Focus op consumptie. Balansherstel consument drukt consumptie

Vergelijkbare documenten
bouwsector als geheel; er worden geen uitspraken gedaan over de financiële situatie van individuele bouwbedrijven.

Bouw - regionale update

Stand van Food. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Sector Advisory Nadia Menkveld Februari 2017

operationele marges bleven hierdoor onder druk staan. Ontwikkeling productie en omzet bouw

Bouw - regionale update

Bouw - regionale update

Bouw - regionale update

Woningbouw - sector focus

last van prijsdruk. Schoonmaak- en beveiligingsbedrijven hebben niet alleen te Omzet overige diensten groei p. kw, joj, in %

steeg met 5,4% j-o-j. In de overige leeftijdsgroepen was een daling te zien. Vooral meer uitzendkrachten % groei j-o-j eerste halfjaar 2016

Thema: faillissementen in de Retail

Bouw - sector prognose

De halfgeleiders hebben in de eerste helft van dit jaar een stijging laten zien van 10% j-o-j. Dit is dus goed nieuws voor de luchtvrachtsector.

Lagere zuivelprijs in 2018 drukt op omzet

Ontwikkeling productie per kwartaal. kw1 kw2 kw3 kw Bron: CBS (2010=100)

Prognoses Economie & Sectoren

Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld Maart 2015

Sector Update: Uitzendbranche

Installatie - branche update

Retail - sectorupdate

blijven, omdat daar geen vergunning voor hoeft te worden aangevraagd. Vergunningen renovatie minder volatiel Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

ZZP - focus. Opmars zzp ers zet door ondanks nieuwe regelgeving

als voorlopende indicatoren aanwijzingen geven of en wanneer herstel in de verschillende branches van de bouw te verwachten is.

Schriftelijke vragen van de PvdA Statenfractie Noord-Brabant

Biologische voeding groeit verder

Prognoses Economie & Sectoren

Branche update - Advocatenkantoren

Ontwikkeling woning- en utiliteitsbouw Oost Nederland eerste halfjaar Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

Autoretail - sector update

Bouw - sector update. Randstad bepaalt ontwikkelingen Nederlandse bouwsector

Deurwaarders en incassobureaus: lage groei en grote uitdagingen

Bouw - sector update. Bouwbedrijven in Noord Nederland moeten meer inspelen op bevolkingskrimp en vergrijzing

Bouw - sector prognose

Sector Update - Foodretail

Zakelijke dienstverlening - prognoses

Sector Update - Industrie

Bouw - sector prognose

Bouw - sector update. Bouwsector Noord-Brabant heeft beste vooruitzichten in Zuid Nederland

Bouw - branche update

Hoogconjunctuur stuwt dienstensector

Zomer in zakelijke dienstverlening

Agrifood - Update. Forse groei voor biologisch, maar ook achterblijvende productie

Sectorupdate voeding- & drankenindustrie

Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld November 2015

Leisure Economisch Bureau Nederland Kasper Buiting +31 (0) Juli 2016

Thema update - Leegstand in de winkelstraat

Autoretail - sector update

Branche update - Glasgroenten

Stand van Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld Februari 2016

Bouw - branche update

Bouw - focus op sociale woningbouw

Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld December 2015

Economisch Bureau - Sector Advisory 1 augustus Update faillissementen - Minder ontsporingen: economie loopt als een trein

Agrarisch branche update

Agrarisch/Food sector update

informatietechnologie een nog belangrijker onderdeel binnen de bedrijfsprocessen wordt.

Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld Augustus 2015

Kasper Buiting Senior Sectoreconoom. Stand van TMT. Sector Advisory. September Sector Advisory september 2017

Zakelijke dienstverlening - prognoses

Branche update - Glasgroenten

Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld Maart 2016

Wachten op herstel. Sector Advisory. Maandupdate Grondstoffen prijsvooruitzichten grondstoffen. ABN AMRO Economisch Bureau ABN AMRO Sector Advisory

Stabiele Sector Advisory grondstofprijzen op korte termijn, maar opwaartse trend blijft intact in 2017

Branche update - Drukkerijen

Industrie - Sector prognoses

Stand van Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld November 2016

Branche-update: Reclamebureaus

Agrifood - sector prognoses

Branche update - Beveiliging

Bouw - sectorprognose

Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld Januari 2016

Industrie - Sector prognoses

Stand van Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Economisch Bureau Nederland Nadia Menkveld Juni 2016

Economisch Bureau - Sector Advisory 5 februari Update faillissementen - Aantal faillissementen op weg naar de bodem

Branche update - Fruitteelt

Food - Sector prognoses

Agrarisch/Food sector update

Industriële Metalen Monitor

Robotisering in de sector Food

Industrie - Sector prognoses

ESG en SDG s in beleggingsbeleid bij fiduciair beheer

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Robotisering in de sector Food

sectormonitor retail

Industriële Metalen Monitor

29 april Stand van de Bouw. de bouwsector in economisch perspectief. Sectoranalist Bouw en Vastgoed

Binnenvaart - sector update

OVERZICHT DEEL I ONDERZOEK: DE BELGISCHE ONDERNEMER EN CROWDFUNDING DEEL II HELLO CROWD!, TWEE JAAR LATER: DE RESULTATEN

Stand van Transport. Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses. Sector Advisory Madeline Buijs Februari 2017

Bouwbedrijven blijven positief over de toekomst

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

PERSCONFERENTIE WOONKREDIETEN 2016

Kennissessie Marktkansen 2011 en verder start om uur

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

Branche update - Telecom

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Focus op Prinsjesdag 2017

Agrarisch - Sector prognoses

Transcriptie:

Focus op consumptie Economisch Bureau Nederland Mathijs Deguelle Nico Klene 24 januari 214 Balansherstel consument drukt consumptie Consumptie in derde kwartaal 213 teruggevallen naar niveau midden 24 Vaste lasten stegen met 12% sinds 27 en beperken vrije bestedingsruimte Oplossing voor particuliere schulden noodzakelijk voor herstel binnenlandse economie Het wordt een steeds bekendere aanblik voor wie de Nederlandse binnensteden bezoekt. Winkelstraten worden gekenmerkt door lege Volumeontwikkeling detailhandel 3mnd voortschrijdend gemiddelde, in % j-o-j 6% 4% etalages en pop-upstores nu steeds meer 2% winkels het hoofd niet meer boven water weten % te houden. De economische crisis die in 28 begon, raakte de detailhandel hard. Sinds 28 daalde het volume, de omzet gecorrigeerd voor -2% -4% -6% -8% prijswijzigingen, cumulatief met 13%. Vooral de -1% non-food detailhandel, zoals kleding, 28 29 21 211 212 213 woningdecoratie en elektronica, kreeg forse Detailhandel totaal Food detailhandel klappen. In sommige branches daalde het Bron: CBS volume in deze periode met bijna 4%. het totaal aantal faillissementen in verhouding Dergelijke klappen zijn voor veel winkels niet op te vangen. Het aantal faillissementen kende dan ook een forse stijging, vooral toen de crisis bestendig bleek en ook in 212 en 213 tot het totaal aantal bedrijven, steeg van,45% in 27 tot een geraamde,92% in 213. Een historisch zeer hoog percentage en beduidend hoger dan de faillissementsgraad van het aanhield. De faillissementsgraad in de sector, Nederlandse bedrijfsleven als geheel. De crisis legde op deze manier pijnlijk een aantal knelpunten in de Nederlandse detailhandel bloot. Zaken die in de jaren voor 28 wel bekend waren, maar door de steeds stijgende omzetten genegeerd of op zijn minst gemarginaliseerd konden worden. Stijgende omzetten die overigens deels werden bereikt door toenemende consumptieve schulden van huishoudens. Nederland kende, en kent nog steeds, te veel winkels 1. Ook de opkomst van online retail werd te lang niet onderkend door retailers. Juist dit kanaal is de afgelopen jaren, ook tijdens de crisis, fors blijven doorgroeien 2. Deze groei wordt nog wel eens verantwoordelijk gehouden voor de tegenvallende resultaten bij fysieke retailers. Toch is dit niet helemaal terecht. Het feit dat de groeiende online omzet offline retailers juist nu pijn doet, is grotendeels een gevolg van de krimpende markt als geheel, en niet de oorzaak van de teruglopende volumes. 1 In 21 kende Nederland,6 winkels per inwoner. Van de landen om ons heen kent alleen België een hogere winkeldichtheid. 2 Cumulatief bedroeg de groei van de omzet van online retailers in 213 114% sinds 28. Ondanks deze groei bedragen de online bestedingen aan producten nog steeds slechts 6,8% van de totale retailomzet.

