SAMEN. streven naar duurzame. economische groei



Vergelijkbare documenten
Uitdagingen voor een financiële sector ten dienste van mens en economie. Financial Forum Gent, 29 mei 1

Overheveling van de stimuli voor de woningmarkt naar het regionale niveau voorstellen van de BVK

Marktevoluties van de hypothecaire markt in België

10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS

Hypothecair krediet: duurzame groei

Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Renovatiekredieten populairder dan ooit

Uitdagingen voor een financiële sector ten dienste van mens en economie

Wet KMO-financiering en Gedragscode

Belgische hypothecaire kredietmarkt keert terug naar normaal niveau

Wet KMO-financiering en Gedragscode

Nooit eerder werd zoveel hypothecair krediet verstrekt

Zoals algemeen bekend, veranderen de regels op spaarboekjes op 1 april In bijgevoegd dossier wordt het nieuwe systeem gedetailleerd uitgelegd.

Centrale voor kredieten aan ondernemingen

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

De financiële sector 2,5 jaar na de crisis Ervaring en visie van Febelfin

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Verantwoorde kredietverlening

Bankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen

De 3 presentaties van "Duurzaam en betaalbaar wonen in Vlaanderen" op staan na elkaar.

Financiering van de Vlaamse economie

Sterke groei van renovatiekredieten

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Uw spaarrekening: een lage opbrengst in ruil voor veiligheid?

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Januari Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Investeer nu in een duurzame toekomst.

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Hypothecair krediet 1ste trimester 2014 : verdere daling aanvragen en verstrekkingen

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Kredietomloop aan ondernemingen bereikt nieuw record

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

De geconsolideerde winst van het boekjaar bedraagt 97,08 miljoen euro. Vergeleken met vorig jaar is dat 26,55 miljoen euro of 37,65 % hoger.

Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Sterke vraag naar hypothecair krediet

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Kredietverlening aan ondernemingen blijft op peil, maar waakzaamheid is geboden voor de toekomst

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

Volume nieuwe kredieten aan ondernemingen stijgt aanzienlijk in 3de trimester

Agenda. 2011, een bewogen jaar Waarheen met onze pensioenen? Besluit Questions & Answers

De begroting voor een eigen woning: een kopzorg voor de Belgen!

Beroepsvereniging van het Krediet

De waarheid over de notionele intrestaftrek

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

Presentatie Demetris Hypotheek- en verzekeringsbeurs Delta Lloyd Life 23/02/ Kinepolis Imagibraine - Braine l Alleud

FINANCIERINGEN PMV WEEK VAN DE BEDRIJFSOVERDRACHT 26 OKTOBER 2015

Kredietverlening aan zelfstandigen en ondernemingen - Stand van zaken

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

Voorontwerp van wet tot verdere versterking van de stabiliteit van de Belgische banksector

Belgische vastgoedfiscaliteit past niet in Europees keurslijf

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, mei BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Voorontwerp van Wet tot verdere versterking van de stabiliteit van de Belgische banksector. Bankenwet - Minister van Financiën Koen Geens

Wie mag lenen of ontlenen? De kredietgever moet een natuurlijke persoon zijn die woont in het Vlaams Gewest. Bovendien is vereist dat die persoon:

Leuven, 7 oktober Marcia DE WACHTER

EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID)

Centrale voor kredieten aan particulieren

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Financieel Forum Leuven 11 oktober Herman Daems

Van belang. Het verhaal van de Nederlandse Vereniging van Banken

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

ReThink:Tax. Mobiliseren van spaargeld voor productieve investeringen. ReThink:Tax. Strategische denkpistes inzake de fiscaliteit van het privé sparen

Dexia. Jaarresultaten /02/2017 Perspresentatie

Winwinlening De Vlaamse Cooreman-Declercq voor KMO s: reeds 98,4 mio leningen

Belfius. Gisteren, vandaag, morgen. Jos Clijsters, Voorzitter Raad van Bestuur Belfius. 18 december 2014

Principes om op verantwoorde wijze consumentenen hypothecair krediet aan te gaan en te verstrekken

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting

1. Hoeveel aanvragen voor een zorgtraject werden in de tussentijd al door de bankensector ontvangen? Graag een overzicht per provincie.

VASTGOED, EEN BOUWSTEEN VAN UW VERMOGEN. Thomas Weyts Expert Tax & Estate Planning

Regeringsverklaring. woensdag 31 december "Werken aan het vertrouwen"

ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester

Ontwikkelingen in de financiële sector in Nederland; gevolgen voor MKB en Kredietunies.

Nationale Bank van België, Brussel.

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

WONINGFONDS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MEMORANDUM - SAMENVATTING

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

Macroprudentieel verslag

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Dexia. Resultaten van het 3 e kwartaal van /11/2016

Financiering Rudi Ceunen

We kiezen voor economische groei als katalysator voor welvaart, welzijn en geluk. Citaat Toekomstverklaring

Hervorming gereglementeerde spaarrekeningen Veelgestelde vragen

Spaarbank. Est. 1956

Economische vooruitgang

Transcriptie:

SAMEN streven naar duurzame economische groei

Inhoudstafel INTRO 3 Voorwoord 4 Voorstelling van de financiële sector in cijfers 6 Voorstelling van Febelfin 8 KERNTAKEN T.O.V. DE ECONOMIE EN DE MAATSCHAPPIJ 10 Zal de financiële sector zijn kerntaken t.o.v. de economie en de maatschappij kunnen blijven behartigen? 12 CONCRETE BELEIDSVOORSTELLEN 22 DE FINANCIERING VAN DE ECONOMIE 24 De financiering van de gezinnen 26 Behoud het stelsel van de woonbonus 26 Laat het consumentenkrediet een ondersteunende rol spelen in de economie 30 De financiering van de ondernemingen 32 Harmoniseer de verschillende kredietondersteunende regelingen 32 Versterk de financiële onafhankelijkheid van ondernemingen 34 Werk de discriminatie bij FEDER-steun weg 35 EVENWICHTIG OMGAAN MET SPAREN EN BELEGGEN 36 Spaargeld 38 Benader de spaarfiscaliteit als een aspect van de capaciteit tot financiering 38 Behoud de technische kenmerken van het spaarboekje 41 Beleggersbescherming 42 Streef naar een meer evenwichtige en duurzame vorm van beleggersbescherming 42 De financiering van de vergrijzing 44 Moedig de tweede pensioenpijler aan 44 Fiscaal klimaat 48 Creëer een evenwichtig, voorspelbaar, rechtvaardig en eenvoudig fiscaal klimaat 48 Hou de sectorale heffingen en taksen draaglijk 49 Hervorm het BTW-stelsel voor de financiële sector 52 Aanbod om mee na te denken over toekomstige fiscaliteit van financiële producten 53 Hef de opgelegde 'gelijke behandeling' van Belgische en buitenlandse ICB s op 56 ZORGEN VOOR EEN MODERNE EN EFFICIËNTE FINANCIËLE INFRASTRUCTUUR 58 Digitale, nieuwe economie 60 Stimuleer het elektronisch betaalverkeer op alle niveaus 60 Ondersteun hoog-innovatieve activiteiten 64 Laat iedereen zijn steentje bijdragen op de weg naar veilig internetbankieren 66 Waardevervoer 69 Stel een minimum dienstverlening in voor het waardevervoer 69 BELGIË BINNEN EUROPA 70 Coherente regelgeving 72 Creëer coherente regelgeving en voer een cumulatieve impactanalyse uit 72 Gelijke voorwaarden 74 Creëer een sectoraal en Europees gelijk speelveld 74 Weerslag van de bankenunie 77 Bied snel duidelijkheid over de toekomstige toezichtsregeling en de nationale wisselwerking binnen de Europese bankenunie 77 Maak herstel- en resolutieplannen op met inachtneming voor het proportionaliteitsbeginsel 78 Stem de nationale hervorming van de depositobescherming af op de Europese 80 MACRO-ECONOMISCHE CONTEXT 82 De economie en de financiële sector: communicerende vaten 90 Groei en jobs 91 Gezonde overheidsfinanciën 96 Vergrijzing 97 DEELVERENIGINGEN EN BESTUURDERS 98

De financiële sector: financieel zorgenkind of een katalysator voor duurzame groei?

