Gebruikershandleiding

Vergelijkbare documenten
ambulante infuuspomp Gebruikershandleiding

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp

Intermitterende toedieningsmodus

CADD Solis VIP pomp. uw behandeling thuis

PCA-toedieningsmodus (door patiënt geregelde analgesie)

CADD -Solis VIP ambulante infuuspomp. Gebruikershandleiding Model 2120

Taper-toedieningsmodus

Continue-toedieningswijze

Een goed begin is het halve werk. Kent u Compat Ella al?

Infuuspaalklemadapter

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

PATIËNTINFORMATIE CONTIN Continue Toedieningsmodus. CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Ambulante infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE

Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI. Snelheid is in ml/uur

CADD-Legacy PCA. Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE & INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI

PATIËNTINFORMATIE PCA Door de Patiënt Gecontroleerd Pijnbestrijding. CADDUPrizm VIP. Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

Montagevoorschriften

Plantronics Calisto -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding

Beknopte handleiding PowerLINE WiFi 1000 Modellen PL1000 en PLW1000

Beknopte handleiding Powerline Model PL1000v2

GEBRUIKERSHANDLEIDING - CADD Legacy PCA

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

2015 Multizijn V.O.F 1

Installatiehandleiding

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

GEBRUIKERSHANDLEIDING. h j. Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

*SPUITPOMP NIKI T34L Ambulante pomp met ingebouwde accu

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Plantronics Calisto II -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding 56-K61L-23004

Plantronics Calisto II -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding FEBRUARI 2013

Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

Veel gestelde vragen:

Installatiehandleiding

AR280P Clockradio handleiding

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

TTS is er trots op deel uit te maken van

Gebruikershandleiding

StyleView Envelope Drawer

DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING

*INFUUSPOMP BODYGUARD 323 COLOR VISION (bestelnummer )

CMP-VOIP80. VoIP + DECT TELEFOON. English Deutsch Français Nederlands Italiano Español Magyar Suomi Svenska Česky ANLEITUNG MANUAL MODE D EMPLOI

2015 Multizijn V.O.F 1

56-A11L Plantronics Calisto -headset met Bluetooth USB-adapter. Gebruikerdshandleiding

SmartHome Huiscentrale

PRODUCTBESCHRIJVING...

Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26

OVERZICHT APPARAAT. Knop Type patiënt. Pacemaker. Sync. Knop Rapporten Knop Afdrukken. Navigatieknoppen. Therapiepoort. ECG-poort.

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Sam het schaapje Slaaptrainer met nachtlamp. Manual_Sam_148,5x10,5cm_2402NL.indd :17:35

NEDERLANDS. Veiligheidsvoorschriften Stel het product niet bloot aan water of vocht Verf niet over de rookmelder

HQ-CHARGER81 HQ SUPERSNELLE UNIVERSELE ACCULADER VOOR AAA/AA/C/D/9V

Gebruiksaanwijzing Nederlands. Alarmsysteem & Sensorpleister

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.HET SCHERM IN GEBRUIK NEMEN 8

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Installatiehandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

Automatische Medicijn Dispenser

MyDiagnostick 1001R - Apparaat Handleiding DSF FINAL Revision 1. MyDiagnostick 1001R. Apparaat Handleiding. Page 1 of 11

Handleiding U8 Wireless Headset

2015 Multizijn V.O.F 1

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

Handleiding LifeGuard

GEBRUIKERSHANDLEIDING

SmartHome Huiscentrale

NEDERLANDS. SAS-ALARM100 1x Alarmeenheid 6x Deur-/raamsensoren 2x Afstandsbedieningen

Bee-Bot Oplaadbare, kindvriendelijk, programmeerbare vloerrobot

BakkerElkhuizen compact toetsenbord UltraBoard 940 Gebruikershandleiding

Bluetooth Auto Luidspreker

Bedieningen Dutch - 1

AutoRAE 2-systeem Snelstart

TTS is er trots op deel uit te maken van

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Multi Level Software Sloten

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

BEKNOPTE HANDLEIDING: OPLADER

PATIËNTINFORMATIE TPN Totale Parenterale Voeding. CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Elektrische muurbeugel

Infusomat Space P: Aanzetten pomp en plaatsen van een IV set. Instellen van het VTBI (Volume To Be Infused) moet het VTBI niet ingesteld worden.

Gebruikershandleiding

CADD-Legacy PLUS. Ambulante Infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI. Snelheid is in ml/uur

Gebruikershandleiding AT-500T/R. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware installatie. LC201 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000

Handleiding EMDR Lightbar

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

BEP 600-GD EN 600-GDL CONTOUR MATRIX GAS DETECTOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

StyleView Transfer Cart

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

GEBRUIKSAANWIJZING CR-421 Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat start met het gebruik van het product.

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

CADD-Legacy 1. Ambulante infusiepomp Model 6400 CONTINUE TOEDIENINGSMODUS. Snelheid is in ml/24 uur

Gebruikershandleiding. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de telefoon in gebruik neemt!

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Transcriptie:

X Ambulante infuuspomp 2100, 2110 Gebruikershandleiding Softwareversie 3.0 s

Het CADD -Solis ambulante infusiesysteem is ontwikkeld om jonge en volwassen patiënten binnen de klinische zorg (waaronder postoperatieve zorg, spoedeisende hulp, kritische zorg, oncologie en verloskunde) zorg en veiligheid te kunnen bieden. De pomp is in te stellen met behulp van een protocolconfiguratie bestaande uit een therapie, kwalificatie en medicatie. De medicatie wordt toegediend met continue infusiesnelheid en/of als intermitterende bolus en/of als patiëntgecontroleerde dosis. Deze handleiding betreft CADD -Solis ambulante infuuspompmodellen 2100 en 2110 met softwareversie 3.0. Smiths Medical raadt aan om op alle modellen van de CADD -Solis in uw vestiging dezelfde softwareversie te gebruiken. Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor gebruik door de arts. Zorg dat onbevoegd medisch personeel en patiënten geen toegang tot deze handleiding hebben. Om te voorkomen dat patiënten en artsen toegang kunnen verkrijgen tot bepaalde instellingen van de pomp, is de pomp voorzien van drie beveiligingsniveaus. Geef de beveiligingscodes van de pomp uitsluitend door aan bevoegde personen. Ook de toegang tot de sleutel van de pomp dient beperkt te worden. De publicatiedatum van deze gebruikershandleiding staat op de achterkant vermeld. Neem als er tussen de publicatiedatum en het gebruik van het product een jaar verstreken is, contact op met Smiths Medical om te vragen of een herziene versie beschikbaar is. Technische ondersteuning Voor vragen of opmerkingen over het gebruik van de CADD -Solis ambulante infuuspomp kunt u het onderstaande nummer bellen. Vermeld in het gesprek het versienummer van de pompsoftware. Dit nummer is te vinden in het rapport Toestelinfo (zie Rapporten op pagina 36). Smiths Medical kan u helpen met het programmeren en bedienen van de CADD -Solis ambulante infuuspomp. Smiths Medical ASD, Inc. St. Paul, MN 55112, USA 1 214.618.0218 www.smiths-medical.com Distributie in Europa: Smiths Medical International Ltd. TN25 4BF, UK +44 (0) 1233 722100 2

