Gebruiks- en montageaanwijzing

Vergelijkbare documenten
Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Keramische kookplaten KM 6220 / 6223 / 6224 / 6226 KM 6227 / 6229 / 6230

Gebruiks- en montageaanwijzing

Keramische kookplaten KM 6200 / 6202 / 6203 KM 6204 / 6206 / 6207 / 6208 KM 6212 / 6213 / 6215 / 6216

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montagehandleiding

Gebruiks- en montageaanwijzing

Uw gebruiksaanwijzing. ZANUSSI ZK630LN 09O

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montagehandleiding

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing

Keramische kookvlakken KM 6200 / 6202 / 6203 KM 6204 / 6206 / 6207 / 6208 KM 6212 / 6213 / 6215 / 6216

Montagehandleiding. Drukstoomoven DG 4064 / DG 4164 DG4064L/DG4164 L. nl-be. Lees absoluut de

Gebruiks- en montagehandleiding

Gebruiks- en montagehandleiding

TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND

Gebruiks- en montagehandleiding Warmhoudlade

Gebruiks- en montageaanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING RIJSTKOKER Modelnr.: *

Keramische kookvlakken KM 6220 / 6223 / 6224 / 6226 KM 6227 / 6229 / 6230

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19

Keramische kookvlakken KM 6220 / 6223 / 6224 / 6226 KM 6227 / 6229 / 6230

Gebruiks- en montagehandleiding

HE604060XB. kookplaat

Friteuse CS Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding. nl-be. Lees absoluut de gebruiksaanwijzing

Gebruiks- en montagehandleiding

WHIRLPOOL AKM331. Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding

Friteuse CS Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding. nl-be. Lees absoluut de gebruiksaanwijzing

Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische kookvlakken

GEBRUIKSAANWIJZING. Model nr.: *

Gebruiks- en montagehandleiding

Elektrische kippengrills

Gebruiks- en montagehandleiding Warmhoudlade

Bedienungsanleitung Elektrischer Kamin KH 1117 Istruzioni per l'uso Camino elettrico KH 1117 Mode d'emploi Cheminée électrique KH 1117

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Gebruiks- en montagehandleiding ProLine teppanyaki

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

vetvrije gezinsmaaltijden Handleiding

Gebruiks- en montagehandleiding Tepan Yaki

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr

Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten

NVE6..., NVF6... Kochfeld Table de cuisson Piano di cottura Kookplaat. [de] Gebrauchsanleitung...2 [fr] Mode d emploi...7

Nederlands 3 English 7 Français 11 Deutsch 15 Español 19 Italiano 23

551 mm. 497 mm. 20 mm. 447 mm. 455 mm. min. 450 mm. 595 mm. 8 mm 600 mm. min. 550 mm B X2

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en montagehandleiding Serviesverwarmer

Gebruiks- en montagehandleiding

Gebruiks- en montagehandleiding ProLine elektrische kookplaat

Uw gebruiksaanwijzing. AEG-ELECTROLUX 61300M-DCW24

HAIR DRYER IONIC HD 6080 NEDERLANDS

Gebruiks- en montagehandleiding

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

89 max min. min 550 min 550. min 500. min min 560. min 500

Gebruiks- en montageaanwijzing

WHIRLPOOL AKR643GY. Gebruiksaanwijzing

Elektronische keramische verwarming

Montage- en gebruiksaanwijzing

AUTOMATISCHE KOFFIEMACHINE 1. BELANGRIJK

COFFEE MAKER KM 5040

NL Gebruiksaanwijzing waterkoker WK 61 WK 62 WK 80 WK 85

Gebruiksaanwijzing Montagehandleiding. Elektrische kookplaat voor inbouw met schakelgedeelte

Gebruiks- en montageaanwijzing

Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding

Gebruiksaanwijzing. Aanwijzingen voor de aansluiting. Typeplaatje. Geachte koper!

Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische inductiekookvlakken

Productinformatieblad

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

WLA 380VS1000CRL OVEN

Downloaded from Register your product and get support at HP8319. Gebruiksaanwijzing

551 mm. 497 mm. 20 mm. 447 mm. 455 mm. min. 450 mm. 595 mm. 8 mm 600 mm. min. 550 mm B X2

Keramische kookplaten KM 6200 / 6202 / 6203 KM 6204 / 6206 / 6207 / 6208 KM 6212 / 6213 / 6215 / 6216

Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften Installation Montageanleitung Instructions installation 1790 / 1791

Register your product and get support at Hairdryer HP8260. NL Gebruiksaanwijzing

Over deze handleiding... 4 Te gebruiken Veiligheidsadviezen Voorbereiding Gebruik... 8

