onderstaande tabel is een voorbeeld. Deze tabel is beschikbaar in de vorm van een rekentool in Excel en een bijlage bij deze korte handleiding. U kunt deze gebruiken, maar u bent dit niet verplicht Voorbeeldtabel met toelichting Door de witte velden van de tabel in Excel in te vullen wordt automatisch de totale administratieve lasten van de betreffende Wet, AmvB, MR of andersoortige maatregel berekend. Effect op administratieve lasten (Totaal) <Naam Wet, AmvB of MR> 1 Bedrijven ( ) 0 2a Burgers ( ) 0 2b Burgers (uren) 0 2c Informatieverplichting (IV) <Omschrijving informatieverplichting Kies een van de typen 3 Doelgroep <Omschrijving doelgroep> Kies het type doelgroep 4 Artikelnr. <Opnemen artikelnummer waarin IV is voorgeschreven> 5 Toezichthouder / uitvoerende instantie <Opnemen naam van Toezichthouder en/of uitvoerende instantie 6 Oorsprong <Opnemen oorsprong van IV (A, B, C methode) 7 Tabel handelingen Bron: <opnemen bron voor handelingen en tijd> 8 Handeling Type handeling Tijd (in minuten) <Omschrijving handeling 1> Kies een van de typen 9 <Omschrijving handeling 2> <Omschrijving handeling 3> Kies een van de typen Kies een van de typen

6 <Omschrijving handeling 4> <Omschrijving handeling 5> Kies een van de typen Kies een van de typen Totaal tijd: 10 Tarief <tarief medewerkersgroep die de handeling uitvoert, vermelden bron> Out-of-pocket kosten <Omschrijving kosten, bijvoorbeeld externe inhuur> 12 Kosten (per keer dat aan de informatieverplichting moet worden voldaan) 0 13 Q <Bron voor de totale doelgroep of aantal keer dat de handeling wordt uitgevoerd (frequentie) Totale Administratieve Lasten voor deze informatieverplichting ) Naam Wet, AmvB of MR Vul hier de naam van de betreffende Wet, AmvB, MR of maatregel 2) Effect op administratieve lasten (totaal) Nadat per informatieverplichting de kosten gespecificeerd zijn, worden deze automatisch in dit veld opgeteld. Voor bedrijven worden de administratieve lasten uitgedrukt in geld (2a). Voor burgers worden de administratieve lasten uitgedrukt in tijd (2c) en out-of-pocket kosten (2b). 3) Informatieverplichting De verplichtingen die de overheid oplegt aan bedrijven en burgers tot het verschaffen van informatie over handelingen en gedragingen worden informatieverplichtingen genoemd. Voorbeelden van informatieverplichtingen: - Aangifte vennootschapsbelasting - Opstellen en deponeren jaarrekening - Aanvraag vergunningen - Algemene bewaarplicht van bescheiden In bijlage 2 van de handleiding Meten = Weten 2.0 (AL bedrijven) worden 9 verschillende typen informatieverplichtingen onderscheiden. Geef in het linkerveld een omschrijving van de informatieverplichting. Kies uit het drop-down menu in het rechterveld het type informatieverplichting. 4) Doelgroep Benoem de doelgroep van de regelgeving om te bepalen of het gaat om administratieve lasten voor bedrijven of burgers. 5) Artikelnummer Vermeld hier het artikelnummer waarin de informatieverplichting staat voorgeschreven (artikelnummer binnen Wet, AmvB of MR).

