NEDERLANDS. Gebruikershandleiding



Vergelijkbare documenten
NEDERLANDS. Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1

Gebruikershandleiding NEDERLANDS

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280

2015 Multizijn V.O.F 1

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding

MultiSport DV609 Nederlands

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280

Uitgebreide Gebr uiker shandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing GPS car cam

Inleiding. Inhoud van de verpakking. Nederlandse versie. JB Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera

Gebruikershandleiding camera

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

DIGITAL DOOR VIEWER 2.0 GEBRUIKERSHANDLEIDING

gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen

Handleiding. ReSound oplader 60 en 80

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Uitgebreide gebruikershandleiding

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

Handleiding Ltl Acorn Scouting Camera

Bedieningen Dutch - 1

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave Aan de slag met de camera 2 Productweergaven, functies 17 Meer camerafuncties 19 Cameraproblemen oplossen 23 Bijlage 24

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

DC C30/C40 Digitale camera Gebruiksaanwijzing

Electronische loep "One"

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280

Bediening van de Memory Stick-speler

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

Boven- en Zijaanzicht

3.5'' Digitale Fotolijst

BLUETOOTH DOUCHE LUIDSPREKER

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Leather keyboard case for Ipad Air 2

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

AR280P Clockradio handleiding

Gebruik van de afstandsbediening

GEBRUIKERSHANDLEIDING

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

Handleiding LifeGuard

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

HP Photosmart Dock voor digitale camera's Nederlands. Verwijdering van afgedankte apparatuur door privé-gebruikers in de Europese Unie

In-/uitschakelen. Functie: De Identicom in- of uitschakelen.

RECORDING PEN GEBRUIKSAANWIJZING

Gebruikershandleiding voor Direct Print

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Wij beschermen mensen

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

DUO OPLADER JDC0010 HANDLEIDING

Charging base handleiding

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac

Gebruikershandleiding

Innovation Protection Conseil

Plantronics Calisto -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding

Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230

Digitale Video. Gebruikershandleiding

Gebruikers handleiding versie

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

Spanning Capaciteit (mm) (mm) (g) (V) (mah) PR10-D6A PR70 1,4 75 5,8 3,6 0,3 PR13-D6A PR48 1, ,9 5,4 0,83 PR312-D6A PR41 1, ,9 3,6 0,58

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikershandleiding

Welch Allyn Connex Spot Monitor - Snelzoekkaart

Handleiding versie 1.1. Zie ook Lees voor gebruik van de EMDR kit deze handleiding.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

ZAPTUB Action (Actie) HD DV Camera

HQ-CHARGER UUR SUPER COMPACTE ACCULADER VOOR AAA/AA ACCU'S

Gebruikershandleiding

Bluetooth Auto Luidspreker

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendinstellingen

Lader rol reiniging FS 2000 / FS 3000 series

Handleiding EMDR Lightbar

Korte handleiding. 1 Opladen. Functie: Ervoor zorgen dat de batterij van de SoloProtect ID volledig geladen is.

Inhoudsopgave Aan de slag met de camera 2 Productweergaven, functies 11 Meer camerafuncties 14 Cameraproblemen oplossen 19 Bijlage 22

Inhoud. Inhoud. Inleiding. Tips voor de bediening. Digitale monoculaire nachtzichtkijker. Inhoud DENVER NVI-500 DENVER NVI-500

Onboard auto camera Caméra embarquée

Transcriptie:

NEDERLANDS Gebruikershandleiding Begin bij Lees dit eerst (p. 6). Lees ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print.

Stroomdiagram en referentiehandleidingen Deze handleiding Opnamen maken met de camera Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] De software installeren Deze handleiding De camera aansluiten op een computer Deze handleiding Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] Beelden downloaden naar een computer Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding van de printer Afdrukken en het gebruik van de printer Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van niet-canon-accessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Opmerking: deze garantie is niet van toepassing op reparaties die voortkomen uit een slechte werking van niet-canon-accessoires, hoewel u deze reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.

Temperatuur van de camerakast Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect. Video-indeling Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze aansluit op een televisie (p. 156). De batterij voor datum/tijd opladen De camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare lithium-ionbatterij die de datum, tijd en andere camera-instellingen bijhoudt. Deze batterij wordt opgeladen wanneer u de hoofdbatterij in de camera plaatst. Voordat u de camera de eerste keer gebruikt, plaatst u een opgeladen batterij in de camera en laat u deze minimaal 4 uur in de camera zitten om de batterij voor de datum/tijd op te laden. De batterij wordt ook opgeladen wanneer de camera is uitgeschakeld. Als het menu Datum/Tijd verschijnt wanneer u de camera inschakelt, is de batterij voor datum/tijd leeg. Volg de hierboven vermelde procedure om de batterij op te laden. 1

Informatie over deze handleiding Conventies die in de tekst worden gebruikt Naast of onder de titels worden pictogrammen weergegeven die aangeven in welke modus de procedure kan worden uitgevoerd. In het voorbeeld hieronder kan de procedure worden uitgevoerd in de volgende modi. Als de modusschakelaar is ingesteld op (Opnamen maken) Briefkaart met ingesloten datum Opnamemodus Als de modusschakelaar is ingesteld op de volgende modi Automatisch Handmatig Portret Night Snapshot Kinderen & dieren Binnen Onder water My Colors * Wanneer het pictogram van een opnamemodus grijs wordt weergegeven, kan de procedure niet worden uitgevoerd in die modus. * Het symbool geeft de modus Stitch Hulp aan. : Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van de camera kunnen beïnvloeden. : Dit symbool geeft onderwerpen aan die extra informatie geven naast de basisprocedures. In deze handleiding wordt de term 'SD-geheugenkaart' (Secure Digital, een systeem voor copyrightbeveiliging) afgekort tot 'SD-kaart'. 2