2 1.

INTRO 3

4 Voorwoord

PLEIDOOI OM WERK TE MAKEN VAN EEN VER- TROUWENWEKKENDE TOEKOMSTVISIE Via dit visiedocument wenst Febelfin een constructief debat aan te gaan en mogelijke denkoefeningen en bouwstenen aan te reiken voor een structureel gezonde financiële sector die ten volle zijn rol kan spelen in de economie. Samen met alle betrokken partijen kunnen we de lessen uit het verleden op een duurzame wijze vastkoppelen aan de kansen die de 21ste eeuw biedt (veranderend consumentengedrag, innovatieve technologie,...). Met dit visiedocument wensen we alvast constructief mee te stappen in het verhaal. De vraag die we ons daarbij moeten durven stellen, is: welke financiële sector wenst de samenleving? Het antwoord op die vraag vereist een genuanceerd en evenwichtig debat, wars van emotie. Febelfin pleit voor een gediversifieerde sector die, op maat van de consumenten en ondernemingen, kredieten kan verlenen tegen concurrerende tarieven en die de economische groei kan financieren. Een sector die evenwichtig omgaat met het spaar-en beleggingsgeld van de burgers en die zorgt voor een moderne en efficiënte financiële infrastructuur, opdat financiële transacties in goede banen geleid kunnen worden. In het eerste deel van dit visiedocument wensen we vooral in te gaan op de vraag of de financiële sector van morgen zijn kerntaken nog voldoende ter harte zal kunnen nemen. We kijken daarbij naar de invloed van recente evoluties en regelgeving, denk maar aan de bankenwet, op de toekomst van België als financieel centrum. In het tweede deel van dit visiedocument worden een reeks nieuwe voorstellen geformuleerd op verschillende financiële gebieden of worden bestaande dossiers van de nodige feedback voorzien. De toekomst van België als financieel centrum is onlosmakelijk verbonden met het ruimere macro-economische klimaat in België. De financiële sector in België en de economie werken immers als communicerende vaten. Wij sluiten dit visiedocument dan ook graag af met deze ruimere economische context die enkele mogelijke oplossingen aanreikt om het Belgische model betaalbaar en competitief te houden. Wij wensen u veel leesplezier. Filip Dierckx Voorzitter Febelfin Michel Vermaerke Gedelegeerd bestuurder Febelfin 5

VOORSTELLING VAN DE FINANCIËLE SECTOR IN CIJFERS De financiële sector in cijfers Financiering van de economie UITSTAANDE LENINGEN VERSTREKT DOOR DE IN BELGIË GEVESTIGDE BANKEN aan Belgische overheden aan gezinnen (o.a. hypothecaire kredieten) aan ondernemingen Cijfers van 12/2013 86,0 mia EUR Evenwichtig omgaan met sparen en beleggen Geld op spaarboekjes Cijfer van 12/2013 Beheer voor rekening van derden Cijfer van 12/2012 Leasing (roerend & onroerend) Cijfer van 12/2012 Geldautomaten 8.701* Geldafhalingen/jaar Kantoren (banken en gevolmachtigde agenten) 7.138* Zelfstandige agenten 3.877* Abonnementen internetbankieren 186,9 mia EUR 117,8 mia EUR 249,9 mia EUR 225 mia EUR 12,3 mia EUR Zorgen voor een moderne en efficiënte financiële infrastructuur Transacties internetbankieren/jaar Aantal betalingen met de kaart (debet- en kredietkaart)/jaar Betalingen met de kaart (debet- en kredietkaart)/jaar Cijfers van 12/2012 * Cijfers van 12/2013 295,1 mio EUR 10,1 mio* 434 mio EUR 1,2 mia EUR 66,9 mia EUR 6

Financiële sector in het algemeen Banken 104** Kredietinstellingen naar Belgisch recht 42** Asset Managers (beleggingsondernemingen en fondsbeheerders) Tewerkstelling (banksector) 65*** 59.263 jobs* * Cijfer van 12/2012 ** Cijfers van 12/2013 *** Cijfer van 09/2013 Balanstotaal Cijfer van 09/2013 996,7 mia EUR Nooit meer 2008: de financiële sector 5 jaar na de crisis Afbouw balans -36,4% Toename kapitaal en reserves +22,4% Afbouw hefboom -49,7% Geconsolideerde basis cijfers tussen 09/2007 en 09/2013 Toename uitstaande bankleningen aan Belgische overheden 12/2007-11/2013 Toename uitstaande bankleningen aan Belgische gezinnen (hypothecaire kredieten) 12/2007-11/2013 Toename uitstaande bankleningen aan Belgische ondernemingen 12/2007-11/2013 +25,1% +34,1% +21,3% Toename geld op gereglementeerde spaarboekjes +67,9 % Cijfers tussen 12/2007 en 11/2013 Bron cijfers: Febelfin-berekeningen gebaseerd op cijfers van de NBB Meer gedetailleerde informatie vindt u op p.82 in het hoofdstuk 'Macro-economische context'. 7

VOORSTELLING VAN FEBELFIN Voorstelling van Febelfin vzw is de Belgische federatie van de financiële sector. Ze verzoent de belangen van haar leden met die van de beleidsmakers, toezichthouders, beroepsverenigingen en belangengroepen op nationaal en Europees niveau. 8

neemt standpunten in voor en door haar leden: grootbanken, nichespelers, niet-bancaire financiële instellingen en organisaties, aanbieders van financiële infrastructuur, enz.; vertegenwoordigt leden op nationaal en Europees niveau en voert sociale onderhandelingen; verleent diensten: ze informeert, duidt en geeft advies en verstrekt ook opleiding via Febelfin Academy; communiceert met de leden en het grote publiek en neemt deel aan debatten op professioneel, politiek en maatschappelijk vlak. Bezoek ook www.febelfin.be. +270 leden 5 deelverenigingen 10leden met bijzonder statuut (dit zijn niet-bancaire financiële instellingen en organisaties): Belgian Venturing Association, Belgische Beroepsvereniging der Factormaatschappijen, Belsipa, Erkenningsraad voor effectenmakelaars, Euroclear, Isabel, LCH. Clearnet, NYSE Euronext, SWIFT, Worldine 9

10 2.

