Blad- en levermossen van Meinerswijk Klaas van Dort & Michel Zwarts

Vergelijkbare documenten
Mossig Nieuws no februari 2018

Mossig Nieuws no februari 2019

Mossig Nieuws no januari 2018

Voorkomen van mossen op enkele kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken

Mossen in de tuin. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van veel voorkomende mossen in de tuin. Jan Kersten Riek van den Bosch

Mossig Nieuws no april 2019

Mossen op bomen. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van mossen op bomen. Jan Kersten Riek van den Bosch

Mossen van de Damvallei (Destelbergen) Verslag van de excursie op 27 april 2013

De teloorgang van een rijke bryoflora op forten bij Utrecht

Mossig Nieuws no oktober 2018

De mossen van het kasteeldomein Cantecroy (Mortsel, provincie Antwerpen)

De Eendagsexcursie naar de duinen bij de. Wassenaarse Slag (Ganzenhoek. Joop Kortselius. Inleiding

De mossen van het Wijboschbroek

niet hadden ontwikkeld. struiken konden toch diverse de kalkstenen die tijdens de zuiderzeewerken ten westen van de Wielse van de lunch, gezocht naar

85 98 Hypnum pratense Hypnum cupressiforme var. lacunosum

Mossen langs de Zandwetering in Baarlerhoek in de gemeente Deventer.

De bryoflora van het Zalkerbos (Ov.)

DE MOSSEN VAN VENRODE EN OMGEVING

De bryoflora van vier terreinen in Zuidwest-Gelderland opnieuw onderzocht

SLOBKOUSNIEUWS 10 jrg7

MOSSEN LANGS DE BEERZE

DE MOSSEN VAN DE REGTE HEIDE EN HET RIELS LAAG

Mossen in het Robbenoord- en Dijkgatbos (Wieringermeer)

Buxbaumiella 72 november 2005

DE MOSFLORA VAN DE ALPHENSCHE BERGEN

Oud Kolland in beeld. Hans Wondergem

De mossen van de Groninger waddeneilanden. 2. Rottumeroog, Vuurtorenduin en Zuiderduin

De mossen van het Weerterbos

SLOBKOUSNIEUWS 4 jrg9

Op zoek naar Vloedschedemos (Timmia megapolitana) in de Otter- en Sterlinggriend in de Sliedrechtse Biesbosch

De mossen van De Geelders

Steenbewonende mossen van Capelle aan den IJssel tot Cadzand Notities uit het veld

De mossen van De Geelders

Sedum-daken in Hengelo met bijzondere mossen voor Twente

Nieuwe soorten en nieuwe namen. Het verleden herleeft. Henk Siebel 2017

De mossen van Vlieland

Eendagsexcursie Boswachterij Dorst

10 Buxbaumiella 59 (2002)

BLWG-voorjaarskamp 2015 rond Balkbrug mossen

Voorjaarskamp 1998 in de omgeving van Herbricht

Buxbaumiella KNNV. Nummer 28. van. Juni Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

SLOBKOUSNIEUWS 9 jrg9

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 100 juni mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep

De mossen van de Maashorst. Inventarisatieproject van de mossenwerkgroep KNNV, afdeling Eindhoven

De mossen van de Meinweg

De mossen van de Reuselse Moeren

SLOBKOUSNIEUWS 03 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 14 jrg7

Mossen zoeken in Rotterdam: Mag ik ook vragen wat u aan het doen bent?

Indeling in ecologische groepen

De mossen van de Groninger waddeneilanden.

SLOBKOUSNIEUWS 13 jrg6

SLOBKOUSNIEUWS 50 jrg8

De Konvo Een uitgave van het KNNV Amersfoort e.o. - 3 december 2010 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Bryologisch verslag van het voorjaarsweekend

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 86, mei mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep

SLOBKOUSNIEUWS 02 jrg7

Buxbaumiella 67 augustus 2004

Mossen en korstmossen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen

Nederlandstalige naamlijst van de mosflora van Nederland en België. Buxbaumiella 61 november 2002

Vloedschedemos (Timmia megapolitana) ecologisch en plantensociologisch beschouwd

Buxbaumiella 66 januari 2004

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 81, augustus mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep

University of Groningen. The decline of the flora of dutch megalithic tombs Boele, C; van Zanten, B.O. Published in: Lindbergia

Buxbaumiella HRI19 WERKGROEP UCUEHOLQOISCUE. BRYOLOaiSCUE. k n n v

De mossen van Schiermonnikoog

Blad-, lever-, en korstmossen op Rottumerplaat in 2012

SLOBKOUSNIEUWS 5 jrg6

De mossen van Hortus De Wolf, Haren (Groningen)

VERSLAG GERIEFHOUTBOSJES EN RIETPUT

12 Buxbaumiella 68 (2004)

Mossen en vaatplanten op dood beukenhout in bosreservaat Kersselaerspleyn (Zoniënwoud, Vlaanderen)

Gemeente Giro G 183 (via postgiro 13500) t.n,v. S.Groenhuijzen. ... pag. 56. Holland, voornameli jk in het Noordhollands Duinreservaat... pag.

Mossen en korstmossen op aangevoerde olijfbomen en geïmporteerde stenige substraten

Een 19 de -eeuws mossenherbarium in het Regionaal Archief Zutphen

Buxbaumiella 71 augustus 2005

SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9

Buxbaumiella 59 januari 2002

Buxbaumiella 51. april Uitgegeven door de. Bryologische en Lichenologische Werkgroep

Een recente vondst in Nederland van gestippeld lichtvlekje, Phlyctis agelaea, op es in de Biesbosch

Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 2000 in het Noord-Hollands Duinreservaat

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport

Buxbaumiella IIRIIS WERKGROEP BRY0ÜDQ1SCUE. UCUEnOLOÖISQIË K M M V

maart 2010 ONDER DE LOEP Mededelingen en convocaties afdeling Hengelo / Oldenzaal

Determinatiesleutel en veldnotities voor de soorten van het geslacht Orthotrichum Hedw. in Nederland en België

Biatoridium monasteriense Lahm ex Körb. nieuw voor Nederland

SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg6

Inleiding. Het Najaarsweekend 1990 op de Noord-Veluwe. was het september. Vertrekpunt NBAS-Bondshuis, de jeugdherberg te

Buxbaumiella 50 deel 2

stencil-proced5 (dit is een hint voor de copy-schrijversj), De geringe Uitgegeven door de Dryologische Werkgroep

Buxbaumiella HR120 UCUEH0LQQ1SCHE WERKGROEP BRYOÜOQISCUE. K M n V

Veranderingen in de mosflora van de Bennekomse Meent en de Bennekomse Hooilanden na maatregelen tot herstel van blauwgrasland

Index Buxbaumiella 26-50

Lejeunea lamacerina (gevleugeld tuitmos), een zuidelijk oceanisch levermos nieuw voor Nederland

DE associaties die de bryophyten in de duinen vormen zijn arm aan soorten, in vele

Mossen van de Stippelberg

Het Natuurmo(NU)mentje Nieuwsbrief voor vrijwilligers in de Kempen en Midden-Limburg nr 4 juli 2011

zijn reis door Nederland,

SLOBKOUSNIEUWS 48 jrg6

Soortenrijkdom van mossen in relatie tot bosbeheer

Transcriptie:

Blad- en levermossen van Meinerswijk Klaas van Dort & Michel Zwarts Inleiding Meinerswijk is de grootste van de reeks uiterwaarden die als een brede groene zone langs de Rijn dwars door Arnhem loopt. Meinerswijk heeft een oppervlakte van ongeveer 240 ha, waarvan 80 ha. water en 160 ha grasland. De 160 ha grasland wordt voor ongeveer de helft intensief beheerd. De resterende 80 ha wordt extensief begraasd en is deels spontaan verworden tot ruigte en bos. En vanwege dat spontane bos staat Meinerswijk volop in de belangstelling. In 2003 is er een populatie van de Orthotrichum rogeri ontdekt. Dit epifytische bladmos is in heel Europa uiterst zeldzaam. Daarom heeft de Europese Unie de soort opgenomen in bijlage II van de Habitatrichtlijn. Dit houdt in dat de lidstaten verplicht zijn om zorg te dragen voor de bescherming van de gebieden waar Orthotrichum rogeri voorkomt (Janssen & Schaminée 2004). Een zeldzaamheid komt zelden alleen. De spectaculaire vondst van de Orthotrichum rogeri vormde daarom de aanleiding om in 2004 en 2005 de mossen van Meinerswijk integraal te inventariseren en daarna te volgen. De mosflora wordt in de volgende paragrafen per biotoop onder de loep genomen. Wilgenbos Meinerswijk is voor een deel begroeid met Schietwilgenbos en wilgenstruweel. Hier en daar zijn spontaan vlieren en berken opgeslagen. Typerend zijn Bryum cappilare, Leskea polycarpa, Amlystegrium serpens, Rhynchostegium confertum en de veel zeldzamere epifyten Leucodon sciuroides en Anomodon viticulosus. Op de soortenlijst van Meinerswijkse wilgen prijken bovendien maar liefst dertien soorten van het geslacht Haarmuts! Dalende zwaveldioxide concentraties, en wellicht de opwarming van het klimaat, liggen ten grondslag aan de opmerkelijke opmars die Haarmutsen zijn begonnen. Dit heeft niet alleen geleid tot de terugkeer van inheemse soorten, er komen zelfs nieuwe bij, zoals Orthotrichum obtusifolium, O. pallens en O. rogeri. Orthotrichum rogeri (foto Michel Zwarts)

De eerste vondst van Orthotrichum rogeri werd in 1990 gedaan in de Biesbosch. Tot nu toe zijn in Nederland veertien vondsten bekend, de meeste in jong wilgenbos langs de grote rivieren, langs beken en in jonge aanplanten van zomereik. Individuele planten zijn in verband met hun korte levensduur en de snelle successie in deze milieutypen zelden terug te vinden op dezelfde plaats. Orthotrichum rogeri is een pionier van matig voedselrijke schors. Het geeft de voorkeur aan open wilgenbossen of struwelen waar het meestal groeit op horizontale of scheve takken en stammen. Alle groeiplaatsen liggen in de buurt van water. Kennelijk eist Orthotrichum rogeri een hoge luchtvochtigheid. Bovendien heeft Orthotrichum rogeri veel licht nodig. De standplaatsen in Meinerswijk voldoen aan deze eisen. De rijkste vindplaats betreft een forse, deels vrijstaande wilg aan de rand van een struweel, vlakbij een plas. De planten groeien op horizontale takken op één tot twee meter boven de grond. s Winters kan zonlicht onbelemmerd toetreden; van mei tot november krijgen de takken voldoende beschutting dankzij het opgroeien van een ruigte met bramen en brandnetels. De wilgen staan bij extreme rivierwaterstanden onder water. Als gevolg van de toevoer van voedingsstoffen tijdens inundaties is de kruidlaag van de wilgenbossen nogal weelderig ontwikkeld. Braam, brandnetel en klit zijn de overheersende soorten. Ze vormen een s zomers vrijwel ondoordringbare ruigte. Op de bosgrond vormt het trio Amblystegium serpens, Oxyrrhynchium hians en Brachythecium rutabukum uitgestrekte matten. Deze in voedselrijk milieu algemene slaapmossen verdragen de concurrentie van ruigtekruiden bijzonder goed. De meeste bosmossen zijn echter gevoelig voor concurrentie en delven in de strijd om licht en ruimte het onderspit. Bijzondere bodemmossen zijn in Meinerswijk dan ook niet aangetroffen. Grasland De mosflora van de intensief beweide graslanden in Meinerswijk omvat algemeen voorkomende slaapmossen zoals Brachythecium rutabulum en Rhytidiadelphus squarrosus. In een dichte grasmat zien andere mossen weinig kans om zich te vestigen. In de extensief begraasde graslanden is dit wel het geval. Dankzij de activiteiten van Koniks en Galloway-runderen ontstaan plaatselijk open plekken in de grasmat. Opengetrapte weilanden, steilkantjes en vooral oevers van uiterwaardplassen bieden kansen aan pioniermossen. Bijzonder interessant in dit verband is de Plas van Bruil. Op de brede oever van deze zandwinplas zijn zeven verschillende Knikmossen vastgesteld. Bovendien groeien er het zeldzame Microbryum davallianum var. davallianum en twee Rode lijstsoorten, te weten Weissia controversa var. controversa en Brachythecium mildeanum. Doorlaatbrug (foto Michel Zwarts)

