Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kabinetsstandpunt Vuurwerkramp

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. VZA ambulances

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 februari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Zorg over groei geweld door verwarde mensen in Rotterdam'

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Binnenlandse Zaken

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Lijst van vragen - totaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Evaluatierapport vuurwerkbesluit

Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio

Huishoudelijke Hulp Toelage in Leeuwarden: de Himmelsjek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ECGR/U Lbr. 09/081

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 februari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota van B&W. Onderwerp Nota Inventarisatie en inspectie naar lichte platte daken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Productbeschrijvingen (proces)specifiek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Binnenlandse Zaken Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken

RAAD 6 FEBRUARI 2003 Reg.nr. Raad 2003/012. Aan de raad van de gemeente Alblasserdam. Alblasserdam, 21 januari 2003

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Protocol toezicht op de veiligheidsregio's. Afspraken tussen de commissarissen van de Koning en het hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

REGLEMENT BEOORDELING AANVRAGEN TOT EEN BIJDRAGE UIT HET NATIONAAL RAMPENFONDS

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 157 Vuurwerkramp Enschede Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 7 maart 2001 In vervolg op mijn eerdere brieven (kamerstukken II 1999/2000, 27 157, nrs. 1 tot en met 3, 5, 8 en 9 en 2000/2001, 27 157 nrs. 10, 13 en 17 en de brief van 14 juli 2000) doe ik u hierbij als coördinerend minister een voortgangsbericht toekomen over de afwikkeling van de vuurwerkramp te Enschede. In de navolgende paragrafen wordt de stand van zaken weergegeven: 1. Nazorg 2 1.1 Informatie- en Adviescentrum 2 1.2 Gezondheidsmonitoring 2 1.3 Integrale psychosociale zorg 2 1.4 Kenniscentra 3 2. Financiën 3 3. Onderzoek 3 3.1 Inspectierapportage inzake vervolg Culemborg incident 3 3.2 Commissie Onderzoek Vuurwerkramp 4 3.3 Classificatie-onderzoek 4 3.4 Onderzoek naar munitie-opslag 5 3.5 Strafrechtelijk onderzoek 5 4. Evaluatie staand beleid 5 4.1 Onderzoeken Bureau Adviseur Milieuvergunningen 5 4.2 Vuurwerkregelgeving 5 5. Wederopbouw 6 6. Juridische zaken 6 KST51803 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2001 Tweede Kamer, vergaderjaar 2000 2001, 27 157, nr. 19 1

