Tweede Kamer der Stat-Geraal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19125 Wet op de studiefinanciering Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAP- PEN Aan de Voorzitter de Tweede Kamer der Stat-Geraal Zoetermeer, 7 augustus 1986 Hierbij zd ik u e overzicht de norm, zoals die het studiejaar 1986/1987 zull geld voor de vaststelling : I. de Rijksstudietoelage (RS) II. de tegemoetkoming in de studiekost (TS) III. de tegemoetkoming in de studiekost voor deeltijdstuderd. Zowel bij de regeling Rijksstudietoeslag als bij de regeling Tegemoetkoming studiekost is er reking mee gehoud, dat per 1 oktober 1986 het stelsel studiefinanciering voor voltijdstuderd 18 tot 30 jaar wordt ingevoerd (kamerstuk 19 125, nr. 84). De Minister Onderwijs wetschapp ai., C. P. Dijk Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 125, nr. 85 1
Financiële norm in het studiejaar 1986/1987 de 1. RIJKSSTUDIETOELAGEN VOOR STUDERENDEN IN HET WETEN- SCHAPPELIJK ONDERWIJS, IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS, AAN DE OPLEIDING TOT KLEUTERLEIDSTER EN VOOR STUDERENDEN VAN 21 JAAR EN OUDER IN HET OVERIG VOORTGEZET ONDERWIJS (VO) 1.1. uitkeringsbedrag In verband met de invoering per 1 oktober 1 986 de Wet op de studiefinanciering voor studerd 18 tot 30 jaar die volledig onderwijs volg, zal de regeling Rijksstudietoelag voor het studiejaar 1986/1987 alle betrekking hebb op de maand september 1986. In de toelage voor de maand september wordt reking gehoud met het collegegeld f 1604 voor studerd in het wetschappelijk onderwijs f 1 292 voor studerd in het beroepsonderwijs, alsmede met f 1030 lesgeld voor de studerd in het voortgezet onderwijs die voor e rijksstudietoelage in aanmerking kom. Hierdoor word de studerd met e rijkstudietoelage in staat gesteld de wettelijk verschuldigde onderwijsbijdrage te betal. In de toelage voor de maand september wordt voorts reking gehoud met e twaalfde deel de gormeerde budgett voor studiekost levsonderhoud. T opzichte het studiejaar 1985/1986 deze budgett ongewijzigd geblev. Zij bedrag op jaarbasis f 10 420 voor e uitwonde f6773 voor e thuiswonde studerde. Ook de andere uitkeringsbedrag, zoals die voor reiskost, de huwelijkstoeslag de eoudertoeslag, op jaarbasis ongewijzigd geblev. De toelage voor de maand september wordt bepaald door de berekde toelage op jaarbasis het bedrag voor de onderwijsbijdrage aan collegegeld c.q. lesgeld af te trekk. Het twaalfde deel het dan resterde bedrag is de toelage voor de maand september exclusief collegegeld c.q. lesgeld. De toelage voor de maand september wordt dan gevond door bij dat twaalfde deel het bedrag het collegegeld c.q. lesgeld op te tell (of het lagere bedrag indi de toelage op jaarbasis lager is dan het collegegeld c.q. lesgeld). 1.2. Vorm de toelage De vorm de toelage is t opzichte het studiejaar 1985/1 986 ongewijzigd geblev, zij het dat het bodembedrag, de het bedrag dat altijd in de vorm rteloos voorschot wordt verstrekt, nu op maandbasis moet word vastgesteld. Het zal in de maand september f 137 bedrag voor studerd in het wetschappelijk onderwijs f 133 voor studerd in het beroepsonderwijs. 2. Draagkrachtbepaling 2.1. draagkracht der ouders Het bedrag dat de ouders de aanvrager geacht word bij te drag, wordt in het huidige stelsel bepaald op grond hun inkom op grond hun vermog. de bereking de ouderlijke bijdrage uit inkom wordt uitgegaan de draagkracht beide ouders in het aan het studiejaar voorafgaande kalderjaar (peiljaar). In het algeme wordt daarvoor het belastbaar inkom maatgevd geacht. In de berekingsmethode op jaarbasis wordt het inkom e bepaald deel vrijgelat, de zogaamde «bijdragevrije voet», deze voet zal voor het studiejaar 1 986/1987 word gehandhaafd op f 27 270. Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 125, nr. 85 2
