Weekbrief van De Stem van Nederland

Vergelijkbare documenten
Nieuw Haags Peil van 17 oktober 2005

Nieuw Haags Peil van 1 augustus 2005

Nieuw Haags Peil van 26 februari 2006

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen

De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose

De PVV in het land en in de peiling

It s the economy stupid

De stemming van 15 juli 2012, speciaal thema: Determinanten van het stemgedrag

Wat zou hier de reden van kunnen zijn?

Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken?

Peilingwijzer als centrale indicator van de electorale ontwikkelingen van Nederland?

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013

Interpretatie van de uitslag van de tussentijdse Gemeenteraadsverkiezingen

De Stemming van 9 juni 2019

Verder zien we ook nog een licht herstel bij D66. De 11 waarop deze partij staat is nog steeds 8 minder dan bij TK2017. Versch. t.o.v. 4 aug.

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

De Stemming van 28 april 2019

De Stemming van 26 juni 2016

De Stemming van 19 mei 2019

Ontwikkeling politieke voorkeur in 2015

De Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012

De week waarin alles anders werd (of niet?)

Tussenbalans. Maurice de Hond Peil.nl

De Stemming van 20 januari 2019

Effecten van de campagne van de TK2012 tot 5 dagen voor de verkiezingen

Speciale editie van onze weekpeiling in het Paasweekend

Nieuw Haags Peil van 8 oktober

De stemming van 13 oktober 2013

Militairen naar Afghanistan en de Nederlandse politieke crisis

PS2019 worden historische verkiezingen

De echte landelijke uitslag van de Gemeenteraadsverkiezingen van 2010

EXTRA EDITIE. Weekbrief van De Stem van Nederland. Beste Lezers,

De Stemming van 18 december 2016

De cruciale periode

De Stemming van 15 januari 2017

De Stemming van 23 juni 2019

De stemming van 22 april 2012

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Nieuw Haags Peil van 14 oktober 2007

Weekbrief van De Stem van Nederland

2016 / Maurice de Hond

De Politieke Barometer Onderwijs. (meting oktober 2010)

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Weekbrief van De Stem van Nederland

Infographic: De uitslag

Reactie op de financiele crisis, 17 februari 2009

Begrip voor acties vakbonden, één op zeven zelf bereid tot actie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

68% van de ondervraagden vindt dat de Arabische landen Israel moeten erkennen als staat voor het Joodse volk.

EP2019: Analyse van het Opkomst- en het Timmermans-effect

De verkiezing van Trump en wat dit betekent voor TK2017

De Stemming van 8 april 2018

Onderzoek verkiezingsthema Europa

Het oordeel over de politieke partijen in Woordenwolk

VVD: De stand na Ayaan Hirsi Ali

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

7 maart 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek PvdA-kiezers over koers partij

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

HANDLEIDING Leerkracht

Wanneer je teveel over iets nadenkt, loop je de kans dat je fouten gaat maken.

Belangen: Macht van de Eerste Kamer

Twee bepalende kenmerken voor het stemgedrag bij PS2019

De Stemming van 25 mei 2014 en EP2014

Weekbrief van De Stem van Nederland

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

De elite heeft niet geleerd van Fortuyn

Parlementsspel: *verkiezingsspecial*

Ben jij klaar voor de volgende stap?

Voorlopige uitslag Amsterdam. Project: Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

Politieke Barometer Onderwijs Meting september 2013

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Deze handreiking is van:

Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013

Deze handreiking is van:

16 januari Onderzoek: Partijen uitsluiten bij formatie?

NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET

Mocht jij bij deze verkiezingen stemmen? Heb je bij deze verkiezingen ook gestemd? Ja 55,9% Nee 44,1% Totaal. Ja 98,5% Nee 1,4% Zeg ik niet 0,1%

Sprongetje PVV - samen met VVD virtueel grootste partij

10. Gebarentaal [1/3]

Evaluatie Duurzaam Amsterdam 2010

SLOTPEILING PROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN

17 september Onderzoek: Prinsjesdag 2014: vertrouwen in kabinet en ministers

De Stemming van 8 januari 2017

Verdieping Verkiezingen Eerste Kamer

Regeringsmaatregelen in verband met de crisis

PROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN

Onderzoek stemgedrag jongeren Door NCRV Rondom 10 en Netwerk 28 mei 2010

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

Rapport. Datum: 15 juli Rapportnummer: 2013/087

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

TK2017 en de grote invloed van EK2015 op de vorming van een nieuwe regering

POLITIEKE PEILING I&O RESEARCH

Rapport. Referendum Monitor Europese Grondwet. Peiling mei. Project Mei 2005

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Verkiezingsuitslagen. Drechtsteden