Lees de gebruikershandleiding volledig door alvorens de CADD -Solis ambulante infuuspomp te gebruiken. Het niet opvolgen van waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en instructies kan resulteren in ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt. Contra-indicaties De pomp mag niet worden gebruikt voor het toedienen van bloed of cellulaire bloedproducten aangezien bloed en bloedproducten beschadigd worden door het pompmechanisme. Deze pomp mag niet worden gebruikt voor enige vorm van infusie in intra-articulaire ruimtes. Waarschuwingen De gebruikershandleiding mag uitsluitend door artsen gebruikt worden. Zorg ervoor dat patiënten geen toegang hebben tot deze handleiding, aangezien met de in de handleiding vermelde informatie volledige toegang kan worden verkregen tot alle programmeer- en gebruiksfuncties. Om explosiegevaar te vermijden, mag de pomp niet worden gebruikt in de nabijheid van brandbare anesthetica of explosieve gassen. Patiënten die mogelijk nadelen kunnen ondervinden van onbedoelde werking of falen, zoals onderbreking van toediening van medicatie of vloeistoffen door de pomp, moeten onder zorgvuldig toezicht blijven. Daarbij moeten maatregelen worden genomen om onmiddellijk corrigerend te kunnen optreden om onderbrekingen van medicatietoediening te minimaliseren. Pompstoring stopt de medicatietoediening en onbedoelde bediening van de pomp kan diverse gevolgen voor de patiënt hebben. Bij gebruik van de pomp voor levensondersteunende medicatie moet een extra pomp en zorgvuldig toezicht beschikbaar zijn om bij pompstoring onmiddellijk corrigerend te kunnen optreden en onderbrekingen van medicatietoediening te minimaliseren. Pompstoring schort medicatietoediening op. De gebruiker moet ervoor zorgen dat het vermogen van de pomp geschikt is voor het beoogde gebruik en dat de pomp niet anders of voor ander dan het beoogde gebruik wordt ingezet. Als de pomp is gevallen of gestoten, moet hij op schade worden gecontroleerd. Een beschadigde of niet goed functionerende pomp mag niet worden gebruikt. Neem contact op met de klantenservice van Smiths Medical om de pomp voor onderhoud te retourneren. Gebruik van een injectiespuit met de CADD toedieningsset kan leiden tot ONVOLDOENDE TOEDIENING van medicatie. Het functioneren van de spuit kan ongunstig worden beïnvloed door de verschillen in afmetingen en gladheid van de zuiger, wat ertoe kan leiden dat er meer kracht nodig is om de zuiger van de spuit in beweging te brengen. De zuiger van een spuit wordt minder glad als deze veroudert, wat resulteert in een toenemende mate van onderdosering van medicatie, wat op een bepaald ogenblik significant kan zijn. Daarom dient rekening gehouden te worden met het soort medicatie en de vereiste nauwkeurigheid van toediening bij gebruik van een injectiespuit met de CADD -Solis-pomp. Het in de injectiespuit resterende volume dient regelmatig te worden vergeleken met de op de pomp weergegeven waarden (bijv. het reservoirvolume en vermelde volume) om te bepalen of er onderdosering van medicatie plaatsvindt. Zo nodig moeten de vereiste corrigerende maatregelen worden genomen. The CADD -Solis-pomp en accessoires bevatten kleine onderdelen die voor jonge kinderen verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Dien geen medicatie toe in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, tenzij de medicatie geïndiceerd is voor toediening in deze ruimtes. Om infusie te voorkomen van medicatie die niet geïndiceerd is voor infusie in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, mogen er GEEN toedieningssets worden gebruikt die injectieplaatsen bevatten. Indien een CADD medicatiecassettereservoir, CADD extensieset of CADD toedieningsset wordt gebruikt om medicatie toe te dienen in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, is het sterk aan te bevelen om deze duidelijk te onderscheiden van systemen die gebruikt worden voor andere toedieningsroutes (bijvoorbeeld door kleurcodering of een andere identificatiewijze). 3

Gebruik geen oplaadbare NiCd- of nikkelmetaalhydride- (NiMH) batterijen. Gebruik geen ( heavy duty ) koolzinkbatterijen. Deze batterijen leveren niet voldoende capaciteit om de pomp goed te laten functioneren. Zorg dat er altijd nieuwe reservebatterijen beschikbaar zijn. Indien de stroom uitvalt, wordt de medicatie niet toegediend. Als een oplaadbare batterij het einde van de levensduur heeft bereikt, dient de batterij te worden vervangen door een nieuwe CADD -Solis oplaadbare batterij of 4 AA-batterijen. Er is geen pompalarm dat waarschuwt als de batterij niet goed is aangebracht. Een onjuist aangebrachte batterij kan leiden tot stroomverlies en het niet toedienen van medicatie. Controleer altijd of het batterijvak vocht of vuil bevat voordat u de batterijen installeert en zorg ervoor dat er geen vocht of vuil in het batterijvak kan vallen. Vocht of vuil in het batterijvak kan de contacten van de batterij beschadigen en dit kan leiden tot stroomverlies en niet-toediening van medicatie. Als de pomp is gevallen of gestoten kan het batterijklepje beschadigd raken of breken. Gebruik de pomp niet als het batterijklepje beschadigd is, aangezien de batterijen dan niet goed vastzitten. Dat kan resulteren in stroomuitval en het niet toedienen van medicatie. Volg de gebruiksinstructies die bij het CADD medicatiecassettereservoir, de CADD extensieset of CADD toedieningsset zijn geleverd en let vooral op alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die van toepassing zijn op hun gebruik. Verleg de lijnen, snoeren en kabels zorgvuldig om te verhinderen dat de patiënt erin verstrikt raakt of er door stikt. Maak de cassette goed vast. Een losgekomen of onjuist aangesloten cassette kan leiden tot een ongecontroleerde infusie door zwaartekracht van medicatie uit het vloeistofreservoir of tot terugvloeien van bloed. Als u een CADD toedieningsset of CADD medicatiecassettereservoir zonder flowstopmechanisme gebruikt, dient u een CADD extensieset met anti-sifonklep of een CADD toedieningsset met geïntegreerde of toegevoegde anti-sifonklep gebruiken ter bescherming tegen de ongecontroleerde infusie door zwaartekracht die kan worden veroorzaakt door een verkeerd aangebrachte cassette. Als algemene veiligheidsregel moet(en) de lijn(en) altijd worden afgeklemd voordat de cassette van de pomp wordt verwijderd. Verwijderen van de cassette zonder de klem te sluiten kan mogelijk een ongecontroleerde zwaartekrachtinfusie veroorzaken. Maak nooit de beveiligingscodes van de pomp of andere informatie bekend waarmee een patiënt of onbevoegd arts toegang zou kunnen krijgen tot alle programmeer- en bedieningsfuncties. Laat de pomp nooit onbeheerd achter als deze is ontgrendeld. Alle programmeerfuncties zijn toegankelijk als de pomp is ontgrendeld. Wees voorzichtig bij gebruik van de klinische bolusfunctie. Aangezien er geen grenzen zijn gesteld aan de frequentie van het toedienen van een bolus en de hoeveelheid van een bolus op wel 50 ml (of het equivalent in mg of mcg) ingesteld kan worden, mag u niet toestaan dat de patiënt vertrouwd raakt met de procedure voor het toedienen van een klinische bolus. Om te voorkomen dat de patiënt toegang heeft tot de klinische bolusfunctie, moet u zorgen dat de patiënt de beveiligingscodes niet kent. Laat de pomp nooit onbeheerd achter terwijl het bewerkingsscherm van de klinische bolus open is. U moet de geprogrammeerde waarde toedienen, of annuleren om het scherm verlaten. Prime het vloeistofpad niet terwijl de infusielijn nog aan de patiënt gekoppeld is, aangezien dit kan leiden tot een te grote afgifte van medicatie of tot een luchtembolie. Om luchtembolie te voorkomen moet u zorgen dat het gehele vloeistofpad vrij is van luchtbellen voordat u de patiënt aansluit. De PCA-handset mag alleen door de patiënt worden gebruikt. Gebruik door anderen dan de patiënt kan resulteren in afgifte van te veel medicatie. 4