KERNTAKEN T.O.V. DE ECONOMIE EN DE MAAT- SCHAPPIJ 11

KERNTAKEN VOOR DE ECONOMIE EN DE GEMEENSCHAP Kerntaken ZAL DE FINANCIËLE SECTOR ZIJN KERNTAKEN T.O.V. DE ECONOMIE EN DE MAATSCHAPPIJ KUNNEN BLIJVEN BEHARTIGEN? In juni 2013 lanceerde Febelfin een strategische agenda die de krijtlijnen voor de financiële sector uittekende voor de komende 5 jaar. De agenda was de concrete uitkomst van een grootschalig onderzoek binnen de financiële sector, met als resultaat de 3-3-4 strategie: de 3 kerntaken van de financiële sector, de 3 sleutels tot succes en de 4 engagementen die de sector zelf wenste na te streven. De 3 kerntaken van de financiële sector zijn een vertaling van zijn maatschappelijke en economische rol: 3 kerntaken De financiering van de economie Evenwichtig omgaan met sparen en beleggen Zorgen voor een moderne en efficiënte financiële infrastructuur 12

Binnen de eerste kerntaak 'de financiering van de economie' wenst de financiële sector in te zetten op drie verschillende prioritaire pijlers: Bancaire basisfinanciering Alternatieve financiering Versterking van het eigen vermogen van de ondernemingen Elk van deze aspecten komt uitvoerig aan bod in het tweede deel van dit visiedocument. Sinds de zomer van 2013 zijn er heel wat initiatieven op het stuk van regelgeving en reglementering genomen die een belangrijke invloed zullen uitoefenen op de toekomst van de sector. Net daarom wordt in dit visiedocument de belangrijkste regelgeving bekeken vanuit het oogpunt van de 3 kerntaken van de financiële sector. De twee cruciale vragen zijn: kan de sector in dit nieuwe landschap nog ten volle zijn rol spelen? En welke toekomst is er daarbij weggelegd voor België als financieel centrum? Meer informatie over de strategische agenda vindt u via http://3-3-4.febelfin.be. 13

KERNTAKEN VOOR DE ECONOMIE EN DE GEMEENSCHAP Kan de financiële sector in het nieuwe landschap zijn rol nog ten volle spelen? De bankenwet als sluitstuk van het financiële transformatieproces Eind 2013 bereikte de federale regering een akkoord over de bankenwet. Via deze uitvoerige wet probeerde de regering om ongewenste speculatieve activiteiten in te perken, het remuneratiebeleid voor topbankiers te herzien, de bescherming van de spaarder te verbeteren en tot slot Europese financiële regelgeving om te zetten in nationale regelgeving. Febelfin begrijpt ten volle de politieke visie van waaruit de bankenwet is opgesteld: een streven naar een veiliger banksysteem met een grotere bescherming voor de spaarder. Positief is dat de bankenwet zowel een duidelijk antwoord formuleert op die doelstellingen als een oplossing biedt om ze te behalen. De kerntaak van de financiële sector als een van de sectoren met de meest ingrijpende weerslag op de maatschappij is en blijft de financiering van de economie. België kent een zeer open en export-georiënteerde economie die grotendeels op KMO s berust. De financiële sector maakt zich zorgen dat de limieten die de bankenwet oplegt aan de financiële instellingen in het kader van de ontwikkeling van hun handelsactiviteiten, al te beperkend zouden kunnen werken. Hierdoor is het niet onmogelijk dat er onvoldoende toegespitste kredietverlening beschikbaar is bij een toekomstige economische expansie. Zeker voor de KMO s, die meer dan grote ondernemingen een beroep doen op bankkrediet, kan dit grote gevolgen hebben en zou dit zuurstof uit de economie kunnen halen. Het is belangrijk om een beleidsvisie te ontwikkelen die vertrekt vanuit het principe dat voor de broodnodige groei en investeringen in België krediet nodig is. De financiële sector wil opnieuw voortuitkijken en zijn rol blijven spelen in de toekomst. De bankenwet moet het sluitstuk vormen van het financiële en bancaire transformatieproces dat plaats gevonden heeft sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008. Men moet echter Het is belangrijk om een beleidsvisie te ontwikkelen die vertrekt vanuit het principe dat de broodnodige groei en investeringen in België krediet nodig hebben. De bankenwet moet een sluitstuk vormen van het financiële en bancaire transformatieproces dat plaats gevonden heeft sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008. 14

voorkomen dat de bankenwet een mondstuk wordt en de economische groei in de kiem smoort. De financiële sector zal de bankenwet en de weerslag ervan grondig evalueren. Laten we ervoor zorgen dat de kredietverlening alle kansen krijgt In 2013 hechtte de federale regering haar goedkeuring aan de wet houdende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. In de wet is bepaald dat een bank telkens de best passende kredietsoort moet aanbieden aan een onderneming, worden informatieverplichtingen opgelegd en wordt de wederbeleggingsvergoeding bij het vervroegd terugbetalen van een lening beperkt. Tegelijk met de wet werd een gedragscode tussen de financiële sector en enkele werkgeversorganisaties opgesteld om in de concrete uitwerking van sommige principes zoals vastgelegd in de wet te voorzien. Debetrentetarieven van de bancaire leningen aan niet-financiële vennootschappen (*) (maandgegevens, leningen tot 1 miljoen) 2,25 2,00 1,75 1,50 1,25 1,00 0,75 0,50 9 8 7 6 5 4 3 2 0,25 1 Gewogen gemiddelde rente 0,00 2008 2009 2010 2011 2012 2013 0 5 4 (in %) Standaardafwijking van de rentetarieven (**) (linkerschaal) België Duitsland Frankrijk Italië Spanje Portugal Ierland (rechterschaal) 3 2 2009 2010 2011 2012 2013 Bron: NBB Bron: ECB, NBB * Rentetarieven voor nieuwe leningen, alle looptijden samen ** Standaardafwijking van de rentetarieven voor de twaalf lidstaten van het eurogebied op 1 januari 2002, met uitzondering van Luxemburg. Bron: NBB (MIR-enquête en Schema A). GEMIDDELDE OVER DE PERIODE 2007-2013 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 5,03% 5,32% 3,73% 3,20% 3,45% 3,07% 2,97% Bron: NBB-cijfers - Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen (actuele cijfers) 15

KERNTAKEN VOOR DE ECONOMIE EN DE GEMEENSCHAP Ongekend Aangevraagd en geweigerd Aangevraagd en geweigerd wegens te hoge kost Aangevraagd en deels goedgekeurd Aangevraagd en het grootste deel goedgekeurd Aangevraagd en integraal goedgekeurd Voorstelling Febelfin op gegevens ECB: Survey on the Access to Finance of SMEs in the Euro Area (april september 2013) Opnieuw heeft Febelfin alle begrip voor de vraag naar een zo vlot mogelijke kredietverlening voor KMO s, die de kern van de Belgische economie vormen. De weigeringsgraad en de kostprijs van ondernemingskrediet in België behoren echter tot de laagste in Europa. Sinds de financiële crisis in 2008 is het volume aan ondernemingskrediet sterk toegenomen en de kostprijs verder gedaald. Deze vlotte toegang tot ondernemingskrediet biedt België een concurrentievoordeel ten opzichte van zijn buurlanden. De nieuwe wet is bedoeld om gevallen van misbruik in de relatie tussen kredietinstelling en onderneming te voorkomen. Febelfin vraagt zich echter af of de gevolgen van die wet niet te ver gaan. Door een overdreven juridisering en bureaucratisering van het kredietproces, waarbij nog weinig ruimte bestaat voor persoonlijke interactie tussen bankier en ondernemer, lijkt het erop dat de huidige wetgeving de kredietverlening in de toekomst zal bemoeilijken. De vrees bestaat dan ook dat het Belgische concurrentievoordeel uitgehold zal worden. Febelfin zal de tweejaarlijkse evaluatie zoals bepaald in de wet dan ook aangrijpen om een ernstige analyse te maken. 16