7 6) Toezichthouder/ uitvoerend instantie Hier dient de naam van de toezichthouder of uitvoerende instantie te worden opgenomen. In bijlage 6 van de handleiding Meten is Weten 2.0 is een lijst te vinden met (de belangrijkste) toezichthouders/ uitvoerende instanties. 7) Oorsprong De oorsprong van de informatieverplichting wordt vastgesteld met de ABC verdeling. Geef met het drop-down menu in de tabel de relevante categorie (A, B of C) aan: A. Informatieverplichtingen die uitsluitend en geheel het gevolg zijn van EU regelgeving en andere internationale verplichtingen. De internationale regelgeving geeft aan welke informatie het bedrijfsleven moet verschaffen en op welke manier. B. Informatieverplichtingen die het gevolg zijn van EU regelgeving en andere internationale verplichtingen. Het doel staat omschreven in de internationale of EU regelgeving, maar de omzetting naar nationaal recht wordt aan de Lidstaten overgelaten. De internationale of Europese regelgeving geeft niet aan welke informatie het bedrijfsleven moet verschaffen en op welke manier. C. Informatieverplichtingen die uitsluitend het gevolg zijn van nationale regelgeving. Let op! Soms bestaat een informatieverplichtingen uit verschillende handelingen waarvan sommigen Europees bepaald zijn en anderen weer nationaal. In dat geval moet de A, B, C verdeling op handelingen niveau plaatsvinden. 8) Handelingen Elke informatieverplichting bestaat uit 1 of meerdere handelingen (bijvoorbeeld het verzamelen van informatie, het verwerken van informatie, etc.). 9) Type en tijd handelingen Per handeling wordt er een omschrijving gevraagd met een inschatting van de kosten in tijd (minuten). Verwijs hier naar de gebruikte bron voor de handelingen en tijd. In bijlage 2 van de handleiding worden 18 verschillende typen handelingen onderscheiden. Kies uit het drop-down menu een van de typen.

8 10) Totaal tijd handelingen Wanneer per handeling de tijd ingevuld is, wordt de totale tijd automatisch berekend. 11) Tarief Alleen voor het bedrijfsleven is sprake van een tarief (indien de doelgroep burgers is geselecteerd dan wordt geen tarief gebruikt bij het berekenen van de totale administratieve lasten). Bij het bepalen van het tarief moet in eerste instantie worden uitgegaan van het tarief zoals gehanteerd in de eerdere nulmeting administratieve lasten. Indien men hiervan af wilt wijken moet dit gemotiveerd worden met een bronvermelding. In dat geval dient het tarief voor handelingen die door interne medewerkers worden uitgevoerd gebaseerd te zijn op personeelsgroepen en hun tarief per uur uit de loonindex voor de private sector van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. Een lijst van de personeelsgroepen en hun uurtarief is opgenomen in bijlage 5 van de handleiding. Het is verplicht om deze standaardlijst te gebruiken bij het maken van berekeningen. In de uurtarieven zoals opgenomen in bijlage 5 is voor iedere personeelsgroep een 25% opslag voor de bureaukosten opgenomen. 12) Out-of-pocket kosten In sommige gevallen betrekt het bedrijfsleven externen om te kunnen voldoen aan een informatieverplichting. Voorbeelden daarvan zijn de verplichte accountantscontrole of het laten uitvoeren van een keuring of onderzoek. In dit geval dienen de kosten te worden meegenomen in de berekening. Daarbij dient uitgegaan te worden van de werkelijk door de ondernemer gemaakte kosten inclusief verschuldigde belastingen en premies. Ook burgers kunnen te maken krijgen met out-of-pocket kosten, denk daarbij bijvoorbeeld aan notariskosten. 13) Kosten De kosten voor het bedrijfsleven zijn het product van de totale tijd (ingevuld bij 10) en het tarief (ingevuld bij 11) plus eventuele out-of-pocket kosten (ingevuld bij 12). De administratieve lasten voor burgers zijn de tijdsbesteding (ingevuld bij 10) én de out-of-pocket kosten (ingevuld bij 12). 14) Q (totale frequentie handeling) Het aantal keren dat een administratieve handeling wordt uitgevoerd, wordt bepaald door (1) het aantal bedrijven of burgers waarop de regelgeving van toepassing is en (2) de frequentie waarmee de handeling wordt uitgevoerd. De frequentie geeft aan hoeveel keer per jaar voldaan moet worden aan een informatieverplichting. In veel gevallen kan de frequentie direct ontleend worden aan de wetgeving, echter in bepaalde gevallen kan het gaan om een informatieplicht/activiteit waaraan alle bedrijven in verschillende mate moeten voldoen. Voorbeelden hiervan zijn statistiekverplichtingen en het aanvragen van een vergunning voor een bepaalde activiteit. Het is ook van belang om bewust te zijn dat sommige informatieverplichtingen niet elk jaar vereist zijn dit is bijvoorbeeld van toepassing op diverse statistische informatie. De frequentie van dergelijke plichten is derhalve 0,5 als de statistieken om het jaar ingediend moeten worden en 0,33 als de informatie om de drie jaar ingediend moet worden, etc.

