Het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) aan de Kortendijk (Hamelhuis), gemeente Gorinchem. (CIS 20568) HOLLANDIA reeks 133

Vergelijkbare documenten
Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Inventariserend Veldonderzoek (IVO) Den Breejen in de Lingewijk, gemeente Gorinchem. (CIS 22801) HOLLANDIA reeks 166

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

4 Archeologisch onderzoek

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Inventariserend veldonderzoek Plangebied Hoog-Dalem, gemeente Gorinchem. HOLL ANDIA reeks 121

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Definitief Onderzoek (DO) Den Haan terrein locatie 1, Gemeente Gorinchem. (CIS 23579) HOLLANDIA reeks 172

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Rotterdamseweg 202 in Delft

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen

ARCHEOLOGISCH BOORONDERZOEK PLANGEBIED DEN BREEJEN IN DE LINGEWIJK, GEMEENTE GORINCHEM. HOLLANDIA reeks 46

Slingeraklaan. Utrecht.nl

memo Locatiegegevens: Inleiding

Archeologisch Booronderzoek (IVO-ND) in de Schepenenstraat te Gorinchem. HOLLANDIA reeks 224

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

BIJLAGE IV WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Inventariserend veldonderzoek (boringen) WSV 30 terrein te Wormer, gemeente Wormerland. HOLLANDIA reeks 263

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Het glacis van bastion XI in Gorinchem, een archeologische opgraving voor de plaatsing van een duiker. HOLLANDIA reeks 680

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Sir Winston Churchilllaan locatie Wereldhave te Rijswijk

Archeologische Quickscan

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Plangebied Visvijvers te Gendt

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

BIJLAGE IVwb WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Bestemmingsplan Lith-oost

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Roermond, Swalmen schorsdepot

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

-Rapporten. Een archeologische begeleiding (protocol beperkte verstoring) op de locatie Grotestraat te Cuijk (NB) ARC-Rapporten

ARCHEOLOGISCHE WAARNE- MING AAN DE MOLENSTRAAT TE GORINCHEM (BLAUWE TOREN) HOLLANDIA reeks 9

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 8 DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O.

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Bodemonderzoek in Leiden 15

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Dordrecht Ondergronds Waarneming 3 DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE

Archeologische Quickscan

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage. Aanvulling

N76, Zwartberg, gemeente Genk

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Appeltern, Dijkgraaf de Leeuwweg Gem. West Maas en Waal (Gld.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproef-rapport /07

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Een archeologische begeleiding op het Marktplein te Geldermalsen, briefrapport.

Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/65 Karterend booronderzoek Rhenoy-Noord, Rhenoy, gemeente Geldermalsen

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Archeologische MonumentenZorg

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

Zwembad De Krommerijn te Utrecht

Transcriptie:

Het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) aan de Kortendijk 67-69 (Hamelhuis), gemeente Gorinchem. (CIS 20568) HOLLANDIA reeks 33

COLOFON Hollandia reeks nr. 33 Titel: In opdracht van: Contactpersoon opdrachtgever: Het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) aan de Kortendijk 67-69 (Hamelhuis), Gemeente Gorinchem. Hendrick Hamel Foundation Dick van Zanten coördinaten: 26.680/427.078 Onderzoeksmeldingscode/CIS code: 20568 Auteur: Uitvoering: Wetenschappelijke leiding: Illustraties: S. Gerritsen W. van Klei, R. Vanoverbeke, K. Peschke en S. Gerritsen S. Gerritsen S. Gerritsen Definitieve versie: januari 2007 Oplage: 5 ISSN: 572-35 Hollandia, Zaandijk 2007 HOLLANDIA, cultuurhistorisch onderzoek en archeologie tuinstraat 27a 544 rs zaandijk 075-622 49 57 archeo@xs4all.nl

INHOUD. Inleiding 4 2. Vraagstelling 5 3. Methode 7 4. Bodemopbouw 6 5. Resultaten 8 6. Antwoorden vraagstelling 9 7. Waardering 0 Literatuur 2 Bijlage : Sporenlijst 3 Bijlage 2: Vondstenlijst 3 Bijlage 3: Vlaktekening werkput en 2 Bijlage 4: Profielen werkput en 2