De waaier aan regelgeving kan leiden tot een verminderde financieringscapaciteit Naast regelgeving zoals de bankenwet en de wet op KMO-kredieten ziet de financiële sector, en in het bijzonder de bankensector, zich geconfronteerd met een toevloed aan Europese regelgeving die omgezet wordt in nationale regelgeving. We denken daarbij onder meer aan CRD IV, MiFID II, Bank Recovery & Resolution Directive, Deposit Guarantee en Resolution Funds, Febelfin vreest dat deze opeenstapeling van regelgeving in combinatie met een wijzigend macro-economisch klimaat zal leiden tot een afnemende financieringscapaciteit van de financiële sector in België: groei BBP => meer vraag naar krediet => meer consumentenvertrouwen => minder spaardrift => minder grondstof voor krediet =>., zie ook p.38. Een vlotte kredietverlening is fundamenteel belangrijk voor het streven naar economische groei, de financiering van de investeringen en de jobcreatie van morgen. Het kunnen blijven financieren van de economie blijkt dan ook een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. 17

KERNTAKEN VOOR DE ECONOMIE EN DE GEMEENSCHAP Welke toekomst is weggelegd voor België als financieel centrum? Gelijke voorwaarden kunnen ervoor zorgen dat investeerders België niet links laten liggen België heeft een erg internationaal financieel landschap waarin ongeveer 80% van onze financiële instellingen in buitenlandse handen zijn. Net daarom is het van belang dat België de financiële sector binnen een Europees en internationaal kader probeert te regelen. Als België regelgeving ontwikkelt die strenger is dan de Europese regels, kan dit ongewenste gevolgen meebrengen. Buitenlandse financiële instellingen zouden zich dan immers kunnen terugtrekken uit België of zich omvormen tot bijkantoren, waardoor ze onder de toepassing vallen van de rechtspraak en regelgeving van het land waarin hun zetel is gevestigd. Dit betekent ook dat zij bepaalde heffingen niet betalen in België (zoals de depositogarantiebijdrage). De jongste tijd is er een trend waarbij een steeds groter aantal financiële instellingen zich effectief omvormt tot bijkantoren. Hierdoor wordt de concurrentie op de Belgische financiële markt verstoord: financiële instellingen van uiteenlopende aard vallen onder de toepassing van verschillende regels en belastingstelsels. Financiële instellingen naar Belgisch recht ondervinden dan ook een mogelijk concurrentienadeel ten aanzien van buitenlandse spelers. Een te strenge financiële regelgeving in vergelijking met onze buurlanden creëert bovendien geen vruchtbare grond voor het aantrekken van buitenlandse financiële activiteiten die economische groei kunnen voortbrengen in België. Buitenlandse spelers zullen door dergelijke goldplating sneller de knoop doorhakken om hun beslissingscentra buiten België te huisvesten. De bankenwet is een van de punten waarop België verder gaat dan de Europese Unie. De beperkingen die België oplegt met betrekking tot de handelsactiviteiten van banken en het remuneratiebeleid voor bankiers, zijn strenger dan die in de Europese regelgeving, en de bescherming van spaarders wordt strenger ingevuld. Een gezonde rendabiliteit is in het belang van de gehele samenleving De ruime waaier aan regels waarmee de financiële sector, en meer bepaald de banksector, zich in België en in Europa geconfronteerd ziet, hebben allemaal een veiligere sector tot doel. Een onrechtstreeks gevolg is echter dat de rendabiliteit van de sector sterk is teruggevallen: in 2012 bedroeg de opbrengst uit eigen vermogen voor de gehele sector 4,1%, in 2011 zelfs maar 0,7%. De sector heeft geen enkele ambitie om terug te keren naar de rendabiliteitsniveaus die sommige instellingen erop nahielden vóór de financiële crisis. Een structureel gezonde winstgevendheid is echter van belang voor de samenleving. 18

De financieringscapaciteit van de financiële instellingen staat namelijk in verhouding tot hun eigen vermogen. Hoe meer eigen vermogen een instelling heeft, hoe meer ze de economie kan financieren en hoe schokbestendiger ze is in geval van stress op de markten. Het eigen vermogen versterken kan enkel via het reserveren van winsten of het aantrekken van kapitaal op de markten. Voor beide elementen is een zekere winstgevendheid vereist. Niet toevallig wijst het Internationaal Monetair Fonds (IMF) geregeld erop dat het kritieke rendabiliteitsniveau een structureel risico inhoudt voor de Belgische financiële sector. De herstructurering van de banksector is de financiële kwetsbaarheid verminderd en bleef ook de capaciteit van de banken op het gebied van de financiering van de economie intact. Door de vermindering van het hefboomeffect is balanstotaal van de banken gekrompen van 410% van het BBP in 2008 tot 268% in het tweede kwartaal van 2013. De risico's verbonden aan vroegere tegoeden zijn nu minder groot en de resterende portefeuille zal geleidelijk aan worden ontmanteld. Er is verdere vooruitgang geboekt op het gebied van liquiditeit en solvabiliteit. De risico's die voor de financiële sector blijven doorlopen, hebben meestal te maken met een large structurele rentabiliteit en vandaar dus ook met de mate waarin banken vastgelegde inkomsten kunnen aanspreken om, indien nodig, kapitaalbuffers aan te leggen. De druk op de winst is het gevolg van de hoge werkingkosten, het klimaat van lage rentetarieven en de structurele beperking die karakteristiek is voor een markt die zijn grenzen heeft bereikt en een trage groei kent.' (1) (1) Bron: IMF Belgium article IV country recommendations 19

KERNTAKEN VOOR DE ECONOMIE EN DE GEMEENSCHAP Laten we ook de weerslag van regelgeving op de kostprijs van het bankieren niet vergeten Een ander gevolg van de vele regelgeving is dat dit zal leiden tot een gemiddeld hoger kostenplaatje voor de financiële sector en dus mogelijk ook tot duurder bankieren. De invoering van strengere eigenvermogensvereisten voor banken, de liquiditeitscriteria, de toegenomen belasting op banken, de verwachte verhoging van de financieringskosten van een financiële instelling door het privilege voor de spaarder en belegger, de bail-in regelgeving, zullen een opwaartse druk uitoefenen op de kostprijs van het bankieren. Elke instelling zal daarop inspelen al naargelang haar strategische prioriteiten. In de hypothese dat dit zou leiden tot duurdere dienstverlening door sommige financiële instellingen heeft dit een duidelijk remmend effect op de economische ontwikkeling van ons land. Het aantrekken van voldoende talent is nodig om voort te werken aan de toekomst van België als financieel centrum België gaat verder dan de EU in de beperkingen die ze oplegt op vlak van de remuneratie van bankiers. Door de sterk internationale positionering van de Belgische financiële sector moet er rekening gehouden worden met een afhankelijkheid van de grote markttendensen. België is afgezakt naar plaats 23 in de wereld als financieel centrum. (2) De strengere regelgeving maakt het de in België gevestigde spelers niet eenvoudiger om talent aan te trekken en marktconform te vergoeden. Voor de optimale ontplooiing van gezonde financiële economische activiteiten in ons land moet talent worden aangetrokken. Indien dit talent moeilijker zijn weg zal vinden naar de Belgische financiële markt, zal dit op lange termijn beperkend werken. Een gediversifieerd bancair landschap garandeert de beste dienstverlening Een van de troeven van België als financieel centrum is het aanbod van een gediversifieerd financieel landschap. Dit is in het voordeel van de klant, die verscheidene dienstverleners kan raadplegen al naargelang zijn profiel. Net daarom is het positief dat het Belgische financiële landschap bestaat uit zowel vermogensbeheerders, beursvennootschappen, universele banken, nichebanken, spaarbanken als infrastructuurbanken. Een van de onrechtstreekse en ongewenste gevolgen van de financiële regelgeving zou echter kunnen zijn dat de banken steeds meer in de richting van het retailbankieren worden geduwd. Dat geldt zeker voor voor de bankenwet, waarin limieten en beperkingen met betrekking tot handelsactiviteiten en gespecialiseerd risicobeheer voor de bankcliënten worden opgelegd. (2) Bron: The Banker 20

