GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN 2016-2017
Inhoudsopgave 1. Terugblik winter 2014-2015 3 2. Werkgebied en wijzigingen 4 3. Werkwijze 4 4. Materieel en strooimiddel 5 5. Prioriteiten 6 6. Personele en organisatorische consequenties 7 7. Operationaliteit 7 8. Milieueffecten 7 9. Consequenties van prioriteitsstrooien 7 Overzichtskaart Gemeente Woensdrecht 9 Overzichtskaart kern Woensdrecht / Hoogerheide 10 Overzichtskaart kern Ossendrecht 11 Overzichtskaart kern Huijbergen 12 Overzichtskaart kern Putte 13 2
1. Terugblik winter 2015-2016 Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 6,3 C was de winter van 2015-16 de op één na zachtste sinds het begin van de regelmatige temperatuurmetingen in 1706. Alleen de winter van 2006-07 was met 6,5 C nog een fractie zachter. Het langjarig gemiddelde bedraagt 3.4 C. Met name in het eerste deel van de winter was het uitzonderlijk zacht. December had een gemiddelde temperatuur van 9,6 C en was daarmee met afstand de zachtste decembermaand sinds in ruim drie eeuwen. Het decemberrecord stond tot nu toe op naam van 1974 met een gemiddelde van 7,3 C. Op een flink aantal dagen lag de gemiddelde temperatuur acht tot tien graden boven de normale waarde voor de tijd van het jaar. Op de 17e werd het In het zuiden van het land ruim 16 C. Topper was echter Wijk aan Zee met 16,6 C, slechts 0,1 C lager dan het absolute Nederlandse decemberrecord, gemeten in 1953 in Maastricht. De zeer zachte december zette zich voort aan het begin van het nieuwe jaar. Tot halverwege de maand lag de temperatuur in het midden en zuiden van het land boven normaal. In het noordoosten draaide de wind vanaf 3 januari naar oostelijke richtingen en werd koude lucht aangevoerd. Hoger in de atmosfeer werd echter nog wel zachte lucht aangevoerd en dit leidde op grote schaal tot ijzel. Deze situatie hield aan tot donderdag 7 januari en het KNMI gaf meerdere dagen achtereen een weeralarm af (code rood). Eind januari werd het opnieuw zeer zacht. Uiteindelijk bedroeg de januaritemperatuur in De Bilt 4,8 C tegen een langjarig gemiddelde van 3,1 C. Ook in februari wisselden zachte en wat koudere tijdvakken elkaar af, maar februari in haar geheel was een zachte maand met een gemiddelde temperatuur van 4,6 C tegen 3,3 C normaal. In De Bilt kwam deze winter geen enkele ijsdag voor (maximumtemperatuur lager dan 0,0 C), het langjarig gemiddelde bedraagt er zeven. Dankzij het winterse weer in januari in het noordoosten kwam het in Nieuw Beerta tot zes ijsdagen. De landelijk laagste temperatuur werd daar bereikt op 21 januari boven een sneeuwdek: -12,3 C. Het aantal vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 C) bedroeg in De Bilt 21 tegen 38 normaal. Gemiddeld over het land viel 212 mm neerslag tegen 210 mm normaal. December was met 46 mm tegen 80 mm normaal en droge maand. Januari was juist een natte maand met landelijk gemiddeld 102 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 73 mm. Tijdens de koudere periode in het noordoosten van het land viel de neerslag geregeld in de vorm van sneeuw en/of ijzel. Vanaf 15 januari lag er in het uiterste noordoosten van het land een sneeuwdek van ca. 10 cm, dat pas na het verdrijven van de kou op 22 januari weer verdween. Ook februari was een natte maand met gemiddeld over het land 71 mm neerslag tegen 57 mm normaal. Het natst was de winter in Hoek van Holland met 287 mm neerslag, het droogst was het lokaal in Wijk aan Zee met 162 mm. Met gemiddeld over het land 250 zonuren tegen 199 uren normaal, was de winter zeer zonnig. Vooral december was zonnig met 75 zonuren, tegen een langjarig gemiddelde van 49 uren. Ook in januari en februari was de zon langer te zien dan gebruikelijk: 70 en 106 uren tegen 62, respectievelijk 88 zonuren normaal. 3
