gelet op artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet; met instemming van de Commissie voor Georganiseerd Overleg.

Vergelijkbare documenten
REGLEMENT SPAARLOONREGELING VAN ENIA TEXTURE TEX BV. (incl. aankoop effecten)

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

Deze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen.

Reglement spaarloonregeling

Artikel 2 Doelstelling De spaarloonregeling heeft tot doel het geregeld sparen en het vormen van duurzaam bezit bij de deelnemers te bevorderen.

Verordening spaarloonregeling

SPAARLOONREGELING. door burgemeester en wethouders d.d.

CVDR. Nr. CVDR109174_1. Spaarloonregeling. Spaarloonregeling

a. in te trekken de Spaarloonregeling, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 oktober 2001; b. vast te stellen de navolgende Artikel 1

Reglement spaarloonregeling

Werkgever : Oasen N.V., gevestigd te Gouda, aan de Nieuwe Gouwe O.Z., postcode 2801 SB.

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie N.V.T.

De Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen

Stichting Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven SPAARLOONREGLEMENT

SGB SPAARREGELINGEN BEDRIJFSSPAARREGELINGEN IN DE GRAFIMEDIA

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 1 EA94/U juni Departementsonderdeel

Spaarloonrekening aanvragen

CVDR. Nr. CVDR102537_1. Uitvoeringsregeling Spaarloon 2005

Reglement voor de Centraal Beheer Achmea Spaarloonregeling. paa. oon

* * Spaarloonrekening aanvragen. 1. Gegevens werkgever In te vullen door de werkgever.

ABN AMRO. Aanvraag geldopname Spaarloonrekening Bestedingscontrole door ABN AMRO

Gemeente Den Haag RIS133707_03-AUG-2006

Administratieve uitvoering overeenkomst spaarloonregeling

Postbus 9500 Postbus RA LEIDEN 3000 AG Rotterdam. GEGEVENS DEELNEMER Achternaam : Vrouw [ ] Man [ ]..

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Levensloopverzekering

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956

Aanvullende Voorwaarden Meegroeiverzekering MGV-0902

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

C. In artikel 2.5, tweede lid, wordt de artikelen 3.60, 3.83, 3.116, vierde lid, vervangen door: de artikelen 3.60, 3.83,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

AEGON Direct uitkerende lijfrenterekening. Voorwaarden

Concept-wijziging art. 22 Uitvoeringsbesluit IB 2001 met toelichting

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Reglement. Spaarloonregeling. s.y01

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Productvoorwaarden BLG Uitgestelde Lijfrenterekening

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Gemeente Den Haag. - mede gelet op het gestelde in artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet,

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

Voorwaarden SNS Lijfrentenieren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvullende Voorwaarden Meegroeiverzekering MGV-0601

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

gelet op het bepaalde in artikel 2:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag;

Cover Informatie over... AEGON Lijfrente uitstelrekening Voorwaarden

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 31 januari 2007

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AEGON Lijfrenterekening. Voorwaarden

Belastingcijfers 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Aanvullende Voorwaarden Spaargroeiverzekering SGV-0311

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

Productvoorwaarden Aanvullend Pensioen Sparen

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)

ANW- Hiaat Reglement 2015

Aan Werkgevers & Werknemers

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Reglement Anw-hiaatpensioen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ons kenmerk ECCVA/U Lbr 13/030 LOGA/ECCVA 13/10

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Productvoorwaarden BLG Aanvullend Inkomen Uitkeringsrekening Geldig vanaf 1 januari 2016

BIJLAGE 3B. LEVENSLOOPREGELING STICHTING SROL

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

PROVINCIAAL BLAD. Nr Levensloopregeling provincies. Hoofdstuk 1 Algemeen

Centraal Beheer Levensloop Totaalpakket. Reglement voor werkgevers

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Postbus AX Bergen op Zoom. Stichting Sociaal Fonds Essent

IKAP-Regeling rijkspersoneel

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling zorgverzekering

Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Gelet op het bepaalde in artikel 16, boek 1 van het Burgerlijke Wetboek en de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994.