9 15) Totale administratieve lasten per informatieverplichting De totale administratieve lasten per informatieverplichting voor de doelgroep bedrijfsleven is het product van de kosten (ingevuld bij 13) en de Q (ingevuld bij 14). De totale administratieve lasten per informatieverplichting voor de doelgroep burgers zijn het product van de tijdsbesteding (ingevuld bij 10) én van de out-of-pocket kosten (ingevuld bij 12) en de Q (ingevuld bij 14).

10 3. Inhoudelijke nalevingskosten 3.1. Het standaard meetmodel inhoudelijke nalevingskosten Inhoudelijke nalevingskosten zijn de directe kosten die samenhangen met de naleving van inhoudelijke verplichtingen. Inhoudelijke verplichtingen zijn alle wettelijke verplichtingen van het bedrijfsleven om direct te voldoen aan normen, standaarden, gedragscodes en alle overige eisen gericht op het borgen van publieke doelen. Hierbij gaat het om de bescherming van het milieu, de gezondheid, de veiligheid, de privacy de integriteit en alle overige publieke doelen waarvan de realisatie mede afhankelijk is van gedragingen van en toestanden in bedrijven en hun relevante omgeving (andere bedrijven, werknemers, cliënten, patiënten, etc.). Voorbeelden van inhoudelijke verplichtingen en inhoudelijke nalevingskosten: De Arbowet stelt eisen aan bedrijven gericht op veiligheid op de werkplek. Om een veilige werkplek te realiseren wordt bijvoorbeeld voorgeschreven dat de werkgever ervoor moet zorgen dat: Werknemers een helm dragen op het terrein Werknemers bij bepaalde werkzaamheden handschoenen en een bril dragen Bepaalde gevaarlijke plekken met een opvallende aanduiding worden aangegeven Vluchtroutes duidelijk en herkenbaar worden aangegeven Dit zijn voorbeelden van inhoudelijke verplichtingen. Alle kosten die met de naleving van deze verplichtingen zijn gemoeid worden tot de inhoudelijke nalevingskosten gerekend. Let op! Informatieverplichtingen aan derden consumenten, cliënten, werknemers en bedrijven vallen ook onder de definitie van inhoudelijke nalevingskosten. Voor het kwantificeren van de inhoudelijke nalevingskosten wordt gebruik gemaakt van het standaard meetmodel inhoudelijke nalevingskosten (SMIN). Door wet- en regelgeving te analyseren met behulp van SMIN wordt inzichtelijk: Welke inhoudelijke verplichtingen voortvloeien uit de wet- en regelgeving; Welke kosten een ondernemer moet maken om aan een inhoudelijke verplichting te voldoen; 3.2. Wat wordt u gevraagd om aan te leveren? Om het effect van wet- en regelgeving op de inhoudelijke nalevingskosten in kaart te brengen is het van belang de kosten van de inhoudelijke verplichtingen per wet of regel te specificeren. Daarbij is interdepartementaal afgesproken dat de volgende gegevens moeten worden aangeleverd: Naam wet- of regelgeving Totale inhoudelijke nalevingskosten van de wet- of regelgeving Overzicht van de inhoudelijke verplichtingen Per inhoudelijke verplichting: o Omschrijving o Artikelnummer waarin de inhoudelijke verplichting is opgenomen

