Schuldhulpverlening aan gedetineerden



Vergelijkbare documenten
Besluit College van BenW

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregels schuldhulpverlening Heemskerk april 2013

Schulddienstverlening

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Helmond 2018

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Zundertse Regelgeving

memo de gemeenteraad M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011

Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017

Samenvatting. Onderzoeksvragen

SCHULDHULPVERLENING september

Schriftelijke vragen. Namens de fractie van de PvdA. Siebren Buist. Reg. Nr (in te vullen door de griffie)

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Beleidsregels. Schuldhulpverlening. gemeente Reimerswaal

Van binnen naar buiten

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

College van B en W van de Gemeente Breda. Beleidsregels over toelating tot schuldhulpverlening

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder.

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Versterking juridische grondslag voor Gegevensverwerking Detentie en Terugkeer geboden

Detentie & Re-integratieproces in de PI. - terugkeer vd gedetineerde burger en - een veiliger samenleving

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden H.M.M. Vos en M.Bolle. sv RIS Regnr. BSD/ Den Haag, 23 september 2008

Wat kunt u van Helder bewindvoeringen verwachten?

Samenwerking tussen PI en gemeente bij de reïntegratie van de gedetineerde burger. Workshop oktober 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels integrale gemeentelijke schuldhulpverlening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis

Beleidsregels integrale gemeentelijke schuldhulpverlening gemeente Cuijk

Schuldhulpverlening. Financiële Winkel van Delft

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013

Beleidsregels Schuldhulpverlening

SCHULDHULPVERLENING april

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012,

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening Achtkarspelen

U wilt uw schulden wegwerken

ECLI:NL:RBDHA:2017:5387

Beleidsregels Schuldhulpverlening. (geconsolideerde tekst december 2013)

Beantwoording schriftelijke vragen op grond van artikel 35 over schuldhulpverlening

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

Meldpunt Budgetadvies & Schuldhulpverlening. Budgetadvies, Budgetbeheer, Budgetbegeleiding, Minnelijke schuldregeling

Inhoudsopgave. Schulden, hoe kom ik ervan af? Ik kan de rekeningen niet meer betalen. Wat nu? Wat kan ik zelf doen aan mijn schulden?

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer: OWZDB28. nazorg ex-gedetineerden

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017

Schuldbemiddeling als secundaire arbeidsvoorwaarde

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie BVRC10. Nazorg ex-gedetineerden in politiedistrict Meierij

Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening 2013

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

Wat kunt u van Kwakkenbos Bewindvoeringen verwachten?

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

Schuldbemiddeling als secundaire arbeidsvoorwaarde

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Een goede aansluiting voorkomt vertraging. Deel 2. Inwoners, afdeling Budgetondersteuning Inburgering en Sociale recherche

Was / Wordt-lijst beleidsplan ISHV

december Totaal behandeld

VOORBEELD OVEREENKOMST VOOR DE MINNELIJKE SCHULDREGELING

Beleidsregels toelating tot schulddienstverlening gemeente Borger-Odoorn.

(Basis) Penitentiair Programma: brug naar de samenleving. Penitentiair Trajectencentrum PI Rotterdam Informatie voor werkgevers

Beleidsregels schuldhulpverlening Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het college van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

PRAKTIJKGERICHTE SCHULDHULPVERLENING

ECLI:NL:RBMNE:2016:5654

Jaartal / nummer 2014 / 045. Naam Beleidsregels schuldhulpverlening Publicatiedatum 17 april Opmerkingen

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

UIT DE SCHULDEN Wegwijs in de schuldhulpverlening

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregels Schulddienstverlening Haarlem Het college van de gemeente Haarlem

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Groesbeek 2015

O jee, nu heb ik er twee!! Actualiteitencongres Schuldhulpverlening 25 september 2018

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

Renske Berg (Doras) en Erik Rutten (Ministerie SZW) AMBITIE LOONT BREED WETTELIJK MORATORIUM

CONVENANT PREVENTIE HUISUITZETTINGEN. als gevolg van een huurschuld tussen corporaties, Kredietbank en gemeente Moerdijk

Welzijn Ouderen. Schuldhulpverlening. Thuisadministratie. Voor iedereen in Amsterdam-Noord. Dus ook voor u!

Beleidsregels schulddienstverlening Rotterdam 2016

Transcriptie:

2011 Schuldhulpverlening aan gedetineerden Een onderzoek naar de mogelijkheden om gedetineerden aanspraak te laten maken op schuldhulpverlening Ans Tessels s1012559 tessels_ans@hotmail.com Hogeschool Leiden Sociaal Juridische Dienstverlening, afdeling Management en Bedrijf 24 mei 2011 Klas: Onderdeel: Afstudeerbegeleider: Externe organisatie: Begeleider: SJD4 Beroepsproduct Mevrouw Lea Hermsen PLANgroep B.V. Mevrouw Tineke Hansma

Schuldhulpverlening aan gedetineerden Een onderzoek naar de mogelijkheden om gedetineerden aanspraak te laten maken op schuldhulpverlening J. Tessels Hogeschool Leiden Sociaal Juridische Dienstverlening, afdeling Management en Bedrijf 24 mei 2011 Klas: SJD4 Onderdeel: Beroepsproduct LMAS2A Afstudeerbegeleider: Mevrouw Lea Hermsen Externe organisatie: PLANgroep B.V. Begeleider: Mevrouw Tineke Hansma Ans Tessels s1012559 tessels_ans@hotmail.com