Productvoorwaarden BLG Aanvullend Inkomen Uitkeringsrekening

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";

Voorwaarden SNS Lijfrente Sparen

SRA-Praktijkhandreiking

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Artikel 1 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Transcriptie:

Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/2011.76 RIS 180639 SPAARLOONREGELING HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende, dat het gewenst is om ten behoeve van het personeel op het gebied van spaarloon een nieuwe relatie aan te gaan met de ABN AMRO en dat op grond van fiscale wetgeving aan deze relatie een spaarloonreglement ten grondslag dient te liggen; gelet op artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet; met instemming van de Commissie voor Georganiseerd Overleg. Besluit: de volgende regeling vast te stellen: REGLEMENT SPAARLOONREGELING ABN AMRO Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: 1. werkgever/ : De gemeente DEN HAAG onderneming 2. werknemer : degene die aangesteld is op grond van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag met een dienstverband van meer dan een jaar. 3. deelnemer : de werknemer die overeenkomstig artikel 3 tot de spaarregeling is toegetreden. 4. partner : partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001. 5. spaarbedrag : ieder overeenkomstig de bepalingen van deze regeling ingehouden en op de spaarloonrekening van de deelnemer gestort bedrag. 6. de spaarinstelling: ABN AMRO Bank N.V. 7. spaarloonrekening: een door de spaarinstelling ten name van de deelnemer geopende spaarrekening, waarop de spaarbedragen door de werkgever, zoals vermeld in dit artikel, worden gestort. 8. vrije rekening : een rekening ten name van de deelnemer, die geschikt is om de jaarlijks vrijkomende spaar- en rentebedragen op af te rekenen. Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 070-353 2733 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2782 Internetadres: www.denhaag.nl

BSD/2011.76 2 9. spaarregeling : REGLEMENT SPAARLOONREGELING ABN AMRO Artikel 2 Doel De spaarregeling heeft ten doel de werknemers de gelegenheid te geven fiscaalvriendelijk te sparen. Artikel 3 Toetreding 1. Iedere werknemer kan tot de spaarloonregeling toetreden. Inhouding van spaarloon is alleen mogelijk ingeval - de werknemer reeds sedert de eerste dag van het kalenderjaar waarin men wil deelnemen aan de spaarloonregeling in dienstbetrekking staat tot de inhoudingsplichtige, zijnde de werkgever zoals genoemd in art. 1.1, - deze ten aanzien van de werknemer reeds sedert die dag bij de inhouding van loonbelasting de algemene heffingskorting toepast en - in hetzelfde kalenderjaar niet wordt deelgenomen aan de Levensloopregeling (zie artikel 19g van de Wet op de loonbelasting). 2. De toetreding geschiedt door het indienen van een ingevuld en ondertekend aanmeldingsformulier. Hierdoor wordt de werkgever gemachtigd periodiek een bepaald bedrag in te houden van het brutoloon en dit bedrag te storten op de spaarloonrekening. Artikel 4 Spaarbedrag 1. Het spaarbedrag is het bedrag dat de deelnemer periodiek van het brutoloon laat inhouden. 2. De hoogte van het spaarbedrag wordt door de deelnemer bij de toetreding op het aanmeldingsformulier vastgelegd. 3. Het toegestane maximum spaarbedrag wordt jaarlijks door de wetgever vastgesteld. 4. Wijziging van het spaarbedrag kan geschieden per 1 januari van elk jaar, mits de deelnemer minstens een maand tevoren de werkgever hiervan in kennis stelt. Artikel 5 Wijze van sparen 1. De ingehouden spaarbedragen van de deelnemer worden door de werkgever op de spaarloonrekening gestort. Dit mag geen rekening zijn die bij een vorige werkgever is gebruikt. Deze rekening hoort altijd bij het arrangement dat de werkgever bij de bank heeft vastgelegd. 2. Het is de deelnemer niet toegestaan, rechtstreeks gelden op zijn spaarloonrekening te storten. Artikel 6 Blokkeringstermijn Alle in enig kalenderjaar op de spaarloonrekening gestorte bedragen dienen - gerekend vanaf 1 januari daaropvolgend - gedurende vier volle kalenderjaren op de spaarloonrekening te blijven staan.