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

De ledenpolls van de ChristenUnie. Sjirk Kuijper hoofd voorlichting / woordvoerder Kamerleden Tweede Kamerfractie ChristenUnie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

TWEE OP DRIE NEDERLANDERS: ZWARTE PIET MOET BLIJVEN

Transcriptie:

Weekbrief van De Stem van Nederland Gebaseerd op dagelijks actualiteitenonderzoek in opdracht van SBS6 Kabinetsleden na negen maanden Sinds de start van het kabinet vragen we om de twee weken welke verwachtingen Nederlanders hebben ten aanzien van de leden van het kabinet. Door een vergelijking te maken tussen het moment van de start van het kabinet en de lopende week is te zien welke veranderingen er hebben plaatsgevonden in de mening van de Nederlanders over de afzonderlijke ministers. Om de twee weken krijgen de ondervraagden de lijsten met de namen van alle leden van het kabinet voorgelegd. Zij kunnen dan aangeven van welke ministers zij hoge verwachtingen hebben en van welke ministers zij lage verwachtingen hebben. Om zo compact mogelijk te laten zien wat de mensen vinden is er voor de twee onderzoeksmomenten (bij het begin van het kabinet en dit weekend) het saldo bepaald tussen het aantal mensen dat zegt een hoge en lage verwachting in een bepaalde minister te hebben. Om de verschuiving in de tijd het best te kunnen tonen hebben we een normalisatieprocedure* toegepast bij het beginmoment. Bij de start van het kabinet waren veel ministers nog een onbeschreven blad voor de Nederlanders. We zien dan ook dat vrijwel alle ministers toen een score vertoonden tussen de +10 en -10. Alleen Zalm scoort duidelijk hoger (+22), en Donner iets hoger (+11). De Minister-President is de enige die lager dan -10 scoort (- 12). Bij de start van het kabinet toonden de CDA-kiezers over vrijwel de gehele linie positieve cijfers voor de ministers. Zalm en Balkenende scoorden boven de 40. De Hoop Scheffer, Donner en De Graaf tussen 30 en 40. Alleen de VVD-ers Dekker, Verdonk en Remkes scoorden slechts iets boven de 0 bij de CDA-kiezers. De PvdAkiezers scoorden hadden over de gehele linie een negatief verwachtingspatroon voor de kabinetsleden. Balkenende scoorde al lager dan 60 (formatie met de PvdA was afgesprongen!). De Graaf stond met een score van -32 op de voorlaatste plaats bij de PvdA-kiezers. Alleen De Geus redactie: Maurice de Hond verschijnt in principe wekelijks email abonnement: gratis aanmelden/afmelden bij topdognl@yahoo.com Nr 23: 1 maart 2004 TK 23/2 1/3 CDA 44 32 31 PvdA 42 44 44 VVD 28 34 35 scoorde dichtbij 0. De VVD-kiezers scoorden in juni 2003 gemiddeld cijfers dicht bij de 0. Zalm sprong er met 61 ver bovenuit. Kamp, Hoogervorst en Donner scoorden boven de 10. Over de gehele linie daalden de scores in de afgelopen 9 maanden gemiddeld met 11 punten. Zalm staat nog steeds bovenaan, maar is 15 gedaald. Bot scoort duidelijk hoger dan de score die De Hoop Scheffer 9 maanden geleden had. Verdonk vertoont een stijging van 3 en staat Genormaliseerd* saldo Allen Allen CDA CDA PvdA PvdA VVD VVD verwachtingen ministers 9/6/3 1/3/4 9/6/3 1/3/4 9/6/3 1/3/4 9/6/3 1/3/4 Zalm 22% 7% 54% 41% -23% -44% 61% 52% De Hoop Scheffer/Bot -3% 5% 32% 35% -11% -24% -4% 6% Verdonk -4% -1% 5% 24% -12% -40% -7% 23% Kamp 5% -6% 23% 17% -19% -39% 23% 13% van den Hoeven 3% -11% 25% 20% -16% -43% -1% -16% Peijs -5% -11% 10% 12% -15% -38% -12% -14% Veerman -7% -12% 13% 8% -23% -39% -11% -15% Brinkhorst -2% -14% 10% 0% -16% -34% -3% -14% Van Aardenne -3% -14% 13% 5% -14% -38% -7% -11% Dekker -4% -14% 7% 1% -13% -39% -9% -9% Hoogervorst 4% -14% 21% 4% -16% -45% 14% 2% Remkes -8% -15% 9% 8% -25% -41% 5% -7% De Graaf 4% -15% 32% -12% -32% -31% -4% -20% De Geus 4% -16% 25% 16% -2% -48% 6% -13% Donner 11% -16% 36% 17% -11% -48% 13% -20% Balkenende -12% -25% 45% 37% -61% -72% -6% -28% Gemiddelde 0% -11% 23% 15% -19% -41% 4% -4% op de derde plaats! De grootste daler is Donner. Die is van de 2 e plaats naar de voorlaatste plaats gedaald (-27). Maar ook De Geus heeft een grote daling doorgemaakt (20 punten eraf). Bij de CDA-kiezers, die over de gehele linie 8 minder scoren, staat Zalm nog steeds op de eerste plaats en Balkenende op de 2 e. De sterkste daling heeft De Graaf doorgemaakt (-44). Hij staat nu op de laatste plaats. Bij de PvdA kiezers is de gemiddelde score over de gehele linie met 22 gedaald. Bot staat op de 1 e plaats. De Geus is het sterkst gedaald (-46).Bij de VVD-kiezers zien we ook een daling (-8). Zalm staat riant bovenaan. Verdonk (de grootste stijger) en Kamp stevig op de 2 e en 3 e plaats. Balkenende staat duidelijk op de laatste plaats. Donner heeft de grootste daling doorgemaakt (33 gedaald). Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-1 -