Steen De soortenlijst van Meinerswijk wordt flink opgekrikt door een aantal epilieten. In de uiterwaard waren vroeger drie steenfabrieken in bedrijf. Als stille getuigen liggen overal bakstenen in het terrein. Hier vinden we onder meer: Schistidium crassipilum, S. apocarpum, Didymodon vinealis en Rhynchostegium murale. Het zeldzame Leptobarbula berica is uitsluitend aangetroffen op poreuze, permanent vochtige bakstenen die half in de oever van de Rijnoever begraven liggen. Op zo n steen is ook Scleropodium cespitans gevonden. Daarnaast zijn er sluismuurtjes, oude bunkers en een betonnen keermuur aanwezig. Een fraai voorbeeld van een soortenrijke mosbegroeiing is aanwezig op de betonnen keermuur (doorlaatbrug) in het westen van Meinerswijk. s Winters staat deze waterkering regelmatig onder water, maar s zomers zijn de mossen urenlang aan de zon blootgesteld. Ondanks deze extreme omstandigheden is de keermuur toch vrijwel volledig door mossen bedekt, onder meer door Rhynchostegium murale en Didymodon vinealis. Plaatselijk is Orthotrichum cupulatum van de partij, een zeldzame steenbewoner die wat verspreiding betreft vrijwel beperkt is tot het rivierengebied. Uiterst spectaculair is de vondst van Grimmia ovalis. Het viel op als een forse, steriele pol te midden van Didymodon nicholsonii, Schistidium crassipilum, Brachythecium populeum en Grimmia pulvinata. De lange versmalde bladen, met sterk ingerolde bladranden zijn kenmerkend. Fissidens crassipes - Watervedermos (foto Michel Zwarts) Een voor het rivierengebied typerende bijzonderheid vormen de vele basaltblokken die in beschoeiingen en kribben zijn verwerkt. In een zone vlak boven de gemiddelde waterlijn blijven de stenen vrijwel continu vochtig door opspattend water. Ze worden ook nog eens regelmatig overstroomd. Dit biotoop is het walhalla voor mossen die periodiek veel voedselrijk vocht nodig hebben. Kenmerkend voor de spatzone op de kribben in de Rijn zijn onder meer Rhynchostegium riparioides, Didymodon nicholsonii en D. sinuosus, en Amblystegium fluviatile en A. tenax. Fissidens crassipes is beperkt tot beschutte vochtige bakstenen. De stenen onder water dragen eveneens een geheel eigen mosbegroeiing met bladmossen als Schistidium platyphyllum, Cinclidotus danubicus C. fontinaloides en C. riparius. Twee echte specialisten zijn Octodiceras fontanum en Fontinalis antipyretica. Ze leiden doorgaans een onopgemerkt bestaan onder water en worden daarom alleen bij extreem laag water ontdekt. Ze blijken dan helemaal niet zo zeldzaam te zijn als wel wordt gedacht. Uitdroging is echter al snel dodelijk voor deze fijnproevers.

