Lees ook van Hans Kuyper

Vergelijkbare documenten
Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Lees ook van Hans Kuyper

Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Het geheim van de olympische vlam

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Hoofdstuk 1. De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin

Weg met die krokodil!

Zombie! Tommy Donbavand. Met tekeningen van Tom Percival

Ze zouden haar treiteren! Gegiechel achter haar rug. Gemene opmerkingen. Flauwe geintjes. Misschien wel een spin in haar cola... Ze zag het gezicht

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

2

Niemand op mijn kerstfeest

Tussen de palen I E F

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Gerard van Gemert. Kopduel I E F D E G O ALT J E S D

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman



E H E I M G E H E I M H E I M

Edward van de Vendel. De grote verboden zolder

Stomme trutten. Qatar, Qatar!, giechelen de meisjes voor het huis aan de overkant. Kelly heeft gelijk. Nu zijn ze op de fiets.

Buitengewoon bijzonder buitenaards

Bart Moeyaert. Blote handen

Sofie en Regenboog HOOFDSTUK ÉÉN

Kijk ook op:

Juf Waz Noenka op de vlucht

E H E I M G E H E I M H E I M

E H E I M G E H E I M H E I M

De steen die verhalen vertelt.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het


Velde-Stijn-Uitvinding-druk :35 Pagina 1 Stijn, uitvinder

geheim nooit aan iemand anders vertelt. En vooral niet aan grote mensen. Dat zou rampzalige gevolgen hebben. Ze zouden zeggen dat ik een gevaarlijke

Een mooie dag; een indianenverhaal. Daphne de Bruin 2010

met tekeningen van ivan & ilia

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Ahlberg en Tellegen :29 Pagina 1. Brieven aan bijna niemand anders

Haarbandjes en wedstrijdkriebels

Een knipoog van tante Wilma

HENK HARDEMAN. Spookschrijvers. Uitgeverij Holland Haarlem

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

KINDEREN VAN HET LICHT

Verhaal: Jozef en Maria

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Het mannetje van Plar Anne Cassidy. Met tekeningen van Tony Ross

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

2016 Marianne Busser en Ron Schröder 2016 Illustraties: ivan en ilia 2016 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

Kikker in de kou. geschreven door Max Velthuijs

Anna Woltz. Mijn bijzonder rare week met Tess

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

2015 Marianne Busser en Ron Schröder 2015 Illustraties: ivan en ilia 2015 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Boekverslag Nederlands Met mijn ogen dicht door Maren Stoffels

101. Weglopen. Wijsheid

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis

ISBN Daniel Nesquens Sergio Mora Tattoo-papa De Vier Windstreken. De Vier Windstreken

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Tommie, Dik en Esmeralda

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

Een felle bliksemflits zette het bos heel even in een spookachtig,

René van der Velde. met tekeningen van Georgien Overwater. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Mirjam Oldenhave. Mees Kees. Bloedjelink. Met illustraties van Rick de Haas. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

»05« Het marktplein. Nog nooit had hij zijn boterham zo snel opgegeten. Mam, Erika en Lien hadden hem verbaasd aangekeken.

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Lees ook: De regels van Floor Floor gaat door! (Getipt door de Nederlandse Kinderjury) Floor gaat ervoor!

De hele erge Ellie en nare Nellie

Joep van Deudekom. 10 tegen 1. Tekeningen Michiel van de Vijver. Leopold / Amsterdam

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

Ik keek naar haar oren. Van dichtbij zagen ze er nog wat zachter en hariger uit dan van veraf. En ze bewogen. Terwijl Ariane de rest van haar kop

Kanjertraining uitleg van groep 7A

Bikkels en ballenmeisjes

Gerard van Gemert. De twaalfde man

Nooit had zijn moeder over haar vader gesproken en nu hij dood was, moest ze de hele dag huilen.

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Spekkie en Sproet en de vreemde ontvoering

Dit boekje is van... Meneertje Kietel_Binnen.indd :20 Meneertje Kietel_Binnen.indd :05

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Miauw! Miauw!