4 Inleiding Op maandag 5 en dinsdag 6 januari 2007 is door Hollandia, cultuurhistorisch onderzoek en archeologie een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan de Kortendijk 67-69 in de binnenstad van Gorinchem, gemeente Gorinchem. Het veldwerk werd uitgevoerd door W. Van Klei (kraanmachinist), R. Vanoverbeke, K. Peschke en S. Gerritsen. De projectleiding lag bij Dhr. S. Gerritsen. Afbeelding : De onder zoekslocatie gezien vanaf de Kortendijk. De foto is richting het noordwesten genomen. De aanleiding tot het onderzoek werd gevormd door het nieuw te bouwen Hamelhuis en een appartementencomplex op de locatie van het huidige braakliggende terrein. Het met de nieuwbouw gepaard gaande grondverzet zou een ernstige bedreiging vormen voor de mogelijk aanwezige resten van historische bebouwing aan de Kortendijk. Het voornaamste doel van het onderzoek was dan ook het beantwoorden van de vraag of er ter plaatse van de geplande nieuwbouw archeologische waarden aanwezig waren en zo ja, op welke diepte. Een aanvullend doel van het IVO is het vaststellen van de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering). Aan de hand hiervan kan de vindplaats gewaardeerd worden.

5 426 427 428 429 430 Gorinchem 25 26 27 28 29 Afbeelding 2: De onderzoekslocatie (in rood) op de topografische kaart. Vraagstelling Het onderzoek past globaal in het onderzoek naar de stad in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. De specifieke onderzoeksvragen zoals ze in het Programma van Eisen (Van Rooijen 2006) zijn opgesteld luiden:. Zijn er sporen, lagen en funderingrestanten, wat is daarvan de aard, omvang, ouderdom en gaafheid? 2. Wat is de diepteligging van de sporen. Lagen en funderingsrestanten, in hoeverre is behoud in situ mogelijk? 3. Wat is het verband tussen de bouwwerken, grondsporen en vondsten? 4. Hoeveel en welk vondstmateriaal kan ongeveer verwacht worden als er een definitieve opgraving zal plaatsvinden? 5. Komen de aangetroffen archeologische resten overeen met de verwachting op basis van het bureauonderzoek?