Oorzaak ligt dieper De oorzaak van de teruglopende retailverkopen moet dan ook elders worden gezocht. Niet alleen de retailverkopen, maar ook de totale particuliere consumptie 3 is al een aantal jaren niet gestegen. De groei is bovendien duidelijk achtergebleven bij die in het buitenland. Tussen 2 en 213 is de consumptie cumulatief naar schatting maar met 4¼% toegenomen. Dat is beduidend minder dan de +1½% voor de eurozone als geheel. Sinds midden 28 zijn deze bestedingen in Nederland, net als de retailverkopen, zelfs afgenomen, waar in de eurozone nog sprake was van een kleine stijging. Volumeontwikkeling particuliere consumptie 3mnd voortschrijdend gemiddelde, in % j-o-j 6 5 4 3 2 1-1 -2-3 -4 2 22 24 26 28 21 212 Bron: CBS 3 Bestedingen van huishoudens aan goederen en diensten. Dat de consumptie terugloopt in een tijd van crisis is op zichzelf niet heel gek. Er is immers druk op het beschikbaar inkomen. Verder maakt oplopende werkloosheid mensen onzeker, waardoor er vaak kritisch gekeken wordt naar de bestedingen. Ook zijn er in de huidige crisis enkele specifieke oorzaken aan te wijzen voor de sterke daling van de particuliere consumptie. Als eerste natuurlijk de daling van het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens. Daarnaast zijn er nog enkele vermogenseffecten die negatief doorwerken en die Nederland ook echt apart zetten van het buitenland. Deze twee factoren zorgen ervoor dat huishoudens eerst hun eigen balans op orde willen brengen voordat er aan consumptie wordt gedacht. De retail, tenslotte, heeft ook nog last van de vaste lasten, die iedere maand een deel van het beschikbaar inkomen innemen dat daardoor niet meer vrij kan worden besteed. In de volgende pagina s zullen wij deze factoren bespreken. Daling van het reëel beschikbaar inkomen De daling van de particuliere consumptie sinds midden 28 wordt vooral verklaard uit het ongunstige verloop van het reëel beschikbaar inkomen van gezinnen 4. In de periode 28 tot 4 Dit is het (netto) inkomen waarover de gezamenlijke huishoudens in ons land kunnen beschikken t.b.v. consumptie - na correctie voor inflatie. Mutatie beschikbaar inkomen & particuliere consumptie in % j-o-j 3 2 1-1 -2-3 7 8 9 1 11 12 13 14 Reëel beschikbaar inkomen Bron: CBS; CPB; ramingen: ABN AMRO Econ. Bureau 213 is dit inkomen onafgebroken gedaald, met naar schatting in totaal zo n 6%. Deze verslechtering komt onder meer door de daling van het reële loon: vanaf 21 is de stijging van het brutoloon achtergebleven bij de inflatie. Terwijl het consumptieprijspeil in de jaren 21-13 gemiddeld 2,2% per jaar steeg, gingen de brutolonen slechts gemiddeld 1,6% omhoog 5,6. Part. consumptie Verder heeft het ombuigingsbeleid van de overheid de koopkracht aangetast. Ook speelt 5 De contractloonstijging (dus excl. het incidenteel : het effect van periodieken en promoties e.d.) bedroeg slechts 1,3%. 6 Dit achterblijven werd niet veroorzaakt door een onverwacht hoge inflatie. Nederland kiest sinds het Akkoord van Wassenaar in 1982 voor loonmatiging om de internationale concurrentiepositie te versterken. Dit stimuleert de export, die op zijn beurt als vliegwiel kan dienen voor de binnenlandse bestedingen.