1 Kussen over mijn hoofd

In de hal wacht de mentor van 2a haar op. Hij geeft Nederlands. Voor de pauze heeft ze twee uur les van hem. Samen lopen ze naar het lokaal van 2a toe

Annie van Gansewinkel. Vast

Ik loop met Margreet naar school en het valt me op dat ze knalrode wangen heeft. Het is bijna Valentijnsdag, zegt ze opgewonden. Weet jij al aan wie

Het nachtmerrieneefje

Het lam. Arna van Deelen

KOOS MEINDERTS NAAR HET NOORDEN MET ILLUSTRATIES VAN ANNETTE FIENIEG

Maatschappelijk werk (alweer)

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

Op en top Ellie en Nellie

Paul van Loon. Dolfje Weerwolfje. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

gans e n broer Moeyaert Dendooven met tekeningen van

Transcriptie:

Lees ook van Hans Kuyper Gered door de honden Spooktocht in het donker Jacht op de tekenaar Schaatsen in de mist Actie voor twee zeehondjes Het geheim van het 100e doelpunt Het geheim van de ponydief 10+ De fluisterkelders Walviseiland Woud van de wind Operatie Noorderlicht met maren stoffels Je bent van mij! 12+ Ik had je zo lief

Hans Kuyper F-Side Story Tekeningen Annet Schaap leopold / amsterdam

Voor Anne-Marie, met heel veel dank! Eerste druk 2013 2013 tekst: Hans Kuyper 2013 omslag en illustraties: Annet Schaap / www.annetschaap.com Omslagontwerp: Annemieke Groenhuijzen / www.aggv.nl Uitgeverij Leopold, Amsterdam / www.leopold.nl isbn 978 90 258 6273 2 / nur 283 Uitgeverij Leopold drukt haar boeken op papier met het fsc keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden.

Inhoud De eerste woorden 5 De bende 10 Er gaat iets gebeuren 16 Dansen in de gymzaal 22 Maria 27 Niet zomaar een avond 33 Amerika 39 Hou je hoofd erbij 45 Hand in hand 50 Het gevecht 55 Betoverd 60 Er moet een plek zijn 66 Hé, wijkagent 72 Zo n jongen toch 77 Finale 82 Hans Kuyper over dit boek 87

De eerste woorden Naomi was geen bang meisje. Nou ja, meestal niet. Extreem grote spinnen ging ze liever uit de weg, en al te opdringerige honden hield ze ook graag op veilige afstand. Maar voor de rest kon ze de wereld wel aan. Zelfs toen haar moeder meldde dat ze een nieuwe baan had gevonden, en dat ze daarvoor naar Amsterdam moesten verhuizen, had Naomi alleen maar even geslikt. 020. Het was niet anders... En ze begreep het ook wel, na alles wat er gebeurd was. Maar nu ze dan voor haar nieuwe klas stond, met papa s Feyenoord-sjaal om, voelde ze zich toch behoorlijk onzeker. En die meester hielp ook niet echt. Hij leek nog het meest op een paasei, met dat ronde hoofd boven die te wijde wollen trui en de zweetdruppeltjes op zijn slapen. Een zachtgekookt paasei... Nou, Naomi, zei hij. Stel jezelf maar voor. Naomi haalde diep adem. Ze liet haar blik even dwalen over de klas zoals die daar zat. 5