31 cm. 31 cm. 7,8 cm. 89,8 cm. 65 cm 50 cm HOB SURFACE

* /1 * /1 * x40

Byzoo Sous Vide Turtle

Gebruiks- en montagehandleiding

Gebruiks- en montagehandleiding

AHPO-6/18 GOLD Narijskast/oven

LA 30. O Aromaverstuiver Gebruiksaanwijzing. BEURER GmbH Söflinger Str Ulm (Germany)

Gebruiks- en montagehandleiding

NL Volautomatische rijstkoker

Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaat

Gebruiksaanwijzing Keramische kookplaten

Waarschuwingen. 1 Waarschuwingen

Gebruiks- en montagehandleiding

Universele Werklamp GT-AL-02

Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaat

Model EF-2000W Handleiding

Bedieningshandleiding Broodrooster. Toaster

Transcriptie:

Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische kookvlakken CS 1112 CS 1122 CS 1134 Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor nl-be u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel. M.-Nr. 07 138 260

Inhoud Beschrijving van het toestel...3 CS 1112...3 CS 1122...4 CS 1134...5 Opmerkingen omtrent uw veiligheid...6 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu...12 Het afdanken van het apparaat...12 Vóór het eerste gebruik....13 Eerste reiniging...13 Werking van de kookzones....14 Bediening...15 In- en uitschakelen.... 15 Inschakelen van de tweede verwarmingskring...15 Restwarmte-indicator....16 Mogelijke instellingen...17 Oververhittingsbeveiliging...18 Kookgerei...19 Tips om stroom te besparen...20 Reiniging en onderhoud...21 Wat gedaan als......23 Kookvermogen controleren...24 Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren...26 Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw...27 Toestel- en inbouwafmetingen...31 CS 1112...31 CS 1122...32 CS 1134...33 Het werkblad voorbereiden....34 Inbouw van meerdere toestellen...35 Klemveren en tussenlijsten bevestigen....38 Toestel/toestellen plaatsen...40 Algemene inbouwaanwijzingen...41 Elektrische aansluiting...42 Aansluitschema...44 Technische Dienst van Miele / typeplaatje...45 2

Beschrijving van het toestel CS 1112 a Kookzone met 2 kringen ( 100 mm / 180 mm, Vermogen: 700 W / 1800 W) b Kookzone met 1 kring ( 145 mm, vermogen: 1200 W) c Symbolen voor de rangschikking van de kookzones d Weergave-elementen Bedieningsknoppen voor het kookvlak: f Vooraan g Achteraan Weergave-elementen k Werkingsindicator l Symbool voor de inschakeling van de tweede verwarmingskring van een kookzone met 2 kringen m Restwarmte-indicator 3

Beschrijving van het toestel CS 1122 a Kook-/braadzone ( 180 mm / 180 mm x 265 mm, vermogen: 1500 W / 2400 W) b Kookzone met 1 kring ( 145 mm, vermogen: 1200 W) c Symbolen voor de rangschikking van de kookzones d Weergave-elementen Bedieningsknoppen voor het kookvlak: f Vooraan g Achteraan Weergave-elementen k Werkingsindicator l Symbool voor de inschakeling van de tweede verwarmingskring van een kook-/braadzone m Restwarmte-indicator 4

Beschrijving van het toestel CS 1134 a Kookzone met 2 kringen ( 100 mm / 180 mm, vermogen: 700 / 1800 W) b Kookzone met 1 kring ( 145 mm, vermogen: 1200 W) c Kookzone met 2 kringen ( 100 mm / 180 mm, vermogen: 700 W / 1800 W) d Kookzone met 1 kring ( 145 mm, vermogen: 1200 W) e Symbolen voor de rangschikking van de kookzones f Weergave-elementen Bedieningsknoppen voor het kookvlak: g Links vooraan h Links achteraan i Rechts achteraan j Rechts vooraan Weergave-elementen k Werkingsindicator l Symbool voor de inschakeling van de tweede verwarmingskring van een kookzone met 2 kringen m Restwarmte-indicator 5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. Lees de gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het kookvlak in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel. Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt. Juist gebruik Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen, op boerderijen, door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen. Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening. Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het kookvlak veilig te bedienen, mogen het toestel alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken. 6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid Kinderen in het huishouden Hou kinderen die in de buurt van het kookvlak komen in het oog. Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Kinderen mogen het kookvlak alleen maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen. Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden. Zorg ervoor dat kinderen geen heet kookgerei omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werkblad. Hierdoor voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt. Delen van de verpakking, bijv. folie of piepschuim, kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwijder de verpakking ook zo vlug mogelijk. Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter het kookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbranding! 7