Indien een te groot deel van de markt afhankelijk wordt van de inkomsten uit het retailsegment leidt dit tot minder diversificatiemogelijkheden van de financiële sector op het vlak van inkomsten. Dit verhoogt de interne concurrentie binnen het retailsegment en kan leiden tot ongezonde lage prijszettingen of tot een consolidatie binnen de retailmarkt. Op termijn kan dit ook een eventuele daling van de werkgelegenheid tot gevolg hebben. De vraag is of die gevolgen maatschappelijk wenselijk zijn. Febelfin is van oordeel dat een gediversifieerd financieel landschap vele voordelen biedt en behouden moet kunnen blijven. Om maximaal gezonde financiële economische activiteiten te ontplooien in ons land is de aantrek van talent broodnodig. Indien dit talent moeilijker zijn weg zal vinden naar de Belgische financiële markt zal dit op lange termijn beperkend werken. 21

CONCRETE BELEIDSVOOR- STELLEN 22

Febelfin wenst inspiratie te bieden aan de beleidsmakers via inhoudelijke feedback en concrete beleidsvoorstellen voor aangelegen heden die tijdens de komende regeerperiode aanbod kunnen komen. De voorstellen sluiten aan bij de drie kerntaken van de financiële sector: De financiering van de economie Evenwichtig omgaan met sparen en beleggen Zorgen voor een moderne en efficiënte financiële infrastructuur 23

24 3.

DE FINANCIERING VAN DE ECONOMIE 25

DE FINANCIERING VAN DE GEZINNEN De financiering van de gezinnen BEHOUD HET STELSEL VAN DE WOONBONUS Enige tijd geleden heeft de overheid besloten om de stimuli voor de woningmarkt (vandaag gekend als federale woonbonus) over te hevelen naar het regionale niveau. De regering heeft daarbij wel laten verstaan dat ze het systeem van de woonbonus minstens wenst te behouden voor bestaande contracten. Belangrijke aanmoediging Uit een studie van de KU Leuven (3) blijkt dat de belastingvoordelen die de overheid toekent via de woonbonus, een belangrijke aanmoediging zijn voor de Belg om een eigen woning te verwerven, zeker voor eenoudergezinnen of alleenstaanden. In 2010 bedroeg het belastingvoordeel 1.727,73 EUR per nieuw verstrekt hypothecair krediet, wat ongeveer overeenkwam met het gemiddelde nettomaandloon van 1.740 EUR. (4) Het verwerven van een eigen woning wordt ook wel de vierde pensioenpijler genoemd. Het biedt de Belgische gezinnen meer stabiliteit en schokbestendigheid. Zolang de fiscale aftrek niet leidt tot een oververhitting van de vastgoedmarkt (maar hiervoor is de aftrek te bescheiden), zorgt dit ook voor een versoepeling van het hoge belastingpeil in België. Gezien de belangrijkheid van de stimuli, wenst Febelfin zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de vorm die de regionale woonbonus zal krijgen. Voor de concrete uitwerking ervan wil Febelfin nauw samenwerken met de Gewesten. 26

De financiële sector is van mening dat de stimuli voor de woningmarkt, op het gebied van de investeringen, moeten bijdragen tot de verwezenlijking van drie doelstellingen, met name: de mogelijkheid voor een zo groot mogelijk deel van de bevolking om eigenaar te worden van een eigen woning; de verwezenlijking van internationale (milieu)doelstellingen, zoals op het vlak van energiebesparing; de renovatie van bestaande (deels verouderde) woningen. In die context heeft hij een voorstel uitgewerkt waarbij de prioriteit komt te liggen op: 1 2 3 De verwerving van de enige eigen woning, en dit zowel via aankoop als via nieuwbouw. De bevordering van energiebesparende investeringen, zowel voor de huurder als de eigenaar. Bovendien speelt het geen rol of het gaat om een enige eigen woning, een opbrengsteigendom, enz. De verwerving van een tweede woning, zowel via aankoop als via nieuwbouw. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de woning aan bepaalde energienormen vodoet of dat er energiebesparende investeringen gedaan worden om tot een dergelijk peil te komen. Hoe moeten de stimuli er concreet uitzien? Het behoud van het huidige systeem van de woonbonus geniet de voorkeur: de stimuli worden gekoppeld aan de kredietverlening. Het verschil ligt in het feit dat het systeem toegepast wordt op gewestelijk en gemeenschappelijk niveau. Het systeem is bij de kredietnemers al jaren gekend en heeft verscheidene voordelen: De stimuli worden gespreid in de tijd. Een beperking van de looptijd van de woonbonus is een mogelijke optie. De koopkracht wordt op peil gehouden. Op sociaal-economisch gebied dragen de stimuli ertoe bij dat ook mensen uit lagere inkomensklassen een eigen woning kunnen verwerven of renovaties kunnen uitvoeren. Er kan gedacht worden aan het principe van een algemene basiswoonbonus voor alle kredieten, ongeacht de bestemming: aankoop, bouw, verbouwing,... De regionale overheid kan deze basisbonus dan volgens haar eigen beleidsaccenten aanvullen met extra stimulansen voor bijvoorbeeld de enige eigen woning, energiebesparende investeringen, de verwerving van een enige eigen woning door jongeren,... De huidige samenstelling van de woonbonus (kapitaal, interesten, levensverzekeringspremie) zou integraal behouden moeten worden. (3) Studie naar het belang van het consumentenkrediet en het hypothecair krediet voor de Belgische economie, Prof. Dr. Nancy Huyghebaert, KU Leuven, januari 2012 (4) Salarisenquête 2010 27

DE FINANCIERING VAN DE GEZINNEN Voor Febelfin is het belangrijk dat iedereen in aanmerking komt voor de woonbonus. Febelfin wenst daarom ook niet dat de woonbonus vervangen wordt door een BTW-verlaging. Een dergelijke maatregel zou enkel de bouw en de renovatie van woningen bevorderen en niet de verwerving van een eigen woning. De overgrote meerderheid van de bevolking beschikt, zonder de huidige belastingvoordelen, niet over voldoende middelen om een woning te bouwen of te renoveren. Bovendien heeft een BTW-verlaging een onmiddellijk effect, wat prijsverhogend kan werken. Ook heeft het een onmiddellijke budgettaire weerslag op de uitgaven van de overheid. Hypothecair krediet Wordt het belastingvoordeel toegekend via een hypothecair krediet, dan moet het verbonden blijven met een hypothecaire inschrijving. Een hypothecaire inschrijving vormt voor de kredietgever immers een stabiele waarborg en leidt tot een lager risiconiveau en dus tot lagere contractuele rentevoeten. Febelfin is binnen het kader van de hypothecaire kredieten voorstander van zo weinig mogelijk maatregelen die een direct voordeel opleveren, zoals premies, aangezien die een prijsverhogend effect kunnen hebben. Hypothecaire omloop (FSMA) 200.000 180.000 160.000 172.049 161.723 151.738 188.167 183.615 x 1.000.000 EUR 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 74.775 64.287 67.707 59.127 137.016 126.383 114.105 101.092 89.414 82.900 40.000 20.000 0!"!#$%&'%()! *= raming Bron: FSMA. Cijfers voor alle kredietgevers (ook niet-bancaire) 28