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport over schuldhulpverlening aan gedetineerden. Het onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de afstudeerfase aan de Hogeschool Leiden. De betrokken externe organisatie is PLANgroep B.V. Mijn werk binnen de schuldhulpverlening en mijn leven binnen een Justitiefamilie hebben mij erg geïnspireerd om dit onderzoek te doen. Het is mogelijk geweest om het onderzoek objectief uit te voeren, omdat ik geen idee had hoe de beleidsuitvoering en beleidstotstandkoming binnen gemeenten geregeld is. Alle betrokken partijen zijn heel open en hartelijk geweest. Ook de drie ex-gedetineerden waren heel hartelijk, ondanks dat er vaak studenten langskomen voor een interview. Alle respondenten hebben mij, door middel van dit onderzoek, nieuwe kennis bijgebracht en mij geïnspireerd om met dit onderzoek iets te bereiken en veranderingen teweeg te brengen. Het project had niet tot stand kunnen komen zonder de hulp van de begeleidster bij PLANgroep B.V., Tineke Hansma en alle deskundigen, die zich hebben ingezet ten behoeve van het onderzoek. Hierbij wil ik ze allemaal bedanken voor de enthousiaste medewerking, de gegeven feedback en de inzet tijdens de uitvoering en rapportage van het onderzoek. Een speciaal woord van dank gaat uit naar mijn afstudeerbegeleidster mevrouw Lea Hermsen, voor haar commentaar en de constructieve en leerzame bijdrage. Ten behoeve van dit onderzoek zijn er verschillende interviews afgenomen met sleutelpersonen, die ik wil bedanken voor de informatie en de bereidwillige medewerking: de drie bij EXODUS Den Haag woonachtige ex-gedetineerden, Reina Meems, Saskia Vink, Denny Steenman, Inge van der Heiden, Roger Berger, Jill Greven en Jennifer Day. Ans Tessels ~ 1 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Afkortingenlijst 6 1. Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Doelstelling 7 1.3 Probleemstelling 8 1.4 Metacommunicatie 8 2. Situatieschets 9 3. Onderzoeksmethode 10 3.1 Begripsmatig kader 10 3.1.1 Beleid ten aanzien van schuldhulpverlening 10 3.1.2 Mogelijkheden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening bij verblijf in een Penitentiaire Inrichting 10 3.2 Interviewen 10 3.3 Documentenanalyse 11 3.4 Samenvatting 12 4. Juridisch kader 13 4.1 Faillissementswet 13 4.2 Penitentiaire Beginselenwet 13 4.3 Gedragscode schuldregeling 14 4.4 Penitentiaire Maatregel 14 4.5 Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers 15 4.6 Samenvatting 16 5. Resultaten 17 5.1 De praktijk 17 5.1.1 Resultaten uit het interview 17 5.1.2 Analyse 19 5.2 Penitentiaire Inrichtingen 20 5.2.1 Resultaten uit de interviews 20 5.2.2 Analyse 23 5.3 Gemeenten 23 5.3.1 Resultaten uit de documentenanalyse 23 5.3.2 Resultaten uit de interviews 26 5.3.3 Analyse 31 5.4 Dienst Justitiële Inrichtingen 32 5.4.1 Resultaten uit het interview 32 5.4.2 Analyse 34 ~ 2 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 6. Conclusie 35 6.1 Probleemstelling 35 6.2 Situatie van gedetineerden 36 6.3 Wet- en regelgeving 36 6.4 Penitentiaire Inrichtingen 37 6.5 Gemeenten 38 6.6 Dienst Justitiële Inrichtingen 39 6.7 Slotconclusie 40 7. Aanbevelingen 42 7.1 Penitentiaire Inrichtingen 42 7.2 Gemeenten 42 7.3 Dienst Justitiële Inrichtingen 43 7.4 Doelstelling 43 7.5 Bruikbaarheid 43 7.6 Samenvatting 44 Bibliografie 45 Bijlagen - Bijlage I: Begrippenlijst - Bijlage II: Topiclijsten - Bijlage III: Transcripties - Bijlage IV: Interviewverslagen - Bijlage V: Beleidsregels ~ 3 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 Samenvatting In dit rapport worden de resultaten in het kader van het onderzoek naar schuldhulpverlening aan gedetineerden beschreven. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 70% van de gedetineerden met schulden kampt. Tijdens de detentieperiode lopen deze schulden fors op, waardoor de financiële positie van de gedetineerden na de detentieperiode slechter is dan aan het begin van de detentieperiode. De onderzoeksvraag, die dit onderzoek beantwoordt, is: Welke mogelijkheden bieden de Penitentiaire Inrichtingen, in samenspraak met de Dienst Justitiële Inrichtingen en de betrokken gemeenten, anno 2011 aan gedetineerden in de Penitentiaire Inrichtingen in Zuid- Holland om aanspraak te maken op schuldhulpverlening?. Doel van het onderzoek is het inzichtelijk krijgen van de verschillende beleidsvormen op het gebied van schuldhulpverlening, zodat er een advies kan worden gegeven ter verbetering van schuldhulpverlening aan gedetineerden. In het onderzoek zijn er twee begrippen essentieel gebleken, namelijk beleid ten aanzien van schuldhulpverlening en mogelijkheden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening bij verblijf in een Penitentiaire Inrichting. Om deze begrippen te onderzoeken, zijn er interviews afgenomen en heeft er documentenanalyse plaatsgevonden. Het onderwerp voor de interviews is schuldhulpverlening aan gedetineerden. De respondenten zijn geselecteerd op basis van hun expertise vanuit hun functie binnen de Penitentiaire Inrichting, de gemeente Alphen aan den Rijn, Den Haag of Zoetermeer en de Dienst Justitiële Inrichtingen of de ervaring binnen een Penitentiaire Inrichting. De topics die zijn behandeld in de interviews zijn het huidige beleid, de mogelijkheden tot een uniform beleid, de discretionaire bevoegdheid en de praktijksituatie. Voor de documentenanalyse is er gebruik gemaakt van beleidsregels van de betrokken gemeenten. In de praktijk blijkt dat er weinig tot niets wordt ondernomen met de schulden van gedetineerden. De verantwoordelijkheid ligt geheel bij de gedetineerden zelf, maar hun mogelijkheden om zelf stappen te ondernemen ter oplossing van de schulden zijn beperkt. Een verdubbeling van de schuld tijdens de detentieperiode is dan ook niet abnormaal. Stabiliserende factoren of preventieve factoren worden niet ingezet. Het geven van voorlichting over omgaan met geld na de detentieperiode wordt eveneens niet benut. De mogelijkheden om stabiliserende en preventieve factoren in te zetten zijn er echter wel. Binnen elke Penitentiaire Inrichting wordt er gewerkt aan de schulden van gedetineerden door de afdeling MMD (Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening). Het is de taak van de MMD er om een gedetineerde te screenen op schulden en deze in kaart te brengen en waar mogelijk een plan voor de schuldhulpverlening op te stellen. Er zijn MMD ers die veel verder gaan dan dit. Er zijn echter ook MMD ers die het strikt bij het screenen en in kaart brengen houden. De betrokken gemeenten hanteren geen beleid rondom schuldhulpverlening aan gedetineerden. Gedetineerden worden niet als doelgroep beschouwd. Een doelgroep, die wel bestaat binnen de gemeenten, zijn de ex-gedetineerden. In de beleidsregels van de gemeenten worden er echter meer redenen gegeven om gedetineerden als doelgroep te beschouwen, dan dat er argumenten tegen worden gegeven. De rol van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is vooral gelegen in het aanbieden van mogelijkheden aan gemeenten om hun diensten uit te voeren binnen de Penitentiaire Inrichtingen (PI). ~ 4 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 De relevante wetten in dit onderzoek zijn de Faillissementswet (Fw) en de Penitentiaire Beginselenwet (PBw). Onder de relevante regelgeving vallen de Gedragscode schuldregeling, de Penitentiaire Maatregel (PM) en het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-) gedetineerde burgers. Uit de wet- en regelgeving blijkt dat er geen belemmeringen voor gedetineerden bestaan om aanspraak te maken op schuldhulpverlening. Het Penitentiair Programma (PP) uit de Penitentiaire Maatregel en het Samenwerkingsmodel Nazorg bieden verschillende mogelijkheden voor gedetineerden om succesvol een minnelijke schuldregeling te kunnen doorlopen. Nergens wordt expliciet genoemd dat gedetineerden geen aanspraak kunnen maken op schuldhulpverlening. In de praktijk gebeurt dit echter wel. Alle partijen geven weliswaar aan open te staan voor een oplossing, maar geen van hen zet de eerste stap. Voor de Penitentiaire