1. Nazorg 1.1 Informatie- en Adviescentrum Na een lichte daling in december, is in januari een flinke stijging opgetreden van het beroep dat op het IAC werd gedaan. Tussen de Bewonersbelangenvereniging en het IAC, waarbij ook de GGD Twente en het cluster zorg zijn betrokken, vindt overleg plaats hoe aan drie specifieke groeperingen onder de getroffenen (allochtonen, 0 4 jarigen en ouderen) aandacht kan worden geschonken. Een aangepast registratiesysteem moet garant staan voor het sneller in beeld krijgen van leemten. Uitgangspunt daarbij is hoe op een doelmatige manier koppeling kan plaatsvinden aan de registratie binnen het Cluster Zorg, zonder daarbij de privacy van de cliënt geweld aan te doen. De Registratiekamer wordt hierbij betrokken en zonodig wordt de Medisch Etische Toetsingscommissie, waar de Gezondheidsmonitoring voorstellen worden getoetst, verzocht de voorstellen te bekijken. Voorbereidingen zijn in gang gezet om de ronde langs de allochtonenverenigingen binnenkort te herhalen. Aandachtspunt in het overleg tussen het IAC en de gemeente is het beschikbaar stellen van lokaliteiten waar allochtonengroeperingen de mogelijkheid krijgen om samen te komen. In het kader van het verwerkingsproces is er juist bij de allochtone bevolkingsgroep behoefte aan het gezamenlijk verwerken van wat hen is overkomen. De brand in Volendam op de vroege Nieuwjaarsmorgen 2001 heeft in Enschede bij vele direct en indirect getroffenen een grote impact gehad. Professionele hulpverleners hebben onder meer een terugval in het verwerkingsproces geconstateerd. Een deel van de getroffenen heeft daadwerkelijk willen delen in de rouw van Volendam en heeft de stille tocht aldaar meegemaakt. 1.2 Gezondheidsmonitoring De Stuurgroep heeft de door de GGD Twente opgestelde nota «Raamwerk van de Gezondheidsmonitoring» geaccordeerd. Deze nota is nader uitgewerkt in deelnota s van de diverse instanties die enerzijds het in mei en juni 2000 uitgevoerde gezondheidsonderzoek (collectieve meting) voortzetten en anderzijds de monitoring van getroffenen door instellingen in kaart brengt. Het RIVM en het IVP komen in het tweede kwartaal met de bevindingen voor hun deel van het gezondheidsonderzoek naar buiten en in het laatste kwartaal zal de eerste vervolgmeting worden gerealiseerd. Aandacht zal er daarbij ook zijn voor degenen die in mei en juni 2000 niet in het onderzoek hebben geparticipeerd en die alsnog willen deelnemen. Binnenkort zal deze groep met behulp van het IAC en de media actief worden benaderd. Het onderzoek van deze laatste groep zal zich voornamelijk richten op de emotionele impact van de ramp. Het NIVEL begeleidt samen met de Katholieke Universiteit Nijmegen de monitoring door instellingen. Inmiddels heeft ook Mediant een onderzoeksvoorstel ingediend en neemt deel aan de projectleidersbijeenkomsten. De wetenschappelijke commissie onder voorzitterschap van mevrouw T. Poortenaar-Sikkema wordt op 27 maart geïnstalleerd en een maatschappelijke klankbordgroep wordt geformeerd. 1.3 Integrale Psychosociale nazorg Bij vele getroffenen is van controle-herstel nog geen sprake en de hulpverlenende instanties ondervinden dat dagelijks. De fase waarin waarin gesproken kan worden van posttraumatisch stress syndroom breekt aan en de huisartsen en GGZ-instellingen worden er mee geconfronteerd. De Tweede Kamer, vergaderjaar 2000 2001, 27 157, nr. 19 2

voor adequate behandeling noodzakelijke kennis en kunde heeft men zich inmiddels eigen gemaakt en deze wordt overgedragen aan die instanties die voor doorverwijzing zorg moeten dragen. Aan een integrale benadering draagt bij de op initiatief van de RHV belegde bijscholingen van huisartsen, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers waarin Mediant een belangrijke rol vervult. De RHV heeft de werving voor huisartsen gecontinueerd en prevaleert deze en eigen alternatieve voorstellen boven het inschakelen van basisartsen. Het aan de rand van het rampgebied gelegen gezondheidscentrum heeft inmiddels een volledige bezetting aan huisartsen en mondjesmaat komen er huisartsen van elders uit het land die zich een dag per week willen inzetten voor ondersteuning van de huisartsen in Enschede. De GGD Twente kampt met tekorten aan jeugd/schoolartsen. Het monitoringprogramma in Enschede loopt hierdoor geen gevaar. De bestuurlijke structuur van het Cluster Zorg wordt op dit moment vorm gegeven en in de Raad van Toezicht wordt een deskundige van allochtone herkomst opgenomen. 1.4 Kenniscentra De brand in Volendam heeft eens temeer duidelijk gemaakt dat er dringend behoefte is aan modellen voor zorg en nazorg bij crises en rampen. Know how verkregen in de Enschedese kenniscentra (IAC en Mediant) is in Volendam benut. De in januari geïnstalleerde commissie dient een kader voor een Landelijk Kenniscentrum op het gebied van de psychosociale nazorg bij rampen op te leveren. Het RIVM zal nader uitwerking geven aan de opdracht een kader voor epidemiologisch kenniscentrum te realiseren. Het NiVU zal bij beide activiteiten moeten worden betrokken. 2. Financiën De Commissie financiële afwikkeling vuurwerkramp (CFA) heeft, zoals in de vorige voortgangsrapportage gemeld, haar werkzaamheden afgerond. Op 5 februari 2001 kwam de commissie voor de laatste maal bijeen voor een evaluatie van haar werkzaamheden. Deze evaluatie zal in de vorm van een beknopte opsomming van conclusies en aanbevelingen worden gebundeld. 3. Onderzoek 3.1 Inspectierapportage inzake vervolg Culemborg incident Door de Inspectie Milieuhygiëne, de Arbeidsinspectie, de Rijksverkeersinspectie en de Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding is een nader onderzoek uitgevoerd naar de activiteiten van de betrokken organisaties naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen voortkomend uit onderzoek naar de vuurwerkexplosie in 1991 te Culemborg. Het rapport met de resultaten van dit onderzoek is op 19 februari 2001 aan uw Kamer aangeboden. Hiermee zijn de onderzoeken van de rijksinspecties naar de vuurwerkramp in Enschede afgerond. Het Logistiek Centrum Inspecties, dat in Enschede was gevestigd, en dat de informatie-uitwisseling tussen de inspecties onderling en het Openbaar Ministerie, de Commissie Onderzoek Vuurwerkramp en de bij de rampenbestrijding betrokken organisaties heeft verzorgd, is met ingang van 1 februari verplaatst naar de kantoren van de Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding. Tweede Kamer, vergaderjaar 2000 2001, 27 157, nr. 19 3