11 o Omschrijving van de doelgroep en omvang daarvan o Toezichthouder / Uitvoerende instantie o Oorsprong o Omschrijving van de investeringskosten incl. omvang van deze kosten en bron daarvoor o Omschrijving van het effect op de productiekosten incl. omvang en bron daarvoor o % bedrijfseigen kosten van de inhoudelijke nalevingskosten o Totale inhoudelijke nalevingskosten Onderstaand is een tabel opgenomen waarin bovenstaande informatie elementen terugkomen. Per informatie element is een nummer opgenomen. Onder de tabel zijn deze nummers terug te vinden en is een toelichting gegeven op het desbetreffende informatie element. In de tekst wordt verwezen naar de handleiding voor het definiëren en meten van inhoudelijke nalevingskosten voor het bedrijfsleven; Standaard Meetmodel Inhoudelijke Nalevingskosten, Regiegroep Regeldruk, November Onderstaande tabel is een voorbeeld. Deze tabel is beschikbaar in de vorm van een rekentool in Excel en een bijlage bij deze korte handleiding. U kunt deze gebruiken, maar u bent dit niet verplicht.

12 3.3. Voorbeeldtabel met toelichting Door de witte velden van de tabel in Excel in te vullen wordt automatisch de totale inhoudelijke nalevingskosten van de betreffende Wet, AmvB of MR berekend. Naam <Naam Wet, AmvB of MR> 1 Inhoudelijke nalevingskosten toe te rekenen aan de overheid (Totaal) 0 2 Inhoudelijke verplichting <Omschrijving inhoudelijke verplichting 3 Artikelnr. <Opnemen artikelnummer waarin inhoudelijke verplichting is voorgeschreven> 4 Doelgroep <Omschrijving doelgroep> 5 Toezichthouder / uitvoerende instantie <Opnemen naam van Toezichthouder en/of uitvoerende instantie 6 Oorsprong <Opnemen oorsprong van IV (A, B, C methode) 7 Tabel kosten Bron: <opnemen bron voor kosten> 8 Kies een van de typen Omschrijving kosten 0 Kies een van de typen Omschrijving kosten 0 (P) Totale kosten 0 9 Q <Bron voor de totale doelgroep of aantal keer dat de handeling wordt uitgevoerd (frequentie) 0 10 Totale Inhoudelijke nalevingskosten voor deze inhoudelijke verplichting 0 11 % Bedrijfseigen <Bron voor het percentage dat bedrijfsvreemd is> 0,00% 12 Totale Inhoudelijke nalevingskosten voor deze inhoudelijke verplichting toe te schrijven aan de overheid 0 13

13 1) Naam Wet, AmvB of MR Vul hier de naam van de betreffende Wet, AmvB of MR 2) Inhoudelijke nalevingskosten toe te schrijven aan de overheid (totaal) Nadat per inhoudelijke verplichting de kosten gespecificeerd zijn, worden deze automatisch in dit veld opgeteld. 3) Inhoudelijke verplichting Inhoudelijke verplichtingen zijn alle wettelijke verplichtingen van het bedrijfsleven om direct te voldoen aan normen, standaarden, gedragscodes en alle overige eisen gericht op het borgen van publieke doelen. 4) Artikelnummer Vermeld hier het artikelnummer waarin de inhoudelijke verplichting staat voorgeschreven (artikelnummer binnen Wet, AmvB of MR). 5) Doelgroep Benoem de doelgroep van de regelgeving om te bepalen hoeveel bedrijven te maken hebben met de inhoudelijke verplichting. 6) Toezichthouder/ uitvoerend instantie Hier dient de naam van de toezichthouder of uitvoerende instantie te worden opgenomen. In bijlage 6 van de handleiding Meten is Weten 2.0 is een lijst te vinden met (de belangrijkste) toezichthouders/ uitvoerende instanties. 7) Oorsprong De oorsprong van de inhoudelijke verplichting wordt vastgesteld met de ABC verdeling. Geef met het drop-down menu in de tabel de relevante categorie (A, B of C) aan: A. Inhoudelijke verplichtingen die uitsluitend en geheel het gevolg zijn van EU regelgeving en andere internationale verplichtingen. De internationale regelgeving geeft aan welke inhoudelijke verplichting het bedrijfsleven heeft en op welke wijze zij daaraan moet voldoen. B. Inhoudelijke verplichtingen die het gevolg zijn van EU regelgeving en andere internationale verplichtingen. Het doel staat omschreven in de internationale of EU regelgeving, maar de omzetting naar nationaal recht wordt aan de Lidstaten overgelaten. De internationale of Europese regelgeving geeft niet aan welke inhoudelijke verplichting het bedrijfsleven heeft. C. Inhoudelijke verplichtingen die uitsluitend het gevolg zijn van nationale regelgeving. Let op! Soms bestaat een inhoudelijke verplichtingen uit verschillende activiteiten/investeringen waarvan sommigen Europees bepaald zijn en anderen weer nationaal. In dat geval moet de A, B, C verdeling op activiteiten niveau plaatsvinden.