Opmerkingen omtrent uw veiligheid Technische veiligheid Controleer vóórdat het kookvlak wordt geplaatst, of het aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen. De elektrische veiligheid van het kookvlak is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken. Vergelijk zeker eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw kookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien. Gebruik uw kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd. Open in geen geval de behuizing van het kookvlak. Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toestel leiden. Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan: De zekeringen in uw zekeringenkast zijn uitgeschakeld. De schroefzekeringen in uw zekeringenkast zijn helemaal uitgedraaid. De stekker is uit het stopcontact getrokken. Trek bij toestellen met stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet. Laat u het kookvlak tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie. 8

Opmerkingen omtrent uw veiligheid Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Als de aansluitkabel beschadigd is, moet een elektricien de kabel vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij Miele of via de Service After Sales van Miele. Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen stopcontactenblokken of verlengkabels om het kookvlak aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting. Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat geval van het elektriciteitsnet. Anders bestaat het risico dat u elektrische schokken oploopt. Wordt bij kookvlakken met een stekker de stekker van de aansluitkabel verwijderd, laat het toestel dan uitsluitend door een vakman of vakvrouw inbouwen en aansluiten. Uw installateur is precies op de hoogte van de toepasselijke voorschriften en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het toestel fouten worden gemaakt, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is. Veilig gebruik Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra de streepjes voor resterende warmte zijn uitgegaan, is het gevaar om u te verbranden geweken. Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is! Miele is niet verantwoordelijk voor de schade die door het verwarmen van leeg kookgerei kan optreden aan de glaskeramiek. Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen. Als heet vet of hete olie in brand vliegt, probeer het vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige keukenhanddoek of iets dergelijks. Gebruik het kookvlak niet om het vertrek te verwarmen. Door de hoge temperaturen bestaat er brandgevaar voor licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving van het toestel. Bovendien vermindert hierdoor de levensduur van het toestel. Bescherm uw handen telkens als u met het hete kookvlak omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannenlappen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit textiel niet nat of vochtig is. Anders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden. Flambeer nooit gerechten onder een dampkap. De ventilator zuigt de vlammen aan zodat de dampkap in brand kan vliegen. 9

Opmerkingen omtrent uw veiligheid Gebruik het kookvlak niet om er voorwerpen op neer te leggen. Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat metalen voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan verbranden. Afhankelijk van het materiaal, kunnen voorwerpen die u op het toestel plaatst ook smelten of in brand vliegen. Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen. Vergeet de kookzones na gebruik niet uit te schakelen! Bij inbouw van meerdere toestellen Plaats geen hete kookpotten of pannen op de tussenlijst. Hierdoor zou het dichtingsprofiel van de tussenlijst immers beschadigd kunnen raken. Dek het kookvlak nooit af met een doek of folie. Wanneer u het toestel dan per ongeluk inschakelt of wanneer het kookvlak nog warm is, bestaat er brandgevaar. Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminiumfolie. Dat smelt bij hogere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar! Verwarm geen gesloten recipiënten, bijv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen en ander lichamelijk letsel! Gebruik alleen kookpotten en pannen met een effen bodem. Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden. Als u kookgerei uit aluminium of met een aluminium bodem gebruikt, kunnen er metaalachtige, glinsterende vlekken optreden op het kookvlak. Deze vlekken kunnen worden verwijderd met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek "Reiniging en onderhoud"). Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan het kookvlak schade oplopen. Hou het kookvlak schoon. Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken van groenten, kunnen krassen veroorzaken. Vermijd dat er voorwerpen of kookgerei op de glaskeramiekplaat vallen. Zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken. Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug mogelijk. Als u een kookpot of pan opzet, let er dan op dat de bodem zuiver is, droog en vrij van vet. 10

Opmerkingen omtrent uw veiligheid Als er suiker, eten met suiker, kunststof of aluminiumfolie op een warm kookvlak terechtkomt, moet u het toestel uitschakelen. Verwijder deze stoffen onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de kookzone nog heet is. Als u zou wachten tot het toestel is afgekoeld, zou u het oppervlak beschadigen. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is. is en het controlelampje "resterende warmte" uit is. Het kookvlak mag niet in open lucht worden opgesteld en gebruikt. Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen. Wanneer u een elektrisch toestel, bijv. een handmixer, gebruikt in de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete kookvlak in contact komt. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken! Als er onder het kookvlak een lade is aangebracht, mag u daarin geen ontvlambare vloeistof en ook geen andere brandbare voorwerpen zoals bijv. spraybussen bewaren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand is. Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende worden verwarmd. Kiemen die eventueel in de gerechten aanwezig zijn, worden alleen gedood als de temperatuur waaraan ze worden blootgesteld hoog genoeg is en die lang genoeg wordt aangehouden. Als het kookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend. De meubeldeur mag pas worden gesloten wanneer het toestel uitgeschakeld 11

Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Recycleerbare verpakking De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen. Het recycleren van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking terug. Het afdanken van het apparaat Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval. Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild. Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met de handelaar bij wie u het kocht of de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt. Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen. 12

Vóór het eerste gebruik Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Typeplaatje". Eerste reiniging Verwijder eventuele beschermfolies en stickers. Voor het eerste gebruik dient u het toestel met een vochtig doekje af te wissen en daarna droog te wrijven. De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Daarom is er een tijdelijke geurvorming als het toestel voor het eerst gebruikt. Die geurtjes en de eventuele damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen handafwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan. 13

Werking van de kookzones Kookzones met 1 kring zijn met 1 verwarmingsband uitgerust, kookzones met 2 kringen en braadzones met 2 verwarmingsbanden. Afhankelijk van het model zijn de verwarmingsbanden mogelijk door een kring van elkaar gescheiden zijn. Zie afbeeldingen. Elke kookzone is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Deze voorkomt dat de glaskeramiek oververhit geraakt (zie rubriek "Oververhittingsbeveiliging"). Als een vermogensstand wordt ingesteld, wordt de verwarming ingeschakeld en is de verwarmingsband door de glaskeramiek heen zichtbaar. Het verwarmingsvermogen van de kookzones is afhankelijk van de ingestelde vermogensstand en wordt elektronisch geregeld. Hiertoe schakelt de verwarming van een kookzone automatisch "in en uit". Kookzone met 1 kring a Oververhittingsbeveiliging b Verwarmingsband Kookzone met 2 kringen a Techniekgebonden, geen defect b Oververhittingsbeveiliging c Buitenste verwarmingsband d Isoleerkring e Binnenste verwarmingsband 14

Bediening In- en uitschakelen Een kookzone met 1 kring wordt in- en uitgeschakeld door de bedieningsknop naar rechts of links te draaien. Een kookzone met 2 kringen (braadzone) wordt ingeschakeld door de bedieningsknop naar rechts a te draaien, en uitgeschakeld door de bedieningsknop naar links b op "0" te draaien. Inschakelen van de tweede verwarmingskring Als u groot kookgerei gebruikt, kunt u de tweede verwarmingskring van een kookzone met 2 kringen of een braadzone inschakelen. Draai de bedieningsknop naar rechts over "12" heen op het symbool. Draai de bedieningsknop naar links op de gewenste vermogensstand. U schakelt de tweede verwarmingskring uit door de bedieningsknop naar links op "0" te draaien. Wanneer u de kookzone weer inschakelt, wordt alleen de binnenste verwarmingskring ingeschakeld. De bedieningsknop mag niet over heen op "0" worden gedraaid. Zorg ervoor dat het streepje op de bedieningsknop exact op de stand "12" staat. 15

Bediening Restwarmte-indicator Wanneer de kookzone is ingeschakeld, gaat de werkingsindicator aan en na enige tijd ook de restwarmte-indicator. Wanneer de kookzone wordt uitgeschakeld, dooft eerst de werkingsindicator. De restwarmte-indicator dooft pas zodra u de kookzone zonder enig risico kunt aanraken. Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes van de restwarmte-indicator verlicht zijn. Leg op de kookzones ook geen voorwerpen die geen hitte kunnen verdragen. Gevaar voor brandwonden en brand! 16

Bediening Mogelijke instellingen Bereiding boter, chocolade enz. laten smelten gelatine oplossen yoghurt bereiden saus aanmaken met enkel eigeel en boter kleine hoeveelheden vloeibare gerechten opwarmen gerechten warmhouden die gemakkelijk aanbranden rijst gaar koken vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen room en saus maken, bijv. Hollandse saus melkpap koken een omelet of spiegelei zonder korst bakken fruit stoven diepvriesproducten ontdooien groente en vis stoven deegwaren, peulvruchten gaar koken granen gaar koken Stand 1-2 1-3 3-5 4-6 spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en 7 verder laten koken vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten 8-9 braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt pannenkoeken, flensjes e.d. bakken 9-11 grote hoeveelheden water aan de kook brengen 11-12 Aankoken Aanduiding voor de inschakeling van de tweede verwarmingskring De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor 4 personen. Als de kookpan groter is, u zonder deksel kookt of grote hoeveelheden klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een lagere stand in. 17