Het zonnigst was de winter in het zuidoosten van het land. Maastricht registreerde 280 uren zonneschijn. Hoek van Holland was het somberst met 225 zonuren. 2. Werkgebied en wijzigingen Het gladheidbestrijdingsplan is bedoeld voor het grondgebied van de gemeente Woensdrecht. En omdat burgers nooit op eenzelfde weg van een gestrooid gedeelte op een niet gestrooid gedeelte komen, worden afspraken gemaakt met de buurgemeenten, rijkswaterstaat en de provincie over logische stopplaatsen. Dit zijn veelal niet de gemeentegrenzen, maar grote kruispunten van wegen. In overleg met de buurgemeenten en overige wegbeheerders kan dus gestrooid worden op wegen buiten de gemeente Woensdrecht, zoals ook van het omgekeerde sprake zal zijn. Er zijn op verzoek van het dorpsplatform wegen toegevoegd: Ossendrecht, Eikelhof. Hoogerheide: Kromstraat, Burgemeester Moorsstraat en de nieuwe situatie Scheldeweg. De Canadalaan in H.Heide is geheel ontrokken aan de route, i.v.m. de nieuwe situatue Scheldeweg. Putte: Schoolstraat, Keiserstraat/Buntstraat. 3. Werkwijze Bij dreigende gladheid wordt de dienstdoende gemeentelijke coördinator gewaarschuwd via een indirecte melding van de Provincie en of een directe melding van de politie middels een semafoon of mobiele telefoon. De coördinator bekijkt vervolgens de wegsituaties, waarna deze bepaalt of overgegaan wordt tot bestrijding van de gladheid en op welke wijze dit zal gebeuren. In geval van twijfel zal de beslissing pas worden genomen na ruggespraak met zijn directe chef. De politie wordt van de bestrijdingsacties op de hoogte gebracht door de dienstdoende coördinator. De coördinator doet ook verslag van zijn beslissingen en acties in een logboek, zodat de gemeente zich als wegbeheerder kan verantwoorden. In toenemende mate wordt er door gladheidbestrijders in den lande gebruik gemaakt van weersinformatie die verstrekt wordt door bijvoorbeeld Meteoconsult. Middels een abonnement heeft de dienstdoende coördinator online informatie op de computer over de weersgesteldheid en wegdektemperaturen in het bestrijdingsgebied. De gemeente Woensdrecht heeft sinds enkele jaren een abonnement, waardoor snel ingespeeld kan worden op de verwachte gladheid. Daar is de afgelopen winter door de coördinatoren van de gladheid ook weer gebruik van gemaakt. 4
1 e prioriteit De hoofdroutes, die met prioriteit 1 worden gestrooid, bestaan uit de doorgaande hoofdwegen, de wijk- en dorpontsluitingswegen, de busroutes en een aantal gevaarlijke doorgaande hellende wegen. Ook de vrijliggende fietspaden, breder dan 2 meter, en de overige druk bereden fietsroutes worden dan gestrooid. Tevens worden de plaatsen in de hoofdroutes waar de zoutstrooiers door de aanwezigheid van obstakels hun werk niet kunnen doen, zoals achter verkeerssluizen en dergelijke handmatig gestrooid. Deze werkzaamheden zullen altijd door de eigen dienst worden uitgevoerd. 2 e prioriteit Vanaf de winter van 2010-2011 wordt de tweede prioriteit niet meer gestrooid. Dit is een keuze van de raad in verband met de ombuigingen die gerealiseerd moesten worden. Zoutbakken worden bij basisscholen, MFC, en sociaal domein geplaatst in de gemeente Woensdrecht 4. Materieel en strooimiddel Om de hoofdroutes te kunnen strooien gaan hiertoe 4 ploegen op pad, bestaande uit 1 vrachtauto met opzetstrooier, drie zware pick-ups met opzetstrooier en met een fietspadstrooier. Door de uitbreiding van het wegen en fietspadennet in de gemeente zijn de routes opnieuw beoordeeld. Uit dit onderzoek is gebleken dat de routes erg vol komen en er op termijn gekeken moet gaan worden naar de aanpassing van 1 of 2 strooivoertuigen. Als strooimiddel wordt nu nog droog zout gebruikt, wellicht dat in de toekomst wordt overgegaan op het gebruik van steenzout of natzout. De zoutstrooiers zijn afgesteld op een minimaal benodigde hoeveelheid per m2 wegdek. In dit geval betekent dit 7 à 15 gram per m2. De te strooien hoeveelheden zijn afhankelijk van de soorten gladheid (ijzel, sneeuw). Een volledige strooiactie vergt minimaal circa 7 ton en maximaal circa 12 ton zout. 5
