Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 OPSCHORTING VERVALLEN TOELATING Bayer CropScience SA-N.V. Energieweg 1 3641 RT MIJDRECHT Verlenging van de toelating voor het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof spirotetramat gelet op artikel 39, eerste lid jo. artikel 23, vierde lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, BESLUIT HET COLLEGE als volgt: 1.1 Opschorting vervallen toelating Het middel is toegelaten tot 1 februari 2014. Het vervallen van de termijn van de toelating van het middel wordt opgeschort tot de herregistratiedatum 31 oktober 2015. 2 DETAILS VAN DE TOELATING 2.1 Toelating Het betreft een verlenging van de toelating van het middel (), een middel op basis van de werkzame stof spirotetramat. Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insecticide door middel van een gewasbehandeling in de sgebieden zoals vermeld in bijlage I bij dit besluit. 2.2 Informatie met betrekking tot de stof De werkzame stof spirotetramat is bij uitvoeringsverordening (EU) Nr. 1177/2013, d.d. 20 november 2013 geplaatst op bijlage I van Richtlijn 91/414/EG. 1
3 GRONDSLAG OPSCHORTING Het betreft een verlenging van de toelating van het middel, een middel op basis van de werkzame stof spirotetramat. De toelating van het middel expireert per 1 februari 2014. Als nieuwe einddatum wordt gekozen voor de uiterste datum van herregistratie voor de werkzame stof spirotetramat. In deze termijn dient de besluitvorming voor de toelating van het middel volledig te worden afgerond. Het dossier zal worden getoetst voor 31 oktober 2015 (datum herregistratie) overeenkomstig de Uniforme beginselen als bedoeld in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Het College besluit het vervallen van de termijn van de toelating van het bestrijdingsmiddel,, op te schorten tot 31 oktober 2015. Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Wageningen, 24 januari 2014 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, ir. J.F. de Leeuw voorzitter 2
Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 24 januari 2014 tot opschorten van de vervallen toelating van het middel, toelatingnummer Wettelijk gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insecticide door middel van een gewasbehandeling in de volgende sgebieden onder de vermelde svoorwaarden Toepassingsgebied Te bestrijden organisme Dosering Maximale dosering Maximaal aantal en per teeltcyclus of per 12 Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn Witlof (pennenteelt) bladluis 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 Appel bladluis 1,5,6,11 0,05% (50 0,75 l/ha 2 per 12 Peer bladluis 1,7,8,10,11 0,05% (50 Kers (onbedekte teelt) bladluis 23 0,05% (50 Pruim (onbedekte teelt) bladluis 17,21,22 0,05% (50 0,6 l/ha 2 per 12 0,75 l/ha 2 per 12 0,75 l/ha 2 per 12 14 70 14 21 14 21 14 21 14 21 1
Toepassingsgebied Te bestrijden organisme Dosering Maximale dosering Maximaal aantal en per teeltcyclus of per 12 Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn Aardbei, vermeerderingsteelt en wachtbedden (onbedekte teelt) Sla Lactuca spp. (onbedekte teelt) bladluis 4,9,16,18,19,20,25,26,27,28,30,33,34 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 bladluis 19,29,30,33 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 14 7 Andijvie (onbedekte teelt) bladluis 19,29,30,33 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 14 7 Spinazie-achtigen bladluis 19, 29,30,33 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 14 7 Boon met peul (onbedekte bladluis 9,30,33 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per teeltcyclus 14 7 teelt) Erwt met peul (onbedekte bladluis 9, 30,33 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per teeltcyclus 14 7 teelt) Koolgewassen bladluis, 32 wittevlieg 24 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per teeltcyclus 14 3 Uien trips 36 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per teeltcyclus 7 7 Bloembol- en bloemknolgewassen (onbedekte teelt) bladluis 3,9,27,28,30,33 0,5 l/ha 0,5 l/ha 4 per teeltcyclus Boomkwekerijgewassen (onbedekte teelt) Vaste plantenteelt (onbedekte teelt) bladluis 9,27,28,30,31,33,37 0,05% (50 bladluis 9,25,27,28,30,33 0,05% (50 0,6 l/ha 2 per 12 0,5 l/ha 2 per 12 2
Het gebruik in de teelt van vezelgewassen, de onbedekte teelt van druif, in braam- en framboosachtigen (Rubus spp.), onbedekte teelt van andijvie ter bestrijding van de wollige slawortelluis, lamsoor en de onbedekte veredelings- en bloemzaadteelt, groentenzaadteelt en onbedekte zaadteelt van kruiden, bieten, peulvruchten, oliehoudende zaden, vezelgewassen, groenbemestergewassen, voedergewassen en overige akkerbouwgewassen is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze en geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze sgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Toepassinggebied Vezelgewassen Te bestrijden organisme bladluis 3,4,9,18,25,27,28,33 Dosering wortelluis 35 Druif (onbedekte teelt) bladluis 4 0,05% (50 Braam- en framboosachtigen (Rubus bladluis 0,05% (50 spp.) 2,12,13,14,15,16,18,20 Maximale dosering Maximaal aantal en per teeltcyclus of per 12 Minimum interval tussen en 0,5 l/ha - 2 per teeltcyclus 0,6 l/ha 2 per 12 0,75 l/ha 2 per 12 Andijvie (onbedekte teelt) wortelluis 35 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 Lamsoor bladluis 37 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 14 14 14 7 14 7 Veiligheidstermijn 3