de pensioenproblematiek, die samenhangt met de gestegen levensverwachting en de lage rentes. In recente jaren zijn de pensioenpremies (voor werknemer en/of werkgever) verhoogd, terwijl de uitkeringen niet aan de inflatie of loonstijging zijn aangepast, of zelfs zijn verlaagd. Naar schatting 1¼%-punt van de 6%- daling van het beschikbaar inkomen kan worden toegeschreven aan deze pensioenmaatregelen. Dit is een dempende factor die het buitenland, waar een dergelijk goed pensioensysteem vaak niet aanwezig is, over het algemeen niet kent. Ten slotte is de werkgelegenheid sinds 28 ruim 2½% gekrompen. Negatieve vermogenseffecten Maar er spelen, zoals gezegd, ook vermogenseffecten die de consumptie waarschijnlijk hebben gedrukt. Sinds de zomer van 28 zijn de huizenprijzen gedaald in reële termen met in totaal 3%. Daarnaast zijn de aandelenkoersen, in tegenstelling tot het buitenland, sinds midden 27 per saldo gedaald. De koersen laten overigens al weer geruime tijd een opgaande lijn zien, maar daarmee is het verlies van het begin van deze periode nog niet goedgemaakt. Vermogensverliezen drukken doorgaans de consumptie en daarmee de BBP-groei. Vermogen gezinnen licht verder gestegen EUR mld 4. 3. 2. 1. -1. Bron: CBS; * 213 obv cijfers 3 e kwartaal Vermogen in- en exclusief voorzieningen EUR mld 3. 2.5 2. 1.5 1. 5 2 4 6 8 1 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 11 12 13* Nettovermogen Niet-fin. activa Effecten Verzeker.techn. voorzieningen Chartaal geld en deposito's Schulden Nettovermogen Bron: CBS; * 213 obv cijfers 3 e kwartaal Nettovermogen ex voorzieningen De grafiek links laat de ontwikkeling van de diverse vermogensbestanddelen zien van huishoudens. Het niet-financiële vermogen (waarde woningbezit) is de voorbije vijf jaar afgenomen. De schulden zijn nog steeds iets toegenomen. Dat het nettovermogen na een dipje in 28 per saldo is gestegen, is te danken aan de gestage stijging van de - zeer omvangrijke - pensioenreserves 7. Op papier zijn Nederlandse gezinnen tijdens de crisisperiode dus rijker geworden - althans gemeten in euro s. Gecorrigeerd voor inflatie is het een ander verhaal, en ook als percentage van het BBP is sprake van een daling: Ruim 1%-punt ten opzichte van de piek in 26 (destijds bijna 44% van het BBP). Pensioen- en levensverzekerings-voorzieningen maken ruim de helft uit van het nettovermogen van huishoudens. Maar dit is slechts een vordering die huishoudens hebben; ze kunnen er niet vrij over beschikken. Bovendien is het de vraag of huishoudens wel een goed beeld hebben van hun opgebouwde pensioenvoorziening. Zonder deze voorzieningen ziet het beeld er minder gunstig uit, zoals uit de grafiek links beneden blijkt. En dat beïnvloedt mogelijk de zorg van veel huishoudens over hun financiële positie. 7 Verzekeringstechnische voorzieningen: vermogens die beheerd worden door pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappen ten einde hier pensioenen of levensverzekeringen mee uit te keren (CBS).