De tafels stonden twee aan twee in strakke rijen. Niet in een gezellige chaos door elkaar, zoals op haar school in Rotterdam. Het zag er allemaal een stuk strenger uit hier. Maar misschien was dat wel nodig. De meisjes verschilden uiterlijk niet veel van de vriendinnen die ze had moeten achterlaten. Maar de jongens waren anders. Gel, veel gel. Een paar stekelkoppies ook. Neptattoos hier en daar. Veel rood-wit en zwart, hier en daar nog wat babyblauw van het vorige uit-shirt. Heel, heel erg 020. Goed, daar moest ze dus tegenin. Ik ben Naomi en ik kom uit 010, wen er maar aan want ik laat het ook zien, rapte ze zomaar. Geen idee waar dat opeens vandaan kwam. Maar het voelde goed. Naomi rechtte haar rug en keek de klas rond. Het bleef stil. Alleen een meisje op een van de achterste banken giechelde zacht. De jongens met het gelhaar schuifelden wat met hun voeten. Zo zeg, zei de meester. Dat weten we dan! Oké! Stoer! Dat hielp ook niet echt. Maar goed, hoeveel hulp kun je verwachten van een paasei als het al bijna mei is? Je ziet wel dat de meeste kinderen in deze klas meer voor Ajax zijn, meldde de meester totaal overbodig. Maar dat is verder geen probleem, toch, jongens? Leven en laten leven, wij zijn één klas. Een paar van de gelhoofden vertrokken hun mond tot een nepgrijns. Eentje deed zelfs alsof hij moest overgeven. Maar zondag niet, mompelde een jongen. Zondag maken we ze helemaal af. Het paasei fronste zijn wenkbrauwen. Jari, gedraag je! Weet je wat, Naomi, ga zolang maar even aan de tafel van Yo zitten. Die is ziek vandaag. In het speelkwartier scharrelen we wel ergens een eigen tafel voor je op. Paasei, scharrelei... Nou, leuk. Nog niet eens een eigen tafel. 6

Dat hadden ze toch van tevoren kunnen regelen, zou je denken. Maar gelukkig stond die tafel van zieke Yo wel achter in de klas en alleen, zonder directe buurman. Een rustig plekje om te wennen. Naomi liep zo nonchalant mogelijk tussen de rijen door naar achteren. Ze zette haar tas op de vloer en wilde net gaan zitten, toen achter haar een hese stem siste: 010, 010, laat je tieten maar eens zien... Naomi draaide zich bliksemsnel om. Een paar jongens zaten breed te grijnzen. Ze kon niet zien wie van hen gesproken had. Naomi haalde diep adem. Het meisje dat eerder had zitten giechelen boog zich over het gangpad naar haar toe. Laat ze maar, hoor, fluisterde ze. Het zijn vuilbekken, allemaal... Ja, dat was duidelijk. Naomi ging zitten en schoof snel de la open. Ajax-schriften, Ajax-pen... Ze had niet anders verwacht, natuurlijk. Alles in orde, Naomi? vroeg de meester. We beginnen hier elke dag met stil lezen. Pak Yo s boek maar even. Achter in de la vond Naomi een stukgelezen boekje. Ze legde het voor zich op tafel en las de titel. En las de titel nog een keer. En nog eens. Meester... zei ze zachtjes, dit kan echt niet hoor... Ze hield het boekje omhoog. De klas barstte uit in bulderend gelach. Wat is het? vroeg de meester. Ik kan het niet lezen. Ik ook niet, mompelde Naomi. 7

Ze heeft Ajax wint altijd, meester! riep een jongen. De meester grijnsde. Als een paasei met een grote barst erin. Nou ja, zei hij, helemaal niet slecht. Een leuk boek. En goed voor je inburgering. Kun je je vast voorbereiden op de wedstrijd van zondag. Stil allemaal! Het werd rustig in de klas. Naomi zuchtte nog maar eens en sloeg het boek open. Verder dan een halve bladzij kwam ze niet. Ze was dol op lezen, en dit boek was goed geschreven, maar het voelde als verraad. Verraad aan haar vader. Naomi strekte zich en keek uit het kleine, hoge raam naast haar tafel. Buiten, aan de overkant van de smalle straat, stonden bomen. Het leek een park, maar dat was het niet. Naomi had op weg naar school al gezien dat het een begraafplaats was. Een bruggetje over de sloot leidde ernaartoe. Op dat bruggetje stond een oude dame een beetje besluiteloos om zich heen te kijken. Af en toe deed ze een paar passen naar voren of naar achteren, maar ze bleef op de brug. Het leek wel of ze verdwaald was. Naomi boog zich naar het meisje aan de andere kant van het gangpad. Die vrouw doet raar, fluisterde ze. Het meisje volgde haar blik. Dat is Maria, zei ze, terwijl ze haar vinger opstak. Wacht maar. Zeg het eens, Marissa, zei de meester. Meester, Maria staat op de brug. Misschien moet iemand haar thuisbrengen. Maria? vroeg de meester. O, Maria. Ja. Ja, doe dat maar even als je wilt. 8