BSD/2011.76 3 Artikel 7 Opnemen van spaartegoeden 1. Het opnemen van spaarbedragen die korter dan vier volle kalenderjaren op de spaarloonrekening hebben uitgestaan is uitsluitend mogelijk uit hoofde van een erkend bestedingsdoel. Hiervoor is goedkeuring van de spaarinstelling vereist. Deze goedkeuring wordt op verzoek van de deelnemer of, in geval van overlijden, van zijn erfgenamen steeds verleend, mits de opname geschiedt onder overlegging van de nodige bewijsstukken en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. 2. Indien een bedrag van de spaarloonrekening wordt opgenomen, geschiedt dit ten laste van de spaarbedragen die het laatst zijn bijgeschreven en is dit niet toereikend, dan van het voorlaatste enzovoorts. Hetgeen in dit lid is bepaald, geldt met inachtneming van het gestelde in lid 1 van dit artikel. 3. Het spaarbedrag mag door de deelnemer niet worden vervreemd of bezwaard. 4. Opname moet plaatsvinden binnen zes maanden nadat de betreffende besteding heeft plaatsgevonden. Is er sprake van maandelijkse betalingen/inleg dan kan worden volstaan met een deblokkering per jaar waarbij het meest recente betalingsbewijs moet worden overlegd (bijvoorbeeld bij verzekeringen). Artikel 8 Erkende bestedingsdoelen Als bestedingsdoelen worden erkend: 1. Uitgaven tot verwerving van een eigen woning, als bedoeld in artikel 3.111, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, door de deelnemer of zijn echtgenoot, dan wel zijn partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 9. 2. Voldoen van premies, andere dan premies ingevolge een pensioenregeling, verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering waarbij een lijfrente als bedoeld in artikel 3.124, eerste lid, onderdeel b en artikel 3.125, eerste lid, onderdelen a en c van de Wet inkomstenbelasting 2001 is verzekerd, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 10a. 3. Voldoening van premies, andere dan premies ingevolge een pensioenregeling, verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering waarbij een kapitaalsuitkering bij in leven zijn is verzekerd, en voldoening van premies voor bij dezelfde overeenkomst overeengekomen vrijstelling van premiebetaling bij invaliditeit, ziekte of ongeval, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 10b. 4. Door de werknemer vrijwillig te betalen premies ingevolge een pensioenregeling, zie ook artikel 10c. 5. Regelmatige inleggingen, waartoe de deelnemer of zijn echtgenoot, dan wel zijn partner zich heeft verplicht ingevolge een overeenkomst met een spaarinstelling tot sparen met levensverzekering, mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 10d. 6. Overgemaakte bedragen op een spaarrekening eigen woning (waarvan het tegoed binnen box 1 valt), bedoeld in artikel 3.116a van de Wet inkomstenbelasting 2001, of een lijfrentespaarrekening, bedoeld in artikel 3.126a van die wet, alsmede naar een beheerder van een beleggingsrecht eigen woning, bedoeld in artikel 3.116a van die wet, of een lijfrentebeleggingsrecht, bedoeld in artikel 3.126a van die wet, overgemaakte bedragen ter verkrijging van rechten van deelneming, zie ook artikel 11.