6 Methode Het onderzoek zou worden uitgevoerd met behulp van twee proefsleuven over het terrein. De eerste zou circa 20 m lang worden en oost-west georiënteerd zijn. Bij controle van het terrein viel op dat het meest oostelijk deel meer dan een meter lager lag dan de rest van het terrein. In samenspraak met de gemeentelijk archeoloog werd afgezien van graafwerkzaamheden alhier. Dit vanwege het feit dat het terrein voor de bouw hier met grond zou worden opgehoogd en verstoring door de bouwwerkzaamheden daarom te verwaarlozen is. De oostwest georiënteerde sleuf (werkput ) werd door bovenstaande reden daardoor beperkt tot een lengte van 3 meter. De tweede sleuf werd 2 meter uit de oostelijke zijde loodrecht op werkput aangelegd. De lengte van werkput 2 bedroeg 8,0 m. Het vlak werd met een dieplepelkraan aangelegd. De ontgravingsdiepte bedroeg maximaal 0,8 m onder het maaiveld (+3.86 NAP), gebaseerd op de maximale verstoring als gevolg van de nieuwe funderingen. In werkput werd op de plaats waar een liftschacht is gepland een maximale ontgravingsdiepte van,7 m onder het maaiveld aangehouden (+2.94 NAP). De ontgravingsdiepte zou geringer kunnen zijn wanneer er op een hoger niveau een archeologisch relevant vlak zou worden aangetroffen. De aangetroffen sporen en verstoringen werden ingekrast en op schaal (:20) ingetekend en in het vlak gefotografeerd. De vondsten die tevoorschijn kwamen bij de aanleg van het vlak werden in vakken van 5 bij 2 meter verzameld. Vondsten die aan sporen konden worden gekoppeld kregen een bijbehorend vondstnummer en werden apart ingetekend. Het vlak werd met een metaaldetector afgezocht. Het noord- en oostprofiel van werkput en het oostprofiel van werkput 2 werd afgestoken, ingekrast, gefotografeerd en op schaal (:20) ingetekend. Bodemopbouw Het plangebied is gelegen in het Zuid-Hollandse rivierenlandschap aan de huidige rivier de Waal, die in het westen Boven Merwede heet. Gorinchem ligt op het punt waar de Linge samenvloeit met de Waal. Regionaal bestaat de ondergrond van de noordelijke Waal oever uit een afwisseling van veen (Hollandveen) en kleilagen, afgezet door fluviatiele (rivier) processen uit de laatste 5000 jaar. Plaatselijk komen oude rivierbeddingen in de ondergrond voor. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in de ondergrond van Gorinchem en oostelijk bij Dalem. Deze oude zandige rivierbeddingen (op de geologische kaart: geulafzettingen) liggen onder een pakket van komkleien en veenlagen. Plaatselijk liggen er ook vrij recente rivierafzettingen aan de oppervlakte.een typisch profiel bij Gorinchem volgens de geologische kaart ziet er als volgt uit: Afzettingen van Tiel (geul en oeverafzettingen) op Afzettingen van Tiel (komklei) op Hollandveen op Afzettingen van Gorinchem (komklei en oeverafzettingen) op Afzettingen van Gorinchem (geul- en oeverafzettingen). Het plangebied aan de Kortendijk ligt in het oude centrum van Gorinchem. Hoewel de geologische kaart hier geen gegevens laat zien (er is geen kartering in de bebouwde kom) kan uit het beschikbare kaartpatroon worden opgemaakt dat er oude geulafzettingen in de ondergrond van Gorinchem moeten voorkomen. Dit beeld wordt bevestigd door een paleogeografische kaartreconstructie die de oude loop van de Linge even ten oosten het plangebied laat lopen (Berendsen & Stouthamer 2002). Deze rivier stroomde van 260

7 jaar geleden totdat deze bij Tiel werd afgedamd in het jaar 307 AD (Berendsen 990). Er zijn archeologische resten van Romeinse schepen gevonden langs deze voor de Romeinen belangrijke bevaarbare rivierloop in toendertijd relatief dichtbevolkt gebied. De huidige Linge ligt ten oosten van het plangebied en is behalve afgedamd ook bedijkt en loopt over de stroombedding van de oude stroomgordel. Deze oude stroomgordel behoort op de geologische kaart tot de afzettingen van Tiel (afgezet na 800 voor Chr.); monsters van een gelijkwaardige geulafzetting in de ondergrond bij Dalem laat een zandige en grindige samenstelling van het materiaal zien (Berendsen 990). Afbeelding 3: Foto van de bodemopbouw op de plaats van de geplande liftschacht. Wanneer men is begonnen de geulafzettingen op te hogen tot dijk is niet geheel duidelijk, maar dit geschiedde vermoedelijk in de 2 e /3 e eeuw. De naam Kortendijk is bekend sinds de tweede kwart van de 5 e eeuw, maar het is heel waarschijnlijk dat de eerste fase van de dijk al enkele eeuwen ouder is. Uit latere bronnen is bekend dat de dijk werd opgehoogd in respectievelijk 659, 698 en 7. De bodemopbouw zag er op de locatie van de geplande liftschacht als volgt uit: Op een diepte van 2,90 m tot 3,0 m + NAP (onderkant profiel) lag een pakket van zwak siltig donkerbruingrijs zand met veel en mortel. Hierop ligt een relatief dik pakket van matig siltig donkerbruingrijs zand met fijn en wat mortel (spoor 3). De bovenzijde van deze laag ligt op 3,70 + NAP. Aan de westzijde van de sleuf ligt hier een laag van zwak siltig geelgrijs zand bovenop. De bovenzijde van deze laag (spoor 2) ligt op 3,75 + NAP. Hier bovenop ligt een wat compacte laag (spoor ) van matig siltig donkerbruingrijs zand met grof en wat mortel. Hier en daar werden brokken houtskool

