J2 Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard /Vijfheerenlanden 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden (RSD en KB AV) Officiële naam regeling Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015 Citeertitel Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven Vastgesteld door d.d. Dagelijks Bestuur RSD en KB AV op <06-11-2014> Datum inwerkingtreding 1 januari 2015 Datum uitwerkingtreding Bron bekendmaking - d.d. Onderwerp n.v.t. Website RSD en KB AV op nog nader te bepalen Maatschappelijke zorg en welzijn Geplaatst op CVDR - www.overheid.nl d.d. Nog niet geregeld voor samenwerkingsverbanden. Wel aangemeld voor een account. Opmerkingen m.b.t. de regeling n.v.t. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Artikel 8 van de Gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010, juncto, artikel 35 lid 1 van de Participatiewet. ijzigingen Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) N.v.t. Opmerkingen m.b.t. de wijziging van de regeling N.v.t. Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven RSD en KB AV 2015 Pagina 1
Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone uitgaven Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015 Artikel 1. Algemeen Vanaf 1 januari 2004 kunnen chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, die in een aan de RSD deelnemende gemeente wonen en die een inkomen hebben op bijstandsniveau of net daarboven, een beroep doen op de Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven (RFBU). Zij kunnen daaruit jaarlijks een tegemoetkoming krijgen voor verborgen ziektekosten. Verborgen ziektekosten zijn kosten van bijvoorbeeld een hogere telefoonrekening, extra voedingsmiddelen, nietvergoede zelfzorgmiddelen of het lidmaatschap van een belangenvereniging of patiëntenorganisatie. De RFBU is geen voorliggende voorziening voor de individuele bijzondere bijstand. Voor kosten die geacht worden in de RFBU te zijn begrepen, kan dus ook nog "gewone" bijzondere bijstand worden aangevraagd en verstrekt, zonder dat rekening wordt gehouden met de RFBU-bijdrage. Via de RFBU wordt individuele bijzondere bijstand op basis van groepskenmerken verstrekt. Buiten de in dit onderwerp opgesomde bijzondere bepalingen, zijn de normale regels van de Participatiewet daarom van toepassing. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de begripsbepalingen, vermogen, bezwaar en beroep en terugvordering en verhaal. Artikel 2. Groepskenmerken/Voorwaarden Om voor een RFBU-bijdrage in aanmerking te komen, moet de belanghebbende aan elk van de volgende voorwaarden/groepskenmerken voldoen: inwoner zijn van één van de aan de RSD deelnemende gemeenten; 18 jaar zijn; geen student zijn; een zelfstandige huishouding voeren; Op deze voorwaarde is een uitzondering namelijk: ook een bij zijn ouders inwonend niet ten laste komend kind van 18 jaar of ouder, dat gehandicapt of chronisch ziek is, kan zelfstandig een aanvraag indienen. een inkomen hebben dat beneden de vastgestelde inkomensgrenzen blijft, conform het bepaalde in de Participatiewet. Geen vermogen bezit dat hoger ligt dan het van toepassing zijnde vrij te laten eigen vermogen op grond van de Participatiewet. Uitzondering: voor inwoners van de gemeente Lingewaal geldt bovendien dat het in de eigen woning gelegen vermogen buiten beschouwing blijft. chronisch ziek zijn, gehandicapt zijn en/of de pensioengerechtigde leeftijd op grond van artikel 7, juncto artikel 7 a van de Algemene Ouderdoms Wet heeft bereikt. Voor de definitie van chronisch ziek en gehandicapt wordt verwezen naar hetgeen onder 7 staat vermeld. Artikel 3. Aanvragen en voorzieningenperiode Ten behoeve van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe speciaal ontwikkeld aanvraagformulier Het formulier is alleen bedoeld voor de eerste keer dat een aanvraag op grond van het RFBU wordt gedaan. (Daarna volgt bij ongewijzigde omstandigheden jaarlijks een betaling). De uiterste datum voor het indienen van een aanvraag RFBU over het voorgaande kalenderjaar is 28 februari van het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Aanvragen die na die datum worden ingediend worden niet meer in behandeling genomen. De voorzieningenperiode loopt van 1 januari tot 1 januari van het opvolgende jaar. Een voorbeeld ter illustratie: Een belanghebbende dient op 1 mei van een bepaald jaar een aanvraag in. Hij krijgt een RFBU-bijdrage over dat jaar toegekend. Deze bijdrage geldt dan voor de periode 1 januari van dat bepaalde jaar tot 1 januari van het opvolgende jaar. Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven RSD en KB AV 2015 Pagina 2
