Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex Art 46 RvO GroenLinks over Aantasting IJsseluiterwaarden Worpzijde 1- Notagegevens Notanummer 2016-001153 Datum 28-06-2016 Programma: 05 Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder Weth. Grijsen Team ON 2- Bestuursorgaan [X]B & W 12-07-2016 [ ]Raad -- [ ]Burgemeester -- College van B & W - Burgemeester - Weth. Kolkman - Weth. Hartogh Heys - Weth. Rorink - Weth. Grijsen Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 12-07-2016 [ ]Besloten -- Routing d.d. Wethouder -- par. [X]adj.secr. 07-07-2016 [X]gem.secr. 07-07-2016 BIS Openbaar Status Bijlagen Vragen GL + brief B & W d.d.: 12-07-2016 Besloten wordt: 1 De beantwoording van de vragen ex art 46 RvO van GroenLinks over aantasting IJsseluiterwaarden Worpzijde vast te stellen; 2 de beantwoording aan te bieden aan de raad; 3 de nota en het besluit openbaar te maken na verzending van de brief. Financiële aspecten: Financiële gevolgen voor de gemeente? Begrotingswijziging Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (Wob) [ ] De nota en het besluit openbaar te maken [ ] De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht [X] De nota en het besluit openbaar te maken nadat het antwoord aan GroenLinks is verzonden [ ] De nota en het besluit openbaar te maken, behalve [ ] Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: [ ] De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel: Kennisgeving/ Bekendmaking Awb Kennisgeving (publicatie) conform Awb Bekendmaking conform Awb
ADVIESRADEN: Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld? Toelichting Inleiding Per brief van 22 juni hebben de heren Van der Meulen en Takens van de fractie van GroenLinks uw college een aantal schriftelijke vragen ex art 46 RvO gesteld over de aantasting van de IJsseluiterwaarden Worpzijde. Bijgaand treft u de beantwoording aan. Beoogd resultaat Kader Argumenten voor en tegen Extern draagvlak (partners) Financiële consequenties Aanpak/uitvoering
SCHRIFTELIJKE VRAGEN EX ART.46 RvO Gemeente Deventer t.a.v. College van B&W Postbus 5000 7400 GC Deventer Betreft: Aantasting IJsseluiterwaarden Worpzijde Deventer, 22 juni 2016 Geacht college, Bij de herinrichting van het Ruimte voor de Rivier-project IJssel zijn de uiterwaarden aan de Worpzijde beter bereikbaar geworden met een voetgangerstrap vanaf de spoorbrug. Ook vanaf de Wilhelminabrug zal een dergelijke trap worden gerealiseerd. Hoewel de verbeterde toegankelijkheid van dit prachtige gebied natuurlijk veel voordelen voor toeristen en wandelaars heeft, kleven er ook schaduwkanten aan. De vervuiling met zwerfvuil heeft gevolgen voor grazende dieren en de natuur en het schaadt het aanzien van Deventer. Ook wordt het gebied gebruikt voor loslopende honden en de kunstwerken (bruggen) voor ongevraagde graffitikunstbeoefening. In de Stentor van 11 juni heeft beheerder IJssellandschap reeds aangegeven dat de trappen bij nader inzien geen succes zijn. In de Stentor van 11 juni staat dat de gemeente uitsluitend met "communicatie" de overlast te lijf wil gaan omdat er geen geld is voor handhaving en de trappen niet ter discussie staan. GroenLinks vindt dat communicatie uitsluitend kan plaatsvinden in combinatie met andere maatregelen en is van mening dat de vraag gerechtvaardigd is of een tweede trap wel aangelegd moet worden, mede gelet op de bestaande goede bereikbaarheid van het gebied nabij de Wilhelminabrug. Naar aanleiding van de problematiek en de komende zomerperiode voor de boeg hebben wij de volgende vragen aan het college: 1. Hoe beoordeelt het college de gevolgen van de vervuiling in het licht van de aanwezige natuurwaarden (Natura 2000) en het beschermd stadsgezicht? (significante effecten?, ernstig/niet acceptabel, niet ernstig en acceptabel of anders?) 2. Gelet op de recente ervaring met de aanleg van een trap: overweegt het college nog steeds om bij de Wilhelminabrug een trap te plaatsen? Is het college bereid om gelet op de overwegend negatieve effecten - om (voorlopig) tot de aanleg af te zien? Zonee, waarom niet. 3. Is het college bereid om in de komende zomerperiode (op de dagen met zonnig weer en veel bezoekers) extra handhavingcontroles in dit gebied te laten plaatsvinden (m.a.w. een verzoek om de komende periode flexibiliteit in het handhavingsrooster in te bouwen en tijdelijk andere prioriteiten te stellen). Zoja, wanneer kan dit ingaan en zonee, waarom geen flexibiliteit? 4. Welke andere fysieke maatregelen zijn er volgens het college mogelijk om de overlast in het gebied effectief te voorkomen c.q. te beperken? Is het college bereid om deze in overleg met de beheerder en eigenaar te treffen? 5. Is het college bereid om op korte termijn met de natuurbeheerder en grondeigenaar van het gebied tot een aanpak te komen waarbij de overlast wordt voorkomen c.q. beperkt? Wilt u de raad op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit overleg? Met hartelijke groet, Rene Takens Tjeerd van der Meulen GroenLinks Deventer
Grote Kerkhof 1 Postbus 5000 7400 GC Deventer 14 0570 telefoon Aan de fractie van GroenLinks De heer T. van der Meulen en R. Takens Interne post 0570-693219 direct telefoonnummer gemeente@deventer.nl e-mail BO/ 2016-001153 12 juli 2016 kenmerk uw referentie datum H.M. Schuldink/H.A.G. van den Burg contactpersoon Schriftelijke vragen ex art 46 RvO over Aantasting IJsseluiterwaarden Worpzijde onderwerp Geachte heer Van der Meulen, geachte heer Takens, In uw brief van 22 juni heeft u ons college schriftelijke vragen ex art 46 RvO gesteld over de aantasting IJsseluiterwaarden Worpzijde. Ons antwoord is als volgt. Vraag 1 Hoe beoordeelt het college de gevolgen van de vervuiling in het licht van de aanwezige natuurwaarden (Natura 2000) en het beschermd stadsgezicht? (significante effecten?, ernstig/niet acceptabel, niet ernstig en acceptabel of anders?) De aanwezigheid van zwerfvuil heeft geen gevolgen voor de doelstellingen van het ter plaatse aanwezige Natura 2000-gebied. De doelstellingen daar zijn vooral op vogelsoorten. De structuur van de vegetatie en de rust in het gebied (tijdens de broedtijd) zijn essentieel. De aanwezigheid van zwerfvuil is wel een indicator van de onrust in het gebied. Indirect kan het dus wel gevolgen hebben, en zit er een keerzijde aan de verbeterde toegankelijkheid voor de mens. De aanwezigheid van zwerfvuil is evenmin van directe invloed op de feitelijke cultuurhistorische waarden in het beschermde stadsgezicht.