8 waargenomen. De bovenkant ligt in het westen op 3,80 m + NAP, in het oosten komt de laag wat meer omhoog (ca 4,20 +NAP). Deze laag wordt afgedekt door een relatief schone laag van geelgrijs zwak siltig zand (bovenzijde varieert tussen de 3,90 en 4,40 +NAP). De laag hierboven is recent geroerde grond bestaande uit grijsbruin matig siltig zand met veel. Deze laag wordt in het westen afgedekt door een roodbruine laag met veel bestaande uit matig siltig zand. Alles wordt tenslotte afgedekt met een harde kiezellaag. Afbeelding 4: werk in uitvoering. Met de dieplepelkraan wordt het vlak aangelegd. De sporen worden ingekrast, ingemeten en op schaal ingetekend. Resultaten Sporen Het terrein is voor een groot deel relatief diep verstoord. In het noordprofiel van werkput is te zien dat in ieder geval tot spoor (3,80 +NAP) alles recentelijk geroerd is geweest. In het vlak werd in spoor 5 plastic aangetroffen dat waarschijnlijk afkomstig is van de sloop van de bebouwing in de jaren 70 van de vorige eeuw. In het veld ontstond de discussie of de lagen die te zien waren in het diepere deel van het profiel ophogingslagen of ook recente verstoringen waren. In het vlak leek spoor redelijk compact, waardoor de laag waarschijnlijk aan ophoging kon worden toegeschreven. De laag bevat echter veel grof en de lagen eronder (spoor 2 en spoor 3) waren veel losser van aard en lijken op verstoorde grond. Het ontbreken van duidelijk dateerbaar aardewerk en muurwerk maken de interpretatie niet eenvoudiger. Ophogingslagen zijn in de binnenstad van Gorinchem een een gebruikelijk gegeven. De samenstelling van de lagen is wisselend, wel bestaan ze merendeels uit klei. Het is in ieder geval zeker dat de bodem verstoord is tot een diepte van minimaal

9 0,6 m onder het maaiveld. Op de meeste plaatsen werd echter geconstateerd dat de bodem tot op zeker 0,8 m onder het maaiveld werd verstoord. Van de verwachte 9 e eeuwse funderingen of kelders is niets aangetroffen. Oudere sporen zijn ook niet aangetroffen. Het is aannemelijk dat bij de sloop van het 9 e eeuwse huis in de jaren 70 van de 20 e eeuw, de bodem zo diep is verstoord dat de funderingen en diepere structuren, mochten die aanwezig zijn geweest, geheel verdwenen zijn. Een scherf uit spoor 2 (vondst 2) die in de in de 20 e eeuw gedateerd worden, onderschrijft dit gegeven. Dit neemt niet weg dat er op grotere diepte (onder 3,80 +NAP) nog sporen aanwezig kunnen zijn van de 8 e eeuwse en oudere huizen met bijbehorende structuren, en van (dijk)ophogingslagen. Afbeelding 5: Tijdens de aanleg van het vlak in werkput werd in de verstoorde bovengrond een stenen dorpel gevonden. Vondsten Het aantal aangetroffen aardewerkfragmenten (38) is relatief laag. De scherven kunnen voor het merendeel in de 9 e /20 e eeuw gedateerd worden. Zoals gezegd is het diepste spoor waar 20 e eeuws aardewerk is aangetroffen spoor 2 op een diepte van 3,8 meter + NAP. De oudste vondsten zijn een steengoedfragment uit de 7 e eeuw en een steengoedfragment (frechen) uit de Late 6 e of vroeg 7 e eeuw. Deze scherven zijn niet indicatief voor de datering en kunnen tot opspit gerekend worden. Een opmerkelijke vondst is een complete stenen dorpel die bij de aanleg van werkput in de verstoorde bovengrond tevoorschijn kwam (zie afbeelding 5). Waarschijnlijk is deze van het 9 e eeuwse huis op deze locatie afkomstig. Antwoorden vraagstelling Zijn er sporen, lagen en funderingrestanten, wat is daarvan de aard, omvang, ouderdom en gaafheid? Door de sloopwerkzaamheden zijn alle 9 e eeuwse en mogelijk oudere funderingen verdwenen. Oudere sporen en funderingen kunnen zich in of onder de ophogingslagen bevinden die op grotere diepte (dieper dan 4,20 m + NAP) zullen liggen. Over de aard, omvang ouderdom en gaafheid kunnen geen uitspraken worden gedaan.