Toepassinggebied De onbedekte teelt van veredeling en bloemzaadteelt, groentenzaadteelt en zaadteelt van kruiden, bieten, peulvruchten, oliehoudende zaden, vezelgewassen, groenbemestergewassen, voedergewassen, witlof (pennenteelt), cichorei, boekweit, hop, meekrap en olifantsgras Te bestrijden organisme bladluis 3,9,16,18, 25,27,28,30,33 1) Appelgrasluis (Rhopalosiphum insertum), 2) Bessetakluis (Rhopalosiphoninus ribesinus), 3) Fluitekruidluis (Dysaphis anthrisci), 4) Groene perzikluis (Myzus persicae), 5) Bloedvlekkenluis (Dysaphis devecta en D. Anthrisci), 6) Rose appelluis ( Dysaphis plantagineae) 7) Rose pereluis (Dysaphis pyri), 8) Vouwgalluis (Amuraphis farfarae), 9) Zwarte bonenluis (Aphis fabae), 10) Zwarte pereluis (Melanaphis pyaria), 11) Groene appeltakluis (Aphis pomi) 12) Braamgrasluis ((Sitobion fragariae), 13) Grote brameluis (Amphorophora rubi), 14) Kleine brameluis (Aphis ruborum), 15) Kleine frambozeluis (Aphis idaei), 16) Gevlekte kortstaartluis (Brachycaudus prunicola), 17) Groene kortstaartluis (Brachycaudys helichrysi), 18) Groene melkdistelluis (Hyperomyzus lactucae), 19) Groene slaluis (Nasonovia ribisnigri), 20) Grote frambozeluis (Amphorophora idaei), 21) Melige perzikluis (Hyalopterus amygdali), Dosering Maximale dosering Maximaal aantal en per teeltcyclus of per 12 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 per 12 Minimum interval tussen en Veiligheidstermijn 4
22) Melige pruimeluis (Hyalopterus pruni), 23) Zwarte kersenluis (Myzus cerasi) 24) Koolwittevlieg (Aleyrodes brassicae) 25) Gele rozenluis (Rhodobium porrosum) 26) Aardbeiknotshaarluis (Chaetosiphon fragaefolii) 27) Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae) 28) Boterbloemluis (Aulacorthum solani) 29) Bruine slaluis (Uroleucon sonchi) 30) Groene perzikluis (Myzus persicae) 31) Beukebladluis (Phyllaphis fagi) 32) Melige koolluis (Brevicoryne brassicae) 33) Katoenluis (Aphis gossypii) 34) Sjalotteluis (Myzus ascalonicus) 35) Wollige slawortelluis (Pemphigus bursarius) 36) Tabakstrips (Thrips tabaci) 37) Staticobium limonii Toepassingsvoorwaarden Om niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen is in appel en peer uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van de volgende driftreducerende maatregelen: - dwarsstroomspuit met reflectiescherm, of - dwarsstroomspuit + éénzijdig spuiten laatste bomenrij in de richting van het perceel, of - dwarsstroomspuit + sensorbesturing, of - dwarsstroomspuit + Venturidop + éénzijdig spuiten laatste bomenrij in de richting van het perceel Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Na een gewasbehandeling percelen nog minimaal twee weken vrijhouden van bloeiende onkruiden. In de volgende gewassen mag het middel alleen na de bloei worden toegepast: - appel, peer, pruim en kers - druif - boon met peul, erwt met peul - vezelgewassen 5
- bloembol- en bloemknolgewassen - veredeling en bloemzaadteelt, groentenzaadteelt en zaadteelt van kruiden, bieten, peulvruchten, oliehoudende zaden, vezelgewassen, groenbemestergewassen, voedergewassen, witlof (pennenteelt), cichorei, boekweit, hop meekrap en olifantsgras. In braam- en framboosachtigen mag het middel alleen na de oogst toegepast worden. In de vermeerderingsteelt en wachtbedden van aardbei geldt dat het middel niet tijdens de bloei toegepast mag worden. Voor de onbedekte teelt van andijvie geldt dat het middel maximaal 2x per 12 toegepast mag worden. Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden. Gevoeligheid gewassen In de teelt van appel, peer, kers, pruim en boomkwekerijgewassen en vaste plantenteelt is waargenomen dat het spuiten met minimaal 1000 liter water per hectare de effectiviteit sterk verbetert. Daarnaast is waargenomen dat toepassen via verneveling (150-500 liter water per hectare) de onderzijde van de bladeren kan verbruinen. Dit effect treedt niet of in veel mindere mate op indien wordt gespoten met minimaal 1000 liter water per hectare. In deze teelten daarom uitsluitend toepassen met minimaal 1000 liter water per hectare. In een aantal appelrassen kan fytotoxiciteit geven. Gezien het grote aantal variëteiten en de wisselende teeltomstandigheden van boomkwekerijgewassen, vaste planten, bloembollen- en bolbloemen en groenteteeltgewassen en de verschillen in gewasverdraagzaamheid, verdient het aanbeveling om alvorens toe te passen een proefbespuiting uit te voeren. Na de proefbespuiting 14 dagen wachten om vast te stellen of een bespuiting van Movento gewaseffecten veroorzaakt. Movento niet toepassen in Salix (Salicaceae). Aan deze formulering nooit uitvloeiers en of hechters toevoegen. nooit gemengd spuiten met fungiciden, insecticiden of (blad)meststoffen Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stof spirotetramat. Spirotetramat behoort tot de acetyl CoA carboxylase remmers. De Irac code is 23. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen. 6