Marissa keek even opzij. Mag Naomi mee? vroeg ze. Dat was aardig! Naomi hoopte heel erg dat het paasei het goed zou vinden. Maar nee, hij schudde zijn hoofd. Volgende keer, zei de meester. Naomi moet eerst maar eens aan de school wennen. Marissa stond op en liep de klas uit. Even later zag Naomi haar de straat oversteken. De oude vrouw op de brug leek haar niet te herkennen, maar ze liep wel mee toen Marissa haar een arm gaf. Samen gingen ze rechtsaf. Naomi bleef kijken totdat ze hen niet meer kon zien. Vreemde dingen gebeurden hier. Maar misschien was dat wel normaal, in Amsterdam. Boeken weg, zei de meester. We gaan aan het rekenen. Kunnen we meteen zien hoe ver ze daar in Rotterdam mee zijn. Maar dat zal wel goed zitten. Het is een handelsstad natuurlijk. Net als Amsterdam. Ja, net als Amsterdam. Maar dan anders. 9

De bende Zo gauw de school uitging, kwam Marissa naast Naomi lopen. Waar woon je? vroeg ze. Aan de andere kant van de grote weg, in die flats. Marissa giechelde. Daar stond vroeger het stadion van Ajax, zei ze. Wist je dat? Ja, dat wist Naomi. Een man in trainingspak, die naar de verhuizing was komen kijken, had het allemaal verteld, gistermiddag. De straten in de wijk waren naar voetbalstadions genoemd en de bruggetjes naar beroemde voetballers. Amsterdamse voetballers, natuurlijk. Tussen de hoge flats was een pleintje met een betonnen voetbal in het midden. Die gaf de plaats aan waar lang geleden de middenstip had gelegen. 10

Nou ja, zo ongeveer dan, had de man gezegd, met een lach, ze hebben er een paar meter naast gezeten. Evengoed geen leuk idee. Naomi had zich voorgenomen altijd met een grote boog om die grijze bol heen te lopen. Net zoals die man met haar had gedaan trouwens: zo gauw ze haar Feyenoord-sjaal uit de cabine had gepakt, was hij verdwenen. Zonder nog een woord te zeggen. Zal ik je thuisbrengen? vroeg Marissa. Best, zei Naomi, net iets minder aardig dan ze het bedoelde. Ze staken de grote weg over. Halverwege moesten ze wachten tot de tram voorbij was. Lijn negen, zei Marissa. Kan je mee naar Artis. Vind jij de meester ook een paasei? vroeg Naomi. Een paasei? Ja, met dat kale hoofd en die wollen trui... Net een paasei in een eierwarmer. Marissa giechelde weer. Dat deed ze blijkbaar graag. Nooit zo over gedacht, zei ze. Maar nu je het zegt... Ze liepen naar de onderdoorgang die naar Naomi s wijk leidde. Kinderen hadden er een grote muurschildering gemaakt en aan de andere kant was het kantoortje van de bewonersvereniging. jofelbuurtje.nl stond op een poster. Naomi zuchtte nog maar eens. Jofel buurtje. Met zicht op de oude middenstip van Ajax. Met een buurman in trainingspak die zelf nog bij Ajax had gespeeld. Hij was eraf geschopt toen hij vijftien was, dat had hij eerlijk verteld. Maar toch. Jofel buurtje. Met groepjes jongens in rood en wit die een hard soort Nederlands spraken, niet het zangerige taaltje dat Naomi zo goed kende van Rotterdam. Het taaltje van haar vader. Het taaltje waar ze zo vreselijk veel van hield. O, daar heb je Jari met de bende, zei Marissa opeens. Kom, we gaan de andere kant op. Ik moet rechtdoor, zei Naomi. 11