14 8) Kosten Nalevingskosten bestaan uit investeringskosten en/of kosten die voortkomen uit effecten op de productiekosten. Kies in de linkerkolom uit het drop-down menu een van de typen. Geef vervolgs een omschrijving van de kosten. Geef als investeringskosten de kosten weer die gemoeid zijn met de aanschaf van vereiste investeringsgoederen, met de installatie daarvan in het bedrijf en de eventueel bijkomende (ver)bouwkosten. Deel de totale kosten vervolgens door de afschrijvingstermijn. Geef dit bedrag weer in de rechterkolom. Voorbeelden van investeringskosten Aanschaf van machines en installaties Aanschaf, installatie en testen van hard- en software (Hulp)middelen voor personeel (bijvoorbeeld veiligheidsbrillen) Bouwkundige aanpassingen Geef als effect op de productiekosten de eventuele extra productiekosten weer die optreden nadat de investeringen voor de inhoudelijke verplichting zijn gedaan. Voorbeelden effect op productiekosten De kosten van extra personeel Hoger energieverbruik Extra verbruik van grond/hulpstoffen 9) Totale kosten De totale kosten worden in dit veld automatisch bij elkaar opgeteld. 10) Q (totale frequentie) Het aantal keren dat een activiteit of investering op jaarbasis wordt geëffectueerd, wordt bepaald door (1) het aantal bedrijven waarop de regelgeving van toepassing is (de doelgroep) en (2) de frequentie waarmee de oplossing moet worden geëffectueerd. De frequentie geeft aan hoeveel keer per jaar voldaan moet worden aan een inhoudelijke verplichting. In veel gevallen kan de frequentie direct ontleend worden aan de wetgeving. 11) Totale inhoudelijke nalevingskosten voor deze inhoudelijke verplichting In dit veld wordt automatisch berekend wat de totale inhoudelijke nalevingskosten zijn voor deze inhoudelijke verplichting. Dit is het product van de totale kosten (ingevuld bij 9) en de Q (ingevuld bij 10). 12) Percentage bedrijfseigen Geef hier het percentage weer van de kosten die worden gemaakt die bedrijfseigen zijn.

15 Oftewel, de kosten die de ondernemer ook zou maken als de overheid de verplichting niet op zou leggen. Het is van belang om hier altijd een goede bron bij op te geven. 13) Totale Inhoudelijke nalevingskosten voor deze inhoudelijke verplichting toe te schrijven aan de overheid In dit veld wordt automatisch berekend wat de totale inhoudelijke nalevingskosten zijn voor deze inhoudelijke verplichting die toe te schrijven zijn aan de overheid. Dit is het product van de totale kosten (ingevuld bij 11) en het percentage van de kosten dat bedrijfseigen is(ingevuld bij 12).