De handmatige modus bevat geen programmeerlimieten. Controleer elke parameter zorgvuldig om zeker te zijn dat deze exact overeenkomt met het voorschrift. Zorg dat er zich geen vuil afzet op de drukplaat van het pompmechanisme. Inspecteer de opening voor de luchtdetectiesensor en verwijder eventueel vuil. Als de luchtdetectiesensor is geblokkeerd, wordt lucht in het vloeistofpad soms niet gedetecteerd. Zorg ervoor dat er met de ± 6% toedieningsnauwkeurigheid van het systeem rekening gehouden wordt wanneer de pomp wordt geprogrammeerd en/of het reservoir gevuld. Als u dit nalaat, kan de medicatie in het reservoir sneller op raken dan verwacht. Onnauwkeurigheden van meer dan ± 6% in de toediening van medicatie door het systeem kunnen ontstaan ten gevolge van tegendruk of vloeistofweerstand, wat afhangt van de temperatuur, de viscositeit van de medicatie, de grootte van de katheter en extensiesetlijnen (bijvoorbeeld microborelijn), componenten in de lijn (bijv. filter en connectoren voor naaldloze toegang) en door de plaatsing van het infuusreservoir en/of de pomp boven of onder het niveau van de patiënt. Een onnauwkeurige toediening door het systeem kan leiden tot toediening van te weinig of te veel medicatie. Het gebruik van een stroomvoorziening en een PCA-handset die anders zijn dan aangegeven in de elektromagnetische-emissieverklaring, kan leiden tot een toename van emissies of verminderde immuniteit van de pomp. De pomp mag niet gebruikt worden in de nabijheid van of gestapeld worden met andere apparatuur. Indien gebruik in de nabijheid van andere apparatuur of stapeling op andere apparaten nodig is, dient u te controleren of de pomp normaal werkt in de te gebruiken configuratie. Veelgebruikte mobiele elektronische apparaten kunnen de werking van de pomp storen. Controleer of de pomp normaal werkt. Als een abnormale werking wordt waargenomen, kan het noodzakelijk zijn om de pomp weg te halen uit de nabijheid van apparaten die radiofrequentie uitzenden. De bedrading van de instelling moet voldoen aan alle voor elektrische installatie geldende wet- en regelgeving. Snoeraansluitingen mogen niet worden omzeild. Verwijder geen pen van de stekker. Er zijn mogelijke gezondheidsrisico s verbonden aan het verkeerd wegwerpen van batterijen, elektronica en besmette (gebruikte) reservoirs en extensiesets. Gebruikte batterijen, reservoirs, extensiesets en andere gebruikte accessoires of een pomp waarvan de gebruiksduur is verstreken, dienen op milieuvriendelijke wijze te worden weggegooid en volgens eventueel van toepassing zijnde voorschriften. 5

Aanmaningen tot voorzichtigheid Gebruik de pomp niet bij temperaturen onder 2 ºC of boven 40 ºC, om beschadiging van de elektronische circuits te voorkomen. Bewaar de pomp niet bij temperaturen onder -20 ºC of boven 60 ºC, om beschadiging van de elektronische circuits te voorkomen. Berg de pomp niet op met aangesloten CADD medicatiecassettereservoir of CADD toedieningsset. Stel de pomp niet bloot aan een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 20% of meer dan 90%, om beschadiging van de elektronische circuits te voorkomen. CADD pompen zijn verzegeld. Een verbroken of beschadigde verzegeling dient daarom beschouwd te worden als een doorslaggevend bewijs dat de pomp foutief is gebruikt en/of gewijzigd is, waardoor alle garantiebepalingen vervallen. Al het onderhoud en alle reparaties van de CADD pompen dienen te worden uitgevoerd door Smiths Medical of gemachtigde vertegenwoordigers. Controleer de AA-batterijen vóór gebruik op beschadiging of slijtage aan de metalen of plastic isolatie of nadat de pomp gevallen of gestoten is. Vervang de batterijen wanneer u merkt dat er schade is. Sla de pomp niet voor langere periodes op met de batterijen erin. Batterijlekkage kan de pomp beschadigen. Indien bij het opstarten in een foutbericht wordt aangegeven dat de protocolbibliotheek verloren is gegaan, mag u deze pomp niet blijven gebruiken. Volg de procedures van uw instelling voor het downloaden van protocolbibliotheken. Gebruik alleen accessoires van Smiths Medical die specifiek bestemd zijn voor gebruik met de CADD -Solis ambulante infuuspomp. Als u een CADD medicatiecassettereservoir met bevroren medicatie gebruikt, ontdooi dit dan alleen bij kamertemperatuur. Niet opwarmen in een magnetron aangezien dit het product kan beschadigen en lekkage veroorzaken. Dompel de pomp niet onder in een reinigingsvloeistof of in water. Laat geen vloeistof op de pomp inwerken, ophopen op het toetsenbord of binnendringen in het batterijvakje, in de USB-poort, in de PCA-handsetaansluiting of in de buurt van de stroomaansluiting. Vochtophoping in de pomp kan leiden tot beschadiging van de pomp. Reinig de pomp niet met aceton of andere kunststofoplosmiddelen of schuurmiddelen aangezien de pomp erdoor beschadigd kan worden. Stel de pomp NIET RECHTREEKS BLOOT AAN THERAPEUTISCHE NIVEAUS VAN IONISERENDE STRALING aangezien het elektronische circuit van de pomp hierdoor permanent schade kan oplopen. De beste handelwijze is om de pomp tijdens een therapeutische of diagnostische bestraling van de patiënt te verwijderen. Indien de pomp tijdens een therapeutische of diagnostische sessie in de nabijheid van de patiënt moet blijven, moet hij afgeschermd worden, en dient na behandeling gecontroleerd te worden of hij nog goed functioneert. Stel de pomp niet rechtstreeks bloot aan ultrasone geluidsgolven aangezien er permanente beschadiging kan optreden van de elektronische circuits van de pomp. De magnetische velden die geproduceerd worden door beeldvorming via magnetische resonantie (MRI) kunnen een negatief effect hebben op het functioneren van de pomp. Verwijder de pomp bij de patiënt tijdens een MRI-onderzoek en houd de pomp op een veilige afstand van magnetische energie. Blootstelling van de pomp aan sterke magnetische velden van meer dan 600 gauss kan onherstelbare schade veroorzaken waardoor de pomp onbruikbaar wordt. Gebruik van deze pomp bij patiënten die met elektronische apparatuur worden bewaakt, kan leiden tot artefacten door interferentie. Zoals bij alle elektronische apparatuur, kunnen elektrische artefacten optreden die de werking van andere apparatuur, zoals ECG-monitoren, beïnvloeden. De gebruiker dient het juiste functioneren van de apparatuur vóór gebruik te controleren. Gebruik de pomp niet in hyperbare kamers, aangezien dit invloed heeft op de werking van de pomp en dit de pomp kan beschadigen. 6