Inhoudsopgave Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een overzicht van camerafuncties of procedures. Lees dit eerst Lees eerst... 6 Veiligheidsvoorschriften... 7 Defecten voorkomen... 12 Overzicht van de onderdelen Overzicht van de onderdelen... 13 De camera voorbereiden De batterij opladen... 18 De batterij plaatsen... 21 De SD-kaart plaatsen... 23 De datum en tijd instellen... 28 De gewenste taal instellen... 31 Basisfuncties De camera inschakelen... 34 Schakelen tussen opnamen maken en weergeven... 36 Het LCD-scherm gebruiken... 37 Helderheid van het LCD-scherm... 39 Informatie op het LCD-scherm... 40 De zoeker gebruiken... 44 De zoom gebruiken... 45 De sluiterknop indrukken... 46 Menu's en instellingen selecteren... 48 Menu-instellingen en fabrieksinstellingen... 53 Alle standaardwaarden herstellen... 59 Opnamen maken Opnamen maken in de automatische modus... 61 Opnamen direct weergeven... 62 De instellingen voor de resolutie en compressie wijzigen... 64 De flitser gebruiken... 66 Een opnamemodus selecteren... 68 Automatisch... 68 Handmatig... 68 Digitale Macro... 68 3

Portret... 68 Night Snapshot... 68 Kinderen & dieren... 68 Binnen... 68 Onderwater... 68 My Colors... 68 Close-ups/ Oneindige opnamen maken... 71 Vergrote close-ups maken (Digitale Macro)... 73 De digitale zoom gebruiken... 74 Continu-opnamen... 75 Briefkaart met ingesloten datum... 76 De zelfontspanner gebruiken... 78 Een filmopname maken... 81 Panoramabeelden maken (Stitch Hulp)... 86 Verschillende methoden voor scherpstellen gebruiken... 89 Onderwerpen opnemen die moeilijk scherp te stellen zijn (focusvergrendeling, AF lock)... 90 De belichting vergrendelen (AE Lock)... 92 De flitserbelichting vergrendelen (FE Lock)... 93 Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken... 94 De belichtingscompensatie aanpassen... 95 Opnamen maken met lange sluitertijd... 96 De witbalans aanpassen... 98 Het foto-effect wijzigen... 101 Opnamen maken in een modus van My Colors... 102 De ISO-waarde wijzigen... 109 De functie Beeld omkeren instellen... 110 De bestandsnummering opnieuw instellen... 111 Weergeven 4 Beelden afzonderlijk weergeven... 113 Een beeld vergroten... 114 Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave)... 115 Naar opnamen springen... 117 Films weergeven... 118 Films bewerken... 121 Beelden op het scherm roteren... 123 Geluidsmemo's aan beelden toevoegen... 124 Beelden automatisch weergeven (Dia Show)... 126 Beelden beveiligen... 130

Opnamen wissen Afzonderlijke beelden wissen... 131 Alle beelden wissen... 132 Afdrukinstellingen Informatie over afdrukken... 134 DPOF-afdrukinstellingen opgeven... 136 Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-verzendopties) Beelden selecteren voor overdracht... 142 De camera aansluiten op een computer De camera aansluiten op een computer... 146 Systeemvereisten voor de computer... 146 Beelden downloaden met de functie Verplaats... 152 De camera aansluiten op de computer om beelden te downloaden zonder de software te installeren... 154 Downloaden vanaf een SD-kaart... 154 Beelden weergeven op een televisie Beelden weergeven op een televisie... 155 De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn Camera) Instellingen voor Mijn camera wijzigen... 157 De instellingen voor Mijn camera vastleggen... 159 Berichten Berichten... 162 Problemen oplossen Problemen oplossen... 164 Bijlagen Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)... 169 Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)... 170 Onderhoud en verzorging van de camera... 172 Specificaties... 173 Tips en informatie... 181 Index... 183 De oplaadbare lithiumbatterij recyclen... 185 Beschikbare functies per opnamemodus... 192 5

Lees dit eerst Lees eerst Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief SD-kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt op een manier die door apparaten kan worden gelezen. Schending van het auteursrecht Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik. Garantiebeperkingen Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) van Canon dat bij de camera wordt geleverd voor meer informatie over de garantie voor de camera. Zie de achterkant van dit boekje of het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon Klantenservice. 6

Veiligheidsvoorschriften Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding. De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen. Op de volgende pagina's heeft de term 'apparatuur' vooral betrekking op de camera en de accessoires voor de stroomvoorziening, zoals de batterijlader en de compacte voedingsadapter die afzonderlijk verkrijgbaar is. Raadpleeg het Systeemschema voor gedetailleerde informatie over accessoires voor de stroomvoorziening. SD-kaarten opbergen Berg de SD-kaart op buiten het bereik van kinderen en peuters. SD-kaarten kunnen per ongeluk worden ingeslikt. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts. Waarschuwingen Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. Als een kind de camera of batterij per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. Bovendien kan het plaatsen van de riem om de nek van een kind leiden tot verstikking. Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de handleiding. Demontage of wijziging kan een elektrische schok met een hoge spanning tot gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen en reparaties moeten worden uitgevoerd door deskundig en bevoegd onderhoudspersoneel via uw leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice. 7

Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan onder hoge spanning staan en door deze aan te raken, kunt u een elektrische schok krijgen. Raak ook nooit interne onderdelen aan die als gevolg van een beschadiging niet meer worden beschermd. Interne onderdelen kunnen onder hoge spanning staan en een elektrische schok geven. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice. Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of giftige damp uitkomt. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer van de batterijlader uit het stopcontact. Controleer of er nog steeds rook of damp uit de camera komt. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice. Staak het gebruik van de apparatuur als deze is gevallen of als de behuizing is beschadigd. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice. Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt ondergedompeld in water of andere vloeistoffen. Let erop dat er geen vloeistoffen in de camera komen. De camera is niet waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht, veegt u deze droog met een zachte, absorberende doek. Schakel de camera onmiddellijk uit en verwijder de batterij uit de camera of haal het netsnoer uit het stopcontact als er water of een andere substantie in het apparaat is terechtgekomen. Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice. Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners, of andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te maken of schoon te houden. Door het gebruik van deze middelen kan brand ontstaan. 8

Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen. In een stoffige, vochtige of vettige omgeving kan het stof dat zich rondom de stekker heeft verzameld in de loop der tijd verzadigd raken van vocht en kortsluiting veroorzaken, mogelijk met brand als gevolg. Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan, wat brand of elektrische schokken tot gevolg kan hebben. Pak het netsnoer niet vast met natte handen. U loopt dan het risico een elektrische schok te krijgen. Houd de kabel bij het harde stekkergedeelte vast als u de kabel uit het stopcontact haalt. Trekken aan het flexibele gedeelte van de kabel kan de draad en de isolatie beschadigen of blootleggen, waardoor kans op brand of elektrische schokken ontstaat. Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening. Het gebruik van energiebronnen die niet nadrukkelijk voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand, elektrische schokken of andere gevaren. Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze niet bloot aan vuur of hitte. Dompel de batterij ook niet onder in water. Hitte, vuur en water kunnen de batterij beschadigen en lekkage van bijtende vloeistoffen veroorzaken, wat brand, elektrische schokken, explosies en ernstig letsel tot gevolg kan hebben. Probeer de batterij niet te demonteren, te modificeren of op te warmen. Er bestaat dan een grote kans op een explosie met letsel tot gevolg. Spoel alle lichaamsdelen, waaronder ogen en mond, of kleding die met de inhoud van een batterij in aanraking komen, onmiddellijk af met water. Als de ogen of mond met deze stoffen in aanraking komen, spoelt u die onmiddellijk met water en schakelt u medische hulp in. Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterij. Beschadiging van de batterij kan lekkage en letsel tot gevolg hebben. Voorkom kortsluiting van de batterijpolen door metalen voorwerpen, zoals sleutels. Kortsluiting kan oververhitting, brandwonden en ander letsel tot gevolg hebben. Gebruik het meegeleverde afdekplaatje wanneer u de batterij vervoert of opbergt. 9

Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal over de polen van de batterij om aanraking ervan met andere voorwerpen te voorkomen. Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen in afvalcontainers kan brand of explosie tot gevolg hebben. Breng de lege batterij zo mogelijk naar een speciaal inzamelingspunt voor chemisch afval bij u in de buurt. Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires. Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat brand, letsel en schade aan de omgeving kan veroorzaken. Gebruik de aanbevolen batterijlader om de batterij NB-4L op te laden. Het gebruik van andere opladers kan oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter los van de camera en haal de stekker van de adapter uit het stopcontact als de batterij is opgeladen en u de camera niet gebruikt. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan. Door continu gebruik gedurende een lange periode kan de eenheid oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan. De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik met de camera. Gebruik het snoer niet in combinatie met andere producten of batterijen. Er kan anders brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan. Waarschuwing met betrekking tot magnetische velden Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera (p. 14). Dergelijke objecten kunnen defect raken of worden blootgesteld aan gegevensverlies. 10

Voorzichtig Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto. Blootstelling aan veel zonlicht en warmte kan lekkage, oververhitting of explosie van de batterijen veroorzaken, wat tot brand kan leiden of brandwonden of ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge temperaturen kunnen tevens de behuizing vervormen. Zorg voor een goede ventilatie wanneer u de batterijlader gebruikt voor het opladen van de batterij. Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen. Dit kan brand, elektrische schokken of andere schade veroorzaken. Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt. Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid maken. Raak de flitser ook niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. In beide gevallen kan dit resulteren in brandwonden. Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op de lens zit. De warmteontwikkeling die hierdoor ontstaat, kan namelijk beschadiging van de flitser veroorzaken. Let erop dat u de batterijlader gebruikt met een stopcontact dat het vereiste voltage heeft en niet een te hoog voltage. De stekker van de batterijlader verschilt per land. Gebruik de batterijlader of compacte voedingsadapter niet als de kabel of stekker is beschadigd of als de stekker zich niet volledig in het stopcontact bevindt. Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader. Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Let erop dat u uw handen niet brandt. 11

Defecten voorkomen Vermijd sterke magnetische velden Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens. Vermijd problemen door condensatie Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant veroorzaken. Dit kunt u voorkomen door de apparatuur in een luchtdichte, hersluitbare plastic zak te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de zak haalt. Condensatievorming in de camera Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u condensatievorming ontdekt. Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur beschadigd raken. Verwijder de SD-kaart en de batterij of de compacte voedingsadapter uit de camera en wacht tot het vocht volledig is verdampt voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt. Opslaan voor langere tijd Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg de apparatuur op een veilige plaats op als u de camera langere tijd niet gebruikt. Als u de batterij niet verwijdert wanneer u de camera langere tijd opbergt, loopt de batterij leeg. Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt. 12

Overzicht van de onderdelen Vooraanzicht Microfoon (p. 124) Klepje uitgangen AF-hulplicht (p. 47) Lampje voor rode-ogenreductie (p. 67) Lampje voor zelfontspanner (p. 78) Optische zoeker (p. 44) Flitser (p. 66) Lens Overzicht van de onderdelen Bevestigingspunt polsriem DIGITAL-aansluiting (p. 147) A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 155) De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten. Het klepje van de uitgangen openen De polsriem bevestigen * U kunt dit rondje gebruiken om het klepje van de uitgangen of van de SD-kaartsleuf/batterijhouder te openen. * Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot. 13

Achterkant LCD-venster (p. 37) Optische zoeker (p. 44) Luidspreker Bevestigingspunt statief Batterijvakje (vakje voor SD-kaart en batterij) Klepje van SD-kaartsleuf/ batterijhouder (pp. 21, 23) Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 169) Wrijf of druk nooit hard op het LCD-scherm. Het scherm kan beschadigd raken of er kunnen andere problemen ontstaan. 14

