Examenreglement Beroepsgericht opleiden 2016-2017
Inhoudsopgave Voorwoord 2 Hoofdstuk 1: De regeling van examens in aansluiting op de WEB 3 Hoofdstuk 2: De organisatie van examens 8 Hoofdstuk 3: De richtlijnen voor uitvoering van examinering 11 Hoofdstuk 4: Bezwaar en beroep 12 Hoofdstuk 5: Begrippenlijst 14 Adressen 19 Leeswijzer: Daar waar in dit examenreglement de term dag wordt gebruikt, geldt: Dag waarop de betreffende school onderwijs kan (laten) verzorgen Dit examenreglement 2016-2017 vervangt het examenreglement 2015-2016. Dit examenreglement geldt voor ROC Tilburg alsmede voor NCVB Bedrijfsopleidingen. Waar in dit reglement over de student wordt gesproken, wordt in het geval van NCVB Bedrijfsopleidingen de deelnemer bedoeld. Indien de student te maken krijgt met afwijkende examenregels (in geval van externe examens) wordt dit vooraf kenbaar gemaakt aan de student. 1
Voorwoord Beste student, In dit document staan al je rechten en plichten als student van ROC Tilburg op het gebied van examinering. De 'Wet Educatie en Beroepsonderwijs' bepaalt, dat wij regels moeten maken voor een goed verloop van alle examens en examenonderdelen. Die regels vind je in dit examenreglement, als (belangrijk) onderdeel van de totale regelgeving. Wij willen voor jou het beste onderwijs verzorgen en we hopen natuurlijk dat je, door het volgen van het door ons aangeboden onderwijs, een diploma behaalt. Het is belangrijk dat dat diploma aan alle wettelijke eisen voldoet en dat kunnen wij alleen garanderen als de examinering aan alle wettelijke eisen voldoet. Goede examinering is een garantie voor de kwaliteit van de diploma's en dus ook voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarom hechten wij veel waarde aan een zorgvuldige examenprocedure - en jij ook, nemen wij aan! Het is dus belangrijk dat iedereen in onze school - jij, de docenten, de surveillanten én de leiding - zich houdt aan de bepalingen uit dit reglement. Ze zijn streng en precies, maar dat moet ook. We hebben het examenreglement ook besproken met de studentenraad. Veel succes en plezier met je opleiding bij ROC Tilburg en als je dit jaar examen doet, dan ook daarmee veel succes! Fred van der Westerlaken Voorzitter College van Bestuur 2
Hoofdstuk 1: De regeling van examens in aansluiting op de WEB Art 1.1 Bij dit reglement hoort een begrippenlijst, welke onderdeel vormt Begrippenlijst van dit reglement (hoofdstuk 5). Art 1.2 lid 1 Toegang en Degene die aan een onderwijsinstelling als deelnemer is ingeschretoelating ven, heeft toegang tot de onderwijs- en examenvoorzieningen. Aan de inschrijving ligt een onderwijsovereenkomst ten grondslag. Aan de toegang tot onderwijs en/of examen zijn de volgende voorwaarden gesteld: student dient in het bezit te zijn van een geldige onderwijsovereenkomst, student dient aan de voorwaarden, gesteld in de onderwijs- en examenprogrammering te hebben voldaan, studenten die deelnemen aan onderwijs en examinering dienen zich te allen tijde te kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs, toegestaan als legitimatiebewijs zijn een geldig paspoort, identiteitskaart, vreemdelingenbewijs, rijbewijs of bromfietsbewijs, een student die zich niet kan legitimeren met een geldig legitimatiebewijs, kan niet aan het examen deelnemen. Examendeelnemer lid 2 Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten dient zich als examendeelnemer te laten inschrijven. Aan die inschrijving zijn de volgende voorwaarden verbonden: ondertekening van een examenovereenkomst; betaling van een nader door het College van Bestuur vast te stellen bedrag; verklaring van werkgever, school, andere instantie of student zelf, waaruit de examencommissie kan concluderen dat toegang tot de examens zinvol is; de examencommissie geeft nadere regels hoe een deelnemer zich dient in te schrijven voor examens (art. 7.4.2., art. 8.1.1. en 8.1.1.a. WEB). Art 1.3 lid 1 Afwezigheid Bij afwezigheid op een examenmoment is een examengelegenheid voorbij. Er wordt geen resultaat toegekend. Indien examinering vanwege ziekte of een andere vorm van overmacht niet heeft kunnen plaatsvinden, bepaalt de examencommissie hoe te handelen in het vervolgtraject. De bewijslast voor de overmachtsituatie ligt te allen tijde bij de student. 3