Weer (even?) stabiliteit! Na enkele weken van heftiger bewegingen zien we nu slechts kleine bewegingen. De nieuwe- posities van de drie grote partijen wordt in deze peiling bevestigd. De VVD staat van alle partijen op de grootste winst, de PvdA wint minder dan voorheen en het CDA is een fors deel van haar kiezers nog steeds kwijt. in zetels Tweede Kamer Verk. TK 2003 24/11/ 2003 23/02/ 2004 01/03/ 2004 CDA 44 34 32 31 PvdA 42 49 44 44 VVD 28 26 34 35 LPF 8 5 4 3 Groen Links 8 10 10 10 SP 9 14 13 13 D66 6 5 5 6 ChristenUnie 3 5 6 6 SGP 2 2 2 2 Totaal 150 150 150 150 De dynamiek in de peiling komt vooral vanuit de CDAkiezers van januari 2003. Terwijl bij VVD en PvdA tussen de 70 en 75% van de kiezers uit januari 2003 wederom de VVD of PvdA kiest (dit percentage is vaak een indicatie van licht verlies) is dat percentage bij het CDA minder dan 50% (een indicatie van fors verlies). Niet alleen zorgt dat voor een lage score voor het CDA, maar de ontrouwe CDA-kiezers gaan over naar andere partijen. Een tegenwaarde van zeven zetels verdwijnt naar de VVD, vier zetels in de richting van de PvdA, en twee zetels in de richting van zowel SP en ChristenUnie. Het totale overzicht van de resultaten van alle onderzoeken die, gedaan worden in het kader van Stem van Nederland, treft u aan op de website www.stemvan.nl/stemburo. Heeft u suggesties voor onderzoeken, vragen of commentaar, stuur dat naar topdognl@yahoo.com. Wilt u zich (gratis) abonneren op deze weekbrief dan kunt u ook een mailtje naar dat emailadres sturen. Wilt u het abonnement opzeggen dan kan dat ook bij dat emailadres. *) (zie pagina 1) Normalisatie vond plaats door het negatieve gemiddelde saldo (-13) van de start van het kabinet op 0 te zetten. Alle waarden van de tabel op pagina 1 zijn daardoor met 13 verhoogd. Varia (Wederom) Steun voor Verdonk? Het uitgelekte voorstel van Verdonk om alle ook in Nederland woonachtige- immigranten een inburgeringsexamen te laten halen alvorens ze een verblijfsvergunning krijgen heeft grote steun onder de Nederlanders. 83% is het hiermee eens. Het eventuele alternatief om dat alleen te doen als men niet voldoende Nederlands spreekt of een sociale uitkering heeft wordt slechts door 20% gesteund. Drie kwart vindt dat dit examen ook vereist moet worden voor Antillianen en Arubanen zou moeten gelden. 56% vindt dat de kosten voor de cursus en examen door de migranten zelf betaald moet worden. 29% vindt dat dit door de Nederlandse Staat betaald moet worden. Alleen onder de Groen Links-kiezers is er een meerderheid die vindt dat het door de Staat betaald moet worden. Inkomensafhankelijke kinderbijslag? 68% Is het eens met een aanpak waar de kinderbijslag inkomensafhankelijk wordt gemaakt. 29% is het daar niet mee eens. De enige groep waar de verhouding 50-50 is zijn de VVD-kiezers. Bij alle overige kiezers is men sterk voor de inkomensafhankelijkheid. Tickets voor Marokko? Dat in bepaalde gemeenten de Sociale Dienst geld geeft om Marokkanen in de gelegenheid te stellen naar het rampgebied van de aardbeving te gaan wordt door 71% afgewezen. Alleen onder SP- en Groen Links kiezers is een meerderheid voor. De vrijmarkt ook s nachts in Amsterdam? 43% Zou het leuk vinden als de vrijmarkt in Amsterdam ook weer s nachts open is. 26% Vindt dat niet. 51% Denkt wel dat het extra problemen zal geven t.a.v. de openbare orde. 46% Vindt het een goede beslissing van Job Cohen om de vrijmarkt niet s nachts toe te staan en 35% vindt dat niet. Last van de sneeuw? Donderdagochtend sloeg even de winter toe. Op de filetoptienlijst kwam die dag op de 2 e plaats met stip binnen. Maar hoeveel Nederlanders hadden er nu echt last van? 30% geeft aan die ochtend last gehad te hebben van het slechte weer. 18% geeft aan die dag de reisplannen te hebben aangepast. 35% van deze groep (dus 6% van alle Nederlanders) heeft de reis die dag uitgesteld, 29% gebruikte een ander vervoermiddel, 20% ging eerder van huis weg en 15% later. 10% geeft aan die dag op enig moment in een file gestaan te hebben. 8% geeft aan die dag last gehad te hebben van vertragingen in het openbaar vervoer. Inhoudsopgave Kabinetsleden na 9 maanden 1 Weer (even?) stabiliteit! 2 Varia 2 Schieten in Irak?! 3 Column: Wederom forse verschillen tussen peilingen 3 Artikel: Vernieuwingen in het onderwijs?! 5 Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-2 -