De bijdragevrije voet wordt verhoogd met e bedrag f3410 voor ieder t laste de ouders komd kind waarvoor ge rijksstudietoelage kan word of wordt aangevraagd. Van het inkom bov deze bijdrage vrije voet, verhoogd met de evtuele bedrag voor andere kinder, wordt e bepaald perctage berekd als mogelijke ouderlijke bijdrage. Dat perctage ouderlijke bijdrage wordt voor het studiejaar 1 986/1987 vastgesteld op 41,2%. Alimtatie e gescheid ouder aan de studt kan als ouderlijke bijdrage word gezi wordt in mindering gebracht op de toelage; het inkom de desbetreffde ouder wordt dan bij de bereking de toelage buit beschouwing gelat. Uitgangspunt bij de bereking de bijdrage uit vermog op jaarbasis is de belastbare som het vermog, zoals dat wordt vastgesteld bij de aanslag in de vermogsbelasting 1985 (het peiljaar). Dit is het vastgesteld vermog minus de belastingvrije som. Dit in aanmerking te nem ouderlijke vermog wordt verdeeld in schijv f 109 000 (vrijgestelde som vermogsbelasting tariefgroep 4). Als bijdrage wordt dan beschouwd: 2% de eerste schijf, 3% de tweede schijf, 4% de derde schijf 5% het meerdere. Indi meerdere studerd uit het gezin voor e rijksstudietoelage in aanmerking kom, wordt de aldus berekde ouderlijke bijdrage over die studerde kinder verdeeld. 2.2. draagkracht studerde De op de toelage in mindering te brg eig bijdrage de studerde wordt berekd uit de eig middel. Op de aldus berekde toelage wordt bij wijze eindtoets de zogaamde anti-cumulatieregel toegepast. De norm, die t aanzi de eig middel geld, in het studiejaar 1986/1987 ongewijzigd geblev. II. TEGEMOETKOMING IN DE STUDIEKOSTEN VOOR LEERLINGEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS (EXCL. HOGER BEROEPSONDERWIJS EN DE OPLEIDING TOT KLEUTERLEIDSTER) TOT 21 JAAR 1. Regelaanpassing 1.1. invoering WSF 18+ per 1 oktober 1986 In verband met de invoering per 1 oktober 1986 de Wet op de studiefinanciering voor studerd 18 tot 30 jaar die volledig onderwijs volg, zal bij de regeling Tegemoetkoming studiekost er reking mee word gehoud, dat studerd in het voortgezet onderwijs 1 8 jaar ouder onder de nieuwe regeling voor 18 tot 30-jarig kunn vall. Daarom zal de tegemoetkoming in de studiekost word beperkt voor deg die op 1 oktober 1986 18 jaar of ouder voor deg die na 1 oktober 1986 doch voor 2 juli 1987 18 jaar word. In de eerstgoemde situatie zal de tegemoetkoming word beperkt tot de maand augustus september. In de daarna goemde situatie wordt de tegemoetkoming beperkt tot: 5 maand, als de studerd vóór 2-1-1987 18 jaar wordt; 8 maand, als de studerd na 1-1-1987 doch vóór 2-4-1987 1 8 jaar wordt, 11 maand, als de studerde na 1-4-1987 doch vóór 2-7-1987 18 jaar wordt. De beperking houdt in, dat de tegemoetkoming die op jaarbasis kan word verkreg, wordt herleid door die tegemoetkoming te del door twaalf te vermigvuldig met het aantal maand, dat de studerde in het studiejaar onder de regeling Tegemoetkoming studiekost valt. De tegemoetkoming in het lesgeld valt evwel buit deze systematiek maandkorting. Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 1 25, nr. 85 3