Bedieningspaneel Aan/uit-knop (p. 34) Lampjes (p. 16) Aan/uit-lampje Brandt wanneer de camera is ingeschakeld of wanneer de voorbereidingen voor verzending zijn voltooid als de camera op een computer is aangesloten. Zoomknop Opnamen maken: (Groothoeklens)/ (Telestand) (p. 45) Weergeven: (Index) (p. 115)/ (Vergroten) (p. 114) Sluiterknop (p. 46) Modusschakelaar (p. 36) Overzicht van de onderdelen Knop (Afdrukken/Delen) (p. 17) Knop MENU (p. 50) Knop (FUNC./SET) (Functie/ Instellen) (p. 48) Knop DISP. (Weergave) (p. 37) Knop (Lichtmeting) (p. 94)/ Knop (Springen) (p. 117)/ Knop Knop (Flitser) (p. 66)/ Knop Knop (Wissen per beeld) (p. 131)/ Knop (Continu) (p. 75)/ Knop (Zelfontspanner) (p. 78)/ Knop Knop (Macro) / (Oneindig) (p. 71)/ Knop 15

De camera vasthouden U krijgt onscherpe beelden als de camera beweegt op het moment dat u de sluiterknop indrukt. Houd de camera vast zoals hieronder wordt weergegeven om te voorkomen dat de camera beweegt als u een opname maakt. Houd de camera stevig vast met beide handen en laat uw ellebogen tegen de zijkant van uw lichaam rusten. Plaats uw vinger op de sluiterknop terwijl u de camera zo vasthoudt. 16 Zorg dat uw haar of vingers niet voor de lens, de flitser, het lampje van de zelfontspanner, de microfoon of de luidspreker komen. Zet de camera op een statief als u oneindige opnamen maakt of fotografeert in een donkere omgeving. Lampjes De lampjes branden of knipperen wanneer de aan/uit-knop of de sluiterknop wordt ingedrukt. Bovenste lampje Brandt groen: gereed voor opname Knippert groen: schrijven naar de SD-kaart/lezen van de SD-kaart/wissen van de SD-kaart/overdragen van gegevens (bij verbinding met een computer) Brandt oranje: gereed voor opname (flitser aan) Knippert oranje: gereed voor opname (waarschuwing dat de camera beweegt) Onderste lampje Brandt geel: macromodus/oneindige modus/af lock Knippert geel: problemen bij het scherpstellen (1 pieptoon) hoewel u de sluiterknop wel kunt indrukken als het lampje geel knippert, kunt u beter opnamen maken met de focusvergrendeling of AF lock (p. 90).

De volgende opties zijn beschikbaar via één druk op de knop (Afdrukken/Delen). Afdrukken: zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print (meegeleverd bij de camera) Beelden downloaden: zie p. 145 in deze handleiding en de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] (meegeleverd bij de camera) Het lampje knippert of brandt wanneer er een verbinding is met een printer of computer. Blauw: gereed om af te drukken/gereed om beelden te verzenden Knippert blauw: bezig met afdrukken/verzenden Hieronder ziet u welke kabels u kunt gebruiken om de camera op een computer of een printer aan te sluiten: Computer (p. 145) Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) Direct Print-compatibele printers (afzonderlijk verkrijgbaar) Compact Photo Printer (SELPHY CP-serie)/Card Photo Printer Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) of de directeinterfacekabel DIF-100 (meegeleverd bij de printer). Bubble Jet Printers (PIXMA-serie/SELPHY DS-serie) - Printers die de functie PictBridge ondersteunen: Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) - Printers die de functie Bubble Jet Direct ondersteunen: raadpleeg de gebruikershandleiding van de Bubble Jet Printer. Printers van een ander merk dan Canon die de functie PictBridge ondersteunen Interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) Raadpleeg het Systeemschema of de Gebruikershandleiding voor Direct Print die bij de camera is geleverd voor informatie over printers die de functie Direct Print ondersteunen. Overzicht van de onderdelen 17

De camera voorbereiden De batterij opladen Ga als volgt te werk om de batterij op te laden wanneer u de camera voor het eerst gebruikt of wanneer het bericht 'Vervang\Verwissel accu' wordt weergegeven. Symbool 1 Plaats de batterij in de batterijlader. Zorg dat de symbolen op de batterij en de batterijlader recht tegenover elkaar staan zodat de batterij correct wordt geplaatst. Oplaadlampje 2 Het model en type van de batterijlader kan per land verschillen. (Voor CB-2LV) Steek de stekker van de batterijlader in een stopcontact. (Voor CB-2LVE) Sluit het netsnoer aan op de batterijlader en steek de stekker in een stopcontact. Tijdens het opladen van de batterij brandt het oplaadlampje oranje. Als de batterij volledig is opgeladen, wordt het oplaadlampje groen. Als de batterij is opgeladen, haalt u het netsnoer van de batterijlader uit het stopcontact en haalt u onmiddellijk de batterij uit de lader. 18 Om de levensduur van de batterij te waarborgen moet u de batterij nooit langer dan 24 uur opladen.