Schieten in Irak?! Rondom het schietincident bij de Nederlandse militairen in Irak blijkt onduidelijkheid rondom de punten schietinstructies en de status van het Nederlandse leger aldaar. Een onduidelijkheid die ook nog geaccentueerd wordt door de uitspraak van de Arnhemse rechter inzake het in slaap vallen van militairen die in Irak op wacht stonden. Wat denkt Nederland er nu eigenlijk van? 68% Vindt dat de militairen in Irak mogen schieten wanneer zij dat zelf noodzakelijk vinden. 27% Vindt dat dit aan banden moet gelegd worden. Bij alle aanhangers van politieke partijen is er een duidelijke meerderheid voor het overlaten aan het eigen oordeel van de militairen, alleen onder Groen Links- en SP-kiezers is een meerderheid die vindt dat het aan banden gelegd moet worden. 40% Acht het Ministerie van Justitie/OM de grootst verantwoordelijke voor de huidige situatie van onzekerheid, 32% vindt het Ministerie van Defensie de grootst verantwoordelijk. 45% Vindt het terecht dat OM onderzoek doet naar het doodschieten van de plunderaar in Irak, 49% vindt dat onterecht. Onder CDA- en VVD-kiezers is een duidelijke meerderheid (60%) tegen dit onderzoek. Slechts 13% vindt dat de bewuste soldaat voor de rechter gebracht moet worden. President Bush heeft in zijn State of the Union Nederland expliciet genoemd als land dat meedoet aan de oorlog tegen Irak. 19% Is het hiermee eens, 74% Vindt dat Nederland niet in oorlog met Irak is. 73% Noemt ons leger aldaar een vredesmacht en 23% een bezettingsleger. Dat ons leger aldaar onder Brits commando opereert acht 46% juist, 36% vindt dat een verkeerde keuze. 36% Wil dat de Nederlandse militairen uit Irak worden teruggetrokken. 57% Vindt dat die militairen aldaar moeten blijven. Er zijn grote verschillen tussen aanhangers van linkse en rechtse partijen. LPF-. CDA-, VVD- en D66-kiezers zijn in ruime mate ervoor om de militairen in Irak te houden. Bij de Groen Links en PvdAkiezers zijn de verhoudingen 50-50. Alleen onder de SPkiezers is er een duidelijke meerderheid om de militairen naar Nederland terug te halen. Slechts 21% is ervoor om Nederlandse militairen naar Haïti te sturen om aldaar deel uit te maken van een vredesmacht. Voor wat dat betreft zijn er amper verschillen naar politieke voorkeur. Aanhangers van vrijwel alle politieke partijen scoren 25% positief op deze suggestie. Alleen onder de PvdA-kiezers is deze score 15%. Wederom forse verschillen tussen peilingen! Bij vrijwel elke aanloop naar verkiezingen voor de Tweede Kamer kwam het moment dat ik in het openbaar in discussie moest over de grote verschillen die de peilingen van de diverse bureaus lieten zien. Soms waren die verschillen voor mij ook onverklaarbaar, maar vaak waren ze wel goed verklaarbaar. (Meestal bleek trouwens vlak voor de verkiezingen dat de peilingen naar elkaar toetrokken). Na een jaar waarin de onderlinge verschillen vrij gering waren bleek de uitslag van TNS-Nipo de afgelopen week weer fors te verschillen van de overige twee regelmatig gepubliceerde peilingen. En ook deze verschillen lijken te verklaren zijn, maar voor derden moeilijk herleidbaar. Op dit moment zijn er 3 organisaties, die periodiek met peilingen naar politieke voorkeur naar buiten komen. Inter/View-NSS komt eens in de twee weken met haar politieke barometer naar buiten via Nova. TNS-Nipo komt met een lagere frequentie met haar peilingen ten behoeve van 2Vandaag naar buiten. En sinds september 2002 breng ik wekelijks de peiling naar buiten, die u nu in deze weekbrief aantreft. (Alle wekelijkse versies vanaf eind 2002 zijn te bekijken op de website www.stemvan.nl onder de kop onderzoeksresultaten ). Hoewel in de aanloop van vrijwel alle verkiezingen wel een moment kwam dat de scores van de verschillende gepubliceerde peilingen zo uiteen liepen dat het een apart onderwerp in de media werd, was januari 2003 op dit punt voor mij wel een hoogtepunt. En dat kwam met name door de politieke implicaties van de resultaten die de verschillende peilingen. Even ter opfrissing van het geheugen: In december 2002 stond de PvdA in de peilingen rond de 28 zetels en het CDA scoorde 18 zetels meer. Mijn peiling op de dag na het RTL4-debat van 3 januari 2003 liet zien dat Bos 7 zetels gestegen was (en nog maar 11 zetels achterstond op het CDA) en door een combinatie van het wegzakken van het CDA en het verder stijgen van de PvdA (te volgen via de dagelijkse peilingen die ik toen hield) stonden PvdA en CDA op 10 januari met circa 42 zetels gelijk. De peiling van TNS-Nipo op 8 januari 2003 bevestigde mijn peiling van enkele dagen daarvoor met het gat van 11 zetels. Op de dag -10 januari dus- dat mijn peiling aangaf dat CDA en PvdA in een nek-aan-nek strijd gewikkeld was kwam Inter/View-NSS met een peiling uit waar het gat tussen CDA en PvdA nog heel groot was. De extra lading aan deze peilingen werd gegeven doordat Bos, die op de vraag wie zijn kandidaat-premier was (tot begin januari een irrelevante vraag door het grote gat tussen CDA en PvdA) antwoordde dat pas als alle peilingen lieten zien dat PvdA en CDA gelijk stonden hij met een naam zou komen. Juist omdat mijn peiling de grootste verandering liet zien ten opzichte van de situatie in december en ik met een Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-3 -