Artikel 4. Peildatum Het recht op uitkering wordt vastgesteld op basis van de op de datum van aanvraag geldende gegevens. Dus als iemand bijvoorbeeld op 1 mei van een bepaald jaar een aanvraag indient, dan wordt bij de beoordeling van de aanvraag uitgegaan van het inkomen dat de betrokkene op 1 mei van dat betreffende jaar heeft. Slechts in het geval dat hierdoor sprake zou zijn van klaarblijkelijke hardheid, kan van dit principe worden afgeweken Artikel 5. Inkomensgrenzen Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, mag het inkomen (exclusief vakantietoeslag) van de belanghebbende (samen met de eventuele partner) niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven. Inkomensgrenzen 1 juli 2014 Leefvorm Tot 65 jaar: alleenstaande van 21 jaar 852,41 alleenstaande van 22 jaar of ouder 994,06 alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder 1.278,60 gehuwd/samenwonend beide partners ouder dan 21 jaar 1.420,67 65 jaar en ouder: alleenstaande 1.090,99 alleenstaande ouder 1.327,94 gehuwd/samenwonend 1.501,69 Genoemde inkomensgrenzen worden ge-indexeerd op de tijdstippen waarop ook van Rijkswege de van toepassing zijnde uitkeringsnormen worden ge-indexeerd. De hoogte van de indexatie is gelijk aan het indexpercentage dat door het Rijk wordt gehanteerd bij de van toepassing zijnde uitkeringsnormen, waarbij het uitgangspunt is dat de van toepassing zijnde inkomensgrens nooit hoger ligt dan 110 % van het van toepassing zijnde normbedrag. Aandachtpunten: 1. De genoemde bedragen zijn exclusief vakantietoeslag. 2. Voor jonger dan 21 jaar gelden andere inkomensgrenzen. 3. Zoals al uit de inkomensgrenzen blijkt, wordt bij de toetsing geen rekening gehouden met (een mogelijke korting vanwege het delen van) woonkosten. Artikel 6. Hoogte vergoedingen De vergoedingsbedragen zijn als volgt: Inwoners van de gemeente Lingewaal die aan de criteria voldoen hebben recht op een be drag van 250,-- per gezinslid dat aan de voorwaarden voldoet. Zo kan bijvoorbeeld een echtpaar waarvan beiden gehandicapt zijn (en voldoen aan de voorwaarden) dus 2 x 250,00 ontvangen. Voor de overige gemeenten geldt het volgende: Leefvorm Bedrag alleenstaande 173,00 alleenstaande ouder 247,00 gehuwd/samenwonend 247,00 Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven RSD en KB AV 2015 Pagina 3
Aanvullende bepalingen: a. Indien er sprake is van (een) belanghebbende(n) die de pensioengerechtigde leeftijd op grond van artikel 7, juncto artikel 7 a van de Algemene Ouderdoms Wet heeft/hebben bereikt: - gelden de hiervoor genoemde vergoedingen; - ook als één van de partners de pensioengerechtigde leeftijd op grond van ar tikel 7, juncto artikel 7 a van de Algemene Ouderdoms Wet nog niet heeft bereikt; - ook als één van de partners tevens gehandicapt of chronisch ziek is; - Waarbij geldt dat als beide partners tevens gehandicapt of chronisch ziek zijn, dan ontvangt men de vergoeding voor een alleenstaande vermenigvuldigt met twee; - Waarbij geldt dat als een niet ten laste komend gehandicapt of chronisch ziek kind inwoont, voor hen de normale vergoeding van toepassing is. Het kind kan dan zelf een aanvraag indienen; - waarbij geldt dat als een ten laste komend gehandicapt of chronisch ziek kind inwoont, voor hen de normale vergoeding van toepassing is, vermeerdert met éénmaal de vergoeding voor een alleenstaande. b. Indien er sprake is van (een) belanghebbende(n) van die de pensioengerechtigde leeftijd op grond van artikel 7, juncto artikel 7 a van de Algemene Ouderdoms Wet nog niet heeft bereikt - gelden de hiervoor genoemde vergoedingen; - waarbij geldt dat als binnen een gezin (= alleenstaande ouder of gehuwd/samenwonend) meerdere gehandicapten of chronisch zieken zijn, dan wordt de bijdrage voor een alleenstaande vermenigvuldigd met het aantal chronisch zieken of gehandicapten. Artikel 7. Definitie chronisch zieken en gehandicapten De volgende definities zijn van toepassing. Gehandicapten: Tot de gehandicapten behoren motorisch gehandicapten, zintuiglijk gehandicapten en verstandelijk gehandicapten. Chronisch zieken: Chronisch zieken zijn mensen die lijden aan een onomkeerbare aandoening, zonder uitzicht op volledig herstel en met een variabel ziekteverloop, die het dagelijks leven van de patiënt beïnvloedt. Daarbij moet sprake zijn van: a. een bepaalde duur (langer dan 6 maanden); en b. een bepaalde ernst met beperkingen in het dagelijkse leven en het, al dan niet met tussenpozen, consulteren van professionele zorg, eventueel aangevuld met zelfzorg;en c. een bepaald verloop, waarbij vaak een verergering optreedt met eventueel periode met tijdelijke verbetering. Bovenstaande definities zijn van belang om het recht op een verstrekking te beoordelen. Als bijvoorbeeld een chronische ziekte geen gevolgen heeft voor de dagelijkse levensverrichtingen en er geen sprake is van het consulteren van professionele zorg, is er geen sprake van een bepaalde ernst dan bestaat er geen recht op een bijdrage. Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven RSD en KB AV 2015 Pagina 4