Het belastingvoordeel zou maar gelden voor hypothecaire kredieten op minimum 10 jaar. Op die manier blijft de het verschil met een consumentenkrediet duidelijk. Febelfin pleit voor een verlenging van de geldigheidsduur van de hypothecaire inschrijving. Vandaag bedraagt de duur van een hypothecaire inschrijving 30 jaar. Een verlenging van de hypothecaire inschrijving tot 40 jaar is wenselijk voor alle vormen van hypothecair krediet. Omgekeerd woonkrediet Omgekeerd woonkrediet biedt senioren de mogelijkheid om de waarde van hun onroerend vermogen te activeren en zo hun roerend vermogen aan te vullen. Bij een traditioneel woonkrediet betaalt de eigenaar een lening af bij zijn financiële instelling. Een omgekeerd woonkrediet draait dit patroon om. De eigenaar verkoopt zijn woning, of een deel hiervan, aan de financiële instelling. In ruil krijgt hij een kapitaal uitbetaald of (bijvoorbeeld) een maandelijks bedrag. Op die manier wordt het slapende vermogen van de woning omgevormd tot een (belasting)vrij inkomen en voorziet de eigenaar van de woning zichzelf van een aanvullend pensioen. Bij overlijden van de betrokkenen of bij verkoop van de woning wordt bij het omgekeerd woonkrediet steeds bekeken welke som nog kan worden uitbetaald aan de nabestaanden op basis van de verkoopwaarde van het onroerend goed. Op die manier blijft er voor hen nog een stuk erfenis over. Dit soort van transactie is dus niet gelijk aan een volledige verkoop. Omgekeerd woonkrediet kan een uitbreiding zijn van de derde pensioenpijler (het individueel aanvullend pensioen of het zogenaamde pensioensparen). Ook kan het dienen in het kader van de oprichting van een vierde pijler (individuele beleggingsdoelen). België kent niet de hoogste wettelijke pensioenen in Europa maar heeft wel een bevolking die veel onroerend bezit heeft. Het omgekeerd woonkrediet geeft, bijvoorbeeld aan gepensioneerden, de mogelijkheid om hun pensioen aan te vullen en hun beschikbaar inkomen sneller te vergroten. In tegenstelling tot andere landen zoals Frankrijk en Nederland, is het in België tot op de dag van vandaag niet mogelijk een omgekeerd woonkrediet te sluiten. Nochtans kan dit product nuttig en bruikbaar zijn. Er is echter behoefte aan regelgeving en toezicht, opdat de consument voldoende beschermd wordt bij het aangaan van een dergelijk kredietvorm. Ook moet worden gezorgd voor voldoende fiscale omkadering. Het bedrag aan uitstaand hypothecair krediet is meer dan 188 miljoen EUR. 29

DE FINANCIERING VAN DE GEZINNEN LAAT HET CONSU- MENTENKREDIET EEN ONDERSTEUNENDE ROL SPELEN IN DE ECONOMIE Eind 2013 ging er heel wat mediaaandacht naar de uitspraken van de minister van Economie, Noordzee en Consumentenzaken in verband met het consumentenkrediet. Hij stelde dat steeds meer mensen hun krediet op afbetaling niet meer kunnen betalen. Duidelijkere regels moeten volgens hem zorgen voor een daling van het aantal mensen die onvoldoende geïnformeerd een consumentenkrediet aangaan en in een uitzichtloze financiële situatie terechtkomen. In 2012 daalde de omloop van het consumentenkrediet voor het eerst sinds 2003. Het bedrag aan uitstaande kredieten verminderde met 1,5% tegenover het jaar daarvoor. Ook in de eerste helft van 2013 zette die tendens zich voort: de omloop lag toen 1% lager dan het jaar voordien (21,3 miljard EUR in plaats van 21,5 miljard EUR). Het bedrag aan uitstaand consumentenkediet is 21,3 miljard EUR. Consumentenkrediet: omloop (ADSEI) Bron: ADSEI, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Cijfers voor alle kredietgevers (ook niet-bancaire) 30

TOTAAL AANTAL COLLECTIEVE SCHULDEN REGELINGEN TOTAAL AANTAL SCHULDENREGELINGEN ZONDER KREDIET % TOTAAL AANTAL SCHULDENREGELINGEN ZONDER KREDIET 2008 70.168 22.251 31,71% 2009 78.147 25.128 32,15% 2010 87.125 28.013 32,15% 2011 94.863 35.020 36,92% 2012 101.155 37.214 36,79% 2013 106.921 39.504 36,95% Vandaag leven we in economisch ongunstige tijden. Burgers gaan hierop echter niet reageren door overmatige schulden aan te gaan. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, compenseren gezinnen een daling in het beschikbare inkomen niet door meer kredieten op te nemen. De bovenstaande, dalende cijfers tonen duidelijk het procyclische karakter van consumentenkredieten aan. Binnen het stijgend aantal collectieve schuldenregelingen neemt (achterstallig) krediet een alsmaar kleinere plaats in. Uit cijfers van de Nationale Bank van België (NBB) blijkt dat het aandeel van andere schuldvormen toeneemt. Dit gaat dan over schulden met betrekking tot energiefacturen, huur, gezondheidszorg, telefoon of belastingschulden. In 2013 waren er 39.504 schuldenregelingen zonder enige vorm van krediet, d.i. 36,95% van het totaal aantal regelingen. 5 jaar eerder lag dat cijfer nog op 31,71%. De financiële sector is vragende partij voor een echte schuldencentrale. Daarvoor is een verruiming van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren bij de NBB nodig. Gegevens per betalingsachterstand bijvoorbeeld met betrekking tot GSM-facturen zouden daarin moeten worden opgenomen. Dit zou een enorme stap vooruit zijn in de beoordeling van de kredietwaardigheid van potentiële kredietnemers. Het is absoluut nodig dat het consumentenkrediet zijn ondersteunende rol in de economie kan blijven spelen. De beleidsmakers kunnen en mogen niet om de vaststelling heen dat consumentenkredieten erg belangrijk zijn voor de Belgische economie. De financiële sector heeft behoefte aan een gezonde en stabiele regelgeving waarin zowel consumentenkrediet als hypothecair krediet een plaats heeft. Dit kan perfect samengaan met de strijd tegen overmatige schuldenlast. Permanent sleutelen aan de regelgeving en steeds verder willen gaan dan Europa is niet de weg die vandaag bewandeld moet worden. 31