vernieuwende aanpak was gekomen (via internet en dagpeilingen in de laatste paar weken voor de verkiezingen) werd ik het meest onder vuur genomen. Het interessante was echter dat de verschillen niets met de onderzoeksmethodiek zelf te maken had, maar dat het vrijwel geheel toe te schrijven was aan het tijdstip van onderzoek. TNS-Nipo kwam één keer per week met resultaten die enkele dagen oud waren en Inter/View-NSS kwam met een gemiddelde score over de voorgaande 14 dagen. In een periode met weinig veranderingen moet dat niet tot grote verschillen leiden. Maar als er sprake is van forse veranderingen in een zeer korte tijd dan kan een verschil van tijdstip van het onderzoek grote verschillen in de uitslagen tot gevolg hebben. Mijn verklaring van de verschillen in die tweede week van januari 2003 werd kort daarna bevestigd, omdat bij de laatste peilingen voor de verkiezingen van 2003, toen het onderzoek wel op hetzelfde moment gehouden werd (namelijk op maandag 20 januari 2003) de verschillen tussen de peilingen klein was (alle drie lieten ze een verschil tussen PvdA en CDA zien van maximaal 2 zetels. Hoewel geen van de drie het CDA groter had dan de PvdA was de afwijking met de verkiezingsaanslag per partij nooit groter dan 2 zetels, hetgeen een goed resultaat genoemd mag worden). De afgelopen maanden bleven de peilingen behoorlijk stabiel en waren de verschillen tussen de peilingen relatief klein. Rondom het asielzoekerdebat hebben we echter wel in onze peiling een korte tijd duidelijke verschuivingen gezien. De VVD is in korte tijd duidelijk aan het stijgen, de PvdA is aan het terugvallen en het CDA schommelt fors. Dus dan kan je erop wachten: de gepubliceerde peilingen lopen weer duidelijk uiteen. Het valt de buitenstaander misschien niet zo op, want bij alle drie staan de PvdA en de VVD op winst en het CDA op fors verlies. Maar de gaten zijn bijna nog groter dan in de eerste helft van januari 2003. Hieronder de drie peilingen die vorige week werden gepubliceerd: TNS Inter/V Stem in zetels Nipo NSS ming CDA 26 33 32 PvdA 51 46 44 VVD 31 31 34 LPF 4 4 4 Groen Links 8 10 10 SP 15 13 13 D66 7 6 5 ChristenUnie 5 5 6 SGP 3 2 2 Totaal 150 150 150 Noch Nova, noch 2Vandaag maken in hun uitzending bekend over welke periode hun peiling betrekking heeft. Via de websites is bij Inter/View-NSS wel te achterhalen wat de onderzoeksperiode is geweest (100 mensen per dag gedurende de periode 6 en 19 februari). Bij de TNS- Nipo peiling is het noch op de 2Vandaag site, noch op de TNS-Nipo site te vinden. Die datum is, zoals hierboven al gesteld, nogal belangrijk. Op 11 februari stond namelijk in onze Stemming het CDA op 27 zetels en de PvdA op 46 zetels. Een gat van 19 zetels. Vorige week was dat gat gereduceerd tot 12 zetels. Die eerste 19 zetels liggen dichter bij de 25 die TNS-Nipo meldt. Dus als de resultaten van TNS-Nipo onderzoek betreffen van 11 februari dan was er niet sprake van een echt groot verschil in de peingen. Als het onderzoek echter van de 18 e februari stamt dan zijn de verschillen wel onverklaarbaar groot. Om te bezien wie het dan bij het goede eind heeft gebruik ik het hulpmiddel van logisch denken onderbouwd met de eerder gemelde overgangen tussen de partijen. Bij TNS-Nipo zou het CDA 18 zetels verloren hebben, de VVD 3 zetels gewonnen en de PvdA 9 zetels gewonnen. Klein Links wint 9 zetels. De enige manier om een dergelijk resultaat te krijgen is als de CDA-kiezers uit januari 2003, die blijkbaar massaal wegtrekken bij het CDA, nu vooral op linkse partijen stemmen. (De verhoudingen liggen niet 1-op-1, omdat de groep die wel op een partij heeft gestemd, maar nu zegt weet niet op welke partij ik zal stemmen ook een rol spelen). Alle overgangtabellen sinds oktober 2003, die ik gezien heb, geven aan dat de VVD meer profiteert van het verlies van het CDA dan de PvdA. Omdat inmiddels de VVD-kiezers uit januari 2003 in steeds grotere mate zeggen wederom VVD te zullen stemmen staat de VVD op een grotere winst dan de PvdA (die ook nog wat verliest in de richting van klein Links). Voor degenen die geïnteresseerd zijn in peilingen en inzicht willen krijgen in de redenen van het verschil- is het belangrijk om in ieder geval na te gaan wanneer deze peilingen hebben plaatsgevonden en hoe de overgangstabellen tussen de partijen er uitzien. Voor de bureaus (en media) die de peilingen naar buiten brengen is het daarom noodzakelijk dat ze in ieder geval het moment van peilen communiceren en op internet ergens de onderliggende overgangstabellen plaatsen. Alleen op die wijze kunnen de gepubliceerde resultaten goed geïnterpreteerd worden en de verschillen begrepen. Maurice de Hond Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-4 -