lid 2 Indien de student van mening is benadeeld te zijn vanwege het besluit van de examencommissie op basis van lid 1 van dit artikel, kan hij schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Dit bezwaar 1 moet binnen tien dagen nadat het besluit is medegedeeld aan de student ingediend zijn bij de voorzitter van de examencommissie. Zie voor de bezwaar- en beroepsprocedure hoofdstuk 4 van dit reglement. Art 1.4 Vrijstelling Art 1.5 Examenregeling De examencommissie kan op verzoek van de student, op basis van (voor)opleiding of ervaringscertificaat (EVC) inclusief schriftelijke rapportage, vrijstelling van examens verlenen. De examencommissie baseert zich daarbij op het examenplan zoals dat het opleidingsplan/ in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) is vastgelegd. De bewijzen waarop vrijstelling verkregen wordt, worden opgenomen in het examendossier. Alle gegevens met betrekking tot de inrichting van het onderwijs- en examineringsproces staan vermeld in het opleidingsplan /de OER. Art 1.6 lid 1 Beoordeling Per werkproces of cluster van werkprocessen wordt door de beoordeexamen laar(s) vastgesteld of de student voldoende beheersingsniveau heeft aangetoond. lid 2 Een student is geslaagd voor een opleiding indien elke in het kwalificatiedossier gedefinieerde kerntaak met de daarbij behorende werkprocessen met voldoende of goed is afgesloten en aan de eisen van taal, rekenen, LB (loopbaan en burgerschap) en BPV is voldaan. De examencommissie ziet hierop toe. Het resultaat van de beroepsgerichte examens wordt weergegeven in cijfers (1-10). Desgewenst is waardering mogelijk in de resultaatschaal O-V-G. Het resultaat van kerntaken wordt in cijfers (1-10) weergegeven. Het resultaat van een generiek examen van Nederlands, Engels en rekenen wordt weergegeven in cijfers (1-10). Taal en rekenen Taal en rekenen dient te worden afgesloten, conform de landelijke richtlijnen. Het resultaat voor Loopbaan Burgerschap (LB) wordt weergegeven als: niet voldaan voldaan 1 Voor BBL-ers en deelnemers van NCVB Bedrijfsopleidingen geldt de termijn van twee weken 4
Het resultaat van keuzedelen wordt als volgt weergegeven:? onvoldoende? voldoende? goed lid 3 De examencommissie deelt de uitslag mee aan de student. De uitslag is dan definitief, tenzij er sprake is van onregelmatigheden als bedoeld in artikel 1.7. lid 2. Art. 1.7 lid 1 Onregelmatigheden De examencommissie kan maatregelen treffen tegen studenten die ten aanzien van examinering onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt in ieder geval de student door de examencommissie gehoord. De student kan zich laten bijstaan; de minderjarige student kan zich laten vergezellen door een wettelijke vertegenwoordiger. lid 2 Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: het oneigenlijk gebruik van hulpmiddelen / apparatuur. Tijdens het examen dienen telefoons uit te staan en opgeborgen te zijn. Dit geldt ook voor (smart)horloges. het plegen van fraude tijdens examens. het niet-authentiek zijn van aangeleverde bewijzen. Het is ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen of handelingen aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. lid 3 De examencommissie deelt haar maatregel binnen tien dagen mee aan de student, nadat de onregelmatigheid schriftelijk door de beoordelaar/ surveillant is gemeld. De examencommissie wijst de student daarbij op de mogelijkheden tot het aantekenen van bezwaar en beroep. lid 4 De examencommissie zendt van haar maatregel ook een afschrift naar de wettelijke vertegenwoordiger van de student, indien deze minderjarig is. lid 5 De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: ongeldig verklaren van de betreffende beoordeling ontbinding van de OnderwijsOvereenKomst (OOK) aanvullende sancties onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. 5