5. Prioriteiten Waar en wanneer er gestrooid wordt is altijd een afweging van de zorgplicht van de weggebruiker. De schadelijke gevolgen van het strooizout en de kosten van de bestrijding. De gemeente is uitsluitend verantwoordelijk voor het openbaar gebied. De gladheid wordt, conform het raadsbesluit ombuigingen, alleen voor de eerste prioriteit bestreden: Prioriteit 1 (dag en nacht) doorgaande hoofdwegen wijk- en buurt-ontsluitingswegen busroutes vrijliggende fietspaden, breder dan twee meter druk bereden fietspaden, breder dan twee meter hellende doorgaande wegen bij verkeerssluizen Vanaf winter 2011-2012 wordt de gladheid in prioriteit 2 niet meer bestreden. Zaken behorende bij prioriteit 2 zijn: overige wegen in de bebouwde kom overige fietspaden buitenwegen voor zover noodzakelijk rondom openbare gebouwen bij bejaardenhuizen bij scholen polderroute marktterreinen 6
6. Personele en organisatorische consequenties Tijdens de operationele periode van 4 maanden worden om toerbeurt 3 coördinatoren voor een periode van 1 week geconsigneerd om te fungeren als coördinator gladheidbestrijding. Gedurende deze periode worden tevens 3 ploegen van 5 personen geconsigneerd voor de daadwerkelijke uitvoering van de gladheidbestrijding. Mocht blijken dat gezien de weersomstandigheden op een eerdere datum moet worden gestart of langer moet worden doorgegaan met de bestrijding, dan wordt uiteraard afgeweken van bovenstaande periode. Een tussentijdse bijsturing van de werkzaamheden kan tevens een aanpassing van de ploegen tot gevolg hebben. 7. Operationaliteit Alle betrokken voertuigen en personeel moeten operationeel zijn in de periode lopende van 9 november tot en met 13 maart. 8. Milieueffecten Voor het strooien wordt gebruik gemaakt van Eurosalt wegenzout (NaCl/Natriumchloride). Voor de beplantingen langs de wegen is het zout in kleine hoeveelheden nauwelijks schadelijk, bij overmatig strooien zal schade aan beplanting optreden. Niet alle soorten beplanting zijn even gevoelig voor strooizout. In de toekomst moet daarom langs doorgaande wegen rekening gehouden worden met de soort beplanting. Bij de selectie van de nieuwe machines voor de gladheidbestrijding is specifiek gekeken naar machines die zuinig omgaan met strooizout. Vooral de electronische regeling heeft voor een behoorlijke reductie gezorgd. Op de wegen heeft het zout geen nadelig effect, de witte aanslag verdwijnt weer na enkele regenbuien. Het zout heeft ook geen nadelig effect op de riolering. Via het gemengde rioolstelsel komt het grootste deel van het zout terecht in de waterzuivering bij Rilland-Bath vanwaar het uiteindelijk wordt teruggevoerd naar zee. Bij gescheiden riolering komt het terecht in het oppervlaktewater waar een sterke verdunning plaatsvindt. 9. Consequenties van prioriteitsstrooien Bij een prioriteitsstelling voor het strooien van wegen wordt nauwkeurig gekeken naar de aard en ligging van de verhardingen om zodoende een splitsing te kunnen maken. Hierbij wordt snel duidelijk dat het aanbrengen van deze splitsing geen gevolgen heeft voor de dienstverlening ten aanzien van de gladheidsbestrijding. 7
Werkzaamheden prioriteit 2 n.v.t. 10. Bijlagen De overzichtskaart van de totale gemeente met daarop aangegeven de verhardingen vallend onder prioriteit 1. De kaart van de kern Woensdrecht / Hoogerheide met daarop fijnmazig aangegeven de verhardingen onder prioriteit 1. De kaart van de kern Ossendrecht met daarop fijnmazig aangegeven de verhardingen onder prioriteit 1. De kaart van de kern Huijbergen met daarop fijnmazig aangegeven de verhardingen onder prioriteit 1. De kaart van de kern Putte met daarop fijnmazig aangegeven de verhardingen onder prioriteit 1. 8
Overzichtskaart Gemeente Woensdrecht 9
Overzichtskaart kern Woensdrecht / Hoogerheide 10
Overzichtskaart kern Ossendrecht 11
Overzichtskaart kern Huijbergen 12
Overzichtskaart kern Putte 13