Artikel 8. Indicatiestelling Onder indicatie wordt in deze beleidsregels verstaan: Het vaststellen of iemand chronisch ziek is of gehandicapt, door te kijken of hij/zij aan de criteria. Om de uitvoering van de RFBU zo eenvoudig mogelijk te houden, gebeurt de indicatiestelling zoveel mogelijk aan de hand van reeds bestaande indicaties. Bestaande indicaties kunnen zijn: de verklaring van een huisarts of specialist; het bewijs dat iemand voor 80-100% arbeidsongeschikt is; een verstrekte voorziening in het kader van de WMO of voorheen de WVG (woonvoorziening, vervoersvoorziening of een rolstoel); hulp bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) thuis. Hierbij kan gedacht worden aan lichamelijk verzorging, aan- en uitkleden, eten en drinken (geen maaltijdvoorziening), toi letgang en verplaatsen, eenvoudige verpleegtechnische assistentie en enige hand- en span diensten; hulp op basis van een toegekend persoonsgebonden budget; langdurige huishoudelijke hulp c.q. thuiszorg als gevolg van handicap of chronische ziekte; overige verstrekte hulpmiddelen en voorzieningen voor wonen, werk, deelname aan het maat schappelijk verkeer en algemene dagelijkse levensverrichtingen thuis op grond van de Awbz en/of Zfw, waaronder de regeling hulpmiddelen 1966; een tegemoetkoming in het kader van de regeling tegemoetkoming thuiswonende meervoudig en ernstig gehandicapte kinderen; toegekende hulpmiddelen in het kader van de wet Rea; een toegekende parkeerkaart gehandicapte; een toegekende (privé) parkeerplaats gehandicapte. Met betrekking tot een handicap wordt ook de vaststelling van de consulent in een persoonlijk contact dat er sprake is van een handicap, aangemerkt als een geldige indicatie.. Zelf aantonen Belanghebbende dient zelf aan te tonen dat er sprake is van chronisch ziek zijn of een handicap. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een medische verklaring of een toekenningbeschikking van een bepaalde voorziening, die gerelateerd is aan een chronische ziekte of handicap. Jaarlijks aantonen niet nodig Indien betrokkene in een voorafgaand jaar reeds een RFBU-bijdrage heeft ontvangen, hoeft hij niet opnieuw aan te tonen om welke ziekte of handicap het gaat. Hier volstaat dat hij op het jaarlijks te ontvangen wijzigingformulier verklaart dat er geen wijziging heeft plaatsgevonden. Artikel 9. Controle op de verstrekte gegevens Een belanghebbende dient bij de aanvraag en de gevraagde verklaringen met betrekking tot de continuering van de verstrekking, de verlangde gegevens volledig en naar waarheid te verstrekken. Eventuele wijzigingen in omstandigheden dienen door hem/haar terstond aan de RSD te worden doorgegeven. De RSD zal door middel van specifiek onderzoek controle op rechtmatigheid van de verstrekkingen uitoefenen. Bij constatering van misbruik of oneigenlijk gebruik van een verstrekking in het kader van dit fonds kan de RSD overgaan tot terugvordering van de financiële verstrekking. Artikel 10. Hardheidsclausule Het Dagelijks Bestuur handelt overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven RSD en KB AV 2015 Pagina 5
Artikel 11. Intrekking voorgaande beleidsregels, overgangsrecht en datum inwerkingtreding De diverse, vóór 1 januari 2015 vastgestelde beleidsregels met betrekking tot en ten aanzien van de RFBU worden met ingang van 1 januari 2015 ingetrokken. De beleidsregels RFBU die vóór 1 januari 2015 zijn vastgesteld blijven van toepassing voor: a. Aanvragen RFBU die zijn ingediend vóór 1 januari 2015 en waarop na 1 januari 2015 nog geen besluit is genomen; b. Besluiten die vóór 1 januari 2015 zijn genomen, maar nog geen formele rechtskracht hebben; c. Aanvragen RFBU die worden ingediend vóór 28 februari 2015 en die betrekking hebben op het kalenderjaar 2014, zulks met inachtneming van de termijn die noodzakelijk is voor de RSD om tot besluitvorming te komen, inclusief de periode dat dergelijke besluiten formele rechtskracht hebben gekregen. De beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone uitgaven Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015 treden met ingang van 1 januari 2015 in werking. Artikel 12. Citeertitel Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone uitgaven Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015. Beleidsregels Regeling Fonds Buitengewone Uitgaven RSD en KB AV 2015 Pagina 6