Balansherstel Per saldo betekent dit dat, hoewel de vermogens van gezinnen in absolute termen zijn gestegen, zij niet meer liquide zijn geworden. Een groot deel van het vermogen zit vast in vorderingen, of in een eigen huis. Als daarnaast de krimp van het beschikbaar inkomen wordt gekoppeld aan de nog steeds groeiende particuliere schulden, ligt het voor de hand dat huishoudens hier orde op zaken willen stellen. Tot 29 werd schuld als gangbaar middel gezien om consumptieve uitgaven mee te bekostigen, bijvoorbeeld door de overwaarde op huizen te verzilveren via consumptief te besteden hypotheken. Inmiddels heeft de crisis, en de dalende huizenprijzen, ervoor gezorgd dat er anders tegen schuld wordt aangekeken. Regels omtrent nieuwe schuldverstrekking worden strenger en bestaande schuld wordt afgelost. Veel consumenten proberen hiermee het huishoudboekje op orde te brengen om zo meer zekerheid te verkrijgen over de eigen financiële situatie. Kort gezegd: veel huishoudens wenden toch al schaarse middelen deels aan om schulden te reduceren, waardoor er nog minder ruimte voor overige bestedingen overblijft. Vrije consumptie en vrij beschikbaar inkomen Er is nog een factor die een flinke hap uit het beschikbaar inkomen van consumenten neemt: de vaste lasten. Van het beschikbaar inkomen wordt een niet onaanzienlijk deel, in 213 naar onze schatting 37%, besteed aan deze vaste lasten. Betalingen waar ieder huishouden eigenlijk niet onderuit kan. Denk hierbij aan energielasten, woonlasten en verzekeringspremies. Dit deel van de consumptie is de afgelopen jaren juist blijven stijgen. Oftewel: de vaste lasten van huishoudens stegen, terwijl het beschikbaar inkomen daalde. Het gevolg is dat het zogenoemde discretionair inkomen - het Ontwikkeling discretionair inkomen in % j-o-j 6% 4% 2% % -2% -4% -6% 27 28 29 21 211 212 213* 214* Discretionair inkomen Reëel besteedbaar inkomen Vaste lasten Bron: CBS; CPB.* raming ABN AMRO Economisch Bureau inkomen van huishoudens dat zij daadwerkelijk vrij, naar eigen inzicht, kunnen besteden - fors is afgenomen. De laatste jaren zijn de vaste lasten fors gestegen. De cumulatieve toename sinds 28 bedraagt naar schatting 12%. De hieruit voortvloeiende daling van het discretionair inkomen, heeft een directe weerslag op de daadwerkelijk vrije particuliere consumptie Deze staan onder nog grotere druk dan de particuliere consumptie als geheel, zoals zichtbaar is in de figuur links beneden. Deze daling van de vrije consumptie is het meest zichtbaar in de bestedingen aan duurzame goederen. Hieronder vallen onder andere uitgaven aan kleding, consumentenelektronica en huishoudelijke artikelen. Zaken waarvan, juist dankzij hun duurzame karakter, een eventuele aankoop vaak kan worden uitgesteld wanneer de financiële ruimte voor vrije uitgaven minder wordt. Binnenlandse markt hard getroffen De daling van het beschikbaar inkomen, de stijging van de vaste lasten en de drang tot balansherstel van de consument leiden er in combinatie toe dat de vrije bestedingen in Nederland er fors van langs hebben gekregen en zich nu ook slechts zeer langzaam herstellen. Het vliegwiel van de export, waar Nederland normaal op vertrouwt, doet zijn werk wel, maar nog onvoldoende om de binnenlandse markt snel vlot te trekken.