Beter van niet... Iets verder op het voetpad, op het midden van de houten brug, stonden een paar jongens uit Naomi s nieuwe klas. Ze hadden zich schouder aan schouder opgesteld, zodat niemand erlangs kon. Marissa trok Naomi aan haar arm mee naar links. Anfield Road heette de straat. Welke club speelde op Anfield Road? Liverpool? Laffe kakkerlak! Naomi rukte zich los en draaide zich om. De jongens grijnsden weer, net als vanochtend in de klas. Wie zei dat? riep Naomi. Kom nou mee, fluisterde Marissa. Je moet écht geen ruzie met ze maken. Ik maak geen ruzie, zíj maken ruzie. De jongens waren in beweging gekomen. Langzaam, met hun handen in hun zakken, liepen ze de brug af. Marissa begon nu echt zenuwachtig te worden. Kom nou, smeekte ze. Maar Naomi was geen bang meisje. Ze had zich stoer voorgesteld, vanochtend in de klas, dus kon ze niet meteen weglopen. Wat kon haar gebeuren, op klaarlichte dag midden in de wijk? Ik woon hier nu, zei ze. Wen er maar aan. Want voorlopig zijn we hier niet weg. Wie, we? vroeg Jari. Jij en je kakkerlakkenbroertje? Of je kakkerlakkenzusje? Of je kakkerlakkenpapa? Dat was té erg. Naomi rende naar Jari toe en greep hem bij zijn jas, met zo veel kracht dat hij op zijn tenen moest staan. Begin niet over mijn vader! snauwde ze. Jari leek geschrokken, maar hij herstelde zich snel. Met één maai van zijn armen sloeg hij Naomi van zich af en trok hij de Feyenoord-sjaal van haar hals. Hij draaide hem als een gymnastieklint boven zijn hoofd. Geef terug! riep Naomi. 12

Maar dat was Jari niet van plan. Hij grijnsde vals en wenkte de andere jongens. Kom mee! Jari rende terug naar de brug. De jongens volgden hem. Op het midden bleven ze staan, Jari aan de zijkant bij de brugleuning. Met gestrekte arm liet hij de sjaal boven de sloot bungelen. En wat doe je nou, 010? vroeg hij treiterig. Jari, geef terug, zei Marissa. Die sjaal is niet van jou. Nee, zei Jari. Gelukkig niet. Ik zou me doodschamen met zo n kakkerlakkending om m n nek. Weet je wat? Misschien vinden de karpers hem wel mooi. Hij spreidde zijn vingers als een goochelaar die wil laten zien dat hij niets te verbergen heeft. De sjaal verdween met een sierlijke boog onder de brug. Rotzak! gilde Naomi. Vuile rotzak! Dan weet je dat maar, zei Jari. Aangenaam kennis te maken. Hij draaide zich om en samen met de andere jongens verdween hij tussen de flats aan de andere kant van de brug. Hij floot er een liedje bij, een dom soort melodie. Een voetbalmars. Naomi stond als aan de grond genageld. En wat nog veel erger was ze voelde tranen opkomen. Als ze nu niet snel iets deed wild met haar hoofd schudden, of gillen, of heel hard rennen, dan zou ze hier stom gaan staan huilen. En dat gunde ze die Jari niet. Dus schreeuwde ze, zo hard als ze kon. Ik ga jou pakken, Jari. Wacht maar af! Naomi slikte haar tranen weg, liep de brug op en boog zich over de leuning. Daar dreef haar sjaal, papa s sjaal, in het modderige water. Hij was gelukkig niet naar de bodem gezonken. Maar misschien kon dat ook wel niet, in deze prutsloot. Daar ligt een tak, zei Marissa naast haar. 13

Naomi kon alleen maar kijken. Ze zag hoe Marissa aan de andere kant van de brug een lange tak uit de bosjes haalde. En hoe ze vervolgens de sjaal voorzichtig uit de sloot hengelde. Druipend kwam hij het water uit. Marissa kneep haar neus dicht en klom weer naar boven, de sjaal ver van zich af. Er druppelde een zwart spoor over het brugdek. Hier, zei Marissa. En sorry. Er wonen hier ook leuke mensen. Naomi zei niks terug. Ze pakte de sjaal aan en bracht hem naar haar neus. Hij rook niet meer naar papa. Hij rook naar slootwater, en prut. Hij rook naar het verschrikkelijke 020. Weer voelde ze tranen komen. Marissa begon snel over iets anders. Yo woont hier ook, zei ze. Daar verderop, aan de sloot. 14