Aangezien dit een lithium-ionbatterij is, hoeft u niet te wachten totdat de batterij volledig leeg is voordat u deze weer oplaadt. U kunt de batterij op elk gewenst moment opladen. Aangezien het maximale aantal oplaadcycli echter rond de 300 ligt (levensduur van de batterij volgens de testnormen van Canon), kunt u de batterij beter opladen als deze helemaal leeg is om de levensduur van de batterij te verlengen. Het duurt ongeveer 90 minuten om een lege batterij volledig op te laden (volgens de testnormen van Canon). Het wordt aanbevolen om de batterij op te laden bij een temperatuur van 5 tot 40 C. De oplaadtijd is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende lading van de batterij op dat moment. Tijdens het opladen is mogelijk een geluid hoorbaar. Dit is niet het gevolg van een storing. Zie Batterijcapaciteit (batterij NB-4L (volledig opgeladen)) (p. 177). Voorzorgsmaatregelen voor de batterij Zorg er altijd voor dat de contactpunten van de batterij ( ) schoon zijn. Als de contactpunten niet goed schoon zijn, kan dit leiden tot een slecht contact tussen de batterij en de camera. Reinig de contactpunten met een wattenstaafje voordat u de batterij oplaadt of gebruikt. Houd de oplader niet ondersteboven en zwaai er niet mee als er een batterij in zit. De batterij kan eruit vallen. Bij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij teruglopen en kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is, sneller dan normaal verschijnen. Onder deze omstandigheden activeert u de batterij door deze onmiddellijk vóór het gebruik op te warmen in uw broekzak. Zorg echter dat uw broekzak geen metalen voorwerpen, bijvoorbeeld een sleutelhanger, bevat om kortsluiting van de batterij te voorkomen. Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken of kussen. Het apparaat kan dan te warm worden en mogelijk brand veroorzaken. Gebruik met deze oplader uitsluitend batterijen van het type NB-4L. Zelfs als de camera is uitgeschakeld, verliest de batterij voortdurend een minimale hoeveelheid energie wanneer deze zich in de camera of in de oplader bevindt. Hierdoor wordt de levensduur van de batterij verkort. De camera voorbereiden 19

Zorg dat er geen metalen objecten zoals sleutels in aanraking komen met de contactpunten en (Fig. A), aangezien de batterij hierdoor beschadigd kan raken. Als u de batterij wilt vervoeren of opslaan wanneer u deze niet gebruikt, moet u altijd de klepjes van de contactpunten terugplaatsen (Fig. B). Wanneer u batterij NB-4L wordt gebruikt, kunt u wellicht de sterkte van de batterij zien. Dit hangt af van de manier waarop het klepje van de contactpunten is geplaatst (Fig. C, D). Fig. A Fig. B Fig. C Opgeladen batterij Fig. D Lege batterij Plaats het klepje zo dat zichtbaar is. Plaats het klepje precies andersom als in Fig. C. Ook opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading. U kunt de batterij het beste opladen op de dag van gebruik of een dag daarvoor, zodat deze optimaal is opgeladen. Wanneer u een volledig opgeladen batterij langere tijd (ongeveer een jaar) weglegt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen. Het is daarom raadzaam de batterij in de camera te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats bij een temperatuur van 0 tot 30 C te bewaren. Als u de batterij langere perioden niet gebruikt, moet u de batterij ongeveer eenmaal per jaar volledig opladen en vervolgens gebruiken in de camera totdat de batterij weer leeg is, voordat u de batterij opnieuw opbergt. Als de prestaties van de batterij aanzienlijk verminderen, zelfs als deze volledig is opgeladen, moet u de batterij vervangen. 20

De batterij plaatsen Gebruik de meegeleverde batterij NB-4L. Laad de batterij volledig op (p. 18) voordat u deze voor het eerst gebruikt. Batterijvergrendeling 1 Symbool 2 1 2 Open het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder in de richting van de pijlen. Houd de batterijvergrendeling ingedrukt terwijl u de batterij volledig in de houder schuift tot de vergrendeling vastklikt. Zorg ervoor dat de symbolen op de batterij en de batterijhouder recht tegenover elkaar staan zodat de batterij correct wordt geplaatst. De camera voorbereiden Als u de batterij wilt verwijderen, duwt u de batterijvergrendeling in de richting van de pijl en houdt u deze vast terwijl u de batterij naar buiten trekt. 2 3 Sluit het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder. 1 21

Wees voorzichtig met de batterijhouder wanneer u de batterij plaatst of verwijdert. Schakel de camera niet uit en open het klepje van de SD-kaartsleuf/ batterijhouder niet wanneer het lampje groen knippert. De camera schrijft, leest of verwijdert op dat moment een beeld of brengt een beeld over van of naar de SD-kaart. Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt. Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum, tijd en andere cameraopties ingesteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt. Gebruik de voedingsadapterset ACK-DC10 (afzonderlijk verkrijgbaar) als u de camera langere tijd gebruikt (p. 169). Batterijlading De volgende pictogrammen en berichten verschijnen wanneer de batterij onvoldoende is opgeladen. Vervang\ Verwissel accu De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze langere tijd wilt gebruiken. Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, verschijnt dit pictogram wanneer u op een andere knop drukt dan op de aan/uit-knop of de knop (Afdrukken/Delen). De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk. Zie Batterijcapaciteit (batterij NB-4L (volledig opgeladen)) (p. 177). 22

De SD-kaart plaatsen Het schuifje voor schrijfbeveiliging De SD-kaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u het schuifje omlaag duwt, kunnen er geen gegevens op de kaart worden opgeslagen en worden bestaande gegevens, zoals beelden, beveiligd. Als u gegevens naar de SD-kaart wilt schrijven of de kaart wilt wissen of formatteren, moet u het schuifje eerst omhoog duwen. Schrijven/wissen mogelijk Schuifje voor schrijfbeveiliging Schrijven/wissen niet mogelijk De camera voorbereiden Zorg ervoor dat de SD-kaart in de goede richting in de camera wordt geplaatst. Als de kaart per ongeluk achterstevoren wordt geplaatst, kan dit de camera beschadigen. Schakel de camera uit en volg de aanwijzingen hieronder om de SD-kaart te plaatsen. 1 1 Open het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder in de richting van de pijlen. 2 Voorzijde 2 Plaats de SD-kaart. Duw de kaart met uw vinger of met het rondje aan de polsriem naar binnen, zoals aangegeven aan de onderzijde van de camera, totdat u een klik hoort. Zorg dat u geen metaal aanraakt of metalen objecten in contact laat komen met de contactpunten op de achterzijde van de SD-kaart. 23