Inrichtingen is een belangrijke taak weggelegd in het doorverwijzen van gedetineerden. Tevens kunnen de PI s middelen ter beschikking stellen aan gedetineerden om zelf aan de schulden te werken. Ook is het van belang dat er een snelle reactie komt op de vraag van gedetineerden om hulp te krijgen bij hun schuldenproblematiek. Daarnaast is er een mogelijkheid om elke MMD er een vaste werkvoorraad te geven, waarbij elke gedetineerde een vastgestelde tijd de hulp van de medewerker krijgt geboden, welke voor iedere gedetineerde gelijk is. De gemeenten kunnen zich, net als de DJI, gaan richten op een goede en open communicatie met de DJI en de Penitentiaire Inrichtingen. Daarnaast is het voor gemeenten mogelijk om te kijken naar het aanbieden van preventieve maatregelen, voorlichting, een stabilisatietraject aan gedetineerden en het uittrekken van een langere duur voor het aflossingstraject voor gedetineerden. De DJI kan zich gaan richten op een goede en open communicatie met de gemeenten en de Penitentiaire Inrichtingen. De DJI kan hierbij toezien op het faciliteren van de ketenpartners. Daarnaast kan de DJI een uniforme werkwijze realiseren voor de afdeling MMD. Een optie kan zijn het creëren van een nieuwe functie schuldhulpverlener, specifiek binnen Penitentiaire Inrichtingen of de DJI kan gebruik maken van externe schuldhulpverleningsorganisaties. Ook kan de DJI schuldhulpverlening opnemen in het Penitentiaire Programma. Tot slot kan de DJI actie ondernemen op de inkomsten, maar ook de uitgaven, zodat deze in verhouding staan tot elkaar. ~ 5 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 Afkortingenlijst Awb BSD CJIB DJI DPAN DUO Fw GW MMD NIBUD NVVK PBw PI PM PP SHV VNG VUN Wmo WSNP Algemene Wet Bestuursrecht Bureau Selectie en Detentiebegeleiding Centraal Justitieel Incasso Bureau Dienst Justitiële Inrichtingen Digitaal Platform Aansluiting Nazorg Dienst Uitvoering Onderwijs Faillissementswet Gevangeniswezen Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren Penitentiaire Beginselenwet Penitentiaire Inrichting Penitentiaire Maatregel Penitentiair Programma Schuldhulpverlening Vereniging voor Nederlandse Gemeenten Verbetering Uitvoering Nazorg Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen ~ 6 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 1. Inleiding De keuze voor het onderwerp van de afstudeerscriptie is gebaseerd op mijn ervaringen in het werkveld van de schuldhulpverlening. In mijn werk kom ik geregeld in aanraking met exgedetineerden, die met zeer hoge schulden kampen. Voor mijn onderzoek heb ik er voor gekozen om mij verder te verdiepen in de schuldhulpverlening (SHV) aan gedetineerden. In dit hoofdstuk zal achtereenvolgend de aanleiding, de doelstelling, de probleemstelling en de metacommunicatie van dit onderzoeksrapport worden toegelicht. 1.1 Aanleiding Gedurende de uitoefening van mijn functie als schuldhulpverlener ben ik geregeld in contact gekomen met ex-gedetineerden, die met hoge schulden kampen. Binnen PLANgroep, vestiging Amsterdam, waar ikzelf werkzaam ben, wordt er, door middel van een aanbesteding van de gemeente Amsterdam, schuldhulpverlening aangeboden aan gedetineerden. 1 Tineke Hansma vervult deze functie binnen de Penitentiaire Inrichting (PI) te Amsterdam. In een gesprek met Tineke Hansma is naar voren gekomen dat 80% van de gedetineerden kampt met schulden. Uit de aanbesteding voor schuldhulpverlening aan gedetineerden van de gemeente Amsterdam wordt verwezen naar een onderzoek van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), waaruit blijkt dat ongeveer 70% van alle gedetineerden schulden heeft. 2 Aangezien mijn gehele familie werkzaam is bij Justitie, heb ik altijd interesse gehad in PI s. Hierdoor ben ik mij af gaan vragen of hierin verbetering kan worden aangebracht, zodat het percentage gedetineerden met schulden afneemt. Na verdieping in het onderwerp ben ik tot de conclusie gekomen dat er weinig bekend is over schuldhulpverlening aan gedetineerden. De vele onderzoeken, die zijn verricht op het gebied van schuldhulpverlening, zijn voornamelijk gericht op ex-gedetineerden. Hierdoor heb ik de indruk dat gedetineerden als een vergeten doelgroep te beschouwen is, als het op schuldhulpverlening aankomt. Daarom heb ik ervoor gekozen om Penitentiaire Inrichtingen/gedetineerden centraal te stellen in het onderzoek. 1.2 Doelstelling Ik onderzoek de schuldhulpverlening binnen de Penitentiaire Inrichtingen in Zuid-Holland, omdat ik wil weten welke verschillende beleidsvormen er momenteel gehanteerd worden, teneinde een advies te kunnen geven over de afstemming van een gezamenlijk beleid, zodat de financiële dienstverlening betreffende schuldhulpverlening aan gedetineerden geoptimaliseerd kan worden. De praktische relevantie van het onderzoek is gelegen in het feit dat het onderzoek bijdraagt aan de verbetering van de dienstverlening op financieel gebied. De toename van de schuldenproblematiek kan worden aangepakt binnen een doelgroep waar de verhoging van de schuldenlast het meest aan de orde is. Het onderzoek richt zich op gedetineerden, waardoor het vooral relevant is voor de Dienst Justitiële Inrichtingen. Zij zijn degenen die het probleem kunnen aanpakken samen met de gemeenten. Denk hierbij vooral aan het terugdringen van het aantal recidivisten. Tevens levert het onderzoek een bijdrage aan de gemeenten. Als zij de schuldenproblematiek kunnen terugbrengen, worden de kosten voor de gemeenten ingeperkt. Ook voor de gedetineerden is het onderzoek relevant. Voor hen betekent een vroegtijdige aanpak van hun schulden dat er een grotere kans op een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan ontstaat op het moment dat zij in vrijheid worden gesteld. 1 Bestek Schuldhulpverlening aan gedetineerden, 2010, <http://dwi.amsterdam.nl> 2 Bestek Schuldhulpverlening aan gedetineerden, 2010, <http://dwi.amsterdam.nl> ~ 7 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 1.3 Probleemstelling In dit onderzoek zijn de mogelijkheden voor gedetineerden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening onderzocht. Dit is gedaan door interviews af te nemen met betrokken partijen en een analyse van de beleidsregels van de betrokken gemeenten. Daarnaast is er gekeken welke mogelijkheden de wet- en regelgeving biedt aan gedetineerden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening. Dit onderzoek richt zich dan ook op de procedures die gelden voor gedetineerden en schuldhulpverlening. Daarnaast is in het onderzoek gezocht naar omstandigheden die een obstakel kunnen vormen voor adequate dienstverlening aan gedetineerden op het gebied van schulden. Dit onderzoek richt zich op inzichten over schuldhulpverlening aan gedetineerden binnen de gemeenten en de Dienst Justitiële Inrichtingen. De reden om voornamelijk bij de gemeenten en de DJI ideeën te vragen, is dat zij de meeste invloed kunnen uitoefenen op het beleid omtrent schuldhulpverlening binnen Penitentiaire Inrichtingen. De onderzoeksvraag die gehanteerd wordt voor dit onderzoek is: Welke mogelijkheden bieden de Penitentiaire Inrichtingen, in samenspraak met de Dienst Justitiële Inrichtingen en de betrokken gemeenten, anno 2011 aan gedetineerden in de Penitentiaire Inrichtingen in Zuid-Holland om aanspraak te maken op schuldhulpverlening? Naar aanleiding van de bovenstaande onderzoeksvraag zijn de volgende deelvragen geformuleerd: Welke dienstverlening wordt door de Penitentiaire Inrichtingen te Alphen aan den Rijn, Scheveningen en Zoetermeer geboden aan gedetineerden met een schuldenproblematiek? Welk beleid hanteren de gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Zoetermeer op het gebied van schuldhulpverlening aan gedetineerden? Welke rol vertolkt de Dienst Justitiële Inrichtingen bij het bieden van schuldhulpverlening aan gedetineerden? Wat wordt in de praktijk gedaan aan de schuldenproblematiek van gedetineerden? 