BSD/2011.76 4 7. Studie, mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 12. 8. Kosten EVC-procedure of behalen van een ervaringscertificaat, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 13. 9. Verlof, mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 14. 10. Start eigen bedrijf, mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 15. 11. Uitgaven ten behoeve van de financiering van kinderopvang mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 16. Artikel 9 Aankoop eigen woning Onder een eigen woning wordt een woning verstaan die eigendom is van de werknemer of zijn fiscale partner en die de werknemer als hoofdverblijf gaat gebruiken. De verwerving van het lidmaatschap van een coöperatieve flatvereniging kan worden aangemerkt als de verwerving van een eigen woning. Geen toegestane bestedingen zijn bijvoorbeeld: - de aankoop van een tweede woning; - kosten van verbouwen of verbeteren van een eigen woning; - de aflossing van een hypothecaire geldlening die is aangegaan voor de verwerving van een eigen woning. De werknemer mag de bestedingen voorschieten. De spaargelden moeten dan wel binnen zes maanden worden gedeblokkeerd. Artikel 10 Bepaalde verzekeringspremies 1. De spaargelden mogen voor de volgende verzekeringspremies worden gebruikt: a. bepaalde lijfrentepremies Hierbij gelden de volgende voorwaarden: - de premies zijn geen pensioenpremies; - de premies zijn door de werknemer zelf verschuldigd; - de lijfrente mag, behoudens in geval van overlijden, niet eerder ingaan dan in het vijfde jaar nadat de premies zijn voldaan; - de polis moet deel uitmaken van het vermogen van de werknemer of zijn fiscale partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001; - de verzekering is gesloten bij een toegelaten verzekeraar. b. premies voor een kapitaalverzekering Hierbij gelden de volgende voorwaarden: - de premies zijn geen pensioenpremies; - de verzekering is gesloten door de werknemer of zijn fiscale partner; - de verzekering is gesloten op het leven van de werknemer en/of op het leven van zijn fiscale partner en/of op het leven van zijn kinderen voor wie hij recht heeft op kinderbijslag of de zelf recht hebben op studiefinanciering; - de verzekering is een levensverzekering in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; - voor zover het tijdstip van de uitkeringen niet wordt bepaald door het overlijden van de verzekerde, voorziet de verzekering in een looptijd van tenminste vier jaar; - de polis maakt deel uit van het vermogen van de werknemer of zijn fiscale partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

BSD/2011.76 5 c. pensioenpremies Vrijwillige bijdragen in een pensioenregeling en premies voor een vrijwillig afgesloten aanvullende pensioenregeling kunnen ten laste van het ingehouden spaargeld worden betaald. d. spaarcontract met de levensverzekering Hierbij gelden dezelfde voorwaarden als bij de kapitaalverzekering. Bovendien moet deze verzekering zijn gesloten met een spaarbank, een handelsbank, een landbouwkredietinstelling, een bouwkas, een spaarfonds, een verzekeringsmaatschappij of een daarmee vergelijkbare andere rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. 2. Rechtstreekse betalingen a. Rechtstreekse betalingen door de werkgever van premies bedoeld onder artikel 8, lid 2, 3, 4, 5 en 6 mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met het beschikken over het tegoed van de spaarloonrekening als bedoeld in artikel 7 lid 1. b. Bedragen die worden ingehouden op het loon als vrijwillig te betalen premies ingevolge een pensioenregeling mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met bestedingen ten laste van de spaarloonrekening. Artikel 11 Stortingen op bepaalde spaarrekeningen of beleggingsrechten Opname op spaarrekeningen of beleggingsrechten bij banken of beleggingsinstelling zijn toegestaan als het gaat om de volgende rekeningen of rechten: - de spaarrekening eigen woning; - het beleggingsrecht eigen woning; - de lijfrentespaarrekening; - het lijfrentebeleggingsrecht. De spaarrekeningen en beleggingsrechten moeten voldoen aan de voorwaarden zoals deze gelden voor de inkomstenbelasting. Rechtstreekse betalingen door de werkgever van premies bedoeld in dit artikel mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met het beschikken over het tegoed van de spaarloonrekening als bedoeld in artikel 7 lid 1. Artikel 12 Studie 1. Onder studiekosten worden slechts verstaan: a. de uitgaven die door de werknemer worden gedaan ten behoeve van een door de werknemer zelf gevolgde of te volgen studie of opleiding met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning, met uitzondering van: - kosten die verbandhouden met een werk- of studeerruimte, daaronder begrepen de inrichting; - binnenlandse reizen voor zover die meer bedragen dan het bedrag per kilometer, bedoeld in artikel 15b, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de loonbelasting 1964; b. de uitgaven die door de werknemer worden gedaan voor cursussen, congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke, gevolgd door de werknemer ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking; 2. Rechtstreekse betalingen, als bedoeld in het eerste lid, welke drukken op de werknemer, mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met bestedingen ten laste van de spaarloonrekening.