2 3 Sluit het klepje van de SD-kaartsleuf/batterijhouder. 1 De SD-kaart verwijderen Duw met uw vinger of het rondje aan de polsriem op de SD-kaart totdat u een klik hoort en laat deze dan los. Wees voorzichtig met de kaartsleuf wanneer u de SD-kaart plaatst of verwijdert. Wanneer het indicatielampje groen knippert, moet u de volgende handelingen nooit uitvoeren omdat de camera op dat moment gegevens op de SD-kaart leest of wist, of gegevens naar de SD-kaart schrijft. De beeldgegevens kunnen dan beschadigd raken. - De camera blootstellen aan trillingen of schokken. - De camera uitschakelen of het klepje van de SD-kaartsleuf/ batterijhouder openen. Het is mogelijk dat SD-kaarten die zijn geformatteerd met camera's van andere fabrikanten of een computer, of die zijn geformatteerd of bewerkt met toepassingen, niet naar behoren in de camera functioneren of het schrijfproces vertragen. Wij raden u aan SD-kaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd (p. 25). De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. 24 Zie SD-kaarten en geschatte capaciteiten (p. 178).

SD-kaarten formatteren U moet een nieuwe SD-kaart of een SD-kaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bij het formatteren (initialiseren) van een SD-kaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. Aan/uit-lampje 1 2 3 Druk op de aan/uit-knop totdat het aan/uit-lampje groen brandt. Druk op de knop MENU. Het menu (Opname) of (Keuze) wordt weergegeven. Gebruik de knop om het menu (Instellen) te selecteren. De camera voorbereiden 4 Gebruik de knop of om [Formateren] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 25

5 Gebruik de knop om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. Als u een low level format wilt uitvoeren, gebruikt u de knop om [Low Level Format] te selecteren en de knop of om een vinkje toe te voegen. Als u het formatteren wilt annuleren, selecteert u [Stop]. Als [Low Level Format] is geselecteerd, kunt u halverwege stoppen met formatteren door op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt de SD-kaart zonder problemen blijven gebruiken, zelfs als u het formatteren halverwege hebt afgebroken. De capaciteit van de SD-kaart wordt na het formatteren weergegeven en zal lager zijn dan de geschatte capaciteit van de kaart. Dit wijst niet op een storing van de SD-kaart of de camera. Low Level Format Selecteer de optie [Low Level Format] als u denkt dat de lees/ schrijf-snelheid van een SD-kaart is verminderd of als u alle gegevens van de kaart wilt verwijderen. Het uitvoeren van een low level format kan op sommige SD-kaarten 2 tot 3 minuten duren. Als de camera niet naar behoren functioneert, kan de SD-kaart beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door de SD-kaart opnieuw te formatteren. Ook problemen met een SD-kaart van een ander merk dan Canon kunnen soms worden verholpen door de kaart opnieuw te formatteren. Het is mogelijk dat SD-kaarten die met een andere camera, een computer of randapparatuur zijn geformatteerd, niet goed werken in deze camera. Als dit het geval is, formatteert u de SD-kaart opnieuw met deze camera. Als het formatteren met de camera niet lukt, schakelt u de camera uit en plaatst u de SD-kaart opnieuw in de camera. Schakel de camera vervolgens weer in en formatteer de kaart. 26

Voorzorgsmaatregelen voor SD-kaarten Een SD-kaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen. Probeer een SD-kaart niet te demonteren of aan te passen. Zorg dat er geen stof, water of objecten in aanraking komen met de aansluitingen aan de achterzijde van de kaart. Raak de contactpunten niet aan met uw hand of metalen objecten. Trek het oorspronkelijke etiket op de SD-kaart niet los en plak er geen ander etiket of een sticker overheen. Gebruik een pen met een zachte punt (bijvoorbeeld een viltstift) om op de SD-kaart te schrijven. Het gebruik van een scherpe pen, zoals een balpen, of een potlood kan leiden tot beschadiging van de SD-kaart of de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen. Omdat sommige of alle gegevens op de SD-kaart kunnen worden beschadigd of gewist door elektrische ruis, statische elektriciteit of een kaartfout, verdient het aanbeveling om een reservekopie te maken van belangrijke gegevens. Als de omgevingstemperatuur sterk wisselt, kan zich condensatie vormen op de SD-kaart, waardoor deze mogelijk niet goed functioneert. U kunt condensatie voorkomen door de SD-kaart in een luchtdichte plastic zak te plaatsen en de kaart aldus verpakt eerst geleidelijk aan de nieuwe temperatuur te laten wennen. Als er toch condensatie op de SD-kaart ontstaat, bewaart u de kaart bij kamertemperatuur tot alle waterdruppeltjes op natuurlijke wijze zijn verdampt. Gebruik of bewaar SD-kaarten niet op de volgende plaatsen: - Plaatsen met veel stof of zand - Plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad of hoge temperaturen De camera voorbereiden Waarschuwing voor multimediakaarten Deze digitale camera werkt het beste in combinatie met SD-kaarten van het merk Canon. Het is mogelijk om multimediakaarten te gebruiken met deze camera. Canon stelt zich echter niet aansprakelijk voor het gebruik van multimediakaarten. 27

De datum en tijd instellen Het menu Datum/Tijd wordt weergegeven wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld en wanneer de ingebouwde oplaadbare lithiumionbatterij voor datum/tijd bijna leeg is. Begin bij stap 5 om de datum en tijd in te stellen. Aan/uit-lampje 1 Druk op de aan/uit-knop totdat het aan/uit-lampje groen brandt. 2 3 Druk op de knop MENU. Het menu (Opname) of (Keuze) wordt weergegeven. Gebruik de knop om het menu (Instellen) te selecteren. 4 Gebruik de knop of om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 28