1.4 Metacommunicatie Als eerste wordt de situatie voor gedetineerden met schulden beschreven in hoofdstuk 2. Daarna wordt een toelichting gegeven op de onderzoeksmethodes, die gebruikt zijn voor het onderzoek. Dit wordt per deelvraag toegelicht. Hierbij wordt aangegeven bij wie de gegevens verzameld zijn. In het volgende hoofdstuk wordt het juridisch kader omschreven. Hierin komt de belangrijkste wet- en regelgeving naar voren, waarin de hoofdzaken worden toegelicht. Vervolgens worden de resultaten weergegeven, om daarop volgend de conclusies weer te geven, die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen. Ten slotte worden aanbevelingen gedaan. Hierbij wordt aangegeven voor wie de aanbeveling relevant is. ~ 8 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 2. Situatieschets Veel gedetineerden kampen met schulden. Deze schulden zijn ontstaan voor de detentieperiode, maar de hoogte van deze schulden neemt tijdens de detentieperiode fors toe, omdat er tijdens de detentieperiode weinig wordt ondernomen om de schulden op te lossen. Dit is naar voren gekomen in een gesprek met een ex-medewerker van de afdeling MMD (Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening) van de Penitentiaire Inrichting De Schie te Rotterdam. Het gevolg hiervan is dat de financiële positie van de gedetineerden slechter is na de detentieperiode dan voor de detentieperiode. 3 Doordat de Nederlandse economie verslechtert, neemt de schuldenproblematiek toeneemt. De schuldenproblematiek onder gedetineerden heeft echter een verhoogd risico op een forse toename, omdat een gedetineerde niet in staat is om zijn inkomen te vergroten. Het inkomen van een gedetineerde is gebonden aan de regels, zoals gesteld in de Regeling arbeidsloon gedetineerden 4. Het voeren van een beleid omtrent schuldhulpverlening binnen een Penitentiaire Inrichting wordt in hoofdzaak belemmerd door het feit dat een gedetineerde geen aanspraak kan maken op sociale verzekeringen. Hierdoor is het voor een gedetineerde vrijwel onhaalbaar inkomen te vergaren. Het enige inkomen dat een gedetineerde kan verwerven, is uit de arbeid dat wordt verricht binnen de Penitentiaire Inrichting of het geld dat door familie of vrienden op de rekening van de gedetineerde wordt gestort. Het inkomen uit arbeid is echter zo laag, dat het vrijwel onmogelijk is om regelingen te treffen of om de vaste lasten van een gedetineerde te kunnen voldoen, waardoor de schulden toenemen. Een ander probleem dat naar voren komt in het vraagstuk is dat er per gemeente een verschillend beleid wordt gehanteerd. 5 Hieruit blijkt dat gemeenten een discretionaire bevoegdheid bezitten, oftewel een beslissingsvrijheid binnen de gestelde regels betreffende het te voeren beleid met betrekking tot schuldhulpverlening. De gevolgen van het huidige beleid kunnen voor de gedetineerde/schuldenaar zeer ingrijpend zijn. Ook voor de schuldeisers heeft het huidige beleid nadelige gevolgen. Bij een late aanpak van de schulden zal er vrijwel alleen de mogelijkheid bestaan dat de schuldeisers een percentage van de totale vordering terugbetaald krijgen, waarbij de restvordering wordt kwijtgescholden, een zogenoemd voorstel tegen finale kwijting. De ex-gedetineerden komen hiervoor na de detentieperiode terecht bij de schuldhulpverlening voor een minnelijke schuldregeling. Hierbij wordt een akkoord bereikt tussen de schuldenaar en de schuldeiser, zonder tussenkomst van de rechter. De schuldhulpverlener fungeert hier als tussenpersoon. 3 Schulden verlichting <http://gedeco.nl> 4 Regeling arbeidsloon gedetineerden, 2011, <http://st-ab.nl> 5 Saneringskrediet: schuldhulpverlening, 2007, <http://financieel.infonu.nl> ~ 9 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 3. Onderzoeksmethode Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de onderzoekstechnieken interviewen en documentenanalyse. Het onderzoek betreft een praktijkgericht en kwalitatief onderzoek. In dit hoofdstuk worden eerst de belangrijkste begrippen in het onderzoek toegelicht. Vervolgens wordt de onderzoekstechniek interviewen besproken om ten slotte de onderzoekstechniek documentenanalyse te bespreken. Bij de onderzoekstechnieken wordt een toelichting gegeven over de reden van de keuze. Aan het eind van het hoofdstuk volgt er een korte samenvatting. 3.1 Begripsmatig kader Binnen het onderzoek staan er twee begrippen centraal, namelijk beleid en mogelijkheden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening bij verblijf in een Penitentiaire Inrichting. Deze begrippen zijn gedurende het gehele onderzoek essentieel gebleken. 3.1.1 Beleid ten aanzien van schuldhulpverlening Een beleid bestaat uit verschillende beleidsregels. Dit zijn algemeen vastgestelde regels, welke niet algemeen verbindend zijn. De beleidsregels zijn middels een besluit tot stand gekomen, wat wil zeggen dat de beleidsregels door middel van een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan zijn opgesteld en betrekking hebben op een publiekrechtelijke rechtshandeling. De beleidsregels hebben betrekking op de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan (artikel 1:3 Awb). 6 De beleidsregels dienen als informele richtlijn voor overheidsorganen, zodat er vaste gedragsregels gehanteerd worden bij de uitoefening van de bevoegdheden. 7 Dit onderzoek spitst zich toe op de beleidsregels van de gemeenten, welke zijn opgesteld op het gebied van schuldhulpverlening. 3.1.2 Mogelijkheden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening bij verblijf in een Penitentiaire Inrichting In dit onderzoek wordt onder de mogelijkheden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening bij verblijf in een Penitentiaire Inrichting verstaan: aanmelding door de medewerkers maatschappelijke dienstverlening van de Penitentiaire Inrichting bij een schuldhulpverleningsinstantie binnen de gemeente waar de gedetineerde staat ingeschreven. Door de medewerkers maatschappelijke dienstverlening zal bij het begin van de detentieperiode nagegaan moeten worden hoe de financiële huishouding van de gedetineerde ervoor staat en zal er bepaald moeten worden welke vaste lasten een gedetineerde heeft. Wanneer blijkt dat een gedetineerde schulden heeft, kan er een aanmelding plaatsvinden bij een schuldhulpverleningsinstantie. Wanneer er geen schulden blijken te zijn, kan de medewerker maatschappelijke dienstverlening de vaste lasten laten bevriezen. In beiden gevallen is sprake van stabilisatie van de financiële huishouding van de gedetineerde. 3.2 Interviewen Er is gekozen voor interviewen, omdat het een nieuw onderwerp betreft, waar nog weinig over bekend is. Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van halfgestandaardiseerde interviews. De reden dat er is gekozen voor halfgestandaardiseerde interviews is om ideeën, opvattingen en ervaringen over het onderwerp uit te lichten. Het onderwerp van de interviews is schuldhulpverlening aan gedetineerden. Om hierover informatie te krijgen, is er eerst gekeken welke organisaties er betrokken zijn bij dit 6 Michiels (2010), p. 2663 7 Caspel (2008), p. 57 ~ 10 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 vraagstuk. Van elke betrokken organisatie is er een medewerker gevraagd om deel te nemen aan een interview. Deze respondenten zijn geselecteerd op basis van hun expertise door de uitvoering van de functie binnen de betrokken organisaties of de ervaring binnen en Penitentiaire Inrichting. De respondenten zijn allemaal telefonisch benaderd. In het telefoongesprek is uitleg gegeven over de reden van het onderzoek. De respondenten zijn beleidsmedewerkers bij de gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Zoetermeer, medewerkers maatschappelijke dienstverlening (MMD) bij de Penitentiaire Inrichtingen in Alphen aan den Rijn, Scheveningen en Zoetermeer, projectleider Nazorg bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en drie ex-gedetineerden. De ex-gedetineerden zijn benaderd door een begeleider bij EXODUS met de vraag of zij medewerking wilden verlenen aan het onderzoek. Degenen die hiertoe bereid waren, zijn geïnterviewd. Naast experts zijn er dus ook cliënten geïnterviewd. Alle interviews zijn door de onderzoeker op locatie afgenomen. De vragenlijst is zo opgesteld, dat