1.2. lesgeld voor bov 17 jarig In verband met de invoering het lesgeld voor studerd in het VO, die op 1 juli 1986 18 jaar of ouder, is in de regeling de mogelijkheid e tegemoetkoming in dat wettelijk verschuldigde lesgeld opgom. Die tegemoetkoming bedraagt f 1030 tot e ouderlijk belastbaar inkom f (indi in het gezin meerdere t laste de ouder(s) komde kinder, wordt die grs per ander kind met f 1670 verhoogd). E gedeeltelijke tegemoetkoming in het lesgeld kan word verkreg als dat inkom meer is dan f doch niet dan f, welke grz eves met f 1670 word verhoogd per ander kind. De tegemoetkoming in het lesgeld wordt eind juli 1986 betaalbaar gesteld, zodat het lesgeld tijdig aan de instelling onderwijs kan word voldaan. 2. Financiële norm 2.1. Uitkeringsbedrag schooljaar 1986/1987 op jaarbasis De maximale tegemoetkoming in de directe studiekost (boek, leermiddel) zal f300 bedrag voor leerling die op 31 juli 1987 16 jaar of jonger, f 700 voor leerling die op die datum 17 of ouder. De maximale tegemoetkoming in de overige studiekost voor leerling die op 31 juli 1987 16, 17 of 18 jaar, bedraagt f 1000. Voor thuiswonde leerling kan e tegemoetkoming in de reiskost word verled, indi de woonplaats de leerling e andere plaats is dan de plaats waar de school is gevestigd de afstand ctrum naar ctrum méér dan 8 km bedraagt. De maximale tegemoetkoming bedraagt in dat geval f39 per kilometer tot e maximum f 1170, indi de leerling op 31 juli 1987 19 of jonger is; leerling die op 31 juli 20 jaar of ouder kunn e tegemoetkoming krijg f49 per kilometer met e maximum f 1470. Indi de leerling op kamers woont of in e internaat verblijft, kan naast de tegemoetkoming in de directe studiekost e tegemoetkoming word verstrekt in de meerkost het uitwond. Deze bedraagt voor het komde schooljaar f3020 voor leerling die op 31 juli 1987 18 jaar of jonger f5180 voor leerling die op die datum 19 jaar of ouder. In het schooljaar 1986/1987 zal e tegemoetkoming in het lesgeld f 1030 kunn word verled t behoeve de studerde die op 1 juli 1986 18 jaar of ouder is. 2.2. ouderlijke draagkracht Het uitgangspunt voor de bereking de tegemoetkoming is de financiële draagkracht de ouders. Deze wordt in het algeme bepaald door het belastbaar inkom beide ouders in 1985, het vermog de ouders het aantal kinder dat op 31 december 1985 t laste de ouders kwam. E maximale tegemoetkoming zal in de regel, er uitgaande dat ge sprake is vermog, mogelijk tot e belastbaar inkom in 1985 f 27 270. Voor de tegemoetkoming in het lesgeld ligt die grs op f. Deze inkomsgrz word verhoogd met f 1670 voor elk de ouders afhankelijk kind. Is het inkom, dan wordt niet de maximale tegemoetkoming verled. De dan te verl tegemoetkoming kan word afgelez bijgaande tabel (zie bijlage). Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 125, nr. 85 4
Is er sprake ouderlijk vermog, dan wordt e bijdrage daaruit op de te verl tegemoetkoming in de studiekost in mindering gebracht De ouderlijke bijdrage uit vermog wordt als volgt bepaald. Uitgangspunt is de belastbare som, zoals die bij de aanslag in de vermogsbelasting 1985 is vastgesteld. Deze som wordt verdeeld in schijv f 109 000. De ouderlijke bijdrage is dan 2% de eerste schijf, 3% de tweede schijf, 4% de derde schijf 5% het meerdere. Indi door e of meer andere kinder uit het gezin e rijksstudietoelage is aangevraagd, wordt de ouderlijke bijdrage uit vermog eerst aangewd ter dekking die studietoelage(n). 3. Wijze betaling De tegemoetkoming de directe studiekost voor thuiswonde leerling zal in één termijn betaalbaar word gesteld. De tegemoetkoming in de reiskost alsmede de tegemoetkoming in de meerkost t behoeve uitwonde leerling, zull in de regel in twee gelijke termijn word betaald. De eerste termijn wordt zo mogelijk begin augustus de tweede begin januari uitgekeerd. De tegemoetkoming in de overige studiekost zal in de regel in vier termijn, te wet eind september, begin januari, eind maart eind juni word uitbetaald. De tegemoetkoming in het lesgeld wordt eind juli 1986 betaalbaar gesteld. De tegemoetkoming wordt aan de ouders de leerling toegekd indi de leerling op 1 augustus 1 986 jonger dan 18 jaar is. Is de leerling op die datum 18 jaar of ouder, dan wordt de tegemoetkoming aan de leerling zelf