Bediening Oververhittingsbeveiliging Elke kookzone is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Dat is een onderdeel dat de interne temperatuur beperkt. Het schakelt de verwarming van de kookzone automatisch uit voordat de glaskeramiek oververhit geraakt. Zodra de glaskeramiek afgekoeld is, wordt de verwarming weer automatisch ingeschakeld. Het kan tot oververhitting komen als de kookzone is ingeschakeld zonder kookgerei erop, er leeg kookgerei wordt verwarmd, de bodem van het kookgerei niet keurig effen op de kookzone ligt, het kookgerei de warmte slecht geleidt. Dat de beveiliging gereageerd heeft, merkt u aan het feit dat de verwarming, zelfs in de hoogst mogelijke vermogensstand, in- en uitgeschakeld wordt. 18

Kookgerei Voor het keramische kookvlak is elk type pot- en panmateriaal geschikt. Het best geschikt zijn potten en pannen met een dikke bodem, die in koude toestand lichtjes naar binnen welven. Als de bodem heet wordt, ligt die dan mooi effen op de kookzone. Zo wordt de warmte optimaal geleid. Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voorkomt u strepen en krassen. Let erop dat de pot- of panbodem met het formaat van de kookzone overeenstemt of iets groter is. Zo wordt er geen warmte verspild. Merk op dat bij potten en pannen vaak de maximale of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere diameter van de bodem. koud warm Kookgerei uit glas, keramiek of aardewerk is minder geschikt. Deze materialen geleiden de warmte niet goed verder. Gebruik alleen potten en pannen met een effen bodem. Als u potten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op het glazen oppervlak optreden. te klein gepast 19

Kookgerei Tips om stroom te besparen Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Zo vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt. Kook met weinig water en kies na het begin van het kook- of braadproces een lagere vermogensstand. Schakel de kookzone bij lange kooktijden reeds 5à10minuten voor het einde van die kooktijd uit. Zo benut u de resterende warmte. zonder deksel gesloten Kies voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een kleine pan op een kleine kookzone gebruikt minder energie dan een grote, slechts gedeeltelijk gevulde pan op een grote kookzone. 20

Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een hogedrukreiniger om het toestel schoon te maken. De stoom kan op stroomvoerende onderdelen terechtkomen en een kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voorkomt u kalkafzetting. Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen: reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of chloor bevatten, kalkoplossende reinigingsmiddelen, vlek- en roestverwijderaars, schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen, reinigingsmiddelen met oplosmiddel, afwasmiddelen voor de afwasautomaat, grill- of ovensprays, glasreinigers, schurende harde borstels en sponsen (bijv. schuursponsen) of gebruikte sponsen die nog resten van schuurmiddel bevatten, scherpe voorwerpen (zodat de dichtingen tussen het frame en het werkblad niet beschadigd raken). 21

Reiniging en onderhoud Glaskeramiek Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Vastklevend vuil schraapt u weg met een glaskrabber. Maak het kookvlak daarna grondig schoon met speciaal reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een propere doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een warm kookveld aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan. Hou rekening met de gegevens van de fabrikant van het reinigingsmiddel. Ga ten slotte met een natte doek over het kookvlak en wrijf het droog. Zorg ervoor dat u alle reinigingsmiddelresten verwijdert. Bij volgende bereidingen zouden eventuele resten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen. Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten (metaalachtig glinsterende vlekken) kunt u met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen. Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder deze stoffen onmiddellijk en volledig met een glaskrabber, terwijl de zone nog heet is. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzones verder schoon zodra ze afgekoeld zijn, zoals eerder beschreven. Roestvrij staal Hiervoor gebruikt u een niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Om te voorkomen dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt, raden we een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aan (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Breng dit middel met een zachte doek gelijkmatig en spaarzaam aan. Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal voor het deel met de bedrukking. U zou de bedrukking afschuren. Reinig het blad met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. 22

Wat gedaan als... Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan. Wat gedaan als...... het toestel na het inschakelen niet heet wordt? Controleer of de zekering van uw elektrische installatie niet gesprongen is. Neem contact op met een elektricien of de Technische Dienst van Miele.... de verwarming van een kookzone op de hoogste vermogensstand inen uitgeschakeld wordt? De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd. Zie rubriek "Oververhittingsbeveiliging".... u de indruk hebt dat het te lang duurt voordat de inhoud van het kookgerei begint te koken? Controleer of het streepje op de bedieningsknop voorbij de stand "12" staat. Tussen stand "12" en "0" verwarmt het toestel op een lager vermogen. U kunt het kookvermogen van een kookzone controleren (zie rubriek "Kookvermogen controleren"). 23