ze past bij de functie c.q. situatie van de respondent. Deze krijgt de ruimte om vrijuit en spontaan te antwoorden, omdat er gebruik is gemaakt van een topiclijst; deze is toegevoegd aan het rapport in bijlage II. Hierbij kan de respondent zijn gedachten en gevoelens in eigen woorden uitdrukken. Hierdoor worden goed onderbouwde antwoorden verkregen. Daarnaast is er ruimte tot doorvragen, omdat de onderbouwde antwoorden van de respondent nieuwe vragen kunnen oproepen. De topics die zijn behandeld in de interviews zijn het huidige beleid, de mogelijkheden tot een uniform beleid, de discretionaire bevoegdheid en de praktijksituatie. Om de betrouwbaarheid van de interviews te verhogen, is er gebruik gemaakt van audioopname apparatuur. Bij Penitentiaire Inrichtingen is het echter niet mogelijk om audioopname apparatuur mee naar binnen te nemen, waardoor de interviews met de MMD ers niet zijn opgenomen en de beleidsmedewerker Werken & Leren bij de gemeente Den Haag heeft geen goedkeuring gegeven voor het opnemen van het interview. Er zijn aantekeningen gemaakt tijdens de interviews. Achteraf zijn er interviewverslagen opgesteld, welke zijn doorgestuurd naar de respondent. Deze kregen de mogelijkheid om eventueel nog aanvullingen te doen. Wanneer de respondent het interviewverslag goedkeurde, is deze voorzien van een stempel van de organisatie. Van de overige interviews zijn er transcripties gemaakt; deze zijn toegevoegd aan het rapport in bijlage III. De transcripties zijn woordelijke transcripties. Doordat er geregeld is samengevat tijdens de interviews, heeft er een controle plaatsgevonden op de verkregen informatie. Op deze wijze is er nagegaan of de verkregen informatie goed is begrepen, zodat er geen foutieve informatie in het onderzoek is verwerkt. Om de geldigheid van het onderzoek te verhogen, is er gebruik gemaakt van verschillende dataverzamelingsmethodes, namelijk halfgestandaardiseerde interviews en documentenanalyse. Tevens is er gebruik gemaakt van verschillende databronnen, namelijk de Penitentiaire Inrichtingen te Alphen aan den Rijn, Scheveningen en Zoetermeer, de gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Zoetermeer, de Dienst Justitiële Inrichtingen en EXODUS. Hierdoor is er gebruik gemaakt van verschillende invalshoeken, waardoor de visie van alle partijen naar voren komt. 3.3 Documentenanalyse De beleidsregels, die voor de documentenanalyse zijn gebruikt, zijn opgevraagd bij de gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Zoetermeer. De documenten zijn doorzocht aan de hand van zoektermen, waarna de documenten zijn gelabeld. Ten slotte is de informatie uit de verschillende documenten samengebracht in de conclusies van het rapport. ~ 11 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te verhogen, zijn de bronnen beoordeeld op de betrouwbaarheid van de respondent. De beleidsregels zijn direct van de betrokken instanties verkregen, waardoor er enkel gebruik is gemaakt van primaire bronnen. Om de geldigheid van het onderzoek te verhogen, is er gebruik gemaakt van gegevens van verschillende gemeenten, namelijk de gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Zoetermeer. 3.4 Samenvatting In het onderzoek zijn er twee begrippen essentieel gebleken, namelijk beleid ten aanzien van schuldhulpverlening en mogelijkheden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening bij verblijf in een Penitentiaire Inrichting. Om deze begrippen te onderzoeken, zijn er interviews afgenomen en heeft er documentenanalyse plaatsgevonden. De interviews zijn halfgestandaardiseerd, zodat er ideeën, opvattingen en ervaringen uitgelicht worden. Het onderwerp voor de interviews is schuldhulpverlening aan gedetineerden. Deze respondenten zijn geselecteerd op basis van hun expertise door de uitvoering van de functie binnen de betrokken organisaties of de ervaring binnen en Penitentiaire Inrichting. De topics die zijn behandeld in de interviews zijn het huidige beleid, de mogelijkheden tot een uniform beleid, de discretionaire bevoegdheid en de praktijksituatie. Om de betrouwbaarheid van de interviews te verhogen, is er gebruik gemaakt van audio-opname apparatuur. Daar waar het niet mogelijk is gebleken om de interviews op te nemen, zijn aantekeningen gemaakt tijdens de interviews. Achteraf zijn er interviewverslagen opgesteld, waarna de respondent deze heeft voorzien van een stempel van de organisatie. Van de overige interviews zijn er transcripties gemaakt. Voor de documentenanalyse is er gebruik gemaakt van beleidsregels. Deze zijn doorzocht aan de hand van zoektermen, waarna de documenten zijn gelabeld. Ten slotte is de informatie uit de verschillende documenten samengebracht in de conclusies van het rapport. Ter verhoging van de betrouwbaarheid is er alleen gebruik gemaakt van primaire bronnen. Om de geldigheid van het gehele onderzoek te verhogen is er zowel bij het interviewen als bij de documentenanalyse gebruik gemaakt van verschillende bronnen. ~ 12 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 4. Juridisch kader Voor het onderzoek zijn twee wetten relevant, namelijk de Faillissementswet (Fw) en de Penitentiaire Beginselenwet (PBw). Verder is de Gedragscode schuldregeling relevant. Deze is opgesteld door de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK), waar schuldhulpverlening instanties lid van zijn. Daarnaast is de Penitentiaire Maatregel (PM) en het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers van belang. Tevens is er een nieuwe wet op komst, Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening. Deze wordt verder niet toegelicht, omdat deze wet nog geen feit is en er daardoor onduidelijkheid is over wat er precies in de wet zal staat. De genoemde wet- en regelgeving worden in vermelde volgorde uitgelicht op de relevante punten. Aan het eind van het hoofdstuk volgt er een korte samenvatting. 4.1 Faillissementswet 8 In de Faillissementswet gaat Titel 3 over de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Deze titel heeft betrekking op de Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Kan een gedetineerde aanspraak maken op schuldhulpverlening volgens de Faillissementswet? In artikel 284 van de Faillissementswet is bepaald dat de natuurlijke persoon een verzoek kan indienen ter toepassing van de schuldsaneringsregeling. Er moet in dit geval redelijkerwijs te voorzien zijn dat de natuurlijke persoon niet meer zal kunnen voortgaan met het betalen van de schulden of dat de natuurlijke persoon in een toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Uit artikel 285 van de Faillissementswet vloeit voort dat er eerst een buitengerechtelijke/minnelijke schuldregeling geprobeerd moet zijn alvorens een natuurlijk persoon zich tot de rechtbank wendt om een wettelijke schuldsanering uit te spreken. In artikel 288 van de Faillissementswet wordt de inspanningsverplichting van de schuldenaar beschreven. De schuldenaar moet de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling naar behoren nakomen en moet zich inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. Hier ligt echter een probleem voor de gedetineerde, omdat hij vrijwel niet in staat is om baten te verwerven. Echter staat er in de wet niet expliciet genoemd dat een gedetineerde geen aanspraak kan of mag maken op de wettelijke schuldsanering. 