Hygiëneprotocol Ringrot Versie 2.0

Vergelijkbare documenten
PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN HANDELAAR

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

Introductiedocument PCC Hygiëneprotocol Ringrot 2.2

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.4 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

Voorkomen is beter dan genezen

Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen

HANDBOEK EENVOUDIGE REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS VERGUNNINGHOUDER

Opgesteld door: Vee&Logistiek Nederland. Transport en Logistiek Nederland. Goedgekeurd door:

Naam protocol: Laden en lossen van vee op primair bedrijf Versie: 1.7. Vee&Logistiek Nederland en Saveetra Datum:

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

HANDBOEK ERKENDE REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS

Emballage richtlijn. Opgesteld door de Commissie Milieu & Veiligheid van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (februari 2013)

Naam protocol: Vervoer pluimvee naar slachthuis Versie: 1.12

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten.

NAO-PROTOCOL KETENGARANTIE ONGEWASSEN CONSUMPTIEAARDAPPELEN PILOT RUSLAND

Controlelijst: SI Erkenningverl. en -onderhoud Versie 1 januari 2019 Eigenaar: TO Slachtplaatsen

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast.

Opgesteld door: CUMELA Nederland Nijverheidsstraat RJ Nijkerk

Kerntaak 1: Ontvangt en slaat goederen op

Maatregelen Ringrot (Clavibacter michiganensis spp. sepedonicus) Aardappelen, percelen, materiaal (Richtlijn 93/85/EC)

Kerntaak 1: Assisteert bij de ontvangst en opslag van goederen

Pootgoed informat ie

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne

AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN

Informatiedocument ringrot

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1. AANGIFTE IN DE GIP 2 2. CONTROLES 2 3. VERVOER NAAR SCHEEPSBEVOORRADER 3 4. ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR SCHEEPSBEVOORRADER 3

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

<datum> (max 4 jaar na datum goedkeurig)

Beoordeeld hebbende de aanvraag van <datum> van <naam en adres bedrijf>;

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART COMPOSTEERINSTALLATIES

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

(max 4 jaar na datum goedkeurig)

Vermarkten op maat 2019 Graaninname

Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf

DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN

Voorschriften verzamelcentra algemeen

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1

Kerntaak 1: Voert en verzorgt dieren

Titel Feedban Nummer DV-01 Datum juli 2016

AC-05. Wegtransport van diervoeders. Ver BT-12 v0.12

MEETMETHODE INTERPRETATIE VAN DE MEETMETHODE. 1-mrt-17 N.v.t. Administratief Controleer aanwezigheid van het HACCP-systeem.

Programma ILW magazijnmedewerker logistiek

DANIELS OFP B.V. SPECIFICATIE BIOLOGISCHE RODE UIEN (2012-1)

Opleidingsprogramma ILW uitsnijder- uitbener

Ingangscontrole PSTVd kweekmateriaal aardappel Gebaseerd op het Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf van de NVWA

Voorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen

Anneke van Dijk LTO Nederland. Xylella preventie

Doel van deze beoordelingslijst

OPLEIDING BEHANDELAAR LUCHTVRACHT EN BAGAGE

KONIJNENSLACHTERIJ/ UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

Opgesteld door: CUMELA Nederland. Transport en Logistiek Nederland. Goedgekeurd door: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Materials handling 4 MATERIALS HANDLING 4 (CLO08.4/CREBO:50149)

Opgesteld door: Voor de varkens KI AIM Varkens KI Nederland. Voor de paarden KI Federatie van Bonden van hengstenhouders, Ermelo.

Titel Feedban Nummer DV-01 Datum januari 2017

Voorschriften verzamelcentra algemeen

ALGEMENE VERKOOP- EN LEVERINGSVOORWAARDEN VAN COACH&JACKETS B.V. In deze voorwaarden, hier te noemen â œalgemene Voorwaardenâ, wordt verstaan onder:

1-sept sept-14 Gewijzigd per: 1-jul-17. Gewijzigd per: 1-juli-2018

DANIELS OFP B.V. SPECIFICATIE BIOLOGISCHE GELE UIEN (2012-1)

Hygiëneprotocol voor het reinigen en ontsmetten van transportmiddelen voor het vervoer van diervoeder. Betreft dierziekte(n):

Opgesteld door: Avined Postbus GC Nieuwegein. Goedgekeurd door: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Kerntaak 1: Verkoopt versproducten en verleent service

Basisvoorwaarde Risico Tips Hulpmiddelen. Versleping door de lucht of materialen en werkgereedschappen. Bouw en inrichting

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd.