toegekd. III. TEGEMOETKOMING IN DE STUDIEKOSTEN VOOR STUDERENDEN IN HET MONDELING DEELTIJD- EN SCHRIFTELIJK ONDERWIJS VAN 21 JAAR EN OUDER 1. De werkingssfeer de regeling de werkingssfeer deze regeling moet e onderscheid word gemaakt tuss mondelinge deeltijdstudies schriftelijke cursuss. a. mondelinge deeltijdstudies E tegemoetkoming is mogelijk voor e op grond e onderwijswet door het Rijk bekostigde deeltijdstudie die opleidt tot e (deelcertificaat e) diploma in één de volgde onderwijssoort: - het lager, middelbaar algeme vormd onderwijs (LAVO, MAVO HAVO); - het voorbereidd wetschappelijk onderwijs (VWO); - het lager, middelbaar beroepsonderwijs (LBO, MBO HBO); - het beroepsbegeleidd onderwijs (BBO); - het middstandsonderwijs; - het wetschappelijk onderwijs (WO). b. het schriftelijk onderwijs Voorwaarde is dat de instelling schriftelijk onderwijs door de minister onderwijs wetschapp is erkd. E tegemoetkoming is dan mogelijk voor: - e cursus/opleiding die opleidt tot e (deelcertificaat e) diploma in één de onderwijssoort, die goemd bij het mondeling deeltijdonderwijs, dan wel tot e diploma met e zelfde civiele waarde. Tweede Kamer, vergaderjaar 1 985-1986, 19 125, nr. 85 5
- de volgde cursuss. VEMSA (voorbereidd exam middelbaar sociaal-agogische arbeid);. VMBO (vooropleiding middelbaar beroepsonderwijs);. BVB (brugdiploma verplegde verzorgde beroep);. VHBO (vooropleiding beroepsonderwijs). 2. Financiële norm 2.1. De draagkracht de studerde evtuele partner Het uitgangspunt voor de bereking de tegemoetkoming is de financiële draagkracht de studerde of haar partner. Deze wordt bepaald aan de hand het netto-inkom de studerde - indi toepassing - de partner ontg over de drie kaldermaand direct voorafgaande aan de periode in ieder studiejaar waarin de cursus c.q. opleiding wordt gevolgd. Vakantiegeld, huursubsidie bepaalde toelag op grond de Algeme standswet (bijvoorbeeld voor woonkost, huurgewning, kost voor kinderopg, dieetkost, zovoort) word bij de bepaling het netto-inkom buit beschouwing gelat, terwijl, indi er sprake is e particuliere of vrijwillige ziektekostverzekering, de premie deze verzekering (dus niet de verplichte ziekfondspremie) op het netto-inkom in mindering wordt gebracht. De aldus bepaalde netto-inkomst in de eerder goemde drie kaldermaand word verminderd met de in die periode toepassing de normbedrag ingevolge de Algeme standswet (exclusief vakantiegeld). De bijstandsnorm per 1 januari 1986 voor de verschillde categorieën : Categorie Maandbedrag (afgerond op hele gulds) (echt(paar f 1493 allestaande ouder f 1344 allestaande (zelfstandig wond) 23 jaar of ouder f 1045 22 jaar f 897 21 jaar f 781 tusstijdse aanpassing bovvermelde bedrag per 1 januari 1987, wordt de nieuwe bedrag uitgegaan. T einde de eig bijdrage in de studiekost op studiejaarbasis te berek wordt dit verschil - indi positief - met 4 vermigvuldigd. Op deze op jaarbasis berekde eig bijdrage mag voor ieder kind waarvoor kinderbijslag wordt got, f 1 670 in mindering word gebracht. Blijft er dan nog e bedrag over, dan wordt dit bedrag als eig bijdrage in mindering gebracht op de evtueel te verstrekk tegemoetkoming, met di verstande dat indi de studie in dat studiejaar korter duurt dan 12 maand, de eig bijdrage in de studiekost naar verhouding het aantal maand zal word berekd. 2.2. De uitkeringsbedrag in het studiejaar 1986/1987 Indi het e bekostigde mondelinge deeltijdstudie betreft, kan e tegemoetkoming word verstrekt voor: - het wettelijk verschuldigde bedrag aan cursusgeld of college- inschrijvingsgeld; Tweede Kamer, vergaderjaar 1 985 1986, 19 1 25, nr. 85 6
