RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01;

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

2. Vast te stellen de op bijlage I bijgevoegde "verordening op de woonschepen".

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

Artikel Ligplaatsvergunning voor terrasboten

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Verordening Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELD 2016 (VERORDENING HAVENGELD 2016)

02 JAN. 20» i. Toelichting

WOONSCHEPENVERORDENING ZUID-WILLEMSVAART 2007

Parkeerverordening 2013

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

Parkeerverordening. C!! emborg

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening op het parkeren 2007

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven

Verordening havengelden 2011

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 29 oktober 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Om tot een weloverwogen ligplaatsenbeleid te kunnen komen is het gewenst dat een ligplaatsenbeleidsplan wordt vastgesteld.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Gemeente Cuijk - Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005

02JAN.2014 GemeenteDelft

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

Terrassen en terrasboten in APV en beleidsregels. Algemene Plaatselijke Verordening 2007 Leiden (versie van 29 april 2009)

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten c.a. 2015, versie 2

b Wettelijke taak Zie inleiding. a Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college a Onvermijdelijk

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2016

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Tekstuitgave van de Drank- en Horecaverordening

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Parkeerverordening Venray 2016

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

MONUMENTENVERORDENING 2006

Tekstuitgave van de verordening naamgeving en nummering 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van Havengeld 2019

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Verordening Leukermeer e.o. Bergen (L.)

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ;

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

Informatie over deze regeling kunt u inwinnen bij de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer, de heer

Datum: 6 oktober 2014 Portefeuillehouder: wethouder Horst

Overzicht tarieven Precario vergelijkbare gemeenten en andere overheidsinstanties

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Marktverordening Westvoorne 2012

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

g) Woonboot; een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning en dat een vaste verbinding heeft met de wal.

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2014.

Marktverordening gemeente Terneuzen 2011

Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

Verordening liggelden Colijnsplaat 2010 Raadsbesluit: 5 november 2009

Parkeerverordening 2013

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

Hoofdstuk 1. Algemeen

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Haarlem;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007; STZ 07/24389; raadsstuk ;

H E E R H U G O W >\ /\ R D

Verordening kinderopvang gemeente Zeewolde

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL 10.0017 Rv. nr..: 10.0017 B&W-besluit d.d.: 26-1-2010 B&W-besluit nr.: 09.1577 Naam programma +onderdeel: Het voorstel is programma-overstijgend. Naast het programma Bestuur en dienstverlening Onderwerp:: Vaststellen van de verordening op de bedrijfsvaartuigen ten gevolge van de wijziging Algemene plaatselijke verordening 2007 e.d. Aanleiding: Medio 2007 is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) ingrijpend gewijzigd omdat toen is besloten om de model-apv van de VNG in te voeren. Een viertal ontwikkelingen bracht met zich mee dat de APV wederom moest worden gewijzigd: 1. de dereguleringsoperatie van de VNG zelf; 2. de implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn VNG; 3. de uitkomsten van de Leidse dereguleringsoperatie (minder beter); 4. overige zaken. Een voorstel tot wijziging van de APV is aan u ter besluitvorming voorgelegd. Als gevolg van de nieuwe wijze van nummering is het niet meer mogelijk om de artikelen van de oude Woonschepenverordening en de Verordening op de Bedrijfsvaartuigen e.d. in de APV te behouden. Voorgesteld wordt daarom om deze artikelen opnieuw in twee afzonderlijke verordeningen op te nemen. Doel: De Verordening op de Bedrijfsvaartuigen opnieuw zelfstandig vast te stellen. In de verordening op de Bedrijfsvaartuigen is een in het verleden gesignaleerde tegenstrijdigheid weggenomen en is de seizoensperiode voor een ligplaatsvergunning voor een terrasboot afgestemd op de periode die wordt genoemd in de beleidsnota van 10 juli 2007 waarin is aangegeven dat de vergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend. Tevens zijn in artikel 8 van de verordening op de bedrijfsvaartuigen twee wijzigingen opgenomen die voortvloeien uit Minder Beter nl. het mogelijk maken van digitale aanvragen en het terugbrengen van de beslistermijn van 8 naar 6 weken. Kader: Zie aanleiding Overwegingen: Zie aanleiding Financiën: Niet van toepassing 1

Evaluatie Niet van toepassing. RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 10.0017 van 2010), mede gezien het advies van de commissie BESLUIT: vast te stellen de navolgende Verordening op de Bedrijfsvaartuigen e.d., luidende aldus: Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a vaartuig: elk vervoermiddel op of in het water, drijvende werktuigen en vlotten daaronder begrepen, hoe dan ook genaamd, van welke grootte, inhoud en inrichting dan ook en door welke kracht zij dan ook in beweging worden gebracht of worden voortbewogen, met uitzondering van woonschepen en voormalige bedrijfsvaartuigen die gebruikt worden als woonschepen; b passagiersschip: een vaartuig dat middel van vervoer en/of verblijf is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer en/of verblijf van personen; c bedrijfsvaartuig: elk vaartuig dat als magazijn of bergplaats voor goederen of ten behoeve van het uitoefenen van een bedrijf gebruikt wordt; d pleziervaartuig: elk vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip; e horecabedrijf: een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het tegen vergoeding verstrekken van logies, schenken van dranken of bereiden of verstrekken van spijzen voor directe consumptie; f terras: een buiten de besloten ruimte liggend gedeelte van een horecabedrijf waar dranken of spijzen voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en genuttigd; g terrasboot: elk niet overdekt vaartuig dat gebruikt wordt als terras; h seizoensvergunning voor een terrasboot: een vergunning voor het afmeren van een terrasboot met een geldigheidsduur van maximaal 6 maanden; i tijdelijke vergunning voor een terrasboot: een vergunning voor het afmeren van een terras boot met een geldigheidsduur van maximaal 10 aaneengesloten dagen; j vaste ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat voor minimaal één jaar door een vaartuig met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen; k ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat door een vaartuig met bijbehorende voorzieningen of voorwerp, zoals een balk, boom, plank of visbun, mag worden ingenomen; l bijbehorende voorzieningen: zaken zoals een steiger en een loopplank; m openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaar baar of anderszins toegankelijk zijn; n havengebied: al het openbaar water binnen de grenzen van de gemeente dat in beheer en onderhoud is van de gemeente; 2

o p q passantenhaven: een gedeelte van het havengebied dat bestemd is voor het tijdelijk afmeren van pleziervaartuigen; deze gedeelten liggen aan de Beestenmarkt, de Oude Herengracht en aan de Haven. Hiermee zijn niet de particuliere passantenhavens bedoeld. openbare ijs: het ijs dat in de openbare wateren ligt; openbare ijsbaan: het ijs in de Zoeterwoudsesingel tussen de Jan van Houtbrug en de Utrechtsebrug. Artikel 2 Wijze van meten De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. De hoogte wordt gemeten vanaf de waterlijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals antennes worden, voor zover zij geen belemmering voor de scheepvaart opleveren, niet meegerekend. Artikel 3 Verbodsbepaling 1. Het is verboden om zonder een vergunning van Burgemeester en Wethouders met een bedrijfsvaartuig, passagiersschip of terrasboot een ligplaats in te nemen. 2. Het is verboden om zonder een vergunning van Burgemeester en Wethouders met een (plezier)vaartuig een ligplaats in te nemen in het havengebied en/of balken, bomen, planken of visbunnen te hebben liggen. 3. Het verbod in lid 1 is niet van toepassing op passagiersschepen langs de Zijlsingel tussen de Weverbrug en de Schrijversbrug. 4. Het verbod in lid 2 is niet van toepassing op roeiboten met een oppervlakte die kleiner of gelijk is aan 3 m 2 en op pleziervaartuigen in de passantenhavens. Artikel 4 Vaartuigen in aanbouw of reparatie Het verbod in artikel 3, lid 1 en 2 is niet van toepassing op vaartuigen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden. Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen in ligplaatsenplan 1. De raad stelt een ligplaatsenplan vast waarin wordt aangegeven op welke locaties een vaste ligplaatsvergunning voor bedrijfsvaartuigen en passagiersschepen kan worden verleend (ligplaatsenplan bedrijfsvaartuigen, plan A). 2. De raad stelt een ligplaatsenplan vast waarin wordt aangegeven op welke locaties een ligplaatsvergunning voor terrasboten kan worden verleend (ligplaatsenplan terrasboten, plan B). 3. De raad stelt een ligplaatsenplan vast waarin wordt aangegeven op welke locaties een ligplaatsvergunning voor pleziervaartuigen kan worden verleend (ligplaatsenplan pleziervaartuigen, plan C). Artikel 6 Vaste ligplaatsvergunning voor bedrijfsvaartuigen en passagiersschepen 1. Een vaste ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig of passagiersschip wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier. 2. Burgemeester en Wethouders beslissen over een aanvraag van een vaste ligplaatsvergunning binnen dertien weken na de dag, waarop het aanvraagformulier is ontvangen. 3. Een vaste ligplaatsvergunning kan worden geweigerd indien: a voor de ligplaats al vergunning is verleend; 3

b c d e f g h i de aanvrager niet beschikt over een bedrijfsvaartuig of passagiersschip; het bedrijfsvaartuig of passagiersschip met voorzieningen langer, breder of hoger is dan aangegeven in het bij deze verordening behorende ligplaatsenplan A en/of de bijbehorende voorzieningen in strijd zijn met de door Burgemeester en Wethouders daarvoor vastgestel-de voorschriften; het bedrijfsvaartuig of passagiersschip met eventuele voorzieningen belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land of voor het beheer van de oever; het uiterlijk van het bedrijfsvaartuig of passagiersschip met eventuele voorzieningen naar Het oordeel van Burgemeester en Wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort; het bedrijfsvaartuig of passagiersschip met eventuele voorzieningen niet voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid, milieu en gezondheid; het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 13 weken na het indienen van de aanvraag met het bedrijfsvaartuig of passagiersschip de plaats waarvoor de vaste ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen; de aanvrager niet voldoet aan de eisen die gesteld zijn op grond van het bepaalde bij of krachtens de Binnenschepenwet; het maximale aantal ligplaatsen, zoals aangegeven op het desbetreffende onderdeel van het ligplaatsenplan bedrijfsvaartuigen, wordt overschreden. 4. De vaste ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de aanvrager en vermeldt de naam van de aanvrager, de plaatsaanduiding van de desbetreffende vaste ligplaats, de voorzieningen en de kenmerken van het bedrijfsvaartuig of passagiersschip. 5. Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een ligplaatsvergunning ter bescherming van de belangen die deze verordening beoogt te dienen. Artikel 7 Ligplaatsvergunning voor terrasboten 1. Een ligplaatsvergunning voor een terrasboot gedurende een seizoen of een kortere periode wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier. 2. Burgemeester en Wethouders beslissen over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen dertien weken na de dag, waarop het aanvraagformulier is ontvangen. 3. Een ligplaatsvergunning voor een seizoen en/of kortere periode kan worden geweigerd indien: a voor de ligplaats al vergunning is verleend; b de aanvrager niet beschikt over een terrasboot; dat deze bereid is de locatie in gebruik te geven; c de veiligheid op, de reinheid van, en/of de openbare orde op het water en/of haar oevers in gevaar wordt gebracht; d het verlenen van de vergunning de rechten en/of vrijheden van anderen aantast, dan wel overlast tot gevolg heeft; e de terrasboot belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land; f de lengte van de terrasboot meer bedraagt dan de breedte van het bijbehorende perceel tenzij de afstand tussen het bijbehorende perceel en de terrasboot meer dan 5 meter bedraagt; 4

g de terrasboot wordt voorzien van een opslagruimte, van welk materiaal dan ook; h de terrasboot wordt voorzien van een tapmogelijkheid; i de terrasboot niet voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid en gezondheid; j de aanvraag niet in overeenstemming is met de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde voorschriften. 4. Een seizoensvergunning voor een terrasboot wordt, naast de gevallen zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, tevens geweigerd indien: a de periode niet ligt tussen 15 april en 15 oktober; b het maximale aantal toegestane seizoensterrasboten voor het bepaalde gedeelte van het openbaar water, zoals aangegeven in het ligplaatsenplan B, wordt overschreden; c deze niet ten behoeve van een horecabedrijf is; d het uiterlijk en de inrichting van de terrasboot naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente; e de terrasboot boven de kademuur uitsteekt; f de ligplaats niet is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf. 5. Een vergunning voor een terrasboot voor een kortere periode dan een seizoen wordt, naast de gevallen zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, tevens geweigerd indien: a de aanvraag betrekking heeft op een langere periode dan 10 aaneengesloten dagen; b de tijd tussen twee opeenvolgende perioden minder dan 2 maanden bedraagt; c het maximale aantal van 4 maal per jaar per inrichting wordt overschreden; d het maximale aantal toegestane tijdelijke terrasboten voor het bepaalde gedeelte van het openbaar water, zoals aangegeven op het ligplaatsenplan B, wordt overschreden; e de ligplaats niet is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het dienende pand. 6. De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de exploitant van de terrasboot en vermeldt de naam van de exploitant, de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van de terrasboot.. 7. Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een ligplaatsvergunning ter bescherming van de belangen die deze verordening beoogt te dienen. Artikel 8 (Ligplaats)vergunning voor (plezier)vaartuigen, balken, bomen, planken of visbunnen 1. Een vaste ligplaatsvergunning voor een pleziervaartuig wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier. 2. Een (ligplaats)vergunning voor vaartuigen, balken, bomen, planken of visbunnen wordt schriftelijk of op een andere geschikte wijze aangevraagd met vermelding van lengte-, breedte-, hoogte- en dieptemaat. 3. Burgemeester en Wethouders beslissen over een aanvraag van een (ligplaats)vergunning binnen zes weken na de dag, waarop de aanvraag/ het aanvraagformulier is ontvangen. 5

4. Een (ligplaats)vergunning kan worden geweigerd indien: a voor de (lig)plaats al vergunning is verleend; b het (plezier)vaartuig, de balken, bomen, planken of visbunnen belemme ringen kan/kunnen veroorzaken aan het verkeer te water of te land; c het ter plaatse geldende bestemmingsplan het niet toestaat; d het uiterlijk van het (plezier)vaartuig, de balken, bomen, planken of visbunnen naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente; e het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het (plezier)vaartuig, de balken, bomen, planken of visbunnen de plaats waarvoor de (ligplaats)vergunning is aangevraagd, kan innemen; f de aanvraag niet in overeenstemming is met de door Burgemeester en Wethouders gestelde voorschriften; g. het (plezier)vaartuig langer, breder of hoger is dan in het ligplaatsenplan, plan C, voor de betreffende locatie aangegeven maten en/of de bijbehorende voorzieningen in strijd zijn met de door het college daarvoor vastgestelde voorschriften; h. het maximaal aantal ligplaatsen, zoals aangegeven op het desbetreffende onderdeel van het ligplaatsenplan C, wordt overschreden; i. de lengte van het pleziervaartuig gelegen aan particuliere wal meer bedraagt dan de breedte van het bijbehorende perceel; j. de aanvrager niet beschikt over een pleziervaartuig. 5. De (ligplaats)vergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het (plezier-) vaartuig, de balken, bomen, planken of visbunnen en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende (lig)plaats en de kenmerken van het (plezier)vaartuig, de balken, bomen, planken of visbunnen. 6. Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een (ligplaats-) vergunning ter bescherming van de belangen die deze verordening beoogt te dienen. Artikel 9 Overdragen vergunning 1. De vergunninghouder van een (vaste) ligplaatsvergunning kan de (vaste) ligplaatsvergunning niet overdragen. 2. Lid 1 is niet van toepassing op een vaste ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig. Op aanvraag van de vergunninghouder en van rechtverkrijgende van een vaste ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig schrijven Burgemeester en Wethouders, in het geval het bedrijfsvaartuig met voorzieningen wordt verkocht, de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende. 3. Een overdracht van een vaste ligplaatsvergunning wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier. Artikel 10 Wijziging (ligplaats)vergunning 1. Indien de vergunninghouder voornemens is veranderingen aan het vaartuig en/of de bijbehorende voorzieningen aan te brengen, dient vooraf bij Burgemeester en Wethouders een aanvraag tot wijziging van de (ligplaats) vergunning te worden aangevraagd. 2 Op een aanvraag tot wijziging van een: 6

a vaste ligplaatsvergunning voor bedrijfsvaartuigen en passagiersschepen is het bepaalde in artikel 6, eerste, tweede en derde lid, onder b tot en met i, van toepassing; b ligplaatsvergunning voor terrasboten is het bepaalde in artikel 7, eerste, tweede, derde lid onder b tot en met j, vierde en vijfde lid van toepassing; c (vaste) (ligplaats)vergunning voor (plezier)vaartuigen, balken, bomen, planken of visbunnen is het bepaalde in artikel 8, eerste, tweede, derde en vierde lid onder b tot en met j, van toepassing. Artikel 11 Intrekking (ligplaats)vergunning Burgemeester en Wethouders kunnen de (ligplaats)vergunning intrekken indien: a de (ligplaats)vergunning ten gevolge van onjuiste opgave of informatie is verleend; b de gegevens in de (ligplaats)vergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie; c niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften; d het vaartuig (waaronder bedrijfsvaartuig, passagiersschip, terrasboot en pleziervaartuig), de balken, bomen, planken of visbunnen waarop de (ligplaats)vergunning betrekking heeft naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente; e het vaartuig (waaronder bedrijfsvaartuig, passagiersschip, terrasboot en pleziervaartuig) waarop de (ligplaats)vergunning betrekking heeft niet meer voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid; f op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de (ligplaats)- vergunning; g op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist, intrekking of wijziging wordt gevorderd; h de vergunninghouder hierom verzoekt; i. de vergunninghouder zijn betalingsverplichtingen inzake het verschuldigde binnenhavengeld niet nakomt; j. de vergunning strijdig blijkt te zijn met een vergunning, die op grond van het Ligplaatsenplan behorend bij de Woonschepenverordening 2000 verleend is dan wel verleend kan worden. Artikel 12 Nakoming aanwijzingen 1. De vergunninghouder is bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden van gemeentewege aan of nabij de ligplaats verplicht de door of namens Burgemeester en Wethouders gegeven aanwijzingen op te volgen. 2. De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door of namens Burge meester en Wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer. Artikel 13 Verplichtingen De schipper, die een door Burgemeester en Wethouders aan een andere schipper toegekende (vaste) ligplaats heeft ingenomen, is verplicht deze onmiddellijk in te ruimen, wanneer de rechthebbende haar wenst in te nemen. Artikel 14 Verboden 7

1. Het is verboden houtvlotten met een lengte van meer dan 70 meter of een breedte van meer dan 3,50 meter door het openbaar water voort te drijven. 2. Behoudens het bepaalde in de Vaarwegenverordening Zuid-Holland is het verboden met een grotere snelheid te varen dan: a 6 km/uur in de singelgrachten; b 7,2 km/uur in het overige openbare water. 3. Het is verboden in het openbaar water binnen de singels te zeilen of zeilen opgehaald te hebben, tenzij het vaartuig ligt afgemeerd en dit tijdelijk is om ze te drogen. 4. Het is schippers verboden in openbaar water te liggen met de stokankers buiten boord. 5. Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders in het openbaar water: a een overzetveer te exploiteren; b een passagiersschip te exploiteren; c een verhuurboot te exploiteren; d te baggeren. Artikel 15 Toezicht De zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening is opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor het toezicht zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld. Artikel 16 Strafbepalingen Overtreding van artikel 3, eerste en tweede lid, en artikel 14 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Artikel 17 Opsporingsambtenaren De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor de naleving zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld. Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. De artikelen 5.3.2.1. tot en met 5.3.3.10 van de Algemene plaatselijke verordening 2007 houden op het tijdstip genoemd in het eerste lid op te gelden. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de bedrijfsvaartuigen 2009. Artikel 19 Overgangsbepalingen 1. (Ligplaats)vergunningen, afgegeven op grond van de verordening als genoemd in artikel 18, tweede lid, worden geacht op grond van deze verordening te zijn verleend. 2. Ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen en passagiersschepen afgegeven op grond van de in artikel 18, tweede genoemde verordening, worden geacht op grond van deze verordening te zijn verleend. 8

3. Aanvragen voor vergunning waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening. 4. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 18, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening vastgestelde plannen, vastgestelde nadere regels, beleidsregels en uitvoerings- en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop deze zijn gebaseerd ook vervat zijn in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 18 februari 2010, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 18 februari 2010 ongewijzigd vastgesteld. 9