Er wordt geen landschappelijke of (steden)bouwkundige ingreep gepleegd in het beschermde stadsgezicht die de aanwezige waarden structureel aantasten. Vanzelfsprekend doet de aanwezigheid van zwerfvuil wel iets met de beleving van het gebied. Vraag 2 Gelet op de recente ervaring met de aanleg van een trap: overweegt het college nog steeds om bij de Wilhelminabrug een trap te plaatsen? Is het college bereid om gelet op de overwegend negatieve effecten - om (voorlopig) tot de aanleg af te zien? Zo nee, waarom niet? Bij de realisatie van Ruimte voor de Rivier is steeds het vertrekpunt geweest om het gebied voor de inwoners van Deventer beter te ontsluiten: dit gebied verdient het om beter te kunnen worden beleefd. Er is wel een soort gradatie toegepast: hoe dichter bij de stad, hoe meer het gebied ook betekenis voor de inwoners moet hebben. Hoe verder van de stad, hoe groter het accent op natuurwaarden moet liggen. Het gebied tussen de beide bruggen heeft daardoor grotere betekenis voor de mens, waarbij recreatieve aspecten belangrijk zijn. Om die reden blijft het college achter haar standpunt staan en wordt de trap gerealiseerd. Met de stichting IJssellandschap is de afspraak gemaakt dat de trap aan de Wilhelminabrug alleen buiten het broedseizoen kan worden gebruikt. In deze periode is het landschap en de natuur beleefbaar, zonder dat recreatiedruk effect heeft op de aanwezige natuurwaarden. Vraag 3 Is het college bereid om in de komende zomerperiode (op de dagen met zonnig weer en veel bezoekers) extra handhaving controles in dit gebied te laten plaatsvinden (m.a.w. een verzoek om de komende periode flexibiliteit in het handhavingsrooster in te bouwen en tijdelijk andere prioriteiten te stellen). Zo ja, wanneer kan dit ingaan en zo nee, waarom geen flexibiliteit? Onze handhavingstaken en prioriteiten worden jaarlijks bepaald in het Handhavingsuitvoeringsprogramma. Daarin is het handhaven op zwerfvuil geen speerpunt. Niettemin is het in beperkte mate mogelijk om goed getimede controles te doen plaatsvinden. Daarnaast wil het college door middel van gerichte communicatie de gebruikers van het gebied op hun verantwoordelijkheid aanspreken. Overigens is de samenleving ter plaatse van de Worp al erg actief. Vanuit de wijk wordt regelmatig een inzamelingsactie in het gebied gehouden, het geen door het college zeer wordt gewaardeerd. Vraag 4 Welke andere fysieke maatregelen zijn er volgens het college mogelijk om de overlast in het gebied effectief te voorkomen c.q. te beperken? Is het college bereid om deze in overleg met de beheerder en eigenaar te treffen? Het college plaatst aan de Worpzijde van de IJssel extra afvalbakken, in de hoop en het vertrouwen dat deze worden gebruikt waardoor zwerfafval vermindert. Vraag 5 Is het college bereid om op korte termijn met de natuurbeheerder en grondeigenaar van het gebied tot een aanpak te komen waarbij de overlast wordt voorkomen c.q. beperkt? Wilt u de raad op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit overleg?
Het college is vanzelfsprekend bereid om met alle betrokken partijen in gesprek te gaan om te komen tot een aanpak (naast het plaatsen van extra afvalbakken). Zo worden er meer en meer ervaringen opgedaan met een vernieuwde aanpak van overlast die vooral gericht zijn op beïnvloeding van het gedrag van mensen, of die inspelen op de beleving van de leefomgeving via kleine ingrepen in de openbare ruimte. Wij spannen ons in om dit proces te versnellen en de gevolgen daarvan te monitoren. Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer, de loco-secretaris, de burgemeester, M. Kossen ir. A.P. Heidema