- het wettelijk verschuldigde bedrag aan examgeld (uitsluitd toepassing bij Staatsexams); - boek leermiddel tot e maximum f700 per studiejaar; - reiskost. Hiervoor kan alle e vergoeding word gegev als de afstand tuss het ctrum de woonplaats het ctrum de studieplaats (kele reis) méér dan 8 km bedraagt. De vergoeding is f49 per kilometer per studiejaar bij vier of meer reisdag per week, tot t hoogste f 1470 (bij e kelvoudige reisafstand 30 km of meer). Wordt minder dan 4 dag per week gereisd, dan wordt voor iedere «reisloze» dag Vt deel in mindering gebracht. De vergoeding het volg e schriftelijke cursus kan e tegemoetkoming word verstrekt in: - de cursuskost tot de som het in het vergelijkbare mondeling deeltijdonderwijs wettelijk verschuldigd cursusgeld de maximum vergoeding voor boek leermiddel f700. - het verschuldigde examgeld (uitsluitd toepassing bij Staatsexams) - de reiskost (alle als voor de cursus aanvulld mondeling onderwijs noodzakelijk is). De maximale vergoeding bedraagt dan één dagretour opbaar vervoer (tweede klas) per maand. 3. De vorm de toelage De toelage zal in de vorm e beurs word verstrekt. 4. Wijze betal Als de studieperiode korter is dan 7 maand of als de studie aangt in de maand januari het studiejaar of later, wordt de vastgestelde tegemoetkoming in één termijn betaald. In alle andere gevall wordt de tegemoetkoming in twee termijn betaalbaar gesteld. De eerste of ige termijn wordt zo spoedig mogelijk overgemaakt, de tweede termijn volgt in de maand januari. betaling in twee termijn wordt, afhankelijk de onderwijssoort, betaald: Voor het mondeling deeltijdonderwijs Voor schriftelijke cursuss In de eerste termijn: Het cursusgeld/collegegeld, de boek leermiddel, de helft de reiskost. de helft het cursusgeld, de helft de evtuele boek leermiddel, de helft de reiskost. In de tweede termijn: Het examgeld het resterde deel de reiskost. het examgeld het resterde deel de studiekost. Als het tweede termijnbedrag f 100 of minder bedraagt, wordt de tegemoetkoming eves in één termijn betaald. Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 125, nr. 85 7
lage bij Regeling Tegemoetkoming studiekost (II) Normtabel tegemoetkoming studiekost schooljaar 1986 1987 (alle bedrag staan in hele gulds) ATTENTIE! De hieronder in de kolomm I IV vermelde bedrag geld voor het gehele schooljaar 1986/1987. Leerling echter die op 1 oktober 1986 18 jaar of ouder, of die niet later dan op 1 juli 1987 18 jaar word, vall onder de nieuwe Wet op de Studiefinanciering voor h wordt e tegemoetkoming beperkt tot het aantal maand dat ze nog niet onder de nieuwe wet vall. 1 kind e inkom 2 kinder e inkom 3 kinder e inkom 4 kinder e inkom 5 kinder e inkom 6 kinder e inkom 7 kinder e inkom Kolom 1 Tegemoetkoming in de directe studiekost (boek leermiddel) leerling die op 31 juli 1987 Kolom II Kolom III Tegemoet- Tegemoetkoming in kcming in de reiskost de overige thuiswonde studiekost leerling die op leer- 31 juli 1987 ling die op 31 iuli 1987 Kolom IV Tegemoetkoming in de meerkost uitwonde leerling die op 31 juli 1987 Kolom V Tegemoetkoming in het wette lijk lesgeld 16 jaar of jonger 17 jaar of ouder 16, 17 of 18 jaar oud 19 jaar of 20 jaar of jonger ouder 18 jaar of 19 jaar of jonger ouder 27 270 28 940 30 610 32 280 300 700 1000 1170 1470 3020 5180 1030 28 940 30 610 30610 32 280 32 280 150 525 950 0 350 900 1170 1170 1470 2850 4870 1030 1470 2680 4550 1030 32 280 0 175 850 0 0 800 0 0 640 780 780 390 980 2520 4240 1030 980 2350 3920 1030 490 2110 3430 1030 0 0 480 390 490 1880 2940 1030 48 980 0 0 320 0 0 1650 2450 1030 48 980 50 650 0 0 160 0 0 1410 1960 1030 48 980 50 650 52 320 0 0 0 0 0 1180 1470 1030 45 641 47 311 48 980 48 981 48 980 50 650 50 651 50 650 52 320 52 321 52 320 53 990 53 991 53 990 0 0 0 0 0 790 980 687 55 660 0 0 0 0 0 390 490 343 55 661 0 0 0 0 0 0 0 0