0 Wat is de diepteligging van de sporen, lagen en funderingsrestanten, in hoeverre is behoud in situ mogelijk? De bovenzijde van de eerste (waarschijnlijk) onverstoorde laag ligt aan de oostzijde van het terrein op 0,6 m onder het maaiveld (4,20 m + NAP) maar op de meeste plaatsen op 0,8 m onder het maaiveld (4,00 m +NAP) of zelfs hieronder. Wanneer niet dieper wordt gegraven met de bouw, blijven bijna alle archeologische waarden in situ bewaard. Het slaan van een normale hoeveelheid heipalen levert een kleine verstoring op in de diepere ondergrond. Het uitgangspunt van het gemeentelijk archeologisch beleid is dat deze verstoring veroorzaakt door de heipalen getolereerd kan worden zonder verdergaand bodemonderzoek. Wat is het verband tussen de bouwwerken, grondsporen en vondsten? Er zijn geen restanten van bouwwerken aangetroffen. De vondsten uit de bovenste lagen zijn hoogstwaarschijnlijk opspit en bijmenging. De datering van de lagen is 9 e /20 e eeuw. Hoeveel en welk vondstmateriaal kan ongeveer verwacht worden als er een definitieve opgraving zal plaatsvinden? Er is relatief weinig vondstmateriaal aangetroffen. De verwachting is dat dit beeld zich bij een definitief onderzoek, tot op de tijdens het IVO bereikte niveau, zou voortzetten. Komen de aangetroffen archeologische resten overeen met de verwachting op basis van het bureauonderzoek? Nee, op basis van het onderzoek werd verwacht dat de funderingen van zowel de 9 e als oudere bebouwing, en bijbehorende structuren en vondsten, bij het IVO zou worden aangetroffen. Gegevens ontbraken echter over de blijkbaar ingrijpende sloopwerkzaamheden uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Waardering In dit hoofdstuk worden de bij het onderzoek aangetroffen archeologische resten tot op het diepste bereikte niveau van het IVO (over de archeologische waarde van de diepere ondergrond ontbreken de gegevens) aan de hand van een drietal waarden (beleving, fysieke kwaliteit en inhoudelijke kwaliteit) in een aantal stappen gewaardeerd (afbeelding 6). Op basis van deze scores zal vervolgens een waardestelling van de vindplaats plaats vinden, waarbij de procedure zoals in afbeelding 6 schematisch is weergegeven, zal worden gevolgd. De waardering wordt uitgedrukt in cijfers (=laag, 2=middelmatig, 3=hoge waarde). De uitkomst van de waardestelling bepaalt of de vindplaats al dan niet behoudenswaardig is.

.beleving laag hoog 2. fysieke kwaliteit bovengemiddelde score lage score hoge inhoudelijke kwaliteit nee ja 3. inhoudelijke kwaliteit lage score 4. representativiteit nee bovengemiddelde score ja behoudenswaardig voorstel tot selectie niet behoudenswaardig Afbeelding 6: Processchema waardestelling Beleving: schoonheid: Doordat de overblijfselen vernietigd en niet visueel waarneembaar zijn in het landschap, is de score hier laag. herinneringswaarde: De locatie roept weinig herinneringen op aan het verleden. Ook dit criterium scoort laag. Fysieke kwaliteit: Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gaafheid en conservering. Gaafheid is de mate van niet verstoord zijn en de stabiliteit van de fysieke omgeving. Conservering is de mate waarin het archeologisch vondstmateriaal bewaard is gebleven. gaafheid: Het geringe aantal sporen en de mate van verstoring pleiten voor een lage score. conservering: Door de grote mate van verstoring zal de conservering slecht zijn. Inhoudelijke kwaliteit: zeldzaamheid: De gevonden sporen en vondsten zijn niet zeldzaam te noemen. informatiewaarde: De mate van verstoring van het terrein en de geringe ouderdom van de sporen maakt de informatiewaarde zeer klein. ensemblewaarde: De ensemble- of contextwaarde is nauwelijks van toepassing. De score is dan ook laag. representativiteit: De sporen kunnen nauwelijks representatief worden genoemd. Waardestelling: De belevingswaarde is laag omdat de schaarse resten niet zichtbaar zijn en ook geen herinnering oproepen aan bekende gebeurtenissen in het verleden. De fysieke kwaliteit is met twee punten laag. Ook de inhoudelijke kwaliteit scoort met vier punten laag waarmee de vindplaats als niet-behoudenswaardig kan worden bestempeld.