DE FINANCIERING VAN DE ONDERNEMINGEN De financiering van de ondernemingen Volume ondernemingskredieten (in miljoen EUR) HARMONISEER DE VERSCHILLENDE KREDIETONDER- STEUNENDE REGELINGEN Belgische ondernemingen die een krediet willen aangaan, kunnen bij tal van instellingen aankloppen. Het betreft instellingen die zelf achtergestelde leningen verstrekken (bijv. het Participatiefonds), garantieregelingen voor KMO s, een kredietportefeuille die verzekerd kan worden tegen faling door Gigarant, subsidieregeling voor durfkapitaal via win-winleningen, enz. Febelfin is van oordeel dat elk van die regelingen waardevol is en bijdraagt tot een efficiënt financieringslandschap in België. De grote verscheidenheid aan initiatieven maakt echter dat mensen soms door de bomen het bos niet meer zien. Het bestaan van 32

zowel regionale, federale als Europese systemen maakt de situatie nog complexer. De financiële instellingen stellen zich op als een constructieve partner bij de zoektocht naar de regeling die het best past bij het kredietdossier van de klant. Toch is het niet onmiddellijk de taak van de bankier om als adviseur op te treden in dit kluwen van regelingen. Er is behoefte aan een duidelijk overzicht van de verschillende kredietondersteunende regelingen om ondernemers meer inzicht in de mogelijkheden te bieden. Ook is een verdere afstemming wenselijk tussen Vlaamse, Waalse, federale en Europese systemen. Zeker als de toegang tot het bankkrediet in de toekomst misschien niet meer zo vlot zal kunnen verlopen onder meer als gevolg van Basel III, is het belangrijk dat de ondernemers een duidelijk beeld hebben van de alternatieve oplossingen die ter beschikking zijn. Febelfin heeft zich ertoe verbonden om een overzicht van de verschillende regelingen te geven op de website www.financieringvanondernemingen.be (onderdeel overheidssteun ). Een andere mogelijkheid die Febelfin daarbij onderzoekt, is of er via Febelfin Academy geen opleidingen kunnen aangeboden worden die de bankiers zelf meer inzicht bieden in het gamma aan ondersteunende maatregelen. Febelfin roept ook op om maatregelen te nemen die het eigen vermogen van de ondernemingen kunnen verhogen. Op Vlaams niveau werd al een initiatief in die zin genomen via de win-winlening van PMV, die haar nut als financieringsmiddel voor bedrijven al heeft bewezen. In 2013 was er een totale productie van 1.668 win-winleningen voor een totaal bedrag van 46,55 miljoen EUR. Febelfin pleit voor meer van die initiatieven op het niveau van alle drie de Gewesten. Het bedrag aan uitstaand krediet aan ondernemingen is 118,5 miljard EUR. Win-win leningen Aantal Bedrag (in miljoen EUR) 50 1668 1800 45 1600 40 1314 1400 35 1200 30 851 1000 25 800 20 331 600 15 337 308 370 10 400 123 5 200 3,12 8,96 8,13 9,65 8,23 24,24 36,07 46,55 0 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Bedrag Aantal Bron: PMV 33

DE FINANCIERING VAN DE ONDERNEMINGEN VERSTERK DE FINANCIËLE ONAFHANKELIJKHEID VAN ONDERNEMINGEN Door de economisch minder gunstige conjunctuur van de jongste jaren, hebben we zowel het aantal kredietaanvragen als de kwaliteit van de aanvragen zien dalen. Zeker de kleinste ondernemingen worden getroffen door deze evolutie. De Nationale Bank van België (NBB) heeft op basis van de balansen van 2011 een onderzoek gevoerd naar de financiële onafhankelijkheid (d.i. de verhouding tussen het eigen vermogen en de som van de passiva/verplichtingen) van 256.000 Belgische ondernemingen. Zij stelde vast dat de financiële onafhankelijkheid van Financiële onafhankelijkheid en graad van zelffinanciering (in %) 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 GRAAD VAN FINANCIELE ONAFHANKELIJKHEID 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 r 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 de bedrijven in het algemeen erop vooruit is gegaan. Voor de kleinste bedrijven blijft dit echter problematisch en dat kan in de toekomst alleen nog meer verergeren. De financiële onafhankelijkheid bij alle KMO s bedroeg eind 2012 39%. Als we, ter vergelijking, naar de grote ondernemingen kijken, dan stijgt dat cijfer tot 44,7%. 17,3% van de ondernemingen torste in 2012 echter een negatief eigen vermogen. Dit betekent dat ongeveer 1 op 6 ondernemingen in een weinig comfortabele toestand verkeert. Vaak zijn dit de allerkleinste ondernemingen. Financieel onafhankelijk zijn is voor een onderneming van groot belang. Bedrijven die minder afhankelijk zijn van vreemde middelen, hebben ook minder financiële lasten die wegen op het financiële resultaat. Op die manier kunnen ze ook makkelijker en tegen gunstigere tarieven nieuwe leningen aangaan als ze die nodig hebben. Omgekeerd leidt minder financiële onafhankelijkheid tot minder investeren en dus een lagere levensvatbaarheid en een hoger risicoprofiel. Febelfin stelt voor dat fiscale maatregelen worden genomen die KMO s aanmoedigen om hun eigen vermogen te versterken. Een van de mogelijkheden is een hervorming van de notionele intrestaftrek, waarbij de fictieve interestvoet berekend op basis van het gemiddelde van 10-jarige OLO s (lineaire obligaties) aangepast wordt ten gunste van KMO s. Grote ondernemingen (globalisatie) Kmo s (globalisatie) Grote ondernemingen (mediaan) Kmo s (mediaan) Bron: NBB - Resultaten en financiële situatie van de ondernemingen in 2012 34

WERK DE DISCRIMINATIE BIJ FEDER-STEUN WEG FEDER/EFRO (Fonds européen de développement régional / Europees Fonds voor regionale ontwikkeling) is een project van de Europese Unie dat onder meer bedrijven in bepaalde regio s vooruit wilt helpen. In het kader van de FEDER-steunprogramma s kunnen ondernemingen een beroep doen op subsidiëring van hun investeringen. In het steunprogramma staat altijd een bepaalde termijn vermeld (bijv. 5 jaar). Ondernemingen die steun wensen te genieten, moeten hun uitgaven doen vóór het einde van die periode. Wanneer die investeringen gefinancierd worden via een leasingstransactie, komt het deel van het investeringsbedrag dat pas na die datum betaald wordt via huurbetalingen, niet in aanmerking voor FEDER-steun. De huidige FEDER-werkwijze leidt tot ongewenste en vermijdbare beperkingen op het vlak van de kredietmogelijkheden van de ondernemingen en tot een vorm van discriminatie tussen financiering via leasing en financiering via bankkrediet. Febelfin pleit ervoor dat het investeringsbedrag dat na de einddatum van het programma betaald wordt via een huurbetaling toch in aanmerking komt voor steun. Er staat in ons land 12,3 miljard EUR aan leasing uit. Roerende leasing is het populairst. Roerende en onroerende leasing: UITSTAANDE VOLUMES (BEDRAGEN IN MILJOEN EUR, AANTALLEN IN EENHEDEN) 2005 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2012/2011 Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Roerende leasing Onroerende leasing 240.161 6.356,7 252.326 7.344,8 282.713 8.570,7 265.139 7.779,8 270.825 7.988,7 258.327 8.145,6 257.896 8.527,0-0,2% 4,7% 1.363 2.490,0 1.636 3.023,6 1.853 3.641,1 2.028 3.857,6 2.147 3.969,4 2.258 4.071,3 2.343 3.820,1 3,8% -6,2% Totaal 241.524 8.846,7 253.962 10.368,4 284.566 12.211,8 267.167 11.637,4 272.972 11.958,1 260.585 12.216,9 260.239 12.347,1-0,1% 1,1% Bron: Belgische Leasingvereniging (BLV) 35

36 4.