lid 6 Indien zich onregelmatigheden hebben voorgedaan buiten de aantoonbare schuld van de student worden maatregelen als bedoeld in lid 5 niet toegepast. Dit wordt door de examencommissie beoordeeld. Art 1.8 Bezwaar Studenten kunnen tegen de uitslag van een examenbeoordeling bezwaar aantekenen (zie verder hoofdstuk 4 voor het aantekenen van bezwaar en beroep). Art 1. 9 lid 1 Examen- Studenten hebben recht op twee examengelegenheden. Een tweede gelegenheden gelegenheid wordt geboden als het examen onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. Een extra gelegenheid dient schriftelijk aangevraagd te worden bij de examencommissie (door middel van het invullen van het formulier aanvraag extra gelegenheid). De examencommissie beslist of dit wordt toegestaan. Bij centrale taal- en rekenexamens heeft de student ook recht op een tweede gelegenheid als een zes of hoger is behaald, tenzij hij/ zij al eerder gebruik heeft gemaakt van het recht op een tweede gelegenheid. lid 2 Studenten die te laat aanwezig zijn bij een examen worden niet 2 toegelaten tot het examen en worden geregistreerd als afwezig. Hiermee is de eerste gelegenheid van examinering verbruikt. lid 3 Voor een tweede en extra gelegenheid gelden de volgende regels: bij beroepsspecifieke- en keuzedeel examens geldt dat het examen in zijn geheel wordt overgedaan, bij een instellingsexamen generiek Nederlands, Engels en LB krijgt de student de gelegenheid tot het afleggen van de onderdelen die onvoldoende zijn, bij een Beoordeling van de BPV krijgt de student de gelegenheid tot het verlengen van de BPV of het opnieuw doen van de BPV. lid 4 Het toekennen van een extra gelegenheid (of het niet behalen van een tweede gelegenheid) kan gevolgen hebben voor de studieduur van de student en/of gevolgen hebben voor de doorstroom naar een vervolgopleiding. lid 5 Indien een student als examendeelnemer is ingeschreven heeft deze recht op twee examengelegenheden. 2 Voor examens CE wordt handboek CE toegepast 6
In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet beslist het College van Bestuur in samenspraak met de examencom- missie, eventueel na ruggespraak met de Inspectie van het Onderwijs. Art 1.10 Waardepapieren Art 1.11 Onvoorziene omstandigheden In het landelijk vastgesteld kwalificatiedossier kan sprake zijn van certificeerbare eenheden. Wanneer er certificeerbare eenheden papieren benoemd zijn en de situatie doet zich voor dat een student niet voldoet aan de diploma-eisen, maar wel aan de eisen van de certificeerbare eenheid, kan hiervoor op verzoek van de student een schoolverklaring worden uitgereikt, of een certificaat indien dit mogelijk is op basis van geldende regelgeving (Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)). Art 1.12 Inwerkingtreding Dit examenreglement treedt in werking op 1 augustus 2016 voor alle 3 studenten in daartoe door het bevoegd gezag aangewezen beroepsgerichte opleidingen. 3 NCVB Bedrijfsopleidingen: dit examenreglement geldt voor deelnemers die starten na 31 juli 2016 7
Hoofdstuk 2: De organisatie van examens Art 2.1 lid 1 Organisatie Het College van Bestuur stelt een Centrale Examencommissie in van examens die de werkzaamheden van de Decentrale examencommissies op organisatorisch en inhoudelijk gebied coördineert en ondersteunt. lid 2 Het College van Bestuur heeft ten behoeve van de organisatie, de inrichting en de uitvoering van examens examencommissies ingericht. De (school)directeur is voorzitter van de decentrale examencommissie. lid 3 De examencommissie richt een vaststellingscommissie in die de kwaliteit van examinering bewaakt. Art 2.2.1 Aanmelding Art 2.2.2 Hoger niveau examinering De student met wie de instelling een onderwijsovereenkomst heeft afgesloten, heeft recht op beoordeling van gemaakte examens conform opleidings- en examenplan. De student kan het generieke examenonderdeel van Nederlands en/of rekenen afleggen op een hoger mbo-niveau dan hoort bij een opleiding. Dit kan aangevraagd worden bij de examencommissie van de school. Art 2.3 lid 1 Bekendmaking De examencommissie stelt aan het begin van een schooljaar het geldende examenreglement beschikbaar. lid 2 Gegevens met betrekking tot de planning en de inrichting van de examinering worden in het opleidingsplan / de OER bekend gemaakt. Art 2.4 Planning & Hulpmiddelen Voorafgaand aan het examen wordt de student geïnformeerd over de specifieke planning en wel/ niet toegestane hulpmiddelen bij het examen. Art. 2.5 lid 1 Bewaartermijn, Gemaakt werk van de student wordt, indien de aard en omvang dit inzagerecht, toelaten, evenals het examen, de beoordelingscriteria (correctierecht op bespreking model en cesuurbepaling) en de begeleidende protocollen door de onderwijsinstelling bewaard conform regelgeving. Het door de student gemaakte examenwerk is eigendom van bevoegd gezag. 8