Kookvermogen controleren U kunt het kookvermogen van een kookzone controleren. Breng hiertoe een pan met een bepaalde hoeveelheid water aan de kook en meet de tijd die hiervoor nodig is. De gebruikte pan (met deksel) moet van roestvrij staal of geëmailleerd zijn. De bodemdiameter moet overeenstemmen met de kookzone en de bodem van de pan moet lichtjes naar binnen welven. Bepaal de diameter en het vermogen van te controleren kookzone (zie rubriek "Beschrijving van het toestel"). Vul de pan met de hoeveelheid water die in de tabel is opgegeven. Het water moet een temperatuur van ca. 20 C hebben. Doe het deksel erop en plaats de pan op de kookzone. Stel de hoogste vermogensstand in. Meet de tijd die nodig is om het water aan de kook te brengen. Het vermogen van de kookzone is in orde wanneer het water binnen de in de tabel opgegeven tijd kookt. De tijd kan aanzienlijk afwijken als - er onder- of bovenspanning is. - als erg koud water wordt gebruikt, - een ongeschikte pan wordt gebruikt, - zonder deksel wordt gemeten. 24

Kookvermogen controleren Kookzone in cm Vermogen bij 230 V in watt Waterhoeveelheid in liter Tijd* in minuten 10,0 600 / 700 0,5 11,0 12,0 700 / 750 1,0 13,0 14,5 1000 / 1100 1,0 9,0 14,5 1200 1,0 8,5 14,5 1350 1,0 8,0 17,0 1500 1,5 9,5 18,0 1250 1,5 11,0 18,0 1700 / 1800 1,5 9,0 21,0 2000 2,0 10,5 21,0 2200 / 2300 2,0 9,5 23,0 2500 2,0 9,0 * Maximale tijd in ongunstige omstandigheden. 25

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren Het Miele-assortiment omvat reinigings- en onderhoudsmiddelen die op uw toestel zijn afgestemd. U kunt deze producten via het internet bestellen. U kunt ze ook verkrijgen via de Technische Dienst van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar. Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (250 ml) Verwijdert sterke vervuiling, kalkvlekken en lichte verkleuringen Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal (250 ml) Hiermee verwijdert u gemakkelijk waterstrepen, vlekken en vingerafdrukken. Voorkomt dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt. Multifunctionele microvezeldoek Verwijdert vingerafdrukken en lichte vervuiling 26

Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw Algemeen Om schade aan het toestel te vermijden, mag u het pas inbouwen nadat de wandkasten en de wasemkap zijn gemonteerd. De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn. Als u het toestel niet op een vaste plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken. Inbouw boven een Miele-oven is alleen mogelijk als de werkbladhoogte minstens 40 mm bedraagt. Neem de veiligheidsafstanden op de volgende bladzijden strikt in acht. Zorg ervoor dat het aansluitsnoer van het toestel na de inbouw niet mechanisch wordt belast, bijv. door een lade. Dit toestel mag u niet boven afwas-, was- en droogautomaten of koelkasten en diepvrieskasten inbouwen. Het toestel straalt voor een deel hoge temperaturen af, waardoor die toestellen beschadigd zouden kunnen raken. Is er onder het toestel een lade aangebracht? Bewaar daarin dan geen licht ontvlambare vloeistoffen of brandbare voorwerpen zoals spuitbussen. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand is. Alle afmetingen zijn opgegeven in mm. 27

Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw Veilige afstand naar boven toe Bij inbouw van verschillende toestellen, bijv. een wokbrander en een elektrisch kookvlak, naast elkaar onder een wasemkap, neemt u de grootste afstand die vermeld is in de montagehandleiding of gebruiksaanwijzing. Hou tussen het toestel en een wasemkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de wasemkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de wasemkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen. 28

Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw Veilige afstand opzij Bij inbouw van een kookvlak mogen er zich aan een van de zijkanten en aan de achterzijde kasten of wanden van gelijk welke hoogte bevinden. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen toestel of meubel hoger zijn dan het ingebouwde toestel. Zie afbeeldingen. Een kookvlak straalt hoge temperaturen af. Daarom is tussen de uitsparing in het werkblad en de achterwand een veiligheidsafstand van minstens 50 mm nodig. Tussen de uitsparing in het werkblad en de meubels errond (bijv. een kolomkast rechts of links) is de veiligheidsafstand a 40 mm bij CS 1212 CS 1221 CS 1234 CS 1223 50 mm bij CS 1112 CS 1122 CS 1134 CS 1326 CS 1411 100 mm bij CS 1012 150 mm bij CS 1421 CS 1312 CS 1322 200 mm bij CS 1034 250 mm bij CS 1011 CS 1021 in acht te nemen. Zeker aan te bevelen! Niet aan te bevelen! Niet toegestaan! 29

Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw Veiligheidsafstand tot nisbekleding Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen immers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen. Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen. Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, natuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding bedragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm a Wand b Nisbekleding Afstand x = dikte van de nisbekleding c Werkblad d Uitsparing in het werkblad e Minimumafstand bij brandbare materialen: 50 mm bij niet-brandbare materialen: 50 mm - afstand x 30

Toestel- en inbouwafmetingen CS 1112 a Klemveren b Vooraan c Inbouwhoogte d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm 31

Toestel- en inbouwafmetingen CS 1122 a Klemveren b Vooraan c Inbouwhoogte d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm 32

Toestel- en inbouwafmetingen CS 1134 a Klemveren b Vooraan c Inbouwhoogte d Aansluitkastje met aansluitsnoer, L = 2000 mm 33

Het werkblad voorbereiden Maak in overeenstemming met de maatschets een uitsparing in het werkblad voor een of meer toestellen. Hou rekening met de minimumafstand tot de achterwand en tot een zijwand rechts of links. Zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw". Bescherm het zaagpatroon bij houten werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om opzwellen door vocht te verhinderen. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn. Mocht bij het inbouwen vastgesteld worden dat de omranding in de hoeken niet precies op het werkblad ligt, dan kan de hoek R4 met de decoupeerzaag voorzichtig bijgewerkt worden. 34

Wanneer meer dan een toestel wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke toestellen telkens een tussenlijst b worden gemonteerd. Zie rubriek "Klemveren en tussenlijsten bevestigen". Uitsparing in het werkblad - twee toestellen Inbouw van meerdere toestellen Uitsparing in het werkblad - drie toestellen Bij het inbouwen van twee toestellen is de breedte van de uitsparing in het werkblad D af te leiden uit afmetingen AenC. Bij het inbouwen van drie toestellen is de breedte van de uitsparing in het werkblad D af te leiden uit afmetingen A,BenC. A = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) min8mm B = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) C = toestelbreedte (288 mm of 380 mm of 576 mm) min8mm D = breedte van de uitsparing in het werkblad Bij het inbouwen van meer dan drie toestellen moet voor elk nieuw toestel bij de afmetingen A en B en C de correcte toestelbreedte B (288 mm of 380 mm of 576 mm) worden opgeteld. 35

Inbouw van meerdere toestellen Voorbeeldberekeningen voor een uitsparing bij het inbouwen van drie toestellen A Toestelbreedte min 8 B Toestelbreed te C Toestelbreedte min 8 D Uitsparing in het werkblad 280 288 280 848 280 380 372 1032 280 576 568 1424 372 288 280 940 372 380 372 1124 372 576 568 1516 568 288 280 1136 568 380 372 1320 568-568 1136 Alle afmetingen in mm. 36

Inbouw van meerdere toestellen a Klemveren b Tussenlijsten c Tussenruimte tussen lijst en werkblad d Dichtingsprofiel Op de afbeelding ziet u hoe de klemveren a en tussenlijsten b dienen te worden bevestigd voor 3 toestellen. Voor elk extra toestel is een extra tussenlijst vereist. De positie voor de bevestiging van een extra tussenlijst is afhankelijk van de toestelbreedte B (288 mm / 380 mm / 576 mm). 37

Klemveren en tussenlijsten bevestigen Houten werkblad Leg de bijgeleverde klemveren a en de tussenlijsten b op de aangeduide plaatsen op de bovenste rand van het uitgespaarde gedeelte. Bevestig de klemveren en tussenlijsten met de bijgeleverde schroeven (3,5 x 25 mm). 38

Werkblad uit natuursteen De schroeven hebt u voor natuurstenen werkbladen niet nodig. Klemveren en tussenlijsten bevestigen Kleef de zijranden en onderrand van de klemveren a en tussenlijsten b vast met silicone. Positioneer en bevestig de klemveren a en tussenlijsten b met sterke, dubbelzijdige kleefband c. Vul de tussenruimte e tussen de lijsten en het werkblad met silicone (tube bijgeleverd). 39