2 waarden criteria scores beleving fysieke kwaliteit inhoudelijke kwaliteit schoonheid herinneringswaarde gaafheid conservering zeldzaamheid informatiewaarde ensemblewaarde representativiteit hoog midden laag n.v.t. n.v.t. 2 Afbeelding 7: Scoretabel waardestelling Samenvatting en conclusies Op maandag 5 en dinsdag 6 januari 2007 is door Hollandia, cultuurhistorisch onderzoek en archeologie een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan de Kortendijk 67-69 in de binnenstad van Gorinchem, gemeente Gorinchem. (bijlage 3 en 4). Bij het onderzoek zijn geen duidelijke structuren aangetroffen. Het terrein is zodanig verstoord dat de archeologische resten, tot op een diepte van ca 4,0 m +NAP, niet behoudenswaardig zijn bevonden. Er kan dan ook worden afgezien van een vervolgonderzoek, mits niet dieper wordt gegraven dan de aangegeven 0,8 m onder het maaiveld. Op de plaats van de liftschacht is de maximaal te ontgraven diepte,7 m. Literatuur: Berendsen, H.J.A. & Stouthamer, E., 2002. Palaeogeographic development of the Rhine Meuse delta, The Netherlands. Koninlijke Van Gorcum, Assen Berendsen H. J.A., 990. River Courses in the Central Netherlands during the Roman Period. Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 40, p. 243-249. Rooijen, E. van 2006, Programma van Eisen, locatie Kortendijk 67/69, Gorinchem. Harbers, P. (98) Toelichting bij kaartblad 38 Oost Gorinchem. Bodemkaart van Nederland, schaal : 50 000. Wageningen, Stichting voor Bodemkartering.

3 Bijlage : Sporenlijst Spoornr Werkput Vlak defenitie omschrijving datering verstoring 20e 2 ophoging/verstoring? 20e 3 ophoging/verstoring 4 egalisatielaag? 20e 5 verstoring 20e 6 2 verstoring 20e Bijlage 2: Vondstenlijst vondstnr werkput vlak tekening spoor materiaalcategorie soort vondst opmerkingen sxx dorpel 2 2 mfe buis 20e eeuws 2 2 ker pijpesteel 2x 2 2 ker awg 4 wand rd aw 2 2 ker bord rand rd aw 2 2 ker awg 3 wand wit industrieel 20e eeuw 2 2 ker faience wand 2 2 ker faience rand 4 2 ker tegel 2 industrieel wit 4 2 ker bord wand 4 2 ker faience wand 5 2 ker awg 4 wand wit industrieel 5 2 gls venster fragment 5 2 ker awg wand rd aw 5 2 ker faience wand 9/20e eeuw 6 6 ker awg 4 wand rd aw 6 6 ker awg rand rd aw 6 6 ker steengoed wand 8e eeuw 7 ker awg 2 wand rd aw 7 ker awg bodem rd aw 7 ker grape bodem rd aw 7 gls venster? 3 fragmenten 7 gls indet 20e eeuw 7 ker tegel 7 ker steengoed frechen 6e eeuw