Inhoud Technische ondersteuning...2 Contra-indicaties...3 Waarschuwingen...3 Aanmaningen tot voorzichtigheid...6 Algemene beschrijving Inleiding...9 Indicaties...9 Contra-indicaties...9 Epidurale/subarachnoïdale toediening...9 Analgetica...9 Anesthetica...9 Symbolen...10 Pompdiagram...12 Beschrijving van de toetsen, onderdelen, poorten en connectoren...13 Indicatielampjes...13 Scherm met achtergrondverlichting...13 Toetsenbord...13 Aan-/uitschakelaar...14 Stroomaansluiting...14 USB-poort...14 Aansluiting PCA-handset...14 Batterijvakje...14 Cassettegrendel...14 Cassette-/toetsenbordvergrendeling...14 Toedieningsmethoden...15 Installatie van de pomp Installatie van de batterijen.................... 17 Het batterijklepje vervangen...18 Opstarten...19 Uitschakelen...19 Beschrijving van de pompaccessoires...20 CADD -Solis Medication Safety Software...20 AC-adapter...20 Oplaadbare batterij...20 Cassette, extensieset, toedieningsset...20 CA-handset............................... 21 Adapter voor infuusstandaardklem...21 Infuusstandaardklem...21 Pompsleutel...21 De pomp programmeren: algemene instructies...22 Het scherm van de pomp...22 Kleurenscherm...23 Vóór het programmeren...23 Een cassette bevestigen...24 Een cassette verwijderen...26 De pomp starten...26 De pomp stoppen...26 Programmering en bediening Beveiligingsinstellingen...27 Tabel beveiligingsniveau...27 Automatische vergrendeling...29 Beveiligingscodes invoeren...29 Taken...30 Klinische bolus geven...30 Nieuwe patiënt starten...31 Start nieuw protocol, zelfde patiënt...32 Lijn primen...32 Tijd en datum instellen...33 Achtergrondverlichting aanpassen...34 Alarmvolume aanpassen...35 Rapporten bekijken...35 Administratorinstellingen aanpassen...35 Rapporten...36 Status intermitterende bolus...36 Dosistellers Toegediend en PCA (dosistellers Toegediend en PCEA)...36 Grafiek PCA-dosis (grafiek PCEA-dosis)...37 Grafiek intermitterende bolus...38 Grafiek PCA en intermitterend (PCEA en intermitterend)...38 Toedieningshistorie en cirkeldiagram...38 Toedieningslog...39 Eventlog...39 Samenvatting protocolbibliotheek...40 Toestelinformatie...40 Patiëntspecifieke parameters (Programmeerschermen)...41 Intermitterende bolus...42 Bolusinterval...42 Uitstel 1e bolus...43 Continue snelheid...43 PCA-dosis (PCEA-dosis)...44 PCA-blokkering (PCEA-blokkering)...44 Uurlimiet...45 Max. doses/uur...46 Reservoirvolume...46 Programmeren in de handmatige modus...47 Referenties en probleemoplossing Alarmen en berichten begrijpen...50 Alarm Systeemfout...50 Alarm hoge prioriteit...50 Alarm gemiddelde prioriteit...50 Alarm lage prioriteit...51 Informatief bericht...51 Alarmen en berichten, alfabetische lijst...52 Algemene beschrijving Installatie van de pomp Programmering en bediening Referenties en probleemoplossing Index 7

Installatie van de pomp Algemene beschrijving De pomp en accessoires reinigen...59 Blootstelling aan straling of beeldvorming via kernspintomografie (MRI)...59 Instellingsbereiken...60 Technische beschrijving...62 Normen die zijn gebruikt bij het ontwikkelen van de pomp...62 Specificaties (nominaal)...63 Algemene pompspecificaties...63 Toedieningsspecificaties...68 Specificaties administratorinstellingen...69 Verklaringen aangaande elektromagnetische emissies en immuniteit...70 Apart inzamelen...72 Overzicht van programmeerschermen/menu s...73 Standaardfabrieksinstellingen...74 Resultaten nauwkeurigheidstest...75 Beperkte garantie...76 Index Index Referenties en probleemoplossing Programmering en functies 8

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Inleiding Het CADD -Solis ambulante infusiesysteem zorgt voor een afgemeten toediening van medicatie aan patiënten in het ziekenhuis of in een ambulante omgeving. De behandeling moet altijd onder toezicht van een arts of van een gediplomeerde medische zorgverlener staan. Indien van toepassing, moet het gebruik van de pomp aan de patiënt worden uitgelegd. Indicaties De CADD -Solis ambulante infuuspomp is geïndiceerd voor intraveneuze, intra-arteriële, subcutane of intraperitoneale infusie, infusie in de nabijheid van zenuwen, in een operatiegebied (weke delen, lichaamsholte/chirurgische wondholte) en in de epidurale of subarachnoïdale ruimte. De pomp is bestemd voor therapieën waarbij een constante infuussnelheid en/of een intermitterende bolus en/of patiëntgecontroleerde doses nodig zijn. Contra-indicaties Algemene beschrijving De pomp mag niet worden gebruikt voor het toedienen van bloed of cellulaire bloedproducten aangezien bloed en bloedproducten beschadigd worden door het pompmechanisme. Deze pomp mag niet worden gebruikt voor enige vorm van infusie in intra-articulaire ruimtes. Epidurale/subarachnoïdale toediening De gekozen medicatie moet gebruikt worden in overeenstemming met de indicaties zoals aangegeven op de bijsluiter van de medicatie. Toediening van medicatie via deze pomp dient te geschieden met inachtneming van elke waarschuwing, voorzorgsmaatregel of contra-indicatie in de bijsluiter van de medicatie. WAARSCHUWING: Dien geen medicatie toe in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, tenzij de medicatie geïndiceerd is voor toediening in deze ruimtes. Medicatie die niet bestemd is voor toediening via een epiduraal of subarachnoïdaal infuus kan leiden tot ernstig letsel bij of zelfs overlijden van de patiënt. Om infusie te voorkomen van medicatie die niet geïndiceerd is voor infusie in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, mogen er GEEN toedieningssets worden gebruikt die injectieplaatsen bevatten. Het onbedoeld gebruik van injectieplaatsen voor het via infuus toedienen van dergelijke medicatie kan leiden tot ernstig letsel bij of zelfs overlijden van de patiënt. Indien een CADD medicatiecassettereservoir of CADD extensie- of CADD toedieningsset gebruikt wordt om medicatie toe te dienen in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, is het sterk aan te bevelen om deze duidelijk te onderscheiden van systemen die gebruikt worden voor andere toedieningsroutes (bijvoorbeeld door kleurcodering of andere identificatiewijze). Medicatie die niet bestemd is voor toediening via een epiduraal of subarachnoïdaal infuus kan leiden tot ernstig letsel bij of zelfs overlijden van de patiënt. Analgetica Toediening van analgetica in de epidurale ruimte is beperkt tot gebruik met verblijfkatheters die specifiek geïndiceerd zijn voor toediening van medicatie gedurende korte of langere termijn. Anesthetica Toediening van anesthetica in de epidurale ruimte is beperkt tot gebruik met verblijfkatheters die specifiek geïndiceerd zijn voor toediening van medicatie op korte termijn. 9

Algemene beschrijving Symbolen Algemene beschrijving Symbolen op de pomp en etiketten Symbool Definitie Symbool Definitie f Let op Aan-/uitknop 1 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Cassette openen/sluiten < Catalogusnummer B Functietoets > Serienummer U Omhoog-toets J Fabricagedatum D Omlaag-toets @ Gemachtigde in de Europese Gemeenschap S Select-toets Gemachtigde voor Australië 9 Start/Stop-knop P Temperatuurlimiet @ _ Vochtigheidslimieten i J Atmosferische druklimieten Plaatsing Apparatuur type CF Plaatsing Knop PCA-dosis Plaatsing AA-batterij positieve pool omhoog AA-batterij, negatieve pool omhoog AA-batterij, positieve pool omhoog K Klasse II apparatuur Plaatsing AA-batterij, negatieve pool omhoog E Z Apart Spatwaterdicht water dat tegen de pompbehuizing spat, heeft geen schadelijke gevolgen. USB-poort inzamelen Gelijkstroom (contactbus) Aansluiting voor handset 10