In dit reglement wordt in aansluiting bij en in aanvulling op de Wet bescherming persoonsgegevens (Staatsblad 2000, 302) verstaan onder:

Vertegenwoordigd door : Bedrijfslocatie :

1 Algemene bepalingen

Materials handling 3 MATERIALS HANDLING 3 (CLO08.3/CREBO:50200)

Betrokken sectorpartijen: Brancheorganisatie AVINED (met daarin verenigd LTO/NOP, NVP, NEPLUVI en ANEVEI)

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Op 21 juli 2017 hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Zeecontainervervoervoorwaarden

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

Kerntaak 1: Neemt reparatieopdrachten aan

DANIELS OFP B.V. SPECIFICATIE BIOLOGISCHE SJALOTTEN (2017-1)

Opleidingsprogramma ILW industrieel vleesbewerker

Praktijkexamen Logistiek medewerker. Kerntaak 1 Ontvangt en slaat goederen op

Gearchiveerd op 02/02/2015

Informatiepakket bruinrot

Informatiepakket bruinrot In dit document is informatie over bruinrot opgenomen, bestemd voor een ieder die met bruinrot te maken heeft.

Hygiëneprotocol voor het reinigen en ontsmetten van transportmiddelen voor het vervoer van diervoeder

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Best Supply Chain Practice voor Verpakkingen

Beschrijving vaardigheidsexamen Ter voorbereiding op BHvD herpeten. Keuzedeel: Houder van herpeten Code: K0469

Gearchiveerd op 01/01/2017

Algemene Voorwaarden. Artikel 1. Toepasselijkheid. Artikel 2. Overeenkomst. Artikel 3. Prijzen/Aanbiedingen. Artikel 4. Overmacht

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Reiniging en Desinfectie. HGR 9256 Good practices voor sterilisatie van medische hulpmiddelen

Centrum Fietsdiefstal ALGEMENE FIETS AFHANDEL CENTRALE (AFAC) AFAC light.

VARKENSSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER

7.6 Bereiding en verpakking van aardappelen

Transcriptie:

Hygiëneprotocol Ringrot Versie 2.0 Dit hygiëneprotocol Ringrot geeft aan welke preventieve maatregelen de Nederlandse pootaardappelketen hanteert om de risico s van introductie en verspreiding van ringrot in Nederland te minimaliseren. Dit protocol is uitgewerkt op basis van de Best Practices in de praktijk. Op enkele punten worden adviezen gegeven die verder gaan. Deze zijn bedoeld voor bedrijven die de risico s op ringrot verder willen beperken of die te maken hebben met een verhoogd risico op een ringrotbesmetting. Het protocol is hoofdzakelijk geformuleerd in termen van gewenst gedrag. Voor bedrijven met personeel is een uitwerking in de vorm van procedures en werkinstructies nodig om te waarborgen dat dagelijks gewerkt wordt volgens dit protocol. Uitwerking van beleidsdoelstellingen, verantwoordelijkheden en opleidingen is ook noodzakelijk. De bedrijfstypen die gebruik worden in dit protocol sluiten soms niet aan op de bedrijfssituaties. Op basis van de feitelijk activiteiten van een bedrijf dient dan bepaald te worden welke voorwaarden van toepassing zijn. Een handelaar met een eigen sorteerbedrijf dient bijvoorbeeld te voldoen aan de voorwaarden van handelaar en van centraal verwerkingsbedrijf. Definities: 1. Handelaar: Een bedrijf dat pootaardappelen inkoopt en verkoopt, die niet door het bedrijf zelf geteeld zijn. 2. Transportbedrijf: Een bedrijf dat aardappelen vervoert in opdracht van derden. 3. Transportmiddel: transportmiddel waarin grote hoeveelheden aardappelen los vervoerd worden, zoals een onderlosser of een kipper. 4. Centraal verwerkingsbedrijf: Een bedrijf dat partijen pootaardappelen van derden opslaat en/of bewerkt. 5. Pootgoedteler: Bedrijf dat pootaardappelen teelt om in het verkeer te brengen en bij de NAK is aangesloten. 6. Vaste samenwerking: Twee of kleine groep van aardappeltelers, die samenwerken bij de teelt van aardappelen door gebruik te maken van elkaars machines en faciliteiten en die gezamenlijk de insleep van ringrot door contacten met derden voorkomen. Pagina 1 van 12