lid 2 4 Binnen tien dagen na bekendmaking van de vastgestelde uitslag van een examen heeft de student, indien de aard van het examen dat toelaat, eenmalig recht op inzage van het werk en op bespreking van het resultaat. Dit kan alleen na schriftelijk verzoek aan het examenbureau. lid 3 5 Indien de student gebruik maakt van het recht op inzage organiseert het examenbureau de gelegenheid, waarbij de student onder toezicht zijn / haar examenwerkstuk kan inzien en vergelijken met het correctie- en normeringsmodel. Het is niet toegestaan om beoordelingen te kopiëren, te fotograferen en aantekeningen te maken door de student. Als de student n.a.v. de inzage een bepaalde wijziging verlangt, neemt de medewerker examenbureau dit op in een aantekening en meldt dit in de decentrale examencommissie. De decentrale examencommissie neemt de notitie in behandeling en besluit of de zienswijze van de student gegrond wordt verklaard. De student wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit. De student kan op dit besluit desgewenst bezwaar aantekenen. Art. 2.6 Geheimhouding Art. 2.7 Aangepaste examinering m.b.t. lichamelijkeen leerbeperkingen Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht, of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Een student met een lichamelijke- en/of leerbeperking kan de 6 coördinator studie en handicap verzoeken om een examen in aangepaste vorm. De aangepaste vorm dient te voldoen aan de examen technische eisen van validiteit, betrouwbaarheid en transparantie. Het niveau en de doelstelling van de aangepaste examenvorm mogen niet anders zijn dan de beoogde doelstellingen en het niveau van het oorspronkelijke examen. 4 Voor BBL-ers en deelnemers van NCVB Bedrijfsopleidingen geldt de termijn van twee weken 5 Bij NCVB Bedrijfsopleidingen vindt inzage plaats op de instellingslocatie 6 Bij NCVB Bedrijfsopleidingen is dit de examencoördinator 9
Art. 2.8 lid 1 Aangepaste De examencommissie kan toestaan dat een student die minder dan examinering m.b.t. zes jaar in Nederland heeft gewoond en voor wie Nederlands niet de anderstaligen moedertaal is, het examen niet conform de examenregeling aflegt (zie lid 2). De student dient hiervoor een schriftelijke verklaring af te leggen. lid 2 De aanpassing heeft betrekking op een (deel van een) examenonderdeel waarbij het gebruik van het Nederlands van overwegende betekenis is. De aanpassing kan uitsluitend bestaan uit een verlenging van de tijdsduur van een (deel van een) examenonderdeel met ten hoogste 25% en/of de toestemming een woordenboek te gebruiken. De student met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal kan er voor kiezen om een woordenboek 'Nederlands als tweede taal' te gebruiken of een woordenboek dat Nederlandse woorden omzet naar de thuistaal. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Dit wordt op het examenprotocol vermeld. 10
Hoofdstuk 3: De richtlijnen voor uitvoering van examinering Art 3.1 Kwaliteit examen Art. 3.2 Deskundigheid Art. 3.3 Exameninformatie Art. 3.4 Afname en beoordeling Art. 3.5 Geluidsopname Art. 3.6 Tevredenheidsonderzoek Art 3.7 Bijwonen examenafnames Examens voldoen aan het examenplan dat opgenomen is in het opleidingsplan / de OER en daarnaast aan inhoudelijke en toetstechnische eisen conform standaarden en wet- en regelgeving. Examens worden vooraf vastgesteld door een vaststellingscommissie, zie hoofdstuk 2 artikel 2.1 lid 4. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de medewerkers die betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van examinering over de nodige deskundigheid beschikken om hun taken ten aanzien van de examinering naar behoren te kunnen verrichten. Over de deskundigheidsontwikkeling van betrokkenen vindt dossiervorming plaats. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de student zich tijdig een goed beeld kan vormen van de inhoud en inrichting van het examen. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat het afnemen van het examen geschiedt conform het vigerend Handboek Examinering en de beoordeling van het afgelegde examen zorgvuldig wordt uitgevoerd. Het bevoegd gezag kan bij afname van (mondelinge) examens gebruik maken van (geluids)opname. De (geluids)opname wordt alleen ingezet voor de volgende doeleinden: beoordeling, bezwaaren beroepszaken en kwaliteitscontrole. De bewaartermijn is gelijk gesteld aan de bewaartermijn overige zaken examinering. Het registreren van beelden en het maken van geluidsopnamen van de student geschiedt conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WPB). Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat regelmatig de tevredenheid schriftelijk wordt vastgelegd en aangewend ter verbetering van de kwaliteit. Voor alle examenafnames geldt dat examencommissieleden conform de gemaakte afspraken in de Centrale- of Decentrale Examencommissie onaangekondigd examenafnames kunnen bijwonen. Art. 3.8 Bij geconstateerde onregelmatigheden kan de Centrale Examencom- Onregelmatigheden missie besluiten om de examenperiode te verlengen. 11
Hoofdstuk 4: Bezwaar en beroep Art. 4a.1 Bezwaar Een student kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot het examen schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Het orgaan waarbij het bezwaarschrift is ingediend, bevestigt de ontvangst daarvan schriftelijk. Art. 4a.2 Verzending Art. 4a.3 Bezwaarschrift Art. 4a.4 Termijn voor bezwaar De student stuurt het bezwaarschrift aan de examencommissie van zijn school. De examencommissie voorziet het bezwaarschrift van een dagstempel. De dagstempel toont de datum waarop het bezwaar is ingediend en is doorslaggevend voor de termijnstelling als bedoeld in artikel 4a.5 van dit hoofdstuk. Het bezwaarschrift houdt in: naam en adres van de indiener; datum van indiening; omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen het bezwaar wordt ingediend (kopie meesturen); de gronden van het bezwaar. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt tien dagen. De termijn vangt aan daags nadat de maatregel of beslissing is bekendgemaakt. Art. 4a.5 lid 1 Termijnen De examencommissie beslist binnen tien dagen na indiening van het uitspraak bezwaar. De examencommissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van tien dagen. lid 2 De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de indiener van het bezwaarschrift. Als deze minderjarig is, stuurt de examencommissie ook aan de ouder(s)/ wettelijke vertegenwoordiger(s) een afschrift van haar beslissing. Bij een beslissing op een bezwaarschrift, vermeldt de examencommissie de mogelijkheid om in beroep te gaan (zie artikel 4b). Art. 4b.1 Beroep Een student kan tegen maatregelen of een uitspraak van de examencommissie over het bezwaarschrift of tegen een besluit van het bevoegd gezag omtrent een bindend studieadvies beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. 12
Art. 4b.2 Verzending De student stuurt het beroepschrift aan de Commissie van Beroep voor de Examens p.a. van het bestuurssecretariaat van het College van Bestuur. Het bestuurssecretariaat voorziet het beroepschrift van een dagstempel en stuurt het onverwijld naar de ambtelijk secretaris van de Commissie van Beroep voor de Examens. De dagstempel toont de datum waarop het beroep is ontvangen en is doorslaggevend voor de termijnstelling als vermeld in artikel 4b.4 van dit hoofdstuk. De ambtelijk secretaris van de Commissie van Beroep voor de Examens stelt de examencommissie op de hoogte van het ingesteld beroep. Het orgaan waarbij het beroepschrift is ingediend, bevestigt de ontvangst daarvan schriftelijk. Art. 4b.3 Beroepschrift Art. 4b.4 Termijn voor beroep Het beroepschrift houdt in: naam en adres van de indiener; datum van indiening; omschrijving van de maatregel waartegen het beroep wordt ingediend (kopie meesturen); de gronden van het beroep. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt twee 7 schoolweken (artikel 7.5.2, lid 2 WEB). De termijn vangt aan daags nadat de maatregel of het besluit over het bezwaarschrift of het bindend studieadvies is bekendgemaakt. Art. 4b.5 lid 1 Termijnen De Commissie van Beroep voor de Examens beslist binnen vier 8 uitspraak schoolweken na ontvangst van het beroepschrift. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van twee school- 9 weken. lid 2 De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de indiener van het beroepschrift. Als deze minderjarig is, stuurt de Commissie van Beroep voor de Examens ook aan de ouder(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s) een afschrift van haar beslissing. lid 3 De Commissie van Beroep voor de Examens deelt de uitslag mee aan het College van Bestuur met een afschrift aan de directie en de examencommissie van de betrokken school. Tevens maakt zij haar beslissing bekend aan de inspectie en - indien van toepassing - aan het bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt. 7 Voor BBL-ers en deelnemers van NCVB Bedrijfsopleidingen geldt de termijn van twee weken 8 NCVB Bedrijfsopleidingen hanteert een termijn van vier weken 9 NCVB Bedrijfsopleidingen hanteert een termijn van twee weken 13