Vernieuwingen in het Onderwijs?! Het onderwerp Vernieuwingen van de Samenleving komt, zoals eerder toegezegd, in deze Weekbrief ook aan de orde. Ter onderbouwing van de gedachtevorming rondom het onderwijs (een van de domeinen in Nederland, waar het noodzakelijk is de 21 e eeuw ook te laten beginnen) volgt hieronder het interview dat mij afgenomen is door Leon Verdonschot voor het blad Leerkracht. Maurice de Hond U stelde al in de tachtiger jaren dat uw zoon in de 21-ste eeuw slechts met een pen in de hand zou staan als u dat alleen aan het onderwijs zou overlaten, terwijl de rest van de wereld hem vanachter hun computer zou uitlachen. Wat is er sindsdien veranderd? Niks, dat is precies het probleem. Ik moest daar laatst nog aan denken toen ik naar het Groot Dictee der Nederlandse Taal keek. Het was exemplarisch voor de manier waarop de overheid een taal organiseert en ook het onderwijs. Zo n taal groeit en verandert door de eeuwen heen, maar er sluipt een steeds grotere onlogica in. Dat word met een d of een t is, is alleen nog te verklaren door te stellen dat we dat nou eenmaal ooit hebben afgesproken, want hóren doe je het verschil niet. Het moest ooit aan een bepaalde regel voldoen, en vervolgens kwamen er steeds meer uitzonderingen op die regel bij. En wat krijgen we dan? Een taal waarbij je een dictee kunt verzinnen waarin de groep prominenten dus laat ik zeggen: niveau gemiddelde Nederlander- 55 fouten maken in volgens mij amper 55 woorden. Wat is daar het belang van? Het kost enorm veel werk om het leerlingen bij te brengen, en dat lukt tóch niet. Het werkt barrières tussen de elite en de rest in de hand, sterker: het lijkt wel in stánd te worden gehouden door die elite, om zichzelf te onderscheiden van het plebs. Historisch verklaarbaar, jazeker. Maar vraag niet naar doelmatigheid, functionaliteit of toekomstgerichtheid. Datzelfde geldt dus voor het onderwijs in Nederland. Het bereidt mensen voor op de samenleving van morgen en overmorgen, met de methoden en denkbeelden van eergisteren. Het wordt vormgegeven volgens de waarden en normen-om die modieuze woorden maar eens te gebruiken- van mensen tussen de vijftig en zeventig, die nu de baas zijn. Terwijl er de laatste 20 jaar meer is veranderd dan misschien ooit daarvoor en het de komende 20 jaar nog sneller zal gaan, dateren de normen in het onderwijs van decennia geleden. Jongeren groeien op met technologie die ze al vanaf hun geboorte zien en gewend zijn, interactief en multimediaal, en dan gaan ze naar school en zien ze hoe het vroeger was. Dat is het meest trieste: het contrast tussen die dynamische wereld van scholieren buiten schooltijd en tijdens het onderwijs. Ik bedoel, als dat moet aansluiten op de wereld waarin ze dadelijk terecht komen, waarom leren ze er dan niet te autorijden, als blijkt dat bijna alle jongeren op hun achttiende hun rijbewijs gaan halen? Of waarom leren ze niet op hun zesde op school