4.2 Penitentiaire Beginselenwet 9 De Penitentiaire Beginselenwet verleent rechten aan de gedetineerden en aan de Penitentiaire Inrichtingen, maar legt ook verplichtingen op. In artikel 26 van de Penitentiaire Beginselwet is bepaald dat de directeur van de Penitentiaire Inrichting een gedetineerde in de gelegenheid stelt om de inrichting te verlaten teneinde een gerechtelijke procedure bij te wonen. Dit gebeurt onder gestelde voorwaarden van de directeur. De gedetineerde moet door middel van een wettelijk voorschrift verplicht zijn voor de rechter of bestuursorgaan te verschijnen of de gedetineerde moet een aanmerkelijk belang hebben om de procedure bij te wonen. Deze bepaling ligt een wettelijke schuldsanering niet in de weg. Artikel 36 van de Penitentiaire Beginselenwet beschrijft het recht van een gedetineerde om brieven en stukken per post te verzenden en te ontvangen. Hierdoor is het voor een gedetineerde wel mogelijk om contact te houden met een schuldhulpverlener. Uit artikel 43 van de Penitentiaire Beginselenwet vloeit voort dat een gedetineerde het recht heeft op sociale verzorging en hulpverlening. Uit deze bepaling kan worden afgeleid dat een gedetineerde het recht heeft op schuldhulpverlening, omdat er geen specifieke omschrijving 8 Michiels (2010), p. 1762-1780 9 Michiels (2010), p. 3545-3567 ~ 13 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 wordt gegeven over hetgeen onder hulpverlening wordt verstaan. Artikel 46 van de Penitentiaire Beginselenwet bepaald dat een gedetineerde de beschikking heeft over een rekening-courant bij de inrichting. Dit maakt het voor een schuldhulpverlener wel mogelijk om een vorm van inkomensbeheer op te starten voor een gedetineerde. In artikel 47 van de Penitentiaire Beginselenwet wordt het recht van een gedetineerde om deel te nemen aan de in de inrichting beschikbare arbeid beschreven. Hierdoor is het voor een gedetineerde wel mogelijk om inkomen te verwerven. De hoogte van het arbeidsloon wordt geregeld in de Regeling arbeidsloon gedetineerden 10. In artikel 2 van de Regeling arbeidsloon gedetineerden is bepaald dat een gedetineerde een basisuurloon van 0,76 krijgt. Dit geldt voor arbeid binnen de inrichting. Wanneer een gedetineerde arbeid verricht buiten de inrichting of werkzaamheden in de huisdienst van een zeer beperkt beveiligde inrichting, bepaalt artikel 4a van de Regeling arbeidsloon gedetineerden dat de gedetineerde 111,36 per week ontvangt. 4.3 Gedragscode schuldregeling 11 In de Gedragscode schuldregeling zijn de algemene uitgangspunten omtrent de schuldregeling opgenomen. In artikel 2.1 van de Gedragscode staat vermeld dat iedere natuurlijke persoon in Nederland zich kan wenden tot een schuldregelende instelling. In de Gedragscode is geen bepaling opgenomen waarin staat vermeld dat een gedetineerde geen aanspraak kan maken op de schuldregeling. Hierdoor biedt de Gedragscode geen belemmering om een minnelijke schuldregeling van toepassing te laten zijn op een gedetineerde. 4.4 Penitentiaire Maatregel 12 In de Penitentiaire Maatregel (PM) is vastgelegd dat een gedetineerde deel kan nemen aan een Penitentiair Programma (PP). Een Penitentiair Programma kan verschillende doelen dienen voor een gedetineerde. Zo kan het Penitentiair Programma gericht zijn op het aanleren van sociale vaardigheden, het vergroten van de kans op arbeid na de detentieperiode, het bieden van onderwijs, het bieden van bijzondere zorg of een andere invulling welke een voorbereiding biedt op de terugkeer naar de maatschappij. Dit is bepaald in artikel 5 lid 2 van de Penitentiaire Maatregel. Er worden echter wel gedetineerden uitgesloten voor deelname aan een Penitentiair Programma. Dit wordt bepaald in artikel 6 van de Penitentiaire Maatregel. De gedetineerden die worden uitgesloten van deelname zijn gedetineerden ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een tevens opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege nog moet aanvangen. Ook gedetineerden die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf gevolg dienen te geven aan de op hen rustende vertrekplicht of die uitgeleverd zullen worden, worden uitgezonderd. Tevens worden gedetineerden die in een extra beveiligde inrichting verblijven uitgezonderd. Daarnaast wordt er door de directeur van de Penitentiaire Inrichting beoordeeld of deelname van een gedetineerde verantwoord is. Wanneer de directeur dit verantwoord acht, zal hij de gedetineerde voordragen voor deelname bij de selectiefunctionaris. Deze gaat wederom na of de deelname van de gedetineerde verantwoord is. Dit is bepaald in artikel 7 van de Penitentiaire Maatregel. Om het toezicht te waarborgen op de gedetineerden die in aanmerking komen voor een Penitentiair Programma, is artikel 7a van de Penitentiaire Maatregel in het leven geroepen. Dit artikel bepaalt dat de gedetineerde gedurende het eerste derde deel van het programma onder elektronisch toezicht staat. Na deze periode wordt er beoordeeld of de gedetineerde onder elektronisch toezicht blijft staan gedurende het tweede derde deel of dat het elektronisch toezicht komt te vervallen. In plaats van gebruik te maken van elektronisch toezicht, kan er ook worden gekeken of er een andere vorm van 24-10 Regeling arbeidsloon gedetineerden, 2011, <http://st-ab.nl> 11 Gedragscodes, <http://nvvk.eu> 12 Penitentiaire Maatregel, 1998, <http://st-ab.nl> ~ 14 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 uurstoezicht aanwezig is. Dit staat vermeld in artikel 7a van de Penitentiaire Maatregel. De voorwaarden waaraan een gedetineerde, die in aanmerking komt voor een Penitentiair Programma, moet voldoen staan geregeld in artikel 9 van de Penitentiaire Maatregel. Deze voorwaarden zijn dat de gedetineerde zich gedraagt overeenkomstig de aanwijzingen van zijn begeleider en aan deze alle verlangde inlichtingen verschaft, de gedetineerde doet tevoren melding bij de directeur van een verandering van betrekking of woonplaats en de gedetineerde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit. Naast deze algemene voorwaarden kan de directeur bijzondere voorwaarden stellen aan de gedetineerde. In artikel 35 van de Penitentiaire Maatregel is bepaald dat van iedere gedetineerde die deelneemt aan een Penitentiair Programma een dossier wordt aangelegd. De Penitentiaire Maatregel biedt geen belemmering voor een gedetineerde om aanspraak te maken op schuldhulpverlening. Het biedt juist mogelijkheden, waarbij het toezicht op een gedetineerde blijft bestaan. 4.5 Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers 13 Het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers vormt de schakel tussen de PI s en de gemeenten. Het Samenwerkingsmodel is afgesloten tussen Justitie en de gemeenten. Dit convenant fungeert als richtlijn en is toegelegd op het opvangen van exgedetineerden. In het Samenwerkingsmodel wordt aangegeven dat het een gezamenlijke ambitie van rijk en gemeenten is om het hoge recidivecijfer terug te dringen. Het hoofddoel van het Samenwerkingsmodel is dan ook het terugdringen van recidive en overlast door het vergroten van re-integratiemogelijkheden van (ex-)gedetineerde burgers middels een sluitende optimale nazorg op de primaire leefgebieden (huisvesting, inkomen/werk inclusief scholing en dagbesteding-, schulden, zorg en identiteitsbewijs), waardoor de ex-gedetineerde burger in een positief stabiele situatie komt na detentie. Ten tijde van het opstellen van het Samenwerkingsmodel (2009) lag het recidivecijfer op 70%. De bedoeling van het Samenwerkingsmodel is om het recidivecijfer met tien procentpunt te verlagen. Anno 2011 blijkt dit echter nog niet gerealiseerd te zijn. Om de ambitie te realiseren, is er een intensieve samenwerking tussen Justitie, gemeenten en maatschappelijke organisaties om de re-integratiekansen te vergroten. Om de informatieoverdracht effectief te laten verlopen, wordt er gewerkt met het Digitale Platform Aansluiting Nazorg, waarbij er informatie vanuit de Penitentiaire Inrichting naar de gemeente wordt overgedragen. Het Samenwerkingsmodel richt zich op vijf deelgebieden, namelijk een identiteitsbewijs, inkomen, onderdak, schuldhulpverlening en de benodigde (geestelijke) gezondheidszorg. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de re-integratie in eerste instantie bij de gedetineerde zelf ligt, wordt het vanwege de kennis dat een gedetineerde hier ondersteuning bij nodig heeft, nodig geacht dat al tijdens de detentie een voorbereiding plaatsvindt op een succesvolle terugkeer in de maatschappij. Hiervoor wordt er gewerkt aan de vijf deelgebieden. Om de recidive terug te dringen, is een goede re-integratie volgens het Samenwerkingsmodel van belang. In 2008 waren er 29.000 recidivisten. Tevens blijkt uit onderzoek dat de kans op recidive wordt vergroot door een gebrek aan huisvesting, inkomen en het hebben van schulden. Daarnaast blijkt het risico op recidive het grootst in de eerste 72 uur na de detentieperiode. Dit is ook de reden dat genoemde punten deel uitmaken van de vijf deelgebieden en is het belangrijk dat de vijf deelgebieden zijn gerealiseerd ten tijde van het einde van de detentieperiode. Voor de schulden houdt dit in dat er inzicht is in de schulden en 13 Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers, 2009, <http://hetccv.nl> ~ 15 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 er een plan voor schuldhulpverlening is gerealiseerd. De gezamenlijke ambitie op het gebied van de schulden is dan ook dat tijdens detentie de schulden zo veel mogelijk in kaart zijn gebracht in afstemming met relevante partners, zoals de gemeentelijke kredietbank en CJIB en waar mogelijk is vervolgens in overleg een schuldsaneringsplan opgesteld. Het Samenwerkingsmodel geeft aan dat een informatie-uitwisseling tussen Justitie en gemeenten van groot belang is om te kunnen beoordelen op welke leefgebieden er problemen zijn. Daarbij wordt er aangegeven dat het oplossen van deze problemen een soepelere overgang teweeg kan brengen van detentie naar de vrije samenleving en dat dit waar mogelijk al tijdens de detentieperiode gedaan moet worden. Het gezamenlijke doel van de gemeenten en Justitie is hierbij het realiseren van een succesvolle terugkeer van de gedetineerde burger in de samenleving, waardoor de veiligheid op straat wordt verhoogd en overlast en criminaliteit worden teruggedrongen. Daarnaast wordt er benadrukt dat het primair van belang is dat het Gevangeniswezen (GW) en gemeenten er samen zorg voor dragen dat de relevante leefgebieden voor terugkeer op orde zijn, waarbij detentie zo veel mogelijk aansluit op lopende maatschappelijke trajecten. Het Gevangeniswezen faciliteert gemeenten en maatschappelijke organisaties door de gelegenheid te bieden hun diensten al tijdens de detentieperiode aan te bieden. De algemene doelstelling die hierbij vernoemd wordt is dat PI s de gemeenten zodanig faciliteren dat zij de nazorg al tijdens de detentieperiode kunnen opstarten. In het Samenwerkingsmodel is er een scheiding van verantwoordelijkheden van Justitie en de gemeenten opgenomen. Op het gebied van de schulden is het de taak van het Gevangeniswezen om een gedetineerde te screenen op het hebben van schulden. Hierbij wordt er contact opgenomen met het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) in verband met openstaande boetes. De gemeentelijke contactpersonen dragen er zorg voor dat, indien mogelijk tijdens de detentieperiode, een gedetineerde hulpverlening krijgt aangeboden, waaronder budgetbeheer en schuldregeling en nemen hiervoor contact op met de gemeentelijke kredietbank en/of een gemeentelijk schuldhulpverleningsloket. Daarnaast streven de gemeenten er naar dat de aflossingsverplichting via gemeentelijke schuldhulpverleningstrajecten gedurende de detentieperiode wordt opgeschort, indien dit mogelijk is. 4.6 Samenvatting De relevante wetten in dit onderzoek zijn de Faillissementswet en de Penitentiaire Beginselenwet. Onder de relevante regelgeving vallen de Gedragscode schuldregeling, de Penitentiaire Maatregel (PM) en het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-) gedetineerde burgers. De Faillissementswet heeft betrekking op de wettelijke schuldregeling. In deze wet staat geen expliciete uitsluitingsgrond voor gedetineerden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening, wat ook niet in de Gedragscode schuldregeling wordt gegeven, waarin de algemene uitgangspunten omtrent de schuldregeling zijn vermeld. Ook de Penitentiaire Beginselenwet, waarin de rechten en verplichtingen van gedetineerden en Penitentiaire Inrichtingen zijn opgenomen, biedt een dergelijke uitsluitingsgrond niet. Deze wet biedt het recht op hulpverlening, alhoewel niet gespecificeerd. De PM omvat een regeling voor gedetineerden om deel te nemen aan het Penitentiaire Programma (PP). De PM en het PP scheppen mogelijkheden voor gedetineerden om aanspraak te maken op schuldhulpverlening, waarbij toezicht vanuit Justitie blijft bestaan. Het Samenwerkingsmodel is een convenant, welke is gesloten tussen Justitie en de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Het hoofddoel van het convenant is het terugdringen van recidive. Hiervoor is een er een taakverdeling gemaakt tussen het Gevangeniswezen enerzijds en de gemeenten anderzijds. ~ 16 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 5. Resultaten In dit hoofdstuk zullen alle resultaten, welke verkregen zijn uit de interviews en de documentenanalyse, worden gepresenteerd. Allereerst komt de praktijksituatie aan de orde, waarvan de informatie is verkregen via de drie ex-gedetineerden. Vervolgens wordt de informatie vanuit de Penitentiaire Inrichtingen Alphen aan den Rijn, Scheveningen en Zoetermeer vermeld. Dan wordt de informatie vanuit de gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Zoetermeer gepresenteerd en tot slot de informatie vanuit de Dienst Justitiële Inrichtingen. Aan het eind van elke paragraag volgt een analyse van de verkregen informatie, waarbij een antwoord zal worden gegeven op de deelvraag. 5.1 De praktijk Bij EXOUDUS Den Haag, een opvanghuis voor ex-gedetineerden, is er een groepsinterview afgenomen met drie ex-gedetineerden. Dit interview dient ervoor om na te gaan wat er in de praktijk gebeurd met de schulden van gedetineerden. Voor de praktijksituatie heeft er geen documentenanalyse plaatsgevonden. De vraag die centraal staat is: Wat wordt in de praktijk gedaan aan de schuldenproblematiek van gedetineerden?. Er zal naar de respondenten worden gerefereerd als respondent 1, respondent 2 en respondent 3. 5.1.1 Resultaten uit het interview Alle drie de respondenten geven aan voor de detentieperiode al schulden open te hebben staan. Alle drie de respondenten geven ook aan openstaande CJIB boetes te hebben, welke volgens hen direct bij binnenkomst op de registratiekaart van de Penitentiaire Inrichting komt te staan. Ook geven zij aan bij de zorgverzekering openstaande schulden te hebben, welke tijdens de detentieperiode fors zijn toegenomen. Alle respondenten hebben ervaren dat er gedurende de detentieperiode niets is ondernomen om de schulden ofwel te verhelpen ofwel te stabiliseren. Dit is volgens hen pas begonnen na de detentieperiode. De respondenten maken kenbaar dat zij momenteel allemaal een traject bij de schuldhulpverlening volgen, waarmee zij via de begeleider bij EXODUS in aanraking zijn gekomen. Binnen de Penitentiaire Inrichting geven de respondenten aan over een interne rekening te beschikken. Hierop komt het inkomen uit arbeid te staan en eventueel geld dat familie en vrienden op de rekening zetten. Van deze rekening worden de boodschappen en eventueel huur van televisie afgeschreven. De verantwoordelijkheid om hulp te krijgen bij de schuldenproblematiek binnen een Penitentiaire Inrichting ligt volgens de respondenten geheel bij henzelf. Zij geven dan ook aan dat zij schriftelijk een verzoek moesten indienen bij de afdeling MMD wanneer zij hulp wilden krijgen bij hun schulden. Volgens hen gaat er echter geruime tijd voorbij voordat je wordt opgeroepen en soms moest je meerdere schriftelijke verzoeken indienen. Daarbij maken ze kenbaar dat er zonder schriftelijk verzoek zo wie zo niets wordt ondernomen, behalve het screenen op schulden en het aanschrijven van de uitkeringsinstantie. Respondent 1 geeft aan dat de uitkeringsinstantie wel wordt aangeschreven op het moment dat blijkt dat de gedetineerde een uitkering ontvangt, maar dat de schuldeisers niet worden aangeschreven. Alle drie de respondenten geven aan dat de schuld gedurende de detentieperiode zeker is verdubbeld door het gebrek aan hulp. Respondent 2 geeft daarbij aan dat je geluk moet hebben als er iemand is die de hulp wilt bieden. Respondent 3 geeft toe dat het moeilijk is om stappen te ondernemen betreffende hun schulden, omdat zij niet over de papieren beschikken. Hierdoor weten ze niet wie ze moeten ~ 17 ~ Ans Tessels s1012559