Algemene beschrijving Symbolen op het pompscherm Symbool Definitie Symbool Definitie Reservoirvolume Lading van de oplaadbare batterij Lading van de oplaadbare batterij. AC-adapter aangesloten. Het in het werkgebied gemarkeerde item staat bovenaan in het menu. Druk op D om omlaag te schuiven. Het in het werkgebied gemarkeerde item staat onderaan in het menu. Druk op U om omhoog te schuiven. Home-scherm Algemene beschrijving Lading van AA-batterijen. Lading van AA-batterijen. AC-adapter aangesloten. Geen batterij aanwezig. Alleen netstroom. Batterij niet compatibel Batterij niet compatibel. AC-adapter aangesloten. Pompstatus is Loopt. Pompstatus is Gepauzeerd of in KVO. Pompstatus is Gestopt. Er zijn meer items zichtbaar in het werkgebied. Druk op U of D om omhoog of omlaag te schuiven. Toetsenbord is vergrendeld Toetsenbord is ontgrendeld Weergegeven naast parameters die gecontroleerd en aanvaard zijn. Op bewerkingsschermen. Geeft de huidige waarde van de parameter weer. Druk op U of D om omhoog of omlaag te schuiven en de waarde te bewerken. Op bewerkingsschermen met een optiemenu. Geeft aan welke instelling wordt geselecteerd. De gevraagde handeling kan niet worden verricht. Er zijn meer gegevens beschikbaar. Alleen op PCA-dosisrapport. Overzichtsscherm Opslaan 11

Algemene beschrijving Pompdiagram Algemene beschrijving Vooraanzicht Indicatielampjes Geel Groen Scherm Batterijvakje USB-poort Blauw netstroomlampje Netstroomaansluiting Aansluiting PCA-handset Toetsenbord Achteraanzicht Aan-/ uitschakelaar Cassette-/ toetsenbordvergrendeling (openen/sluiten) Serienummer Cassettegrendel Cassette (het deel van het CADD medicatiecassettereservoir of de CADD toedieningsset dat aangesloten wordt op de pomp) 12

Algemene beschrijving Beschrijving van de toetsen, onderdelen, poorten en connectoren Indicatielampjes Als de pomp stroom krijgt, knipperen een of beide indicatielampjes. Groen: het groene lampje knippert om aan te geven dat de pomp loopt en vloeistof toedient zoals ingesteld. Geel: het gele lampje knippert als de pomp wordt gestopt, bij een alarmtoestand of als de batterij of het reservoir bijna leeg is. Het blijft continu branden als de pomp niet gebruikt kan worden. Op het scherm staat een korte beschrijving van de alarmtoestand als het gele lampje knippert. Opmerking: Soms knipperen beide lampjes. Dit geeft aan dat de pomp loopt, maar dat er een toestand is waarvan de arts zich moet bewust zijn (bijvoorbeeld bijna lege batterij of reservoir). Algemene beschrijving Scherm met achtergrondverlichting Het lcd-scherm toont informatie over instellingen en berichten. Dankzij de achtergrondverlichting blijft het scherm zichtbaar bij weinig licht. In deze handleiding betekent scherm de display of het lcd-scherm. Na een periode waarin geen toetsen zijn ingedrukt, gaan de achtergrondverlichting en het scherm uit om de batterij te sparen (behalve tijdens een alarm of wanneer een externe stroombron gebruikt wordt). U kunt op een willekeurige toets drukken om het scherm weer aan te zetten. Opmerking: Wanneer het scherm uit is, kunt u vaststellen of de pomp stroom krijgt als het groene of gele ledindicatielampje, of beide lampjes, periodiek knipperen. Therapieën met patiëntgeregelde pijnstilling zijn in de CADD -Solis Medication Safety Software zo geconfigureerd dat ofwel PCA (patient-controlled analgesia - patiëntgeregelde pijnstilling) of PCEA (patient-controlled epidural analgesia - patiëntgeregelde epidurale pijnstilling) wordt weergegeven. In de voorbeelden in deze handleiding wordt alleen PCA getoond. Menu s, submenu s en schermen op de pomp verschijnen echter met PCEA als ze zo geprogrammeerd zijn. Indien u op Stop/Start 9 drukt, wordt het scherm opnieuw weergegeven met een bericht waarin u wordt gevraagd of u de pomp wilt stoppen of starten. Als u op de PCA-dosisknop @ drukt terwijl het scherm van de pomp uit is, geeft de pomp een PCA-dosis af, mits beschikbaar. Toetsenbord De pomp heeft een grijs of een geel toetsenbord. De toetsen op het toetsenbord worden hieronder beschreven. U hoort een toetstoon als een toets wordt ingedrukt, indien bedienbaar in de huidige pomptoestand. De toetsen geven geen geluid als de toetstoon is uitgezet in het protocol of in de administratorinstellingen. 06 Start/Stop Select PCA-dosis stop/start select PCEA-dosis Start en stopt de toediening door de pomp. Hiermee kunt u een vraag op het scherm van de pomp beantwoorden. Zo kan bijvoorbeeld het scherm boven deze toets Ja aangeven. In dat geval geeft het indrukken van deze toets het antwoord Ja op de gestelde vraag. U kunt hiermee ook navigeren door sommige schermen van de pomp (bijvoorbeeld een actie annuleren, het menu van de rapporten/taken openen of een open scherm verlaten). Worden ook functietoetsen genoemd. Hiermee kunt u omlaag door de menu s van de pomp navigeren. Hiermee kunt u omhoog door de menu s van de pomp navigeren. 13

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Wordt gebruikt om een item in het menu te selecteren. Hierdoor kan de patiënt een PCA-dosis (PCEA-dosis) aanvragen. Als de PCA-handset is aangesloten, is deze toets inactief. Aan-/uitschakelaar Zet de pomp aan of uit. Blijf de schakelaar indrukken totdat de pomp opstart. Druk de toets in om de pomp uit te zetten en bevestig dat u wenst af te sluiten door Ja te selecteren. Stroomaansluiting U kunt de AC-adapter in de stroomaansluiting steken. Wanneer de AC-adapter is aangesloten, gaat het blauwe netstroomlampje branden. Dit lampje brandt, onafhankelijk of de pomp aan of uit staat. (Zie AC-adapter op pagina 20 voor meer informatie.) USB-poort Een mini-b USB-kabel kan aangesloten worden op de USB-poort voor communicatie met de CADD -Solis Medication Safety Software. Aansluiting PCA-handset De PCA-handsetaansluiting wordt gebruikt om de PCA-handset te bevestigen. (Zie PCA-handset op pagina 21 voor meer informatie.) Batterijvakje Vier AA-batterijen of de oplaadbare batterij passen in dit vakje. De batterijen dienen als primaire stroombron of als back-up wanneer de AC-adapter wordt gebruikt. (Zie Installatie van de batterijen op pagina 17 voor informatie over het installeren van de batterijen.) Cassettegrendel Wordt gebruikt om de cassette aan de pomp vast te maken. Als de pomp is ingeschakeld, detecteert hij of de cassette goed is bevestigd. Als de cassette los gaat, stopt de toediening en er wordt een alarmsignaal gegeven. (Zie Een cassette bevestigen op pagina 24 en Een cassette verwijderen op pagina 26.) Cassette-/toetsenbordvergrendeling Hiermee kunt u de cassettebevestiging beveiligen met behulp van de bijgeleverde pompsleutel. De cassettegrendel moet gesloten zijn, voordat deze kan worden vergrendeld. De cassette-/ toetsenbordvergrendeling kan geconfigureerd worden om alleen de cassettegrendel te ontgrendelen of om zowel de cassettegrendel als het toetsenbord te ontgrendelen. Dit wordt ingesteld door uw CADD -Solissysteemadministrator. (Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 27.) 14