foto 5 > foto 6 > werkput S2 S3 Zs2 dobrgr veel puin met lensjes Zsgr met puin V Zs do brgr met en kalk foto 4 +3.66 +2.94 +3.97 S4 S S5 Zs gegr schoon Zs2 dobrgr met grof Zs brgr gemengd met Zs gegr met plastic en kiezels foto 7 73 7 Zs2 grbr met +3.96 Zs grbr met baksteen mortel en houtskool Zs grbr met baksteen en mortel V4 foto 8 foto 3 > foto > +3.93 Zs2 dobrgr met grof S6 Zs brgr met mortelpuin en plastic +4.04 S6 Zs brgr met mortelpuin en plastic +4.05 +3.89 Zs2 do brgr met grof foto 2 +3.86 V6 c x:26.692,5 y:427.078,206 +3.00 Zs brgr gemengd met Zs gegr met plastic en kiezels Zs gegr met Zs grbr met en mortel foto 5 > 65 V7 Zs gegr weinig puin foto 6 +3.02 b x:26.694,65 y:427.078,206 < foto 4 Kortendijk 58 60 Inventariserend Archeologisch Onderzoek aan de Kortendijk 67-69, (Hamelhuis), gemeente Gorinchem, CIS 20568 Bijlage 4: Profielen werkput en 2 schaal :40 werkput oostprofiel bouwvoor met kiezelstenen werkput 2 oostprofiel bouwvoor met kiezelstenen Ks blgr en Ks gegr heterogeen met Zs2 dobrgr met baksteen puin +4.30 Zs li brgr weinig puin Zs gegr Zs2 dobrgr met grof +4.30 S6 Zs brgr met mortelpuin en plastic +4.30 Zs gegr weinig puin Zs gegr met Zs grbr met en mortel bouwpuin (steen) werkput noordprofiel bouwvoor met kiezelstenen Zs2 robr met baksteen puin Zs brgr met keien Zs do gegr Zs do gegr Zs li brgr met weinig puin Zs2 grbr Zs grbr met veel +4.20 S5 met V5 S4 +4.20 Zs2 dobrgr met grof Zs gegr schoon S4 S2 V2 S Zs2 do brgr met grof iets bruiner S3Zs2 do brgr met fijn en mortel 0 2 m Zs do brgr met en kalk tekenaar S. Gerritsen 5 82 80 86 Str 3 a 3 3a 5 7 9 3 74 76 78 Rosmolensteeg 48a 2 t/m 86h 75 Inventariserend Archeologisch Onderzoek aan de Kortendijk 67-69, (Hamelhuis), gemeente Gorinchem, CIS 20568 Bijlage 3: Vlaktekening werkput en 2 schaal :40 e x:26.684,88 y:427.078,206 c x:26.692,5 y:427.078,206 b x:26.694,65 y:427.078,206 foto 5 > foto 6 > werkput S2 +3.66 +2.94 S3 Zs2 dobrgr veel puin met lensjes Zsgr met puin V Zs do brgr met en kalk +3.97 S4 S S5 Zs gegr schoon Zs2 dobrgr met grof Zs brgr gemengd met Zs gegr met plastic en kiezels Kortendijk Zs2 grbr met +3.96 Zs grbr met baksteen mortel en houtskool Zs grbr met baksteen en mortel V4 72 +3.93 Zs2 dobrgr met grof +4.00 Zs brgr gemengd met Zs gegr met plastic en kiezels foto 5 > V7 Zs gegr weinig puin +4.02 < foto 4 foto 4 foto 7 foto 8 +4.04 foto 6 foto 3 > S6 Zs brgr met mortelpuin en plastic a 26.674,330/427078,206 b 26.694,65/427.078,206 c 26.692,5/427.078,80 d 26.692,5/427.068,97 e 26.684,88/427.078,206 i 26.684,63/427.080,23 ii 26.694,99/427.079,459 iii 26.683,794/427.070,350 iv 26.687,348/427.070,48 +4.05 Zs gegr met i ii +3.89 e c Zs2 do brgr met grof 50b 9 ligging werkputten schaal :200 a iii iv d b 68 66 64 66a 70 foto > foto 0 > S6 Zs brgr met mortelpuin en plastic foto 2 +3.86 V6 Zs grbr met en mortel 0 2 m De Linge 0 5 m a 3 5 7 tekenaar S. Gerritsen 3 2 6 57 63 59 55 62 werkput 2 54 56 +3.89 foto 9 x:26.692,5 y:427.068,97 d 72 74