Yo? Van jouw tafel, weet je wel. Van dat boek. O ja, Yo, zei Naomi. Yo die ziek is. Is het een aardig meisje? Wie? Yo. Marissa giechelde, maar het klonk niet erg vrolijk. Yo is geen meisje, zei ze. Yo is een jongen. En hij is nog veel erger dan Jari... 15

Er gaat iets gebeuren Heb je dat ding nou alweer om? riep Jari de volgende ochtend, bij de poort van de school. Ik hoop wel dat je hem gewassen hebt. Ja, de sjaal was schoon. Heel verschrikkelijk schoon. Het enige kledingstuk waarvan Naomi had gezworen dat het nooit in het sop zou gaan, was gisteravond kraakhelder uit de machine gekomen. Hij rook naar wasmiddel nu. Niet meer naar sigaretten en oud bier niet meer naar papa. 16

Naomi zweeg en liep het schoolplein op. Ze zag Marissa staan bij de grote boomstam waar de kleuters op klauterden, maar ze stond daar met een groep vriendinnen en Naomi had geen zin in meidengeklets. Dus liep ze naar het klimrek en ging op haar kop hangen. Jari en zijn vrienden hingen nog rond bij de poort. Af en toe keken ze naar Naomi en lachten dan. Niet vrolijk, maar vals. Naomi kon niet verstaan wat ze over haar zeiden, en dat was misschien maar beter ook. Het was lekker weer, echt lente. In de blauwe lucht dreven bolle witte wolken en de bomen rond het schoolplein waren getooid met het allerfijnste groen. Heerlijk om zo te hangen, met het koude staal van het klimrek in je knieholten en de voorjaarswind in je haren. Papa s sjaal sliertte over de grond en dat was ook goed, zo zou die rare waspoederlucht er wat sneller uit gaan. Bij de poort gebeurde iets, zag Naomi. Jari s clubje week uiteen en er stond opeens een nieuwe jongen tussen hen in. Een heel ander soort jongen. Hij was klein, wel een kop kleiner dan Jari. En hij had geen gel in zijn haar, dat sluik tot op zijn schouders viel. Tenger was hij ook, bijna dun. Zijn spiedende ogen gingen het schoolplein rond en bleven rusten in die van Naomi. Die ogen! Naomi had het gevoel dat alle kracht uit haar benen stroomde. En goed nadenken kon ze ook opeens niet meer. Ze wist nog net haar armen uit te steken om haar hoofd te beschermen, terwijl ze van het klimrek gleed en met een klap op haar rug terechtkwam. Dat deed pijn en geen pijn tegelijk. Veel erger was het besef wat voor een indruk ze gemaakt moest hebben op deze jongen. De eerste keer dat hij haar zag, met die ogen, was ze als een kleuter uit het klimrek gelazerd. Wat zou hij van haar denken? Maar wat maakte het eigenlijk uit wat hij van haar dacht? 17

Ze kende deze jongen toch niet eens? Misschien was het wel een enorme rotzak. Dat was trouwens bijna wel zeker, want dit moest natuurlijk Yo zijn, bedacht Naomi zich opeens. Yo, erger dan Jari. Maar die ogen! Marissa boog zich over Naomi heen. Heb je je pijn gedaan? vroeg ze. Kan je opstaan? Ja, dat kon Naomi wel. Maar het was de vraag of ze dat wilde. Opstaan, midden op het schoolplein. Waar iedereen naar haar keek. Hij ook, Yo ook. Marissa sjorde haar overeind en sloeg het vuil van haar jas. Naomi gluurde vanuit een ooghoek naar de poort. De jongens rond Jari stonden te lachen natuurlijk. Jari zelf nog het hardst en hij sloeg Yo op zijn schouders. Maar Yo lachte niet. Tenminste, niet hardop. Er speelde een klein glimlachje om zijn lippen. Niet omdat ze gevallen was, dat wist Naomi zeker. Alleen omdat hij haar zág. Kon dat? Naomi wendde haar blik af. Hou nou maar op met kloppen, snauwde ze tegen Marissa. Ik ben geen kleedje. Dat was onaardig, helemaal haar bedoeling niet. Maar Naomi voelde zich zo vreemd, zo in de war. Het leek of die blauwe hemel haar probeerde op te zuigen, kilometers hoog, terwijl ze met haar tenen op de grond bleef staan. De bomen dansten om haar heen. Deze jongen van 020, die niet eens Ajax-kleren droeg trouwens. Gewoon, een spijkerbroek en een wit t-shirt met een zwart vest eroverheen. En daarboven... 18