Hoofdstuk 5: Begrippenlijst Beoordelaar Beroepsspecifieke examenonderdelen: Beroepspraktijkvorming (bpv) Beroepsprocedure Betrouwbaarheid Bevoegd gezag Bezwaarprocedure Bindend studieadvies Centraal Examen (CE) Persoon die gerechtigd is de prestaties bij een examen te voorzien van een score en de resultaten vast te leggen gebruikmakend van het vastgestelde beoordelingsprotocol. Een beoordelaar is werkzaam bij, of in opdracht van, Onderwijsgroep Tilburg. De schooldirecteur wijst de (groep) beoordelaars aan en bewaakt hun deskundigheid. Examenonderdelen die de examinering betreffen van de specifieke kwalificatie-eisen die als kerntaken zijn opgenomen in het kwalificatiedossier van de beroepsopleiding waarin examen wordt gedaan. Het verplichte deel van de beroepsopleiding dat in een erkend leerbedrijf plaatsvindt. Een met goed gevolg afgesloten bpv is een wettelijke vereiste voor diplomering. WEB: beroepspraktijkvorming: het onderricht in de praktijk van het beroep, bedoeld in artikel 7.2.8, eerste lid. Wettelijk geregelde werkwijze die de examenkandidaat moet volgen wanneer hij formeel bij een commissie van beroep voor examens in beroep gaat tegen een uitspraak van de decentrale examencommissie. Aan een beroepsprocedure kan een bezwaarprocedure vooraf gaan. Het beroepschrift wordt gericht aan de Commissie van Beroep voor de Examens. Mate waarin het resultaat van een exameneenheid consistent, nauwkeurig en reproduceerbaar is en - onder dezelfde omstandigheden herhaald - tot hetzelfde resultaat leidt. College van Bestuur van Onderwijsgroep Tilburg. Werkwijze die de examenkandidaat moet volgen wanneer hij bij de decentrale examencommissie bezwaar aantekent tegen de gang van zaken rondom de examinering. Het bevoegd gezag brengt aan iedere student die is ingeschreven in een entreeopleiding uiterlijk binnen vier kalendermaanden na aanvang van de opleiding een bindend studieadvies uit over de voortzetting van zijn opleiding. Centraal ontwikkelde digitale examens Nederlandse taal, Engelse taal en rekenen onder verantwoordelijkheid van het College voor Toetsen en Examens (CVTE). 14
Vastgesteld onderdeel uit een kwalificatiedossier met arbeidsmarkt- relevantie waarvoor een schoolverklaring of, indien dit in een AMvB is bepaald, een certificaat afgegeven kan worden. Certificaat Certificeerbare eenheid Cesuur Cohort Competenties College van Bestuur Commissie van beroep voor examens Aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties dan wel aan een keuzedeel of keuzedelen kan bij of krachtens een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) een certificaat worden verbonden. Een certificaat is een waardepapier waarop staat dat een student aan een onderdeel van een kwalificatie/kwalificaties of keuzedeel/ keuzedelen heeft voldaan. WEB: Artikel 7.2.3. Certificaten. Grens tussen de hoogste score waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste score waaraan een voldoende wordt toegekend. Een groep studenten met gemeenschappelijke kenmerken: hetzelfde opleidingsplan / dezelfde Onderwijs- en Examenregeling (OER) en startdatum. In het landelijk vastgesteld kwalificatiedossier zijn competenties opgenomen die een student moet beheersen om aan het beroepsprofiel te voldoen. Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van een student om in situaties op basis van kennis, inzicht, houding en vaardigheden adequaat te kunnen handelen in een reële beroepscontext. Competenties krijgen betekenis in relatie tot de werkprocessen. Bevoegd gezag. Onafhankelijke commissie die het beroep behandelt: van een student tegen maatregelen of een uitspraak van de examen- commissie: of van een student van de entreeopleiding tegen een bindend studieadvies. Zie ook beroepsprocedure. WEB: zie Artikel 7.5.1. Commissie van beroep voor de examens. College voor Toetsen Orgaan dat namens de overheid de kwaliteit en het niveau van toetsen en Examens (CVTE) en examens waarborgt. Dag Deelnemer Diploma Dag waarop betreffende school onderwijs kan (laten) verzorgen. Iemand die ingeschreven staat bij het ROC Tilburg en een overeenkomst heeft gesloten voor het volgen van een opleiding die wordt afgesloten met examens. Wettelijk erkend document dat aantoont en vastlegt dat de eigenaar een omschreven kwalificatie voldoende beheerst. WEB: Artikel 7.4.6. Diploma's. 15