Algemene beschrijving Toedieningsmethoden De pomp beschikt over de volgende toedieningsmethoden: Continue snelheid: medicamentinfusie met een constante, geprogrammeerde snelheid Intermitterende bolus (IB): een reeks doses die automatisch worden toegediend volgens een regelmatig geprogrammeerd schema PCA-dosis: een PCA-dosis die door de patiënt geactiveerd wordt Klinische bolus: een dosis die door de arts geactiveerd wordt Elk van de methoden kan individueel of in combinatie met de andere worden geprogrammeerd. De afbeeldingen hieronder illustreren voorbeelden van gecombineerde toedieningsmethoden. De bereiken, instellingsincrementen, snelheden en volumes staan vermeld in Specificaties (nominaal) op pagina 63. Algemene beschrijving Voorbeeld 1: Continue snelheid, PCA-doses en Klinische bolus Klinische bolus (hier als oplaaddosis gebruikt) Dosis PCA-blokkering PCA-dosis wordt niet toegestaan PCAdosis PCAdosis PCAdosis Continue snelheid Tijd Voorbeeld 2: Intermitterende bolussen en PCA-doses (PIB) Toediening van een PCA-dosis leidt tot uitstel van toediening van de volgende IB. Dosis IB IB IB PCAdosis IB PCA-dosis wordt niet toegestaan Tijd Uitstel 1e bolus Interval Intermitterende bolus (IB) Type bolusinterval (hier ingesteld als PCA-blokkering) PCAblokkering 15

Algemene beschrijving Voorbeeld 3: Intermitterende bolussen en PCA-doses (PIB) Algemene beschrijving Dosis Toediening van een PCA-dosis leidt tot uitstel van toediening van de volgende IB. IB IB IB PCAdosis IB PCA-dosis wordt niet toegestaan Tijd Uitstel 1e bolus Interval Intermitterende bolus (IB) Type bolusinterval (hier ingesteld als bolusinterval) Interval Intermitterende bolus (IB) 16

Installatie van de pomp Installatie van de pomp Installatie van de batterijen AA 1,5 volt primaire (niet-oplaadbare) alkaline batterijen of de CADD -Solis oplaadbare batterij worden aanbevolen voor gebruik in de CADD -Solis-pomp. Opmerking: Smiths Medical raadt af om nieuwe en gebruikte batterijen door elkaar te gebruiken, omdat dit de tijd kan beïnvloeden voordat er een waarschuwing wordt weergegeven dat de batterijen bijna leeg zijn. Gebruik altijd vier nieuwe batterijen bij het vervangen van lege batterijen. LET OP: Controleer de AA-batterijen vóór gebruik op beschadiging of slijtage aan de metalen of plastic isolatie of nadat de pomp gevallen of gestoten is. Vervang de batterijen wanneer u merkt dat er schade is. De pomp behoudt alle geprogrammeerde waarden terwijl de batterijen worden verwijderd. De batterijen moeten in de pomp zitten tijdens toediening. Als de batterijen worden verwijderd terwijl de pomp medicatie toedient en er is een AC-adapter aangesloten, stopt de toediening. Als er geen ACadapter is aangesloten en de batterijen worden verwijderd, stopt de toediening en verliest de pomp zijn stroomvoorziening. Gooi de gebruikte batterijen op een milieuvriendelijke manier weg, in overeenstemming met alle regelgeving die van toepassing kan zijn. Installatie van de pomp WAARSCHUWING: Gebruik geen oplaadbare NiCd- of nikkelmetaalhydride- (NiMH) batterijen. Gebruik geen ( heavy duty ) koolzinkbatterijen. Deze batterijen leveren onvoldoende energie om de pomp goed te laten functioneren, hetgeen ernstig letsel bij of zelfs het overlijden van de patiënt tot gevolg kan hebben. Zorg dat er altijd reservebatterijen voorhanden zijn. Als de stroom onderbroken wordt, wordt de medicatie niet toegediend wat, afhankelijk van het type medicatie, kan leiden tot letsel bij of zelfs het overlijden van de patiënt. Als een CADD-Solis oplaadbare batterij het einde van de levensduur heeft bereikt, dient de batterij te worden vervangen door een nieuwe CADD -Solis oplaadbare batterij of 4 AA-batterijen. Gebruik van oplaadbare batterijen van een ander merk kan brand of ontploffing veroorzaken. Er is geen pompalarm dat waarschuwt als de batterij niet goed is aangebracht. Een slecht aangebrachte batterij kan leiden tot stroomverlies en het niet toedienen van de medicatie, wat, afhankelijk van het type medicatie, kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt. Controleer altijd of het batterijvakje geen vocht of vuil bevat voordat u de batterijen installeert en zorg dat er geen vocht of vuil in het batterijvakje kan vallen. Vocht of ongerechtigheden in het batterijcompartiment kunnen de contacten van de batterij beschadigen en kunnen leiden tot verlies van stroom dat kan resulteren tot het niet toedienen van medicatie. Afhankelijk van het type medicatie dat wordt toegediend kan dit leiden tot letsel bij of zelfs het overlijden van de patiënt. Indien de pomp is gevallen of gestoten, kan het batterijklepje beschadigd raken of breken. Gebruik de pomp niet als het klepje beschadigd is, omdat de batterijen dan niet goed vast zitten. Dit kan leiden tot stroomverlies en niet toedienen van de medicatie, wat, afhankelijk van het type medicatie, kan leiden tot ernstig letsel of overlijden van de patiënt. 17

Installatie van de pomp De batterijen plaatsen: 1. Zorg dat de pomp is stopgezet of uitgeschakeld. Draai met uw vingers, de pompsleutel of een muntstuk de knop op het batterijklepje naar links en open het klepje. Installatie van de pomp 2. Houd de pomp schuin en plaats 4 AA-batterijen in de pomp; werk van onder naar boven (zie afbeelding). Zorg ervoor dat de markeringen + en op de nieuwe batterijen overeenkomen met de markeringen op de pomp. OF: Bij gebruik van een CADD-Solis oplaadbare batterij installeert u deze in de pomp zoals afgebeeld. OF 3. Sluit het batterijklepje en draai met uw vingers, de pompsleutel of een muntstuk de knop op het batterijklepje naar rechts om het klepje te vergrendelen. Opmerking: Als u de batterijen omgekeerd inbrengt, start de pomp niet op. Controleer de batterijen en zorg ervoor dat de markeringen + en overeenkomen. LET OP: Berg de pomp niet voor langere periode op met de batterijen erin. Batterijlekkage kan de pomp beschadigen. Opmerking: De gebruiksduur van de batterij hangt af van de hoeveelheid medicatie die toegediend wordt, de toedieningssnelheid, de ouderdom van de batterij, de temperatuur, de tijd dat het scherm actief is en de intensiteit van de achtergrondverlichting. De lading van de batterij neemt snel af bij temperaturen onder 10 C. Het batterijklepje vervangen Als het batterijklepje weg is of vervangen moet worden, klikt u het nieuwe klepje gewoon op het staafje op de pomp (zie afbeelding). 18