Die ogen. Gelukkig ging de bel. De kleuters dromden het eerst de school in, de kleinsten nog aan de hand van hun moeder of vader. Naomi drong voor, ze wilde niet als laatste naar binnen. Ze wilde al aan haar tafel zitten, achter in de klas, als de jongens binnenkwamen. Dan hoefde ze niet langs hen te lopen. Ze zou niet geweten hebben hoe ze dat moest doen, op haar kilometerslange benen. Meester paasei stond te friemelen aan het digibord. Zo Naomi, jij bent snel, zei hij. Het is je hier blijkbaar goed bevallen gisteren, dat je zo n haast hebt om binnen te komen. Goedemorgen meester, mompelde Naomi. Ze haastte zich naar haar tafel, haar eigen tafel, die gistermiddag achterin was gezet, ver van het raam waar Yo s tafel stond. Dat was goed, er zaten wel zes kinderen tussen. Stel je voor dat ze naast elkaar zouden zitten... Het groepje van Jari kwam binnen, Yo als laatste. Hé Yo, zei de meester. Ben je daar weer? Alles in orde? Alles fortissimo, meester, zei Yo. Zijn stem. Hoog, maar niet pieperig of zo. Helder. En hij sprak natuurlijk onvervalst Amsterdams, maar hij liet zijn woorden een beetje dansen. Een heel klein beetje, zodat alleen Naomi het kon horen. Dacht ze. En hij keek weer. En hij glimlachte weer. Gauw haalde Naomi haar boek uit haar la. Kruimeltje natuurlijk, dat had ze gisteren meteen uit de kast getrokken. Het maakte niet uit dat ze het al drie keer had gelezen, en de film thuis meer dan honderd keer gekeken. Kruimeltje was een mede-rotterdammer en alle hulp was welkom. Fijn om nu te lezen over haar stad, in de winter. De lente en Amsterdam waren even- 19

tjes heel ver weg. Zolang ze maar niet opzij keek, richting het raam. Zolang ze maar bleef lezen. Dat bleef de hele ochtend haar opdracht. Naar het bord kijken, naar het paasei kijken. Recht vooruit, nooit opzij. Soms voelde Naomi dat Yo naar haar keek en dan was het extra lastig. Maar het lukte wel, het lukte een paar uur lang, ook al gingen de lessen volledig langs haar heen. Dus, Naomi, zei de meester opeens, wat weten we nu van het hart? Van het hart? Ging het over het hart? En wat wist ze daarvan? Niks, helemaal niks! Naomi voelde dat het bloed haar naar de wangen steeg. Gelukkig kon niemand zien dat ze rood werd. Voordeeltje van haar huidskleur. Wat wist ze van het hart? Dat het klopt, meester, fluisterde ze. Ja, dat klopt, zei de meester met een lach. Tenminste, dat mag ik hopen. En voor wíé klopt jouw hart, Naomi? Pardon? Wat was dat nou weer voor vraag! Voor 010! gilde Jari. Hebben kakkerlakken wel een hart, meester? vroeg een andere jongen. De hele klas brulde van het lachen, maar de meester keek kwaad. Die hebben zeker een hart, Sjaak, zei hij. En misschien nog wel een nobeler hart dan de meesten van jullie. En toen moest Naomi kijken, ook al wilde ze niet. Ze moest weten of Yo ook lachte. En hóé hij lachte. Maar hij lachte niet. Hij keek haar strak aan, het licht uit het hoge raam speelde door zijn lange haren. En hij knikte alleen maar even, een heel kleine beweging van zijn hoofd. O... Dit was het begin van iets. Naomi had geen idee van wat, 20