typen? De enige verklaring is dat deze vaardigheden in 1850 nog niet bestonden. Een norm als Je moét lezen en een opvatting dat kinderen dat niet meer willen, bijvoorbeeld: het waardepatroon daarachter, is enorm generatie bepaald. De boeken van Harry Potter vliegen de winkel uit en zijn honderden pagina s dik. Dus misschien is de vraag niet óf kinderen willen lezen, maar wát ze willen lezen. De jeugd leest geen kranten meer : nog zo n generatiebepaalde aanname. Volgens mij weten jongeren minstens zo goed wat er in de wereld gebeurt als vijftig jaar geleden, alleen zijn hun informatiebronnen verschillen. En hoeveel denk je dat ze dagelijks op hun PC lezen? Die kritiek op jongeren komt stiekem gewoon neer op cultuurpessisme? Juist. Het is niets anders dan de varianten op de muziek van de jeugd van tegenwoordig is vreselijk. Nou, dat vonden mijn ouders ook van de Beatles. En die neiging, om wat er vroeger was tot norm te verklaren, zie je ook in het onderwijs. Waarom moeten natuur- en scheikunde worden uitgelegd aan de hand van een combinatie van lesboeken en iemand die voor de klas vooral orde staat te houden? Dat is anno 2004 de meest inefficiënte methode. Waarom geef je die scholieren niet tien videobanden of DVD s mee en laat je ze een paar keer terugkomen om er met zijn allen over te praten? Ik herinner me een Teleac-cursus natuurkunde, waarin álle aspecten van dat vak op een geweldige en inzichtelijke manier langskwamen. En dan niet aan de hand van testjes, maar van echte beelden uit het dagelijkse leven. Daar kunnen geen vijf lessen van een leraar tegenop. En dan ga ik nog voorbij aan de vraag of dit vak nog gegeven moet worden. Bestaat er volgens u een huiver om volgens nieuwe methodes les te geven? Het heeft niets te maken met huiver, maar met gebrek aan inzicht. Met het niet inzien dat mensen nu op zo n totaal andere manier opgroeien. MTV leert jongeren om in één seconde vier verschillende scènes te zien en ook nog te snappen waar het om gaat. Dat gebeurde vroeger niet en is dus een vaardigheid die de ouderen niet hebben. Laatst zag ik een film op tv over een wolkenkrabber die in 1920 door een beroemde Amerikaanse architect was ontworpen. Je zag hoe mensen in die wolkenkrabber bij een bank werkten in 1920. In een grote zaal, met allemaal mensen achter een soort toonbanken, en op een podium een chef die controleerde of ze wel hard genoeg werkten. Als je die beelden zou afzetten tegen vergelijkbare werksituaties uit 1960, 80 en 2000, zou je enorme verschillen zien. In 1980 werkte bijvoorbeeld nog bijna niemand achter beeldschermen, nu zijn er meer beeldschermen dan medewerkers. Zou je hetzelfde doen met beelden van een schoolklas in 20, 40, 60, 80 en 2000, dan zou je je verbazen over de geringe veranderingen. Als ik zelf op scholen kom, verbaast het mij steeds hoe sterk het daar nog lijkt op de tijd toen ik er zelf zat Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-5 -