3.2 Commissie Onderzoek Vuurwerkramp Op 28 februari jl. heb ik, samen met de burgemeester van Enschede en de plv. Commissaris van de Koningin van de provincie Overijssel, de rapportage van de Commissie Onderzoek Vuurwerkramp in ontvangst genomen. Bij die gelegenheid heb ik reeds aangekondigd dat het kabinet eind maart een standpunt zal geven en daarbij zal aangeven welke acties het neemt. Hierbij kan ik deze toezegging bevestigen. 3.3 Classificatie-onderzoek Voor de opslag van vuurwerk wordt van dezelfde classificatie gebruik gemaakt als die bij vervoer wordt toegepast. Deze is geregeld op basis van de vervoersregelgeving voor gevaarlijke stoffen die in internationaal verband tot stand komt. Na de vuurwerkramp in Enschede is daarom naast onderzoek omtrent de classificatie bij opslag ook veel onderzoek gedaan naar de classificatie 1 van vuurwerk in de transportketen. Op basis van proeven is gebleken dat veel vuurwerk dat als 1.4G is geclassificeerd en als zodanig wordt geïmporteerd in Nederland, bij beproevingen veelal 1.3 en in een aantal gevallen 1.2 en zelfs 1.1 (massa-explosief) bleek te zijn. Een ander punt is dat 1.3 vuurwerk onder omstandigheden, namelijk bij aanwezigheid van een vuurwerk van de subklasse 1.1, ook een massa explosie zou kunnen geven. Het rapport over de bureauclassificatie is op 23 februari aan uw kamer gezonden. Bovenstaande is voor Verkeer en Waterstaat reden geweest de classificatie in december 2000 internationaal aan de orde te stellen in het «UN-Committee of Experts on the Transport of Dangerous Goods». Dit committee is verantwoordelijk voor de aanbevelingen met betrekking tot de classificatie voor het transport. Het systeem van classificatie werd hierbij vooralsnog niet in twijfel getrokken. Afgesproken is dat Nederland in juli 2001 in VN-verband met een plan van aanpak komt om de classificatie van vuurwerk op een praktische en handhaafbare manier te regelen. Er zijn twee uitgangspunten voor het in te dienen voorstel: 1. de bestaande systemen in diverse landen, die gehanteerd worden voor de (her)classificatie van vuurwerk (autorisatiesystemen); 2. de testresultaten van de tot nu toe uitgevoerde en nog uit te voeren testen m.b.t. vuurwerk, inclusief het resultaat van het onderzoek in Culemborg. 1 In de internationale verdragen (ADR, IMDG Code) vindt men de classificatie terug van onder meer vuurwerk. Het vuurwerk onderscheid zich in een vijftal classificatiecodes, te weten: 1.1G, 1.2G, 1.3G, 14.G en 1.4S. Indeling in deze classificatiecodes geschiedt op basis van de in het Handboek beproevingen en criteria van de Verenigde Naties voorgeschreven procedures en criteria. De subklassen 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 geven het gevaar aan te weten; 1.1 gevaar voor massaexplosie, 1.2 gevaar voor scherfwerking, 1.3 gevaar voor brand en gering gevaar voor luchtdruk- of scherfwerking of met gevaar voor beide, maar niet met gevaar voor massaexplosie, 1.4 gering explosiegevaar en gevolgen hoofdzakelijk beperkt tot collo. Vervolgens zal in de VN een besluit geformaliseerd moeten worden in december 2002 en uiteindelijk in werking kunnen treden per 1 januari 2005 in de internationale verdagen. Een en ander hangt samen met de aan te houden termijnen. Vanwege de tijd die is gemoeid met de totstandkoming van internationale regelgeving, onderzoekt de minister van Verkeer en Waterstaat of vooruitlopend hierop de regels op nationaal niveau effectief kunnen worden aangescherpt. Die aanscherping zal met name betrekking hebben op de effectiviteit van de handhaving en de verhoging van de veiligheid door verdere inperking van de mogelijkheden om hoeveelheden van bepaalde subklassen vuurwerk onder een verlicht regiem te vervoeren. Er wordt op dit moment uitgegaan van inwerkingtreding op 1 juli 2001. Overigens worden de uitkomsten van de bureauclassificatie al goeddeels onderbouwd door de inmiddels uitgevoerde praktijktests in het kader van het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp in Enschede. Tweede Kamer, vergaderjaar 2000 2001, 27 157, nr. 19 4