Diplomering Het proces van vaststellen of de examenkandidaat aan de diplomaeisen voldoet tot en met het uitreiken van het diploma. Ervaringscertificaat Een document, afgegeven door een erkende EVC-aanbieder, waarin (ook EVC: EVC- de kennis, vaardigheden en werkervaring van de student staan. Op certificaat) grond van een EVC-certificaat kan de examencommissie bepalen of de student in aanmerking komt voor diplomering, of dat hij (delen van) het examen alsnog moet afleggen om aan de diplomeringseisen te voldoen. Examen Examencommissie Examendeelnemer Examendossier Examenregeling Examinering Geldig legitimatiebewijs Door een daartoe bevoegde instantie ingesteld onderzoek naar kennis, vaardigheden en houding die de examenkandidaat zich op grond van de diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt, en de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de beoordelingscriteria en beslisregels. Een examen kan uit meerdere examenonderdelen en -eenheden bestaan. Commissie, ingesteld door het bevoegd gezag, die verantwoordelijk is voor de organisatie en het afnemen van de examens binnen ROC Tilburg. WEB: examencommissie als bedoeld in artikel 7.4.5 van de wet. Een persoon die uitsluitend is ingeschreven voor deelname aan examenactiviteiten. Totaal van examengerichte resultaten, inclusief de onderliggende bewijsstukken, op grond waarvan de decentrale examencommissie kan besluiten tot diplomering van een examenkandidaat. Het examendossier is eigendom van de onderwijsinstelling. Het gedeelte van het opleidingsplan / de OER waarin zo concreet mogelijk het examen, ook wel examenplan genoemd, wordt omschreven in al zijn aspecten, inclusief de verwijzing naar de examenstof. Het nemen van beslissingen over inhoud en niveau van examens van een beroepsopleiding, procedures en voorwaarden waaronder examens worden afgenomen en het vaststellen van de uitslag van examens. Examinering heeft als doel om vast te stellen of de student voldoet aan de vooraf door de opleiding en het beroepenveld gestelde eisen. Examinering leidt uiteindelijk tot toekenning van het diploma. (Examinering is niet om vast te stellen of de student vooruitgang boekt in zijn ontwikkeling.) Geldig paspoort, identiteitskaart, vreemdelingenbewijs, rijbewijs of bromfietsbewijs. 16
Generieke examenonderdelen Hulpmiddelen Inspectie van het Onderwijs Keuzedelen Kwalificatiedossier Kwaliteitsborging Inspectie Onderwijsinstelling Onderwijs- Overeenkomst Opleiding Niveaugebonden examenonderdelen die voor alle studenten gelden en die betrekking hebben op de examinering van algemene kwalificatie-eisen voor Nederlandse taal, rekenen (en Engels voor studenten van niveau 4-opleidingen). Middelen die de student mag gebruiken bij het maken van een examen. De Inspectie van het Onderwijs heeft onder andere als taak het borgen en stimuleren van de kwaliteit van examinering. Hiertoe voert zij onderzoeken uit op onderwijsinstellingen. Een mbo-opleiding bestaat uit een kwalificatie en een of meer keuzedelen. Het keuzedeel is een verrijking van de kwalificatie. Hiermee kan de student zijn vakmanschap verbreden of verdiepen. Het keuzedeel is een verplicht onderdeel binnen de mbo-opleiding. De student doet examen voor het keuzedeel maar kan hier (nog) niet op zakken. De minister van OCW heeft wel de intentie om keuzedelen voorwaardelijk te maken voor diplomering. Een landelijk vastgesteld dossier met daarin opgenomen alle gegevens die van belang zijn om het daaruit af te leiden onderwijs en de examinering vast te stellen en te ontwikkelen. Inspectie van het Onderwijs ontwikkelt kwaliteitsstandaarden voor examinering. Inspectie controleert of de onderwijsinstellingen voldoen aan deze kwaliteitsstandaarden middels een proces- en een productaudit. Een instelling die bevoegd is certificaten en diploma's van de landelijke kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs uit te reiken. Een overeenkomst tussen student en ROC Tilburg/ NCVB Bedrijfsopleidingen, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen tussen instelling en student. In de onderwijsovereenkomst worden per student zaken zoals de inhoud van het onderwijs, de examens en de studiebegeleiding vermeld. Samenhangend geheel van kerntaken en werkprocessen gericht op het behalen van een diploma. Hieronder vallen ook de landelijk vereisten voor taal, rekenen en LB. 17