1. Handelaar Verpakkingsmateriaal 1. De handelaar verkoopt pootgoed, dat bestemd is voor de pootgoedteelt (klasse S en SE) alleen in nieuwe, eenmalig te gebruiken big bags of zakken. 2. De handelaar schrijft aan pootgoedtelers voor om bij aflevering van pootgoed bestemd voor de pootgoedteelt, gebruik te maken van nieuwe, eenmalige big bags of zakken. Transport van pootgoed 3. Voor het losse vervoer van pootgoed geeft de handelaar alleen opdrachten aan transporteurs, die aantoonbaar werken volgens dit hygiëneprotocol. 4. De handelaar maakt op de CMR/vrachtbrief gebruik van gestandaardiseerde omschrijvingen en coderingen voor het reinigen en ontsmetten van transportmiddelen voor aardappelen. 5. Indien de handelaar pootaardappelen verkoopt onder de conditie dat de afnemer zelf zorgt voor los transport, dient de handelaar zich maximaal in te spannen om met de afnemer afspraken te maken over de inzet van gereinigde en ontsmette transportmiddelen. 6. Indien de afnemer niet gebruik maakt van een gereinigde en ontsmette transportmiddel, zorgt de handelaar ervoor dat hijzelf of de teler bij aflevering op de vrachtbrief noteert dat wordt afgeleverd in een niet gereinigde en ontsmette transportmiddel. Op deze wijze kan bij een verdenking van ringrot aangetoond worden dat de pootaardappels tijdens transport besmet kunnen zijn geraakt. De handelaar bewaart haar exemplaar van de CMR/vrachtbrief minimaal 5 jaar. De handelaar verstekt deze informatie aan de NVWA indien deze tracering uitvoert bij verdenkingen van ringrot. Centraal verwerken van pootgoed 7. Indien de handelaar een opdracht geeft voor het centraal opslaan en/of verwerken van pootgoedpartijen, geeft de handelaar alleen opdrachten aan een centraal verwerkingsbedrijf dat aantoonbaar werkt volgens dit hygiëneprotocol. Overig 8. Indien de handelaar signaleert dat een pootgoedteler waarvan pootgoed wordt afgenomen, een verhoogd risico heeft om ringrot te introduceren of te verspreiden, beoordeelt de handelaar dit risico en bepaalt de waar nodig uit te voeren acties om afnemers van de pootaardappelen te beschermen tegen aankoop van met ringrot besmette pootaardappelen. Hierbij kan gedacht worden aan voorlichting, het stellen van voorwaarden en/of het beëindigen van de relatie. Pagina 2 van 12