BSD/2011.76 6 Artikel 13 Kosten EVC-procedure of behalen van een ervaringscertificaat 1. De uitgaven voor een EVC-procedure (de procedure Erkenning Verworven Competenties ) voor zover voor die procedure een verklaring is afgegeven door een in of krachtens artikel 40a van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 aangewezen instantie. Als instanties zijn aangewezen: - het Kwaliteitscentrum examinering beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 7.4.9a, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs; - een Visiterende en Beoordelende Instantie als bedoeld in artikel 5a.8a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; - een door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen nader te bepalen accrediterende partij. 2. Rechtstreekse betalingen, als bedoeld in het eerste lid, welke drukken op de werknemer, mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met bestedingen ten laste van de spaarloonrekening. Artikel 14 Verlof 1. Opname van de rekening door de werknemer kan plaatsvinden voor compensatie van loon dat niet is genoten door de werknemer, als gevolg van de opname van onbetaald verlof of gedeeltelijk onbetaald verlof door de werknemer, mits de dienstbetrekking ten tijde van het onbetaald verlof of gedeeltelijk onbetaald verlof ongewijzigd blijft voortbestaan. 2. Voor de toepassing van dit artikel kan ten hoogste worden aangemerkt als besteed ter compensatie van het loon dat niet is genoten door de werknemer als gevolg van de opname van onbetaald verlof of gedeeltelijk onbetaald verlof door de werknemer, 50% van het bedrag waarmee het door de werknemer genoten loon is verminderd als gevolg van de opname van onbetaald verlof of gedeeltelijk onbetaald verlof door de werknemer. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt het loon in aanmerking genomen met inachtneming van het volgende: a. artikel 11, eerste lid, onderdeel j van de Wet op de loonbelasting 1964 vindt geen toepassing; b. tantièmes en toevallige bijzondere beloningen alsmede tot het loon behorende aanspraken worden niet in aanmerking genomen. 4. Rechtstreekse betalingen aan de werknemer, als bedoeld in het eerste lid, mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met opnamen ten laste van de spaarloonrekening. Artikel 15 Start eigen bedrijf 1. Ter zake van ingehouden spaargelden kan de werknemer spaargelden ten laste van de spaarrekening opnemen in verband met de start van activiteiten uit welke de werknemer vermoedelijk, als ondernemer in de zin van artikel 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001, winst uit onderneming als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zal gaan genieten. 2. Dat sprake is van activiteiten als bedoeld in het eerste lid moet blijken uit een voor bezwaar vatbare beschikking welke op verzoek van de werknemer, door de inspecteur kan worden afgegeven. In die beschikking zal ook worden opgenomen, de datum waarop de activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid zijn gestart. Verzoek tot opname dient te geschieden binnen zes maanden nadat de activiteiten als omschreven in lid 1 van dit artikel zijn gestart verlengd met de periode waarop door de werknemer de in dit lid beschreven beschikking wordt aangevraagd en de datum waarop deze beschikking wordt afgegeven door de inspecteur.