Toestel/toestellen plaatsen Voer de aansluitkabel van het toestel naar onderen door de uitsparing in het werkblad. Plaats het toestel. Plaats hierbij de voorkant eerst in de uitsparing in het werkblad. Duw het toestel gelijkmatig met beide handen omlaag. U dient een klik te horen. Let erop dat de dichting van het toestel op het werkblad ligt. Enkel dan bent u zeker dat de inbouw langs alle zijden goed dicht is. Gebruik geen voegdichtingsmiddel! Als meerdere toestellen worden ingebouwd, moet in de tussenlijst een dichtingsprofiel worden geplaatst. Schuif het ingebouwde toestel opzij tot de langwerpige gaten van de tussenlijst te zien zijn. Plaats het volgende toestel. Plaats hierbij de voorkant eerst in de uitsparing in het werkblad. Sluit het toestel/de toestellen aan op het elektriciteitsnet (zie "Elektrische aansluiting"). Ga na of het toestel/de toestellen correct werkt/werken. Het toestel of de toestellen kunnen enkel met speciaal gereedschap uit de uitsparing worden getild. U kunt de toestellen ook van onderen af eruit drukken. Druk hierbij eerst de achterkant omhoog. Plaats het dichtingsprofiel d in de langwerpige gaten van de tussenlijst b. 40

Algemene inbouwaanwijzingen Betegeld werkblad Er mag in geen geval dichtingskit terecht komen tussen enerzijds de omranding van het bovenste deel van het toestel en anderzijds het werkblad! Anders wordt het moeilijker om het toestel bij onderhouds- en reparatiewerken te demonteren. De omranding en het werkblad kunnen dan schade oplopen. De voegen a en het aangeduide deel onder het draagvlak van het toestel moeten vlak en effen zijn, zodat het frame er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel voldoende afdichting ten opzichte van het werkblad garandeert. De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad. 41

Elektrische aansluiting Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreeks schade als gevolg van een ondeskundig inbouw of door een verkeerde aansluiting. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken. Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aangeraakt. We raden aan de toestellen CS 1112 en CS 1122 via een stopcontact op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Daardoor worden onderhouds- en herstelwerken eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van uw toestel nog vlot toegankelijk blijft. Als de aansluiting niet via een stopcontact gebeurt, dient u de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien, die goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aanvullende voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij, en die deze voorschriften nauwkeurig volgt. Voor het aansluiten van het toestel CS 1134 op het elektriciteitsnet doet u een beroep op een vakman of vakvrouw, die de nationale normen en de voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij grondig kent en zorgvuldig in acht neemt. Aansluitwaarde Zie typeplaatje. Aansluiting en zekering CS 1112 / CS 1122 AC230V/50Hz Zekering: 16 A Onderbrekingskarakteristiek: type B of C CS 1134 De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstemmen met de gegevens van het elektriciteitsnet. Elektrische aansluiting: AC 230 V/ 50 Hz Zie het aansluitschema voor de aansluitmogelijkheden. Verliesstroomschakelaar Om extra veiligheid te kunnen garanderen, wordt in de EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de elektrische installatie van een verliesstroomschakelaar (30 ma) te voorzien. Scheidingssysteem Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automatische uitschakelaars, zekeringen en contactsluiters. 42

Elektrische aansluiting Voor Oostenrijk Vanwege elektronische onderdelen kan bij defecten een lekstroom worden veroorzaakt met een gelijkstroomaandeel van meer dan 6 ma of van meer dan 20 % van het totale stroomverlies. Daarom moet de installatie in elk geval voorzien zijn van gelijkstroomgevoelige verliesstroomschakelaars. Van het elektriciteitsnet loskoppelen Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden losgekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk: Smeltzekeringen: Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen. of: Automaat met schroefzekeringen Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uitspringt. of: Inbouwzekeringsautomaat (stroomonderbreker, min. type B of C): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of: Aardlekschakelaar (verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets. Aansluitkabel vervangen Bij het vervangen van de aansluitkabel mag alleen een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of via de Service After Sales van Miele. De kabel mag enkel worden vervangen door de fabrikant van het toestel, de door hem erkende dienst Herstellingen aan huis of een elektricien. De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingeschakeld. 43

Elektrische aansluiting Aansluitschema CS 1134 a b c d L1 L2 L3 N 200-240 V~ 200-240 V~ 200-240 V~ a L1 b L2 c 200-240 V~ 200-240 V~ d N (L3) - - a b L1 c d 200-240 V~ N (L2) - 44

Technische Dienst van Miele / typeplaatje Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met: de Miele-vakhandel of de Technische Dienst van Miele Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeenstemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing. 45

46

47

Wijzigingen voorbehouden / 2510 M.-Nr. 07 138 260 / 02