2. Transportbedrijf Plannen van reiniging en ontsmetting 1. Het transportbedrijf dient voorafgaand aan het los vervoeren van pootaardappelen het transportmiddel te (laten) reinigen en te ontsmetten door een NAO-erkende reinigings- en ontsmettingsplaats. De lijst van NAO-erkende reinigings- en ontsmettingsplaatsen staat op www.nao.nl. 2. De geldigheid van de reiniging en ontsmetting bedraagt voor NAO-erkende transporteurs 7 kalenderdagen. Voor transporteurs die niet NAO-erkend zijn en voor buitenlandse transporteurs is de geldigheidstermijn van de reiniging en ontsmetting één kalenderdag (= de dag van ontsmetting). De lijst van NAO-erkende transporteurs staat op www.nao.nl. De NAO erkent transporteurs indien zij naar inzicht en ervaringen van de NAO-buitendienst werken volgens dit hygiëneprotocol. 3. Het transportbedrijf bewaakt voor elk transportmiddel, dat er in de voorgenoemde geldigheidsperioden geen andere aardappelen dan Nederlands pootgoed of andere producten dan graan worden vervoerd. Indien wel andere aardappelen dan Nederlandse pootgoed of andere producten dan graan worden vervoerd, zorgt het transportbedrijf ervoor dat het transportmiddel wordt gereinigd en ontsmet alvorens pootgoed te vervoeren. 4. Het transportbedrijf bewaakt dat bij vervoer van los pootgoed vanuit het buitenland een transportmiddel wordt ingezet, dat hooguit gebruikt is voor het op de heenreis vervoeren van Nederlandse pootaardappelen. Het transportbedrijf kan in andere gevallen het transportmiddel ter plekke in het buitenland laten reinigen en ontsmetten door een reinigings/ontsmettingbedrijf dat werkt volgens dit hygiëneprotocol en hierop is gecontroleerd. Het transportbedrijf zorgt ervoor dat het transportmiddel wordt ontsmet voordat er opnieuw Nederlands pootgoed mee wordt vervoerd (zie ook 1 en 2). 5. Het transportbedrijf dient over een procedure te beschikken die ervoor zorgt dat chauffeurs opdracht krijgen om het transportmiddel te reinigen en te ontsmetten indien dit vereist is zoals genoemd in punten 1 t/m 3. Aantoonbaar maken van reiniging en ontsmetting 6. Het transportbedrijf maakt via de NAO-tie-rip die is bevestigd aan het transportmiddel, voor iedereen duidelijk zichtbaar dat het is gereinigd en ontsmet volgens dit hygiëneprotocol. De NAO-tie-rip is bevestigd aan de achterkant van het transportmiddel zonder de laadbak daarmee af te sluiten. Op de NAO-tie-rip staat de datum tot en met welke de reiniging en ontsmetting geldig is. 7. Het nummer van de NAO-tie-rip en de geldigheidsdatum staan ook op de wasbon en op de vrachtbrief. Advies: de wasbon blijft bij het transportmiddel, bijvoorbeeld in een koker bevestigd aan het transportmiddel. 8. Het transportbedrijf dient per transportmiddel een registratie bij te houden, waarin alle transporten, de vervoerde producten en uitgevoerde reinigingen en ontsmettingen zijn vastgelegd (incl. certificaten/bewijzen). Dit logboek kan op verzoek door pootgoedtelers, handelaren en/of de inspecteurs van NAK of NVWA worden opgevraagd en ingezien. Voor transport van aardappelen wordt gebruik gemaakt van voor aardappelen gestandaardiseerde omschrijvingen en coderingen op het CMR/vrachtbrief. Pagina 3 van 12

9. De chauffeur van het transportmiddel dient zijn medewerking te geven indien de teler op de vrachtbrief registratie wil maken van de staat van reiniging en ontsmetting. Overig 10. Het transportbedrijf zet alleen vrachtauto s van derden in, indien betrokken chauffeurs zijn geïnstrueerd over dit hygiëneprotocol en hieruit voortvloeiende procedures en werkwijzen. Bij uitbesteding van transport van pootaardappelen dient het transportbedrijf aantoonbaar te voldoen aan dit hygiëneprotocol. Pagina 4 van 12