BSD/2011.76 7 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt aangenomen dat de activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid zijn gestart op het moment waarop de inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel heeft plaatsgevonden, dan wel had moeten plaatsvinden. Voor ondernemingen die niet kunnen worden ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel moet de datum waarop de activiteiten zijn gestart worden bepaald aan de hand van de feiten en omstandigheden. 4. Rechtstreekse betalingen aan de werknemer, als bedoeld in het eerste lid, mogen voor de toepassing van dit artikel worden gelijkgesteld met opnamen ten laste van de spaarloonrekening. Artikel 16 Financiering van kinderopvang 1. Ter zake van ingehouden spaargelden kan de deelnemer spaargelden ten laste van de spaarrekening opnemen t.b.v. de financiering van kinderopvang. 2. Voor de toepassing van dit artikel geldt dat het te deblokkeren bedrag maximaal een zesde van de aan de werknemer of zijn partner in rekening gebrachte kosten voor kinderopvang waarvoor aanspraak op een kinderopvangtoeslag onderscheidenlijk aanspraak op een tegemoetkoming kan ontstaan op de voet van artikel 5 van de Wet kinderopvang bedraagt. Hiertoe dient men een kopie van de nota of het jaarcontract met een betalingsbewijs te overleggen. 3. Rechtstreekse betalingen door de werkgever voor de kosten als bedoeld in het eerste lid mogen worden gelijkgesteld met opnamen ten laste van de spaarloonrekening. Artikel 17 Rente en vrijgekomen spaarbedragen Door de spaarinstelling wordt aan de deelnemer over het tegoed op zijn spaarloonrekening een rente vergoed die zij voor deze inleggingen heeft vastgesteld. Deze rente wordt, tezamen met de spaarbedragen die vier volle kalenderjaren hebben uitgestaan, op 31 december van elk jaar automatisch overgeboekt naar de vrije rekening ten name van de deelnemer. Artikel 18 Beëindiging van de deelneming 1. De deelneming aan de spaarregeling eindigt door: a. beëindiging van de dienstbetrekking, daaronder begrepen het overlijden van de deelnemer; b. het opzeggen van de deelneming door de deelnemer. 2. Ingeval de deelneming eindigt door beëindiging van de dienstbetrekking, kan de deelnemer (of zijn erfgena(a)m(en)) de spaarloonrekening ofwel aanhouden, waarbij het bepaalde in de artikelen 6 t/m 19 onverminderd van kracht blijft, ofwel opheffen, waarbij de deelnemer (of zijn erfgenamen) een evenredig deel van het spaarbedrag voor elke volle maand gedurende welke dit op de spaarloonrekening heeft uitgestaan mag opnemen. Het resterende bedrag wordt door de spaarinstelling naar de werkgever geboekt, die het bedrag uitbetaalt onder inhouding van de verschuldigde belasting en premies. Dit bedrag vormt op het moment van uitbetaling loon in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de Loonbelasting 1964. 3. Indien de deelneming eindigt door opzegging, zal de deelnemer de spaarloonrekening aanhouden, waarbij het bepaalde in de artikelen 6 t/m 22 onverminderd van kracht blijft.

BSD/2011.76 8 4. De opzegging als bedoeld in lid 1 sub b kan geschieden, met ingang van een nieuw kalenderjaar door herroeping van de machtiging als bedoeld in artikel 3 lid 2, mits de werkgever tenminste één maand vóór het begin van een nieuw kalenderjaar schriftelijk in kennis is gesteld van deze herroeping. 5. Opname als bedoeld in lid 2 moet de deelnemer uiterlijk op de laatste dag van het dienstverband doorgeven aan de werkgever, zodat deze er rekening mee kan houden in de salarisadministratie. In geval van opname na overlijden van de deelnemer dienen de erfgename dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de werkgever. Artikel 19 Algemene bepalingen 1. Door toetreding tot de spaarloonregeling wordt de deelnemer geacht aan de spaarinstelling toestemming te hebben verleend, de werkgever de benodigde gegevens over zijn spaarloonrekening te verstrekken. 2. De werkgever is met betrekking tot de hem ingevolge lid 1 verstrekte gegevens tot geheimhouding verplicht. Artikel 20 1. De werkgever heeft het recht dit reglement te wijzigen, dan wel de spaarregeling op te heffen. 2. In geval van opheffing beslist de werkgever over de wijze van afwikkeling van de spaarregeling. Artikel 21 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de werkgever. Artikel 22 Met betrekking tot de artikelen 20 en 21 moet het daarin bepaalde worden toegepast met inachtneming van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen en de Wet op de Ondernemingsraden. Artikel 23 De spaarregeling treedt in werking op de datum van vaststelling van deze regeling en werkt terug tot 1 december 2010. Den Haag, 7 juni 2011 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen