Port-a-cath En andere mogelijkheden voor een centraal veneus infuus Een Port-a-Cath is een implanteerbaar hulpmiddel waarmee artsen gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot grote, diep gelegen aders in het menselijk lichaam. Het bestaat uit een door een siliconenrubberen membraan afgesloten injectiekamer waar een dun slangetje op is aangesloten. 1
De injectiekamer wordt onderhuids geïmplanteerd, meestal op de borst of in de arm, waar het net onder de huid ligt en gemakkelijk voelbaar is. Het uiteinde van het slangetje wordt in een grote ader, zoals de bovenste holle ader of net in de rechter hartboezem gelegd. Het systeempje wordt gevuld met fysiologische zoutoplossing met een klein beetje heparine erin om te voorkomen dat zich bij het uiteinde bloedstolsels vormen. De implantatieprocedure is een kleine ingreep die weliswaar onder strenge asepsis maar wel onder lokale verdoving kan plaats vinden. 2
Een kind met aantal hulpmiddelen 3
4
P.A.S. port systeem Designed specifically for arm placement. P.A.S. PORT Systems are still implanted more often than any other peripheral port. Tot het plaatsen van een port-a-cath wordt vaak besloten bij mensen die een groot aantal intraveneuze behandelingen gaan krijgen in korte tijd, vooral als het om voor de vaatwand prikkelende stoffen gaat, of als er weinig aders zijn die makkelijk kunnen worden aangeprikt. Na genezing van het implantatiesneetje kan men nu gemakkelijk door de huid heen met een Grippernaald (een speciaal soort Injectienaald) een injectie geven die dan in een groot bloedvat of in het hart zelf terechtkomt, waardoor de kans op vaatwandirritatie komt te vervallen. De patiënt kan gewoon zwemmen en baden. 5
Vaatwandirritatie en dichtgroeien van het vat zijn namelijk vaak een reden waarom kuren met agressieve stoffen, zoals chemotherapeutica tegen kanker niet in een ader in de arm kunnen worden gegeven. Er zijn ook patiënten die regelmatig Immunoglobuline toegediend krijgen, wanneer deze transfusie's deel uit maken van een lange of zelfs levenslange behandeling, wordt de Port-A-Cath ook overwogen. Na iedere injectie cq. transfusie moet de Port-a-Cath wel worden doorgespoeld met fysiologisch zout met wat heparine erin, in de geneeskunde noemen ze dit ook wel een heparineslot. Om het membraan niet onnodig te beschadigen moet ook het aanprikken gebeuren met een speciale, niet-stansende naald (Grippernaald). Grippernaald Een Grippernaald is een injectienaald, speciaal ontworpen voor het aanprikken van een Port-acath. Zoals in de afbeelding is te zien, heeft de Grippernaald een afwijkende, licht gebogen vorm. Hierdoor krijgt de naald eigenschap: Niet Borende/stansende Naald. 6
Kenmerken Huber naald Huber naald De nietstansende naald heet ook wel de Hubernaald 7
Maatkeuze naald Box of 50 Curved Huber needle References Name Useful length (mm) Recommended medical field 522506 6/10e 23 G 20 Paediatrics 522507 523807 7/10e 7/10e 22 G 22 G 25 35 Chemotherapy 522509 523809 9/10e 9/10e 20 G 20 G 20 35 Blood sampling hyperhydration 522511 523811 11/10e 11/10e 19 G 19 G 20 35 Very high flow rates Transfusions For intravenous, intraspinal, intraarterial and intraperitoneal use gauge De dikte wordt uitgedrukt in gauge. Hoe hoger de gauge, hoe dikker de naald. Op de verpakking van een naald staan twee cijfers. Het eerste cijfer is de gauge, het tweede de lengte van de naald, aangegeven in inches. Er kan dus staan: "22 1 1/2". Dit betekent dat de naald een dikte heeft van 22 gauge en een lengte van anderhalf inch. 8
Gebruik Gripper > Hubernaald Verwijder de naaldbeschermer en breng de naald in met de wijsvinger. Stabiliseer de port door twee vingers op de vleugels van de poort te plaatsen. Verwijder de naald door aan de top van de EZ Huber te trekken. 9
Verwijder de (beschermde) naald volgens het veiligheidsof hygiëne protocol. 10
De meest voorkomende maten: Lengte Naald Diameter Naald 19 mm 0,75 mm 25 mm 1 mm 32 mm 1,1 mm of 1,25 mm Heparineslot Een Heparineslot is een term die gebruikt wordt in de geneeskunde. Hiermee wordt er bedoeld, de laatste injectie in een Port-A- Cath, voordat de naald verwijderd wordt. Deze injectie bevat een mengsel van Natrium-Chloride met Heparine. Een normale dosering is een injectie van 10cc (ml) met een sterkte van 100 eenheden / ml. De laatste 2 ml wordt langzaam geïnjecteerd Het resultaat is dat het gehele katheter systeem van de Port-A- Cath gevuld is met dit mengsel, zodat deze niet verstopt kan raken door bloedstolsels. 11
Complicaties in de dagelijkse praktijk met implanteerbare systemen luchtembolie pneumothorax Trombose / tromboembolie hartritmestoornissen littekenvorming bij de aanprikplaats Extravasatie Harttamponade fibrinevorming rond kathetertip katheterocclusie schade aan arterie of vene Infectie / sepsis migratie poort/cath 12
problemen geen bloed op te zuigen niet doorgankelijk infectie/koorts/roodheid aanprikplaats vochtophoping Andere methoden De multi-lumen katheter, met 1 t/m 4 toegangswegen. Een variant is de Hickmancatheter 13
werkwijze Licht de patiënt in over de te volgen procedure en vraag hem/haar op de rug te gaan liggen. Verzamel alle materialen en was daarna de handen. Leg de benodigde spullen op het met alcohol 70% schoongemaakt werkblad klaar. Een steriel gaasje en overgiet deze met chloorhexidine 0,5% Driewegkraan met slangetje (indien meerder toedieningswegen noodzakelijk zijn) Port-a-Cath Gripper naald 2 x 10 ml spuit met NaCl 0,9% Reinig het gebied van en rond de injectieplaats van binnen naar buiten zorgvuldig met chloorhexidine 0,5 % en laat dit dan 1 minuut aan de buitenlucht drogen. Koppel de driewegkraan met slangetje (indien nodig) aan de speciale Port-a-Cath Gripper naald en vul dit geheel met de 10 ml NaCl 0,9 % spuit. Vul anders alleen de speciale Port-a-Cath Gripper naald met 10 ml NaCl 0,9%. Verwijder de lucht uit het systeem. 14
Trek de handschoenen aan. Lokaliseer de injectie poort door palpatie. Fixeer de PAC met de niet/prik hand en prik de Port-a-Cath Gripper naald loodrecht door de huid en de membraam, totdat de punt van de naald de bodem van de poort raakt. Dit is duidelijk voelbaar. Open het klemmetje, probeer bloed op te zuigen met de 10 ml spuit, sluit het klemmetje, verwijder de spuit en sluit een nieuwe 10 ml spuit met NaCl 0,9% aan. Open de klem en spuit daarna het systeem door met NaCL 0,9%. Sluit hierna het klemmetje van de Port-a-Cath Gripper naald. Verwijder de spuit en breng een bionecteur aan. Sluit het gewenste infuus aan. Open het klemmetje van de Port-a-Cath Gripper naald en zet het infuus op de gewenste stand. 15
Het vervangen van de heparineflush (slot) Dit moet maandelijks herhaald worden indien er geen toediening via de Port-a-Cath poort plaatsvindt. De Port-a-Cath blijft dan behouden voor veneuze toediening en bloedafname. Zie hiervoor het aparte protocol 16