3. Ontsmettingsbedrijf voor transportmiddelen Reiniging 1. De reiniging vindt systematisch plaats in een logische volgorde van handelingen, waarbij van boven naar beneden en van binnen naar buiten wordt gewerkt. 2. De reiniging geschiedt op adequate wijze. Hieraan wordt voldoende tijd besteed. 3. Een adequate reiniging bestaat opeenvolgend uit de volgende handelingen: 1. verwijdering van aanwezig grof vuil, zoals grond en aardappelresten, zodat de laadbak bezemschoon is; 2. losweking van aanwezig fijner vuil of vet, bij voorkeur door het aanbrengen van een reinigingsmiddel op alle oppervlakken; 3. verwijdering van de losgeweekte vuil- en vetdeeltjes en het reinigingsmiddel door middel van afspoeling van alle oppervlakken, bij voorkeur met water met een temperatuur van ten minste 70ºC. 4. Indien voorafgaand akkerbouwproducten anders dan aardappelen en vrij van grond zijn vervoerd (bv. granen), volstaat het bezemschoon maken van de laadbak. Van deze uitzondering mag alleen gebruik worden gemaakt als de transporteur via een registratie/logboek kan aantonen welke producten worden vervoerd. Ontsmetten 6. De ontsmetting vindt pas plaats, nadat de reiniging op adequate wijze is geschied en alle vuil- of vetresten verwijderd zijn. 7. Vóór het aanbrengen van het ontsmettingsmiddel wordt overtollig water zoveel mogelijk verwijderd. 8. De ontsmetting geschiedt met voor dat doel wettelijk toegelaten ontsmettingsmiddelen. 9. Ieder ontsmettingsmiddel dat wordt gebruikt, wordt gebruikt overeenkomstig de gebruiksaanwijzing. 10. De persoonlijke bescherming van bij de ontsmetting aanwezige personen wordt strikt in acht genomen. 11. De ontsmetting vindt systematisch plaats in een logische volgorde van handelingen, waarbij van boven naar beneden en van binnen naar buiten wordt gewerkt. 11. De ontsmettingsoplossing wordt op de te ontsmetten oppervlakken aangebracht met lage druk en grove druppel, op zodanige wijze dat alle oppervlakken van de laadbak worden bevochtigd. 12. Na de benodigde inwerktijd worden, voorzover de gebruiksvoorschriften bij het toegepaste ontsmettingsmiddel zulks in verband met de veiligheid van mens of dier voorschrijft, de oppervlakken afgespoten met water. Dit gebeurt zodanig dat geen ontsmettingsmiddel achterblijft op oppervlakken die contact kunnen komen met de pootaardappelen. Pagina 5 van 12

Aantoonbaar maken van reiniging en ontsmetting 13. Na de reiniging en ontsmetting schrijft een vertegenwoordiger van de reinigingsplaats op de NAO-tie-rip de geldigheidsdatum. De geldigheidstermijn bedraagt zeven kalenderdagen vanaf de dag van reiniging en ontsmetting. Voor niet NAO-erkende transporteurs en buitenlandse transporteurs is de geldigheidstermijn één dag. 14. De vertegenwoordiger van de reinigingsplaats bevestigt de tie-rip aan de achterkant van het transportmiddel, zonder de laadbak daarmee af te sluiten. Het kan daardoor bij het laden of lossen geopend worden zonder dat de NAO-tie-rip wordt verbroken. 15. De vertegenwoordiger van de reinigingsplaats schrijft het nummer van de NAO-tie-rip en de geldigheidsdatum op de wasbon en op de vrachtbrief. Advies: de wasbon blijft bij het transportmiddel, bijvoorbeeld in een koker bevestigd aan de oplegger. 16. De NAO deelt aan de aangesloten reinigings- en ontsmettingsplaatsen de genummerde tie-rips uit en houdt hier een registratie van bij. 17. De NVWA kan met behulp van NAO-registratie de uitgifte van tie-rips en tieripnummer(s) op vrachtbrieven nagaan wanneer, waar en door wie het transportmiddel gereinigd en ontsmet is. Pagina 6 van 12

4. Centraal verwerkingsbedrijf Transport 1. Voor het losse vervoer van bruto en netto pootgoed geeft het verwerkingsbedrijf alleen een opdracht aan een transportbedrijf dat werkt volgens dit hygiëneprotocol. Bij franco levering registreert het centraal verwerkingsbedrijf of een transportmiddel is gereinigd en ontsmet. Scheiding van stromen 2. Het verwerkingsbedrijf draagt zorg voor een systematische scheiding tussen verwerking van NAK pootgoedpartijen en overige aardappelen, incl. ATR en TBM pootgoed. 3. Het verwerkingsbedrijf verwerkt geen aardappelen uit risicolanden. 4. Het verwerkingsbedrijf sorteert en verwerkt NAK-pootaardappelen pas nadat het onderzoek op bruin- en ringrot is afgerond. Indien ontvangst en opslag van bruto product plaatsvindt, wordt bewaakt dat werkzaamheden aan de partij pas aanvangen nadat de uitslag van het bruin- en ringrotonderzoek bekend is. 5. Het verwerkingsbedrijf maakt voor opslag van pootaardappelen gebruik van machines en kisten, die alleen voor verwerking en opslag van pootaardappelen worden gebruikt. Deze kisten zijn voorzien van een goede identificatie waaruit het gebruik voor pootgoed blijkt. Omschakeling van consumptie- naar pootgoedaardappelen is alleen toegestaan indien er een grondige reiniging en ontsmetting plaatsvindt. Dit wordt alleen praktisch uitvoerbaar geacht indien de wisseling van consumptieaardappelen naar pootaardappelen slechts enkele keren per jaar plaats vindt. 6. Indien pootaardappelen in kisten van de toeleverende pootgoedteler worden aangeleverd, gebruikt het verwerkingsbedrijf deze kisten niet voor opslag van (poot)aardappelen van andere telers of voor andere producten. 7. Het verwerkingsbedrijf houdt registraties bij van: - uitgevoerde werkzaamheden, waaronder reinigings- en ontsmettingswerkzaamheden; - identiteit, herkomst en hoeveelheden van de partijen; - tijdstippen; - andere informatie die relevant kan zijn voor een traceringsonderzoek bij een ringrotbesmetting. Ontsmetten 8. Indien het verwerkingsbedrijf apparatuur, installaties, opslagvoorzieningen en kisten gebruikt voor zowel NAK-pootgoed als voor andere aardappelen voert het verwerkingsbedrijf een grondige reiniging en ontsmetting uit bij wisseling van overige aardappelen naar NAK-pootaardappelen. 9. Het verwerkingsbedrijf voert ontsmettingen uit met reinigings- en ontsmettingsmiddelen die een wettelijke toelating hebben voor gebruik in aardappelen. Pagina 7 van 12

Snijden 11. Het verwerkingsbedrijf snijdt geen pootaardappelen op een locatie waar het pootaardappelen voor de pootaardappelteelt opslaat of verwerkt. 12. Snijmachines dienen tijdens het snijden doorlopend de messen te ontsmetten. Voorafgaand aan elke partij vindt grondige reiniging en ontsmetting van de snijmachine plaats. Ook apparatuur en kisten waarmee de gesneden aardappelen voor en na het snijden in aanraking komen, dienen voorafgaand aan elke partij grondig te worden gereinigd en ontsmet. 13. De gesneden aardappelen gaan terug in de kisten van de teler waarvan de aardappels van origine van afkomstig zijn. Indien de aardappelen in kisten van het centraal verwerkingsbedrijf worden opgeslagen, dienen deze na gebruik te worden gereinigd en ontsmet. 14. Alle machines, kisten en andere hulpmiddelen die een centraal verwerkingsbedrijf gebruikt bij het snijden, dienen bij het verlaten van het centraal verwerkingsbedrijf te worden gereinigd en ontsmet. Pagina 8 van 12