3.4 Onderzoek naar munitie-opslag De minister van VROM heeft de voorzitter van de vaste commissie voor VROM op 7 februari bericht dat de afronding van de brief met betrekking tot de veiligheidssituatie bij munitieopslagen die voor eind januari was toegezegd, nog circa twee weken in beslag zal nemen. Thans is de verwachting dat de minister van VROM deze brief in week 11 naar de Tweede Kamer zal zenden. 3.5 Strafrechtelijk onderzoek De meest in het oog springende ontwikkeling sinds het vorige voortgangsbericht betreft de aanhouding op 26 januari van een inwoner van Enschede, op verdenking van betrokkenheid bij het ontstaan van de brand bij het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks (artikel 157 wetboek van strafrecht, opzettelijke brandstichting). De rechter commissaris in strafzaken te Almelo heeft op 1 februari de bewaring van de verdachte bevolen. Op 9 februari heeft de raadkamer van de rechtbank te Almelo geoordeeld dat er voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan voor gevangenhouding gedurende 30 dagen. De planning van de behandeling van de strafzaak tegen de eigenaren van S.E. Fireworks blijft ongewijzigd. Naar verwachting zal vervolgens eind april een zogenoemde regiezitting plaatsvinden, waarin de rechtbank de verdere behandeling bepaalt en de verdediging in de gelegenheid zal worden gesteld haar wensen kenbaar te maken ten aanzien van aspecten die naar haar mening nader onderzocht dienen te worden. 4. Evaluatie staand beleid 4.1 Onderzoeken Bureau Adviseur Milieuvergunningen Op 15 januari jl. heeft de Minister van Defensie onder meer het rapport van het onderzoeksbureau STUVEX aan de Kamer aangeboden. In dit rapport wordt ingegaan op de kwaliteit van de advisering door bureau Adviseur Milieuvergunningen (AMV). In de brief van 15 januari is aangekondigd dat nader onderzoek zou plaatsvinden van dossiers betreffende vuurwerkbedrijven. Op 25 januari jl. heeft de Rijksrecherche, in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar de werkwijze van twee medewerkers van bureau AMV, de administratie van het bureau in beslag genomen. Het betreft alle dossiers die betrekking hebben op de advisering met betrekking tot de opslag van vuurwerk. De dossiers van bureau AMV zijn noodzakelijk voor het verder kunnen uitvoeren van het in de brief van 15 januari jl. genoemde nader onderzoek. Totdat de dossiers weer ter beschikking komen kan het aangekondigde onderzoek derhalve geen doorgang vinden. Naar verwachting kan uiterlijk medio april het onderzoek weer worden voortgezet. 4.2 Vuurwerkregelgeving Het ontwerp-vuurwerkbesluit is op 26 februari in de Staatscourant voorgepubliceerd en is inmiddels aan de Tweede Kamer gezonden. In het kabinetsstandpunt over de rapportage van de Commissie Onderzoek Vuurwerkramp, de rapporten van de inspecties naar aanleiding van de vuurwerkramp alsmede de bevindingen van het onderzoek naar de juistheid van de classificatie van professioneel vuurwerk zal het kabinet aangeven welke gevolgen deze bevindingen hebben voor de inhoud van het vuurwerkbesluit. Tweede Kamer, vergaderjaar 2000 2001, 27 157, nr. 19 5