Ontwikkeling vrije consumptie (waarde) 8 in % j-o-j 1 8 6 4 2-2 -4 2 22 24 26 28 21 212 Particuliere consumptie Vrije particuliere consumptie Bron: CBS. * 213 raming ABN AMRO Economisch Bureau Hoewel herstel ook deze keer van de export lijkt te moeten komen, zal dit langzamer gaan dan bij eerdere recessies en zal het herstel brozer zijn. Zo verwachten wij dat het beschikbaar inkomen in 214 weliswaar licht stijgt, maar stijgende vaste lasten zorgen ervoor dat de consument toch (net) minder vrije bestedingsruimte zal hebben. Pas in 215 verwachten wij dat er ruimte komt voor een beginnend herstel van de consumptie, maar met een stijging van,3% zal dit herstel zeer bescheiden zijn. Ook in de retail is pas in 215 weer langzaam ruimte voor een positieve volumeontwikkeling. Net als de 8 Voor het bepalen van de vrije consumptie zijn wij uitgegaan van particuliere uitgaven die geen betrekking hebben op huisvesting, energie, zorgkosten, abonnementen op telecomdiensten of verzekeringen consumptie zal deze echter bescheiden inzetten, met ongeveer ½%. Belangrijke belemmering zijn, zoals al gezegd, de forse particuliere schulden die Nederland kent. Deze schulden werken in deze tijd onzekerheid in de hand en dit gaat ten koste van bestedingen. Hierdoor krijgen sectoren in de Nederlandse economie die zich op het binnenland richten, zoals de detailhandel, forse klappen, wat weer leidt tot lagere investeringen en een verlies van werkgelegenheid. De daling van het beschikbaar inkomen in de voorbije jaren en de stijging van de vaste lasten maakt dat de cashflow van huishoudens afneemt, waardoor de schuldenlast nog zwaarder weegt en de bestedingen verder onder druk staan. Twee opties Er zijn nu twee opties. De eerste is, simpel gezegd, niets doen en de economie uit te laten zieken. In dit scenario brengen huishoudens hun schulden in hun eigen tempo terug om hun balans te herstellen. Twee belangrijke factoren zorgen ervoor dat dit proces een flinke tijd zal vergen. Empirisch onderzoek 9 wijst uit dat een daling van de huizenprijzen gedurende enkele jaren de particuliere consumptie drukt 1. Het feit dat de huizenprijs zo ver is gedaald dat momenteel zo n 25% van de hypotheken hoger 9 Onder andere het Saffier-model van het CPB neemt deze effecten mee. 1 Zie ook onze publicatie Nederlandse Economie in Zicht van augustus 213. Consumptie is consumptie? In bovenstaande tekst spreken wij over de particuliere consumptie, de directe uitgaven van huishoudens. In 212 bedroegen deze ruim EUR 273 miljard. Maar dat is niet alles. Er is ook consumptie die consumenten niet rechtstreeks uit eigen zak betalen. Een gedeelte van hun consumptie wordt namelijk gefinancierd via de overheid*. Daarmee was in 212 EUR 15 miljard gemoeid! Denk hierbij aan gezondheidszorg en onderwijs. Wordt in andere landen niet ook een deel van de consumptie van huishoudens via de overheid gefinancierd? Ja, maar in mindere mate. Daarom levert een internationale vergelijking van de gangbare particuliere-consumptiecijfers een wat vertekend beeld op. De totale consumptie van gezinnen bestaat dus uit het deel dat ze rechtstreeks uit eigen portemonnee betalen plus het deel dat via de overheid wordt gefinancierd. Van het totaal werd in 212 door Nederlandse gezinnen iets meer dan 72% zelf betaald. Voor de eurozone als geheel was dat cijfer ruim 81%. Dus flink hoger. We zien daarbij verschillende ontwikkelingen. Terwijl de groei van de particuliere consumptie in ons land duidelijk achterbleef bij die in andere landen, is het via de overheid gefinancierde deel juist veel harder toegenomen. In de periode 2-212 zagen we in ons land een stijging van cumulatief ruim 37%, tegen een toename van minder dan 25% in de eurozone. Als we nu beide typen consumptie tezamen bekijken, dan blijkt de groei in Nederland veel minder achter te blijven bij die in het buitenland. Dit neemt echter niet weg dat de consumptie die rechtstreeks uit eigen zak wordt betaald, in de achterliggende jaren stevig onder druk stond en nog steeds onder druk staat. * Zie ook: Verbruggen J.P. en P. Keus, Particuliere consumptie is een te beperkt consumptie-begrip in Economisch Statistische Berichten, 5-4-213.