5. Pootgoedteler Pootgoed voor de pootgoedteelt 1. De pootgoedteler koopt geen pootgoed aan uit landen waarvan bekend is dat ringrot meer dan incidenteel voorkomt. 2. De pootgoedteler koopt alleen pootgoed aan van handelaren, die aantoonbaar voldoen aan dit hygiëneprotocol. De pootgoedteler maakt alleen gebruik van transportbedrijven en centrale sorteerbedrijven die aantoonbaar voldoen aan dit hygiëneprotocol. 3. De pootgoedteler bewaakt dat pootgoed ten behoeve van de pootgoedteelt wordt afgeleverd in nieuwe big bags of in nieuwe zakken. De verpakkingen van pootgoed bestemd voor consumptieaardappelteelt (klasse A) mogen de pootgoedteler en de koper in overleg bepalen. Snijden 4. De pootgoedteler (incl. TBM en ATR) maakt bij de teelt van pootaardappelen geen gebruik van gesneden pootgoed. Een uitzondering, die sterk ontraden wordt, is het handmatig snijden door stammentelers. 5. Een pootgoedteler maakt bij de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen op zijn bedrijf geen gebruik van gesneden pootgoed. Een uitzondering, die sterk ontraden wordt, is het snijden van op eigen bedrijf geteeld NAK-pootgoed. Het snijden dient dan plaats te vinden met toepassing van strikte hygienemaatregelen zoals genoemd in hoofdstuk 4 onder 'snijden'. Machines, kisten en andere hulpmiddelen die in contact zijn gekomen met gesneden pootgoed dienen direct na gebruik voor gesneden pootgoed te worden gereinigd en ontsmet. 6. Een pootgoedteler snijdt op zijn bedrijf geen pootgoed in opdracht van derden. Het optreden als centraal verwerkingsbedrijf voor het snijden van aardappelen is niet te combineren met pootgoedteelt, zie hoofdstuk 4 onder 'snijden'. Samenwerking 7. De pootgoedteler vermijdt technische samenwerking met andere telers. Indien de pootgoedteler beslist tot technische samenwerking dient deze beperkt te blijven tot een vast samenwerkingsverband met slechts één of enkele naburige aardappeltelers. 8. De pootgoedteler heeft bij het aangaan van het samenwerkingsverband zich ervan verzekerd dat zijn samenwerkingspartners zorgvuldig handelen bij aankoop van pootgoed en verantwoord omgaan met bedrijfshygiëne. Dit zoals omschreven in dit hygiëneprotocol. 9. Bij de planning van werkzaamheden binnen een samenwerkingsverband wordt zoveel mogelijk pootgoed be- of verwerkt voorafgaande aan consumptieaardappelen. 10. Alleen in noodgevallen leent of huurt de pootgoedteler machines van derden buiten het samenwerkingsverband. Pagina 9 van 12

11. De pootgoedteler dient bij inzet van machines, kisten of andere hulpmiddelen die in contact zijn gekomen met aardappelen van een aardappelteler die niet behoort tot het vaste samenwerkingsverband, deze machines, kisten of andere hulpmiddelen te (laten) reinigen en ontsmetten. 12. De pootgoedteler sorteert en/of verwerkt geen consumptie- of pootaardappelen van derden buiten het vaste samenwerkingsverband. Bij sorteren voor derden buiten het vaste samenwerkingsverband moet de pootgoedteler voldoen aan de eisen van het Centraal Verwerkingsbedrijf. 13. De pootgoedteler slaat alleen poot- en consumptieaardappelen van derden (binnen of buiten het vaste samenwerkingsverband) op, indien hij inzicht heeft in de risico s. De poot- en consumptieaardappelen van derden moeten in de kisten van deze derden aangeleverd en opgeslagen worden. Dus de pootgoedteler gebruik geen eigen kisten voor opslag voor derden. 14. Indien een teler geconfronteerd wordt met een verdenking van ringrot op zijn bedrijf of indien hij opgenomen is een traceringsonderzoek van een bijvoorbeeld een verdachte klonale lijn of een notificatie informeert hij andere bedrijven die risico hebben gelopen, zoals telers binnen de samenwerking, telers waarmee eventueel machines, kisten of hulpmiddelen zijn gedeeld, de handelaar (of handelaren) waaraan hij aardappelen heeft afgezet en verwerkingsbedrijven waarvan gebruik gemaakt is. Beheer kisten 15. De pootgoedteler houdt zijn kisten die gebruikt worden voor de opslag van aardappelen op het eigen bedrijf. Alleen vervoer van aardappelen naar een centraal verwerkingsbedrijf is toegestaan, indien dit bedrijf zich houdt aan dit protocol. 16. De pootgoedteler gebruikt geen onbekende kisten op zijn bedrijf. Dit geldt ook voor gekochte en gehuurde kisten. Indien er toch onbekende kisten op het bedrijf komen, dienen deze grondig te worden gewassen en ontsmet. Aflevering 17. De pootgoedteler levert S en SE klasse pootgoed alleen af in eenmalig te gebruiken nieuwe big bags of zakken. 18. De pootgoedteler dient de NAO-tie-rip van elk transportmiddel voorafgaande aan de belading te controleren op het niet verlopen zijn van de geldigheidstermijn. De teler controleert of het transportmiddel schoon is. 19. Indien een pootgoedteler constateert, dat het transportmiddel niet goed schoon is, dient de teler het laden of lossen te weigeren en contact op te nemen met de handelaar. Registratie 20. De pootgoedteler houdt een goede registratie bij van bewerkingsvolgorden om in geval van een ringrotverdenking - snel een goede tracering door NAK en NVWA mogelijk te maken. Reinigen en ontsmetten 21. De pootgoedteler maakt machines en sorteerinstallaties bezemschoon en verwijdert restknollen bij het wisselen van partijen. Bij rot in de partij worden machines die in contact met aardappelen komen grondig gereinigd en ontsmet. Pagina 10 van 12

