Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Wierden; gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en de artikelen artikel 8 lid 1 onderdeel g, artikel 8 lid 2 onderdeel d en artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand; Besluit: Vast te stellen: de Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013. Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB). b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden. c. de raad: de gemeenteraad van Wierden. d. de ingezetene: een inwoner van de gemeente Wierden die ten minste een half jaar in de gemeente woont; e. de aanvrager: i. een alleenwonende: alleenstaande als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder a WWB die de woning alleen bewoont; ii. een alleenstaande ouder: alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b WWB met een of meer ten laste komende kinderen; iii. een gezin: gezin als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder c WWB al dan niet met een of meer ten laste komende kinderen, f. ten laste komend kind: een kind zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder e WWB. g. tegemoetkoming: een vergoeding op grond van deze verordening. h. bijstandsnorm: bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 20 tot en met 24 WWB i. vermogen: vermogen zoals bedoeld in artikel 34 lid 1 WWB. j. vrij te laten vermogen: vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder b en artikel 34 lid 3 WWB. k. peildatum: 1 januari van het jaar, waarin de aanvraag is ingediend. l. referteperiode: i. bij constante inkomsten: de laatste drie kalendermaanden voorafgaand aan de aanvraagdatum; ii. bij wisselende inkomsten: de laatste twaalf kalendermaanden voorafgaand aan de aanvraagdatum. Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 1 van 6
m. jaar: kalenderjaar. Artikel 2. Maatschappelijke participatie Met deze regeling willen wij bevorderen dat minima in staat zijn om via diverse sociaalculturele activiteiten te participeren. Daaronder verstaan we activiteiten die bewoners ondernemen om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Activiteiten met een structureel karakter en activiteiten in groepsverband worden gestimuleerd. In het bijzonder wil de gemeente een bijdrage leveren in de kosten van activiteiten voor schoolgaande kinderen. Artikel 3. Rechthebbenden 1. Uitsluitend een aanvrager zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 onder e, met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm en een in aanmerking te nemen vermogen van ten hoogste het op hem van toepassing zijnde vrij te laten vermogen, komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in van de werkelijk gemaakte kosten. 2. Voor een bijdrage komt in ieder geval ook in aanmerking een aanvrager aan wie in de referteperiode volledige kwijtschelding van betaling van gemeentelijke heffingen wordt verleend. 3. Uitsluitend kosten van activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 komen in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening. Artikel 4. Maximale tegemoetkoming 1. De maximale tegemoetkoming bedraagt 150,- per persoon per jaar: 2. De maximale tegemoetkoming bedraagt eenmalig 150,- extra voor een ten laste komend kind, behorend tot de huishouding van de aanvrager, dat na het verlaten van het basisonderwijs voor het eerst naar het vervolgonderwijs gaat. 3. De bedragen genoemd in het eerste en tweede lid kunnen door het college jaarlijks worden geïndexeerd conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden op hele euro s naar boven afgerond. Artikel 5. Aanvragen 1. De tegemoetkoming wordt aangevraagd door middel van het indienen van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Gezinsleden vragen gezamenlijk aan. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij de aanvraag bewijsstukken van inkomen en vermogen alsmede van de kosten waarvoor een tegemoetkoming wordt gevraagd. Artikel 6. Beleidsregels Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling. Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 2 van 6
Artikel 7. Intrekking De Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie gemeente Wierden 2012 wordt ingetrokken. Artikel 8. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag, volgend op die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2013. Artikel 9. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013. Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wierden d.d. 2 juli 2013 Gemeenteraad van Wierden, de griffier, de voorzitter drs. W.H.J. Wienk ing. J.H.M. Robben Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 3 van 6
Toelichting verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie gemeente Wierden 2013 Algemeen De gemeente Wierden kent een declaratiefonds voor de minima. Uit dit fonds worden bijdragen verstrekt in de kosten van maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteiten. Deelname aan deze activiteiten hebben ten doel maatschappelijke participatie te bevorderen en sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken. Onder voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement wordt verstaan het meer dan incidenteel feitelijk ontmoeten van andere mensen en het onderhouden van sociale verbanden die zijn gericht op met anderen mensen deelnemen aan genoemde activiteiten. De regeling is nadrukkelijk ook bedoeld voor een tegemoetkoming in de kosten van activiteiten voor (schoolgaande) kinderen. In aanmerking kunnen komen alleenwonende alleenstaanden alsmede alleenstaande ouders en gezinnen met hun ten laste komende kinderen (tot 18 jaar). Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind (artikel 35 lid 5 WWB). Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB). Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand kan uitsluitend verstrekt worden aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 WWB). Voor de bovenwettelijke tegemoetkomingen (bestaande declaratiefondsverstrekkingen) geldt deze inkomensgrens niet, maar wordt wel toegepast om wille van de gelijkheid in recht en uitvoering. In de begripsbepalingen van deze regeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van de Wet werk en bijstand (WWB). Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begrippen Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet nog eens te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd. Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de tegemoetkomingen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze verordening is bepaald wat onder sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken. Er kan worden gedacht aan een lidmaatschap van een sportvereniging of toneelvereniging. Een lidmaatschap van een belangengroep, zoals een vakbond, is geen sociaal-culturele of sportieve activiteit. Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 4 van 6
Artikel 2. Maatschappelijke participatie In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie. In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor het ontvangen van een tegemoetkoming op grond van deze verordening. Dit volgt ook uit artikel 3 lid 2 van deze verordening. Het oogmerk van maatschappelijke participatie is het meer dan incidenteel feitelijk ontmoeten van andere mensen en het onderhouden van sociale verbanden die zijn gericht op met anderen mensen deelnemen aan sociaal-culturele activiteiten in groepsverband. Het gaat niet om incidentele uitstapjes, maar meer om het regelmatig bezoeken van bijeenkomsten met andere mensen. Kosten waarvoor een tegemoetkoming kan worden gekregen Hierna volgt een aantal voorbeelden van zaken waarvoor een tegemoetkoming in de kosten kan worden verstrekt omdat deze voldoen aan de voorwaarden van artikel 2. Abonnementen van internet, bibliotheek, fitness, ijsbaan en zwembad (zoals 10- badenkaart of abonnement); Contributies van verenigingen zoals denksportvereniging, muziekvereniging, denksportvereniging, ouderenbond; Lesgeld voor dansles, muziekles, tennisles en zwemles. Kosten van schoolgaande kinderen, zoals bureau, fiets, schooltas, sportkleding, schoolavondjes, agenda, schriften, excursiekosten, ouderbijdragen, werkweek en schoolreisjes. Eenmalig kan een tegemoetkoming worden verstrekt voor de aanschaf van een computer, in het jaar dat het betreffende kind voor het eerst na de basisschool naar het voortgezet onderwijs gaat. Kosten die niet vergoed worden Kosten die niet rechtstreeks verband houden met het ontmoeten van andere mensen en het onderhouden van sociale verbanden komen niet voor vergoeding in aanmerking. Dit geldt met name voor abonnementen van dagbladen en tijdschriften. Overigens biedt de bibliotheek en internet ook (gratis) mogelijkheden. Kosten behorende bij het incidenteel bezoeken van zwembad attractiepark, circus, concert, film, toneel, dierentuin, museum en recreatieplas worden ook niet vergoed. De incidentele bezoeken zijn voornamelijk op het persoonlijk genot van de aanvrager zelf gericht en niet zo zeer op het regelmatig (blijven) ontmoeten van andere mensen en het onderhouden van sociale verbanden. Vrijwillige bijdragen of bijdragen waarvoor op de een of andere manier een reductieregeling of een andere vergoedingsbron geldt (zoals kerktelefoon en kerkbode), komen niet voor vergoeding in aanmerking. Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 5 van 6
Artikel 3. Rechthebbenden In artikel 3 staat wie rechthebbende zijn. Recht hebben ingezetenen van de gemeente Wierden die reeds een halfjaar in de gemeente wonen en een inkomen hebben van ten hoogste 110% van de relevante bijstandsuitkering en een vermogen dat niet meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen op grond van de WWB. Ingezetenen die kwijtschelding van gemeentelijke heffingen ontvangen hebben in ieder geval recht. Recht hebben alleenwonende alleenstaanden, alleenstaande ouders met de ten laste komende kinderen (kinderen jonger dan 18 jaar waarvoor recht op Kinderbijslag bestaat) alsmede gezinnen met de ten laste komende kinderen. Artikel 4. Maximale tegemoetkoming In dit artikel staat vermeld welke maximale tegemoetkomingen verstrekt kunnen worden aan de rechthebbenden op grond van artikel 3. In het tweede lid van artikel 4 wordt ingevuld op welke wijze invulling wordt gegeven aan de mogelijkheid van categoriale bijstand voor schoolgaande kinderen als bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB Per persoon kan tot een maximum bepaald bedrag een tegemoetkoming in geld worden verstrekt van de werkelijk gemaakte kosten. Van de gemaakte kosten moeten bewijsstukken worden ingeleverd. Voor kinderen die na het verlaten van het basisonderwijs voor het eerst naar het vervolgonderwijs gaan geldt een eenmalige extra vergoeding voor schoolbenodigdheden. Te denken valt aan de aanschafkosten van een laptop, schooltas en fiets. Artikel 5. Aanvragen In dit artikel is geregeld op welke wijze er aangevraagd moet worden. Het college stelt een speciaal aanvraagformulier te beschikking. De aanvrager moet bewijsstukken inleveren van inkomen, vermogen en gemaakte kosten waarvoor een vergoeding wordt gevraagd. Voor kosten die in een bepaald kalenderjaar worden gemaakt kan een tegemoetkoming worden gevraagd tot en met twee maand na afloop van het kalenderjaar. Aanvrager kan vier keer per jaar aan het eind van het kwartaal kosten declareren. Dit om te voorkomen dat er veel kosten moeten worden voorgeschoten Artikel 6 tot en met 9 De artikelen behoeven geen nadere toelichting. Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 6 van 6