is dan de resterende woningwaarde zal dit effect alleen maar versterken. Daarnaast moet niet alleen de consument zijn balans versterken, ook de overheid heeft na de crisis een omvangrijk pakket aan maatregelen genomen met een negatief effect op de koopkracht van huishoudens. Dit leidt er toe dat het laten uitzieken van de markt tot zeker in 218 de particuliere consumptie, en daarmee de bestedingen in de retail en leisuresectoren, zal drukken. De tweede optie die is om het op orde brengen van de balans van huishoudens met actief (overheids)beleid te versnellen. Een idee, dat door verschillende economen is geopperd, is om pensioenvermogen (deels) in te zetten om hypotheken af te lossen en zo de totale uitstaande schuld te laten slinken. Het kabinet heeft, volgens ons niet onterecht, deze plannen opgepakt en werkt momenteel aan een verkenning van de effecten hiervan. Een tweede manier om het herstel te bespoedigen kan gezocht worden in het vergroten van de bestedingsruimte van huishoudens. De verlaging van de pensioenpremies die het ABP in november aankondigde zal hier voor een grote groep huishoudens al een impuls geven. De verdere afbouw van het Witteveenkader in 215 kan eveneens een positief effect hebben, mits dit leidt tot een verlaging van de premies. Daarnaast kan beargumenteerd worden dat het wellicht tijd is om de politiek van generieke loonmatiging los te laten, tenminste in die sectoren waar daar ruimte voor is. Dit zou de koopkracht van consumenten een impuls geven die, hoewel deels zeker ook gebruikt voor schuldreductie, middels een inhaaleffect ook direct zijn uitwerking zal hebben op de binnenlandse bestedingen en daarmee op de detailhandelssector. Voor Nederlandse beleidsmakers nieuw terrein maar onorthodoxe tijden vragen wellicht ook onorthodoxe maatregelen.

Economisch Bureau Nederland Macro & Sectoren Contactgegevens ABN AMRO Economisch Bureau Nederland: Aandachtsgebied Telefoonnummer: E-mailadres: Jacques van de Wal (hoofd) Algemeen 2 628 499 jacques.van.de.wal@nl.abnamro.com Eric Huliselan Industrie 2 628 2138 eric.huliselan@nl.abnamro.com Casper Burgering Delfstoffen & dienstverlening 2 383 2693 casper.burgering@nl.abnamro.com Nadia Menkveld Transport & logistiek 2 628 6441 nadia.menkveld@nl.abnamro.com Thijs Pons Food, agribusiness &, agri-grondstoffen 2 628 6437 thijs.pons@nl.abnamro.com Mathijs Deguelle Detailhandel, horeca, recreatie, sport & cultuur 2 344 2179 mathijs.deguelle@nl.abnamro.com Hans van Cleef Energie 2 343 4679 hans.van.cleef@nl.abnamro.com Madeline Buijs Bouw & onroerend goed 2-383 821 madeline.buijs@nl.abnamro.com Theo de Kort Informatieanalist, autohandel 2 628 489 theo.de.kort@nl.abnamro.com Ingrid Kroeze Research ondersteuning 2 383 5161 ingrid.kroeze@nl.abnamro.com Philip Bokeloh Macro 2 383 2657 philip.bokeloh@nl.abnamro.com Nico Klene Macro 2 628 424 nico.klene@nl.abnamro.com Disclaimer This document has been prepared by ABN AMRO. It is solely intended to provide financial and general information on the energy market. The information in this document is strictly proprietary and is being supplied to you solely for your information. It may not (in whole or in part) be reproduced, distributed or passed to a third party or used for any other purposes than stated above. This document is informative in nature and does not constitute an offer of securities to the public, nor a solicitation to make such an offer. No reliance may be placed for any purposes whatsoever on the information, opinions, forecasts and assumptions contained in the document or on its completeness, accuracy or fairness. No representation or warranty, express or implied, is given by or on behalf of ABN AMRO, or any of its directors, officers, agents, affiliates, group companies, or employees as to the accuracy or completeness of the information contained in this document and no liability is accepted for any loss, arising, directly or indirectly, from any use of such information. The views and opinions expressed herein may be subject to change at any given time and ABN AMRO is under no obligation to update the information contained in this document after the date thereof. Before investing in any product of ABN AMRO Bank N.V., you should obtain information on various financial and other risks and any possible restrictions that you and your investments activities may encounter under applicable laws and regulations. If, after reading this document, you consider investing in a product, you are advised to discuss such an investment with your relationship manager or personal advisor and check whether the relevant product considering the risks involved- is appropriate within your investment activities. The value of your investments may fluctuate. Past performance is no guarantee for future returns. ABN AMRO reserves the right to make amendments to this material. ABN AMRO, 214