22. De pootgoedteler reinigt en ontsmet minimaal jaarlijks alle machines die in contact komen met aardappelknollen. Dit kunnen bijvoorbeeld machines zijn die gebruikt worden bij planten, verzorgen, oogsten, inschuren, sorteren en verwerken van pootaardappelen. 23. Bij het ontsmetten wordt gebruik gemaakt van wettelijk toegestane ontsmettingsmiddelen. 24. Advies: De pootgoedteler die het maximale wil doen om introductie en verspreiding binnen het bedrijf tegen te gaan, reinigt en ontsmet systematisch machines, kisten en andere hulpmiddelen bij wisseling van partijen. Bijvoorbeeld: a. De pootgoedteler reinigt en ontsmet kisten na elk gebruik (advies) b. De pootgoedteler reinigt en ontsmet de pootmachine bij wisseling van partijen. Pagina 11 van 12

6. Zorgvuldige omgang met retourpartijen: nader in te passen mbt rol van bedrijven in de keten en/of NAK 1. Retourpartijen die gelost zijn geweest in het buitenland kunnen in contact zijn gekomen met besmette oppervlakten. Deze en andere partijen met een afwijkend logistiek traject, vormen een risico bij eventuele bewerkingen (ompakken, afspruiten, enzovoort). De handelaar haalt deze partijen niet terug. Indien pootgoed toch terugkomt, kan dat alleen worden afgezet voor de teelt van consumptieaardappelen. 2. Indien retourpartijen die zijn gelost in het buitenland toch retour komen en afgeleverd worden bij een pootgoedteler, melden bedrijven in de keten dit bij de NAK of NVWA. Het pootgoedbedrijf krijgt een risicostatus (3 jaar lang integrale toetsing 1 op 25 ton). 3. Retourpartijen uit het buitenland die los worden vervoerd, mogen niet voor hercerticificering worden aangeboden. Documenten 1. Voorschriften inzake reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen die in Nederland losgestorte pootaardappelen landen (NAO transportprotocol). NAO 2. Lijst van gecertificeerde wasplaatsen. NAO 3. Ontsmettingsmaatregelen tegen Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus, veroorzaker van ringrot in aardappelen. Plantenziektenkundige Dienst, mei 2005 4. Hygiëneadvies voor pootgoedteelt en verwerking ter voorkoming van verspreiding van Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus, veroorzaker van ringrot in aardappelen. Plantenziektenkundige Dienst, 26 januari 2005 5. Instructie hygiënemaatregelen ter voorkoming van ringrot bij pootgoedtelers, NAO/LTO, februari 2007 6. Hygiëne protocol ringrot, deel I en II, 13 februari 2007 * PCC = Pootaardappel Contact Commissie (samenwerkingsverband LTO en NAO) PCC-secretariaat Van Stolkweg 31 Postbus 84102 2508 AC DEN HAAG Pagina 12 van 12