5 6 7 Stel de datum en tijd in. Gebruik de knop of om een veld (jaar, maand, dag, uur, minuut en datumnotatie) te selecteren. Gebruik de knop of om de waarde te wijzigen. U kunt de datum instellen tot het jaar 2037. Druk op de knop FUNC./SET. De instelling is voltooid. Druk op de knop MENU. U keert terug naar het opname- of afspeelscherm. De camera voorbereiden Als de batterij meer dan drie weken uit de camera verwijderd is geweest, worden mogelijk de standaardinstellingen voor datum en tijd ingesteld op het moment dat u de camera weer in gebruik neemt. Als dit gebeurt, stelt u de waarden opnieuw in. Raadpleeg pagina 77 als u de datum in de beeldgegevens wilt opnemen. Raadpleeg De afdrukmethode instellen (p. 140), de Gebruikershandleiding voor Direct Print of de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] die bij de camera is geleverd als u de camera zodanig wilt instellen dat de datum en de tijd niet op het beeld worden weergegeven wanneer u een opname maakt, maar alleen wanneer het beeld wordt afgedrukt. De batterij voor datum/tijd opladen - De camera heeft een ingebouwde oplaadbare lithium-ionbatterij voor het opslaan van instellingen, zoals de datum en tijd. Deze batterij wordt opgeladen wanneer de hoofdbatterij in de camera is geplaatst. Direct nadat u de camera hebt gekocht, plaatst u een opgeladen batterij in de camera of sluit u de voedingsadapterset ACK-DC10 (afzonderlijk verkrijgbaar) ongeveer 4 uur aan om de batterij voor datum/tijd op te laden. De batterij wordt ook opgeladen wanneer de camera is uitgeschakeld. - Als het menu Datum/Tijd verschijnt wanneer u de camera inschakelt, is de batterij voor datum/tijd bijna leeg. U kunt deze batterij opladen op de hierboven vermelde manier. 29

De klok gebruiken Met de volgende methoden kunt u de huidige datum en de tijd gedurende 5 seconden* weergeven. Dit is handig wanneer u de opnamedatum en -tijd wilt controleren. * Standaardinstelling De knop FUNC./SET ingedrukt houden terwijl u op de aan/uit-knop drukt - Tijdens het opstarten wordt het opstartscherm niet weergegeven en wordt ook het opstartgeluid niet afgespeeld. - Het menu Datum/Tijd wordt weergegeven als de tijd niet is ingesteld. - De functie Display uit werkt niet wanneer de klokdisplay is ingeschakeld. De knop FUNC./SET indrukken en ingedrukt houden in de opnamemodus Welke gegevens er op de klokdisplay worden weergegeven, is afhankelijk van de stand van de camera. - Camera in horizontale stand: alleen de tijd wordt weergegeven - Camera in verticale stand: zowel de tijd als de datum worden weergegeven Wanneer de klokdisplay is ingeschakeld, kunt u de kleur van de display wijzigen door op de knop of te drukken of door de camera goed vast te houden en voorzichtig te bewegen zoals aangegeven in de afbeelding. U kunt de kleur naar wens wijzigen. 30 De klokdisplay verdwijnt na het ingestelde interval of wanneer u op de knop FUNC./SET, de knop MENU of de sluiterknop drukt of de modusschakelaar gebruikt. De klok kan niet worden weergegeven wanneer menu's worden weergegeven met de knop MENU. U wijzigt het weergave-interval van de klok in het menu (Instellen) (p. 56).

De gewenste taal instellen Met deze functie stelt u de taal in die wordt weergegeven op het LCD-scherm. Aan/uit-lampje 1 2 3 Druk op de aan/uit-knop totdat het aan/uit-lampje groen brandt. Druk op de knop MENU. Het menu (Opname) of (Keuze) wordt weergegeven. Gebruik de knop om het menu (Instellen) te selecteren. De camera voorbereiden 4 Gebruik de knop of om [Taal] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 31

5 Gebruik de knop,, of om een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 6 Druk op de knop MENU. U keert terug naar het opname- of afspeelscherm. U kunt het menu Taal direct openen door de knop FUNC./SET ingedrukt te houden terwijl u op de knop MENU drukt in de modus voor enkelvoudige weergave of indexweergave. 32

De camera voorbereiden 33

Basisfuncties De camera inschakelen Aan/uit-lampje Druk op de aan/uit-knop totdat het aan/uit-lampje groen brandt. De lens wordt uitgeschoven wanneer de modusschakelaar is ingesteld op of. De camera uitschakelen Druk nogmaals op de aan/uit-knop. Als het bericht 'Kaart op slot!' meteen na het aanzetten van de camera verschijnt, kunt u geen gegevens op de SD-kaart opslaan (p. 23). Het menu Datum/Tijd wordt weergegeven wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld en wanneer de ingebouwde oplaadbare lithium-ionbatterij bijna leeg is. Stel in dat geval de datum en tijd opnieuw in (p. 28). Als de energiebesparingsfunctie wordt ingeschakeld, drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om de camera weer in te schakelen. Wanneer de camera wordt ingeschakeld, hoort u een opstartgeluid en wordt het opstartscherm weergegeven. Informatie over het wijzigen van het opstartgeluid en opstartscherm vindt u op p. 55, 58, 157. Het opstartscherm verschijnt niet wanneer de camera via de aansluiting A/V OUT is aangesloten op een televisie. De camera inschakelen zonder het opstartgeluid Houd de knop MENU ingedrukt terwijl u op de aan/uit-knop drukt. U stelt zo de optie [mute] in op [Aan] en het opstartgeluid en het sluitergeluid worden uitgeschakeld. Dit is handig wanneer u zonder geluid opnamen wilt maken. 34