5. Wederopbouw In het vorige voortgangsbericht, dd. 30 januari jl., heb ik gemeld dat in de toekomst, na afronding van de afwikkeling van de vuurwerkramp, de Kamer geïnformeerd zal worden over de voortgang van de wederopbouw via de reguliere voortgangsberichten inzake het Grote Stedenbeleid. Tot dat moment bericht ik u nog langs deze weg. De gemeente Enschede heeft inmiddels een plan van aanpak voor de wederopbouw, dat is opgedeeld in drie delen: 1. een fysiek plan voor de wederopbouw, gericht op de herbouw van de wijk in het rampgebied; 2. een plan voor de sociale wederopbouw van de wijk; 3. een plan voor de economische wederopbouw, gericht op ondersteuning van de getroffen ondernemers en de economische ontwikkeling in Enschede noord; Belangrijk bij het gehele wederopbouw proces is de participatie van de bewoners. Per buurt worden (oud)bewoners uitgenodigd om hun mening en wensen alsmede ideeën te geven over de nieuwe wijk. Dit levert belangrijke informatie op voor de aangetrokken stedenbouwkundige Pi de Bruijn, de gemeente en de woningcorporaties. Over dit plan van aanpak en de uitvoering wordt mede geadviseerd door de Commissie Meijer, waarin als waarnemer het Rijk functioneert (deelname door GSI, EZ en VROM). Het tijdpad voor de wederopbouw is er op gericht dat 3 jaar na de ramp het eerste cluster woningen in Roombeek-west opgeleverd wordt. Dit wordt beschouwd als het snelste scenario. Globaal gaat dit uit van drie fasen, een jaar voor participatie, planvorming en sanering, een jaar voor de uitwerking van deelplannen, bestemmingsplanprocedures en aanbestedingen en een jaar bouw van de eerste woningen. Met SZW en de gemeente Enschede wordt in april gesproken over de mogelijkheden die bij de wederopbouw bestaan op basis van de ideeën van de commissie dagindeling. Juist bij de planning van een nieuwe wijk, en met het oog op mogelijkheden voor kwaliteitsverbeteringen ten opzichte van de eerder bestaande situatie, biedt ook dit wellicht perspectieven. 6. Juridische zaken In mijn vorige brief heb ik u gemeld dat er in het kader van het voorlopig getuigenverhoor een aansluitend verzoek is ingediend tot het horen van nog acht getuigen. De rechtbank is accoord gegaan met het horen van zeven getuigen. Het verzoek tot verhoor van de achtste getuige, waarvan nog geen naam was bepaald, is niet gehonoreerd. Bij beschikking van 13 februari jl. heeft de rechter-commissaris bepaald dat de verhoren zullen plaatsvinden op maandag 26 maart, donderdag 29 maart, donderdag 19 april en dinsdag 8 mei 2001, in het Paleis van Justitie te s-gravenhage. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries Tweede Kamer, vergaderjaar 2000 2001, 27 157, nr. 19 6