Onderwijs- en Examenregeling (OER)/Opleidingsplan Student Surveillant Validiteit Vaststelling examens Vaststellingscommissie Vrijstelling Werkprocessen WEB Het document waarin de belangrijkste kenmerken van de opleiding, de Onderwijsregeling (waaronder inhoud, inrichting en studieduur, leerweg) voor een groep of groepen van studenten, en de Examenregeling (de inrichting van examinering) worden vastgelegd door het College van Bestuur. In het opleidingsplan / de OER is ook vastgelegd welke opleidingstrajecten voldoen aan de eisen van de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF) of de eisen volgens de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTS) voor studerenden tot 18 jaar. Iemand die ingeschreven staat bij het ROC Tilburg en een overeenkomst heeft gesloten voor het volgen van een opleiding die wordt afgesloten met examens. Persoon die toezicht houdt op de correcte afname van examens. Mate waarin een examen meet wat het beoogt te meten. Voorwaarden hiervoor zijn dat het examen betrouwbaar en representatief is voor de inhoud en het niveau van de kwalificatie. Het is één van de voorwaarden voor goede examenkwaliteit. Vaststelling van examens wordt gedaan door leden van de decentrale examencommissie. Men beoordeelt of een examen voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Commissie die, onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie, de taak heeft om examen (onderdelen/-eenheden) te borgen op hun toetstechnische kwaliteit. Onder andere op validiteit en betrouwbaarheid. Regeling waarin eerder verworven competenties of een vooropleiding van een student zijn vastgelegd en waaruit blijkt dat de student niet (opnieuw) aan dit deel van de exameneisen hoeft te voldoen. Inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten. Een set van werkprocessen vormt een kerntaak. De werkprocessen zijn opgenomen in het landelijk vastgesteld kwalificatiedossier. Wet Educatie en Beroepsonderwijs. 18
Adressen Bevoegd gezag College van Bestuur Onderwijsgroep Tilburg Postbus 1330 5004 BH Tilburg Commissie van Beroep voor de Examens p.a. bestuurssecretariaat van het College van Bestuur Postbus 1330 5004 BH Tilburg Voorzitters Examencommissies NCVB Bedrijfsopleidingen De heer C.L. van Hoof Kasteeldreef 116 5046 CV Tilburg School voor Administratieve en Juridische Dienstverlening De heer E. van Gulik Kasteeldreef 122 5046 CV Tilburg School voor AKA Mevrouw J. Scheel Apennijnenweg 6 5022 DV Tilburg School voor Bouwtechniek De heer A. de Jong Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Commerciële Dienstverlening De heer K. den Ridder (plv) Kasteeldreef 122 5046 CV Tilburg School voor Gezondheidszorg Mevrouw M. de Leeuw Wandelboslaan 28 5042 PD Tilburg 19
School voor ICT en Mediatechnologie De heer P. van Gestel Kasteeldreef 122 5046 CV Tilburg School voor Kunst, Cultuur en Media De heer H. Snijders Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Sport en Bewegen Mevrouw M. Brun Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Welzijn De heer B. van Leeuwen Wandelboslaan 28 5042 PD Tilburg School voor Logistiek en Mobiliteit Mevrouw B. Baelemans Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Luchtvaarttechniek Mevrouw J. Nuijten Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Mechatronica, Maintenance en Engineering De heer C. van Gerwen Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Mode en Uiterlijke Verzorging De heer H. Snijders Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg School voor Onderwijs en Kinderopvang De heer J. Reijven Prof. Gimbrèrelaan 9 5037 EE Tilburg School voor Orde en Veiligheid Mevrouw D. Duindam Gershwinstraat 10 5012 AR Tilburg School voor Proces- en Milieutechniek Mevrouw J. Nuijten Stappegoorweg 183 5022 DD Tilburg 20