Installatie van de pomp Opstarten Druk de startknop in en houd deze ingedrukt om de pomp op te starten. De pomp start een serie opstartfuncties. Hierbij verricht de pomp verschillende zelftests, test hij voor alarmtoestanden en vraagt u vervolgens of u met een nieuwe patiënt wenst te starten. Let op het volgende tijdens het opstarten: Het groene en het gele indicatielampje knipperen beide. Het scherm knippert snel grijs en vervolgens blauw. Een gele werveling vult het scherm, gevolgd door weergave van het logo van het CADD -Solis ambulante infuussysteem. Controleer of u strepen of zwarte of witte pixels ziet, omdat dit kan wijzen op een slecht functionerend scherm. Als u ziet dat het scherm niet goed functioneert, mag u de pomp niet gebruiken en moet u contact opnemen met de klantenservice van Smiths Medical. Als de pomp geheel is opgestart, luistert u naar de morsecode voor OK (een reeks van zes pieptonen). Hoort u dit geluid niet, dan kan er een probleem zijn met de geluidsalarmen. Als u denkt dat er een probleem is, mag u de pomp niet gebruiken en moet u contact opnemen met de klantenservice van Smiths Medical. Bij problemen tijdens de zelftest van de pomp hoort u een alarmtoon (bijvoorbeeld bij een bijna lege batterij of als een toets vastzit in ingedrukte positie). LET OP: Als bij het opstarten in een foutbericht wordt aangegeven dat de protocolbibliotheek verloren is gegaan, mag u de pomp niet blijven gebruiken. Volg de procedures van uw instelling voor het downloaden van protocolbibliotheken. Installatie van de pomp Uitschakelen Druk de startknop in om de pomp uit te schakelen. Beantwoord de vraag Uitschakelen? door Ja te selecteren. De pomp wordt nu uitgeschakeld. Let op de volgende omstandigheden wanneer de pomp wordt uitgeschakeld: Het scherm is leeg. Het toetsenbord is inactief. De PCA-handset functioneert niet. Er wordt geen medicatie via het infuus toegediend. Er worden geen alarmsituaties waargenomen. Er klinken geen alarmsignalen. Er worden geen zichtbare alarmen weergegeven. Communicatie met de CADD -Solis Medication Safety Software is niet mogelijk. Als de AC-adapter wordt aangesloten, brandt het blauwe netvoedingslampje. Er branden geen andere lampjes. De interne batterij die wordt gebruikt om tijd en datum te behouden, wordt niet opgeladen. Als de pomp is aangesloten op de netvoeding en er een oplaadbare batterij is geïnstalleerd, gaat het opladen van de batterij door. 19

Installatie van de pomp Beschrijving van de pompaccessoires LET OP: Gebruik alleen accessoires van Smiths Medical die specifiek bestemd zijn voor gebruik met de CADD -Solis ambulante infuuspomp. CADD -Solis-accessoires kunnen worden besteld bij de klantenservice van Smiths Medical. Zie voor gedetailleerde instructies en waarschuwingen die van toepassing zijn op de afzonderlijke accessoires de gebruiksaanwijzingen die bij het product zijn meegeleverd. Installatie van de pomp CADD -Solis Medication Safety Software Met behulp van de CADD -Solis Medication Safety Software kunt u protocolbibliotheken aanmaken en beheren en deze vervolgens naar de pomp verzenden. Zie de installatiehandleiding en de online Help voor meer informatie. AC-adapter De AC-adapter kan gebruikt worden als alternatieve stroombron voor de pomp en/of om de CADD-Solis oplaadbare batterij op te laden. Bij gebruik van de AC-adapter moeten de 4 AA-batterijen of een CADD-Solis oplaadbare batterij geïnstalleerd zijn als back-up. Oplaadbare batterij De CADD-Solis oplaadbare batterij is een alternatief voor het gebruik van vier AA-batterijen. De CADD-Solis oplaadbare batterij kan worden opgeladen met de AC-adapter, in of buiten de pomp. Cassette, extensieset, toedieningsset De cassette is het deel van het CADD medicatiecassettereservoir of van de CADD toedieningsset dat bevestigd wordt aan de onderzijde van de pomp. De volgende producten voor eenmalig gebruik zijn compatibel met de pomp: CADD medicatiecassettereservoir met een CADD extensieset CADD toedieningsset CADD toedieningsset voor hoog volume (alleen voor pompmodel 2110) WAARSCHUWING: Volg de gebruiksaanwijzing die bij het CADD medicatiecassettereservoir, de CADD extensieset of de CADD toedieningsset is geleverd en let vooral op alle waarschuwingen en aandachtspunten die van toepassing zijn op hun gebruik. Verkeerde voorbereiding en/of gebruik van deze producten kan leiden tot ernstig letsel bij of zelfs overlijden van de patiënt. Verleg de lijnen, snoeren en kabels zorgvuldig om te verhinderen dat de patiënt erin verstrikt raakt of er door stikt. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot letsel of overlijden van de patiënt. Opmerking: Er moet een CADD set met free-flow bescherming gebruikt worden om free-flow te voorkomen. De maximale toedieningssnelheid is 250 ml/uur op pompmodel 2100 en 500 ml/uur op pompmodel 2110. Als de toedieningssnelheid op meer dan 250 ml/uur wordt ingesteld, is gebruik van een toedieningsset voor hoog volume en pompmodel 2110 vereist. Als geprobeerd wordt om een toedieningsset voor hoog volume aan te sluiten op pompmodel 2100, resulteert dat in een alarm en werkt de pomp niet. Pas de toedieningssnelheid niet handmatig aan om de pompprogrammering te overschrijven zonder schriftelijke toestemming van de voorschrijvende arts. Smiths Medical raadt aan de juiste items in voorraad te houden om de cassette te kunnen vervangen indien een cassette beschadigd is. Lees voor gedetailleerde instructies en waarschuwingen over het CADD medicatiecassettereservoir of de CADD toedieningsset de gebruiksaanwijzingen die bij het product geleverd worden om het product gebruiksklaar te maken. 20

Installatie van de pomp PCA-handset De PCA-handset kan worden aangesloten op de pomp. De patiënt kan de PCA-handset gebruiken als alternatief voor de PCA-dosisknop @ voor toediening van een PCA-dosis. De LED op de PCA-handset geeft de status van de PCA-dosis aan: Uit: er is geen PCA-dosis beschikbaar. Knipperend: er is een PCA-dosis beschikbaar. Aan: er is een PCA-dosis gevraagd en de toediening is gestart. Adapter voor infuusstandaardklem De adapter voor de infuusstandaardklem wordt aan de achterkant van de pomp bevestigd zodat de pomp aan een infuusstandaard of in een lockbox kan worden gehangen. Infuusstandaardklem De infuusstandaardklem wordt gebruikt met de bijbehorende adapter om de pomp te bevestigen aan een infuusstandaard. Pompsleutel De pompsleutel wordt gebruikt om een cassette op de pomp te vergrendelen. De sleutel kan ook gebruikt worden om het toetsenbord te ver- en ontgrendelen als de CADD -Solis-systeemadministrator dat toestaat. Installatie van de pomp 21