Schuldhulpverlening aan gedetineerden 24 mei 2011 contacteren of hoe ze de juiste instantie/persoon moeten contacteren. Hieruit volgt dat het ook moeilijk is om de schulden te laten bevriezen. Respondent 3 geeft daarbij ook aan dat de medewerker maatschappelijke dienstverlening in sommige gevallen wel de schulden bevriest, maar dat dit lang niet altijd wordt gedaan. Daarnaast zegt hij dat je zelf bij de MMD er moet aangeven dat de schulden bevroren moeten worden, voordat er actie op wordt ondernomen. Respondent 1 en respondent 2 geven aan voor de detentieperiode over een eigen woning te beschikken, maar ontruimd te zijn tijdens de detentieperiode. De respondenten vertellen dat er in beide gevallen geen aanvraag doorbetaling vaste lasten bij de gemeente is gedaan. Zij realiseren zich dat de moeilijkheid bij een dergelijke aanvraag is gelegen in het verschillende beleid per gemeente en dat er rekening wordt gehouden met de einddatum van de detentie. De respondenten geven aan dat de gemeente Den Haag een doorbetaling vaste lasten biedt van maximaal drie maanden en in een Delft van zes maanden, maar dat er ook gemeenten zijn die hier helemaal niet aan meewerken. Respondent 1 geeft echter aan er zeker van te zijn dat hij nu in zijn eigen huis had gezeten als er wel een aanvraag doorbetaling vaste lasten was gedaan. De respondenten vertellen dat er tijdens de detentieperiode verschillende rechtszaken plaats hebben gevonden met betrekking tot de openstaande schulden. Zij konden hier echter niet bij zijn, waardoor zij de mogelijkheid tot verdediging niet konden benutten. Daarbij geven ze aan dat het hoge kosten met zich meebrengt, omdat zij zelf de kosten voor het transport moeten betalen. Alle drie de respondenten maken kenbaar dat er geen betalingsregelingen zijn getroffen tijdens de detentieperiode. Zij geven aan dat dit onmogelijk is met het inkomen dat zij hebben tijdens de detentie. Ze hadden wel arbeid binnen de inrichting, maar dit kwam neer op 15 per week. Van deze 15 werden de kosten voor de televisie, van ongeveer 3 per week, ingehouden. Van het resterende bedrag moesten zij shag/sigaretten, telefoonkaarten etc. kopen. Uit het zwartboek Morgen moet het beter 14 blijkt dat de prijzen in de gevangeniswinkels boven de prijzen van de supermarkt liggen, waardoor er met een lager inkomen, meer moet worden besteed om boodschappen te kunnen kopen, dan mensen buiten een inrichting. De respondenten geven aan dat er een mogelijkheid moet zijn om het arbeidsloon omhoog te zetten, zodat er een mogelijkheid is om af te betalen aan de schulden. Ook vertellen zij dat er geen inkomensbeheer opgezet is tijdens de detentieperiode. Dit gebeurt volgens hen wel via EXODUS, waar financieel beheer plaatsvindt en na verloop van tijd wordt dit overgenomen door de schuldhulpverlening, waar inkomensbeheer zal worden opgestart. Ook vertellen zij dat er geen budgetcursus is aangeboden tijdens de detentie, maar dat zij de cursus wel gevolgd hebben vanuit de schuldhulpverlening na de detentieperiode. De respondenten vertellen dat zij bij het einde van de detentieperiode niet zijn doorverwezen naar instanties waar zij de nodige hulp kunnen krijgen. Dit hebben ze zelf moeten uitzoeken. Daarbij geven de respondenten aan dat er tijdens de detentieperiode geen voorlichting wordt gegeven over omgaan met geld, als blijkt uit de screening dat een gedetineerde een schuldenproblematiek heeft. Dit blijkt ook uit het zwartboek Mogen moet het beter. 14 Wit & Hendriks (2005), p. 21 ~ 18 ~ Ans Tessels s1012559