Aangetroffen soorten (kaartje van de verspreiding van soorten naar zeldzaamheid) In Meinerswijk zijn in totaal 113 soorten aangetroffen. Een extreem hoog aantal, in totaal 40 soorten, staat te boek als zeer zeldzaam (2), zeldzaam (11) of vrij zeldzaam (27). Zeven soorten staan op de Rode lijst (zie soortenlijst). Meestal komen zeldzame mossen voor in geringe hoeveelheden: een plukje hier en een plukje daar. Zo niet in Meinerswijk. Sommige landelijk schaarse epifyten bereiken er opmerkelijk hoge dichtheden. Een indruk geeft tabel 1 waarin het aantal bomen is vermeld waarop zeldzame mossen zijn vastgesteld. Orthotrichum rogeri is op drie bomen gevonden, een unicum voor Nederland. Sterker nog: één boom huisvest al vier jaar lang meer dan twintig polletjes en gezien de zeldzaamheid van deze epifyt in het verspreidingsgebied bevindt zich in Meinerswijk misschien wel de grootste populatie van geheel Europa! Tabel 1: Zeldzame epifyten in Meinerswijk Soort Aantal Soort Aantal Soort Aantal bomen bomen bomen Orthotrichum pulchellum 60 Ulota phyllantha 9 Anomodon viticulosus 1 Orthotrichum tenellum 47 Orthotrichum speciosum 7 Homalia trichomanoides 1 Orthotrichum striatum 35 Orthotrichum obtusifolium 6 Leucodon sciuroides 1 Orthotrichum lyellii 20 Orthotrichum rogeri 3 Orthotrichum stramineum 1 Syntrichia laevipila 11 Ulota crispa 3 Platygyrium repens 1 Vliermos 10 Orthotrichum pallens 2 Zygodon conoideus 1 Om de waardevolle mosflora van Meinerswijk enigszins in perspectief te zetten, is een vergelijking gemaakt met twee andere gebieden in de uiterwaarden van de Rijn: de Bovenste Polder bij Wageningen en de Blauwe Kamer bij Rhenen (tabel 2). De gebieden zijn in grootte vergelijkbaar en herbergen dezelfde biotopen als Meinerswijk. Beide terreinen zijn geïnventariseerd door de Mossenwerkgroep Wageningen in de periode 2002-2004. Tabel 2: Verdeling van de soorten over de zeldzaamheidscategorieën (percentages) Meinerswij Bovenste Polder 2 Blauwe Kamer 1 Totaal aantal soorten 107 82 70 Aantal zeldzame soorten 43 25 17 Aantal Rode lijstsoorten 5 2 1 1 Bron: BLWG Databank Mossen. 2 Bron: Mossenwerkgroep KNNV Wageningen Uit tabel 2 blijkt dat in Meinerswijk niet alleen aanzienlijk meer soorten zijn gevonden, maar ook dat er veel meer zeldzaamheden voorkomen. Conclusie Meinerswijk is voor mossen een bijzonder waardevol gebied. Er groeien veel zeldzame mossen in flinke aantallen. Eén daarvan is de Habitatrichtlijnsoort Orthotrichum rogeri. Ook de keermuur van de oude doorlaatsluis is bescherming waard. De bijzondere mosflora is één van de redenen waarom de afdeling Arnhem van de KNNV en de Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort een zienswijze hebben ingediend om het Natura2000 gebied Gelderse Poort uit te breiden met de uiterwaarden van Arnhem. Soortenlijst Bladmossen Wetenschappelijk naam Nederlandse naam Rode lijst Zeld. Aloina aloides Gewoon aloëmos z Amblystegium fluviatile Rivierpluisdraadmos zz Amblystegium serpens Gewoon pluisdraadmos a Amblystegium tenax Waterpluisdraadmos z Amblystegium varium Oeverpluisdraadmos a Anomodon viticulosus Groot touwtjesmos BE zz Barbula convoluta Gewoon smaragdsteeltje a Barbula unguiculata Kleismaragdsteeltje a Brachythecium albicans Bleek dikkopmos a Brachythecium mildeanum Moerasdikkopmos KW z

Brachythecium populeum Penseeldikkopmos a Brachythecium rutabulum Gewoon dikkopmos a Brachythecium salebrosum Glad dikkopmos a Brachythecium velutinum Fluweelmos a Bryoerythrophyllum recurvirostre Oranjesteeltje a Bryum argenteum Zilvermos a Bryum barnesii Geelkorrelknikmos a Bryum caespiticium Zodeknikmos a Bryum capillare Gedraaid knikmos a Bryum dichotomum Grofkorrelknikmos a Bryum gemmiferum Fijnkorrelknikmos a Bryum pseudotriquetrum Veenknikmos a Bryum rubens Braamnolknikmos a Calliergonella cuspidata Gewoon puntmos a Ceratodon purpureus Gewoon purpersteeltje a Cinclidotus danubicus Diknerfkribbenmos z Cinclidotus fontinaloides Gewoon kribbenmos z Cinclidotus riparius Langsteelkribbenmos z Cirriphyllum crassinervium Bossig spitsmos zz Cryphaea heteromalla Vliermos z Dialytrichia mucronata Riviermos zz Dicranella staphylina Knolletjesgreppelmos a Dicranella varia Kleigreppelmos a Dicranoweisia cirrata Gewoon sikkelsterretje a Didymodon fallax Kleidubbeltandmos a Didymodon luridus Breed dubbeltandmos z Didymodon nicholsonii Rivierdubbeltandmos z Didymodon rigidulus Broeddubbeltandmos a Didymodon sinuosus Bros dubbeltandmos z Didymodon vinealis Muurdubbeltandmos a Drepanocladus aduncus Moerassikkelmos a Fissidens crassipes Gewoon riviervedermos a Fissidens taxifolius Kleivedermos a Fontinalis antipyretica Gewoon bronmos a Funaria hygrometrica Gewoon krulmos a Grimmia ovalis Gezoomd muisjesmos GE zzz Grimmia pulvinata Gewoon muisjesmos a Homalia trichomanoides Spatelmos z Homalothecium sericeum Gewoon zijdemos a Hypnum cupressiforme Gesnaveld klauwtjesmos a Kindbergia praelonga Fijn laddermos a Leptobarbula berica Steentjesmos zz Leptobryum pyriforme Slankmos a Leptodictyum riparium Beekmos a Leskea polycarpa Uiterwaardmos a Leucodon sciuroides Eekhoorntjesmos BE zz Microbryum davallianum var. davallianum Wintermos z Octodiceras fontanum Watervedermos z Orthotrichum affine Gewone haarmuts a Orthotrichum anomalum Gesteelde haarmuts a Orthotrichum cupulatum Bekerhaarmuts z Orthotrichum diaphanum Grijze haarmuts a Orthotrichum lyellii Broedhaarmuts z Orthotrichum obtusifolium Stompe haarmuts zz Orthotrichum pallens Kale haarmuts zz Orthotrichum pulchellum Gekroesde haarmuts z Orthotrichum rogeri Orthotrichum rogeri GE zzz Orthotrichum speciosum Ruige haarmuts zz Orthotrichum stramineum Bonte haarmuts zz Orthotrichum striatum Gladde haarmuts z Orthotrichum tenellum Slanke haarmuts zz Oxyrrhynchium hians Kleisnavelmos a Oxyrrhynchium speciosum Moerassnavelmos a Phascum cuspidatum Gewoon knopmos a Physcomitrella patens Slibmos a Physcomitrium pyriforme Gewoon knikkertjesmos a Plagiomnium affine Rond boogsterrenmos a Plagiomnium cuspidatum Spits boogsterrenmos a Platygyrium repens Kwastjesmos z Pohlia melanodon Kleipeermos a Pseudocrossidium hornschuchianum Spits smaragdsteeltje a Pseudoscleropodium purum Groot laddermos a Pylaisia polyantha Boommos zz Rhynchostegium confertum Boomsnavelmos a Rhynchostegium murale Muursnavelmos a Rhynchostegium riparioides Watervalmos a

Rhytidiadelphus squarrosus Gewoon haakmos a Schistidium apocarpum Gebogen achterlichtmos zz Schistidium crassipilum Muurachterlichtmos a Schistidium platyphyllum Kribbenachterlichtmos z Scleropodium cespitans Vossenstaartmos zz Syntrichia laevipila Boomsterretje KW z Syntrichia latifolia Riviersterretje z Syntrichia montana Vioolsterretje z Syntrichia papillosa Knikkersterretje z Syntrichia ruralis var. arenicola Groot duinsterretje a Syntrichia ruralis var. calcicola Klein duinsterretje a Syntrichia ruralis var. ruralis Daksterretje zz Syntrichia virescens Uitgerand zodesterretje z Tortula modica Groot kleimos a Tortula muralis Gewoon muursterretje a Ulota bruchii Knotskroesmos a Ulota crispa Trompetkroesmos z Ulota phyllantha Broedkroesmos z Weissia controversa var. controversa Gewoon parelmos KW z Zygodon conoideus Staafjesiepenmos zz N=106 Pellia endiviifolia - Gekroesd plakkaatmos (foto Michel Zwarts) Levermossen Wetenschappelijk naam Nederlandse naam Rode lijst Zeld. Frullania dilatata Helmroestmos a Lophocolea bidentata Gewoon kantmos a Lunularia cruciata Halvemaantjesmos z Marchantia polymorpha Parapluutjesmos a Pellia endiviifolia Gekroesd plakkaatmos a Radula complanata Gewoon schijfjesmos a Riccia fluitans Gewoon watervorkje a N=7