Energiebesparing De camera is uitgerust met een energiebesparingsfunctie. Wanneer deze functie is geactiveerd, kunt u de camera weer inschakelen door op de aan/uit-knop te drukken. Opnamemodus: ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch uit] is ingesteld op [Uit]. Druk op een andere knop dan de aan/uit-knop of wijzig de stand van de camera om het LCD-scherm weer in te schakelen. * Deze tijdsduur kan worden gewijzigd (p. 56). Weergavemodus: ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Aangesloten op een printer (afzonderlijk verkrijgbaar): ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Basisfuncties De energiebesparingsfunctie wordt niet ingeschakeld bij een diashow of wanneer de camera is aangesloten op een computer. U kunt de energiebesparingsfunctie uitschakelen (p. 56). 35

Schakelen tussen opnamen maken en weergeven U selecteert de opname- en weergavemodi met de modusschakelaar. Stilstaande beelden maken (Opnamemodus) Schuif de modusschakelaar naar. Films maken (Filmmodus) Schuif de modusschakelaar naar. Beelden weergeven (Weergavemodus) Schuif de modusschakelaar naar. Ongeveer 1 minuut nadat u met de modusschakelaar van of naar bent gegaan, wordt de lens ingetrokken. Als u een printer hebt aangesloten, kunt u opgenomen beelden afdrukken (zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print). Wanneer een computer op de camera is aangesloten, kunt u opgenomen beelden downloaden en op de computer weergeven (p. 154). Als een printer correct is aangesloten, verschijnt het pictogram, of op het LCD-scherm. 36

Het LCD-scherm gebruiken Op het LCD-scherm kunt u tijdens het opnemen de compositie van de opnamen samenstellen, instellingen wijzigen en opgenomen beelden weergeven. De status en de instellingen van de camera worden op het LCD-scherm weergegeven aan de hand van pictogrammen. De weergave van het LCD-scherm wordt donkerder in sterk zonlicht of fel licht. Dit betekent niet dat de camera defect is. Opnamemodus (, ) (p. 41) Druk op de knop DISP. De weergavemodus verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. Standaard (geen informatie) Basisfuncties Details (informatievenster) Uit De instelling voor het LCD-scherm (Aan of Uit) wordt opgeslagen wanneer u de camera uitschakelt, zodat deze instelling automatisch weer wordt gebruikt wanneer u de camera weer inschakelt. De instelling kan echter verloren gaan wanneer de camera wordt uitgeschakeld nadat het bericht 'Vervang\Verwissel accu' werd weergegeven terwijl het LCD-scherm zich in de opnamemodus bevond. Het LCD-scherm wordt niet uitgeschakeld in de modus,, of. 37

Weergavemodus ( ) (p. 42) Als de modusschakelaar is ingesteld op ingeschakeld., wordt het LCD-scherm Druk op de knop DISP. De weergavemodus verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. Standaard Details Geen informatie In de indexweergavemodus (p. 115) is de gedetailleerde weergave niet beschikbaar. 38

Helderheid van het LCD-scherm De helderheid van het LCD-scherm kan worden aangepast, zodat het beter geschikt is voor de opnameomstandigheden. Als u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het LCD-scherm van de camera automatisch helderder. Instellingen voor de helderheid van het LCD-scherm De helderheid van het LCD-scherm kan op de volgende twee manieren worden aangepast. Instellingen wijzigen met het menu Instellen (p. 56) Instellingen wijzigen met de knop DISP. (functie LCD snel helder) Als u de knop DISP. ten minste één seconde ingedrukt houdt, wordt de helderheid ingesteld op de hoogste stand. Als u dezelfde knop nogmaals één seconde ingedrukt houdt, wordt de oorspronkelijke instelling hersteld. Als u de helderheid op deze manier instelt op de hoogste stand en de camera uitzet, wordt de helderheid teruggezet op de waarde die is ingesteld in het menu Instellen. Basisfuncties Nachtscherm Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het LCD-scherm automatisch helderder zodat deze geschikt is voor de helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker kunt inkaderen. * Er ontstaat ruis en de bewegingen van het onderwerp zien er onregelmatig uit op het LCD-scherm. De helderheid van het beeld dat wordt weergegeven op het scherm en de helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld zijn niet gelijk. 39

Informatie op het LCD-scherm Als u beelden opneemt of afspeelt, verschijnt informatie over de opname, de weergave of het afspelen op het LCD-scherm. Informatie over de opname (Opnamemodus) Wanneer u de flitser, continu-modus, zelfontspanner, macromodus, oneindige modus of de lichtmeetmethode instelt, wordt de opnameinformatie ongeveer 6 seconden lang weergegeven op het LCD-scherm, ook als het LCD-scherm is ingesteld op Standaard (geen informatie) of Uit. In bepaalde situaties worden de instellingen niet weergegeven, afhankelijk van de geselecteerde opties. Als het bovenste lampje naast de zoeker oranje knippert nadat de metingen zijn voltooid en het waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera beweegt op het LCD-scherm verschijnt, is waarschijnlijk een langere sluitertijd gekozen vanwege onvoldoende licht. Wanneer dit pictogram wordt weergegeven, stelt u de flitser in op of, of plaatst u de camera op een statief. Direct nadat een opname is gemaakt, verschijnen het beeld en de bijbehorende informatie gedurende 2 seconden op het LCD-scherm (of gedurende het aantal seconden dat voor de weergavetijd is ingesteld of totdat de sluiterknop nogmaals wordt ingedrukt als de optie Vastzetten is geselecteerd), ook als u de sluiterknop hebt losgelaten (p. 63). Als u de sluiterknop blijft indrukken nadat u een opname hebt gemaakt of als u op de knop FUNC./SET drukt terwijl het beeld wordt weergegeven, blijft het beeld op het scherm staan. Wanneer een opgenomen beeld op het LCD-scherm wordt weergegeven, kunt u de belichting controleren aan de hand van de grafiek waarin de verdeling van de helderheid wordt weergegeven (zie Het histogram p. 43). Als u de belichting wilt wijzigen, moet u de belichtingscompensatie instellen en de opname opnieuw maken. Druk op de knop DISP. als het histogram en andere informatie niet worden weergegeven. 40