Installatie van de pomp De pomp programmeren: algemene instructies Het scherm van de pomp De afbeeldingen van het scherm die u in deze handleiding aantreft, zijn slechts voorbeelden van wat kan worden weergegeven. De protocollen (bestaande uit therapieën, kwalificaties, medicaties en concentraties en de daarbij behorende pompinstellingen) in uw pompbibliotheek worden ingesteld door uw instelling. Installatie van de pomp i De therapie, de kwalificatie en de medicatie van het huidige protocol. De statusbalk toont de status van de pomp. Deze balk geeft ook berichten en alarmen weer, bijvoorbeeld of u de cassette of het toetsenbord vergrendeld of ontgrendeld hebt, of u een cassette hebt bevestigd of als de toedieningslimiet is bereikt. De huidige waarde van het reservoirvolume. De kleur van het scherm hangt af van hoe het protocol is opgezet in de CADD -Solis Medication Safety Software. Indien het scherm zwart is, is het protocol gewijzigd in de administratorinstellingen (zie de Handleiding administratorinstellingen voor meer informatie) of staat de pomp in handmatige modus (zie Programmeren in de handmatige modus op pagina 47). De toedieningstatus van de pomp Gestopt of Loopt. Het type batterij dat gebruikt wordt, de geschatte gebruikscapaciteit van de batterijen en de netstroomindicatie. AAbatterijen AA-batterijen met AC-adapter Oplaadbare batterij Oplaadbare batterij met AC-adapter Status van de toetsenbordvergrendeling vergrendeld of ontgrendeld. In dit voorbeeld is het toetsenbord vergrendeld. i De maateenheden (ml, mg of mcg) en de concentratie (indien de eenheden uitgedrukt zijn in mg of mcg) voor dit protocol. De naam van het weergegeven scherm en de hulptekst voor het scherm, indien aanwezig, worden weergegeven. Dit is bijvoorbeeld het Home-scherm. Gebruik van hoofd- en kleine letters maakt het scherm beter leesbaar en voorkomt fouten in de dosering. Het werkgebied/-inhoud voor het scherm dat afgebeeld wordt (in dit voorbeeld worden de patiëntspecifieke parameters weergegeven). 22

Installatie van de pomp Naloopnullen worden verwijderd om doseringsfouten te helpen voorkomen. Navigatieopties voor de pomp. Deze opties veranderen afhankelijk van het scherm waarin u zich bevindt en de functies die u de pomp laat uitvoeren. Kleurenscherm Het scherm van de CADD -Solis-pomp gebruikt kleuren, zodat de arts snel en gemakkelijk belangrijke informatie kan herkennen. Uw instelling kan er bijvoorbeeld voor kiezen om een specifieke kleur toe te kennen aan elk protocol in zijn bibliotheek. Dit kan worden ingesteld door uw CADD -Solissysteemadministrator. De protocollen kunnen verschillende kleurcodes krijgen afhankelijk van de behoeften van uw pijnbestrijdingprogramma, inclusief: Toedieningswijze (bijvoorbeeld alle epidurale protocollen kunnen geel gekleurd zijn en worden gebruikt met een pomp met een geel toetsenbord, een geel cassettereservoir of gele toedieningsset, een gele extensieset en een gele lockbox). Type patiënt (bijvoorbeeld alle pediatrische protocollen kunnen blauw gekleurd zijn). Of door een andere hiërarchie die tegemoet komt aan de behoeften van uw instelling. Er zijn vijf protocolkleuren beschikbaar: paars, geel, grijs, blauw en groen. Een protocol dat in het zwart wordt weergegeven, betekent dat er een niet-standaard protocol wordt gebruikt of dat de pomp geprogrammeerd is met een handmatige modus (zie Programmeren in de handmatige modus op pagina 47). Raadpleeg de procedures en richtlijnen van uw instelling om te begrijpen hoe de kleuren worden gebruikt om uw protocollen te identificeren. De pomp gebruikt ook kleuren om de arts te helpen de status van de pomp te herkennen. De kleuren blauw, groen, geel en rood worden zowel in de statusbalk als in de alarmschermen gebruikt. Net als bij verkeerslichten: groen betekent gaan, geel betekent opletten, rood betekent stoppen: Installatie van de pomp Groen de toestand van de pomp is bevredigend (bijvoorbeeld het reservoirvolume is hoger dan het Uitschakelpunt reservoir laag). Geel er is een toestand die aandacht vergt, maar de huidige toestand van de pomp is bevredigend (bijvoorbeeld het Uitschakelpunt reservoir laag is bereikt). Rood er is een toestand die onmiddellijke aandacht vergt en de infusie is gestopt (bijvoorbeeld het reservoirvolume heeft het nulniveau bereikt). Blauw wordt gebruikt in de statusbalk om informatieberichten te geven (bijvoorbeeld PCA-handset is bevestigd). Zie om te begrijpen hoe kleuren in relatie staan tot de alarmschermen Alarmen en berichten op pagina 52. Vóór het programmeren Protocolbibliotheken worden aangemaakt met de CADD -Solis Medication Safety Software en kunnen in de pomp ingevoerd worden door de CADD -Solis-systeemadministrator. Alvorens de pomp te programmeren voor een patiënt dient u te zorgen dat de pomp een protocolbibliotheek bevat. Zie Programmeren in de handmatige modus op pagina 47 als u de CADD -Solis-pomp niet samen met een protocolbibliotheek gebruikt. Een protocol uit de bibliotheek kan handmatig bewerkt worden in de administratorinstellingen. Indien u daartoe bevoegd bent, kijkt u in de Handleiding administratorinstellingen of neemt u contact op met de administrator van het CADD -Solis-systeem voor meer informatie. 23

Installatie van de pomp Een cassette bevestigen Zorg voor een nieuw, gevuld CADD medicatiecassettereservoir of een CADD toedieningsset bevestigd aan een flexibele infuuszak. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het product voor informatie over de voorbereiding van het product voor gebruik. Installatie van de pomp WAARSCHUWING: Maak de cassette goed vast. Een losgeraakte of verkeerd bevestigde cassette kan leiden tot ongecontroleerde zwaartekrachtinfusie van medicatie vanuit de vloeistofcontainer of terugvloeien van bloed, wat kan leiden tot letsel bij of zelfs overlijden van de patiënt. Als u een CADD toedieningsset of CADD medicatiecassettereservoir zonder flowstopmechanisme gebruikt, dient u een CADD extensieset met anti-sifonklep of een CADD toedieningsset met geïntegreerde of toegevoegde anti-sifonklep gebruiken ter bescherming tegen de ongecontroleerde infusie door zwaartekracht die kan worden veroorzaakt door een verkeerd aangebrachte cassette. Ongecontroleerde zwaartekrachtinfusie kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. Verleg de lijnen, snoeren en kabels zorgvuldig om te verhinderen dat de patiënt erin verstrikt raakt of er door stikt. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt. LET OP: als u een CADD medicatiecassettereservoir met bevroren medicatie gebruikt, ontdooi dit dan alleen op kamertemperatuur. Niet opwarmen in een magnetron aangezien dit het product kan beschadigen en lekkage veroorzaken. Controleer of de pomp is ingeschakeld voordat u een nieuwe cassette bevestigt. Zodra de cassette is bevestigd, geeft de pomp automatisch schermen weer waarin u het type cassette kunt controleren, het vloeistofpad kunt primen, het reservoirvolume kunt resetten, pompinstellingen kunt controleren en/of de pomp kunt starten. De cassette aan de pomp bevestigen: 1. Klem de lijn af. 2. Controleer of de cassettegrendel niet vergrendeld is en open deze. 3. Breng de cassettehaken aan in de scharnierpinnen aan de onderzijde van de pomp. 4. Druk de cassettegrendel omlaag en druk op de cassette totdat deze stevig op zijn plaats klikt. OF Zet de pomp rechtop op een stevige, vlakke ondergrond en druk op de grendelkant van de pomp zodat de cassette goed tegen de pomp aan komt te liggen. 24