EVENWICHTIG OMGAAN MET SPAREN EN BELEGGEN 37

SPAARGELD Spaargeld BENADER DE SPAAR- FISCALITEIT ALS EEN ASPECT VAN DE CAPACI- TEIT TOT FINANCIERING VAN DE ECONOMIE Een aantal federale ministers alsook de Nationale Bank van België (NBB) hebben al herhaaldelijk publiekelijk de wens uitgedrukt om de spaarfiscaliteit te herzien, bijv. via een aanpassing van de huidige belastingvrijstelling van 1.900 EUR. De redenen daarvoor zijn onder meer: de looptijd van spaargelden op de balans van de banken (bijv. via het aanhouden van termijnrekeningen, kasbons, ) kan verlengd worden; de reële (lokale) economie kan verder ondersteund worden dankzij de inzet van spaargeld; ook al worden er verscheidene spaarboekjes aangehouden, het belastingvoordeel wordt maar één keer toegekend. Vandaag staat er een recordbedrag van bijna 250 miljard EUR op de Belgische spaarboekjes. 38

Aantal gereglementeerde spaarboekjes 250.000 200.000 150.000 100.000 Gereglementeerde spaardeposito's 50.000 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Bron: Febelfin-berekeningen op gegevens van de NBB Dit beschikbare depositovolume is echter geen structureel maar een volatiel gegeven. In een studie die Febelfin laten uitvoeren heeft door KU Leuven Professor Nancy Huyghebaert, wordt aangetoond dat het volume aan spaargeld fluctueert en wordt bepaald door verschillende macro-economische parameters zoals een verschuiving binnen het beschikbaar inkomen van de gezinnen, de volatiliteit op de aandelenmarkt, het werkloosheidsniveau, enz. Elk van die parameters heeft (on)rechtstreeks invloed op de (on)zekerheid van het volume aan spaargeld. Aangezien de spaardeposito s de grootste bron zijn voor de kredietverlening, heeft de volatiliteit van het spaarvolume ook een onmiddellijke en aanzienlijke weerslag op de financiering van de economie. In de studie wordt erop gewezen dat het niet gezond zou zijn om een beleid te bouwen op het huidige, uitzonderlijk hoge volume aan spaardeposito s. Er bestaan namelijk geen aanwijzingen dat dit volume permanent beschikbaar is of zal volstaan bij een mogelijke stijging van de kredietvraag. De financieringscapaciteit van een financiële instelling is en blijft een fragiel web van verschillende draden. Wie aan een van die draden raakt, dreigt deining te veroorzaken in het hele web. Beleidsingrepen die wijzigingen in het depositovolume kunnen veroorzaken, moeten daarom met de grootste omzichtigheid benaderd worden. Meer uitgebreide informatie daarover staat te lezen in onze strategische agenda, http://3-3-4.febelfin.be, onderdeel Engagement 1: Economie financieren. 39

SPAARGELD Het verband tussen spaargeld en kredietverlening Wat is de concrete betekenis van het verband tussen de spaarboekjes en de kredietverlening? Als het depositovolume slinkt, bijvoorbeeld door een combinatie van de aanpassing van de belastingvrijstelling op het spaarboekje, de daling van de werkloosheidscijfers en de aantrekking van de aandelenmarkten, dan bestaan er twee opties: de financiële sector krijgt het relatief snel moeilijk om te voldoen aan de liquiditeitsregels die opgelegd worden door Basel III; of hij moet zijn financieringscapaciteit terugschroeven. Vele burgers denken dat financiële instellingen op grote bergen spaargeld zitten waardoor ze hun financieringscapaciteit zomaar kunnen opdrijven zonder dat dit gevolgen heeft voor de liquiditeit. Dit klopt echter niet: uit een sensitiviteitsanalyse blijkt dat de Belgische financiële sector bij een bruuske uitstroom van minder dan 5% van de depositobasis al in ademnood zou komen op het vlak van de nieuw opgelegde liquiditeitscriteria. Met andere woorden: hij zou misschien niet meer kunnen voldoen aan de nieuwe liquiditeitsregels. reële economie zou wel lijden onder de verminderde financieringscapaciteit van de financiële sector. Door financiering aan te trekken op de interbancaire markt. Basel III ontraadt echter financiering via de interbancaire markt waardoor de LCR-scores (liquidity coverage ratio), dit zijn criteria om in te schatten of een bank een stresssituatie van 30 dagen kan overleven op het vlak van liquiditeit) van de financiële sector onder de verplichte drempelwaarde zouden vallen. Febelfin pleit ervoor om de spaarfiscaliteit niet bruusk te hervormen. Een beleid dat ontradend werkt op het aanhouden van een spaarboekje kan ongewenste effecten meebrengen. Zo kan de financieringscapaciteit in het gedrang komen wanneer de macroeconomische context wijzigt, bijv. bij het aantrekken van de aandelenmarkten. Verloren gegane financiering De financiële sector zou in zo n geval de verloren gegane financiering moeten compenseren op een van de volgende manieren: Door zijn balans in te krimpen en minder leningen te verstrekken. De sector zou dan geen problemen hebben om aan de liquiditeitseisen te voldoen, maar de 40

BEHOUD DE TECH- NISCHE KENMERKEN VAN HET SPAARBOEKJE In juli 2012 sloten de minister van Economie, Noordzee en Consumentenzaken, de minister van Financiën, de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) en Febelfin een politiek akkoord over de spaarboekjes. Vandaag rijst overal de vraag naar duurzame, transparante en coherente regelgeving. De financiële sector gaat er, binnen dat kader, vanuit dat het nieuwe systeem van het spaarboekje geruime tijd gebruikt kan worden. Hij is dan ook vragende partij om de technische modaliteiten van de werking van de spaarboekjes niet opnieuw aan te passen, zeker niet op korte of middellange termijn. In dat akkoord werden volgende afspraken gemaakt: de verworven getrouwheidspremie wordt op trimestriële basis toegekend; de klant heeft de mogelijkheid om driemaal per jaar geld over te schrijven tussen zijn spaarrekeningen binnen een zelfde bank(merk) zonder dat hij zijn getrouwheidspremie verliest (het bedrag van overdracht moet wel minimum 500 EUR bedragen); elke bank (of elk bankmerk) mag maximum zes rentecombinaties aanbieden; er wordt een calculator gecreëerd die de spaarder gepersonaliseerde informatie biedt over de lopende en de verworven interesten op zijn spaarrekening(en). De toepassing van het akkoord heeft verregaande inspanningen en investeringen gevergd van de financiële sector, zeker op het gebied van de trimestriële bijschrijving van de getrouwheidpremie en de mogelijkheid om geld over te schrijven tussen rekeningen zonder de getrouwheidspremie te verliezen. 41

BELEGGERSBESCHERMING Beleggersbescherming STREEF NAAR EEN MEER EVENWICHTIGE EN DUURZAME VORM VAN BELEGGERSBE- SCHERMING Beleggers beschermen en de efficiëntie, concurrentie en transparantie op de Europese financiële markten bevorderen: dat is de doelstelling van de MiFID-richtlijn of de Markets in Financial Instruments Directive. De eerste MiFID-richtlijn van 2007 is ondertussen grondig herwerkt op basis van de lessen die zijn getrokken uit de financiële crisis. Onder MiFID II zullen bijvoorbeeld niet alleen meer financiële instrumenten (obligaties, gestructureerde producten, derivaten,...) maar ook verzekeringsproducten onder de toepassing van de MiFID-bepalingen vallen. MiFID II zal binnenkort door het Europees Parlement worden goedgekeurd en bijgevolg zal onze regelgeving opnieuw moeten worden aangepast. Daarbij zal ook rekening moeten worden gehouden met de Level II technische normen van de ESMA (European Securities and Markets Authority). Wat België betreft, gaat het om erg belangrijke werkzaamheden die een samenwerking met de regelgever vergen. Ook op nationaal vlak kwamen er hervormingen die de belegger beter moeten beschermen. Het wetsontwerp Twin Peaks II is daarbij een heel belangrijke schakel. Twin Peaks II versterkt de bevoegdheden en toe- 42