In 1984 deed ik een groot project voor Vendex, met de Commodore 64. Ik liet o.a. software ontwikkelen met de naam Topografie Nederland. Het was een educatief spel, waar je met een helikopter over een blinde kaart van Nederland vloog, op zoek naar opgegeven plaatsen. Als je een aantal plaatsen binnen een bepaalde tijd gevonden had ging je naar een moeilijker niveau. Mijn eigen kinderen van zeven en vijf speelden dat spel dagen lang. Een aantal jaren later kregen ze op school topografie. En hoe? Met een Bosatlas en kopieën van een blinde kaart. Ik vertel dat laatst tegen iemand, bij wijze van sterk verhaal. Zei-ie: Zo doen we het nog steeds. Toen mijn zoon die blinde kaart kreeg, vond hij er niks aan. Maar met dat spel zat hij jaren daarvoor de hele dag te spelen en wist hij Schin op Geul probleemloos te vinden. Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. Is het probleem dat parate kennis nog steeds centraal staat in het onderwijs, terwijl het steeds belangrijker wordt te weten hoe kennis te verwérven? Het onderwijssysteem stamt uit een tijd waarin je tot je vijftiende álle kennis moest opdoen, omdat je er daarna niet meer bij leerde. Inmiddels leven we in een tijd waarin informatie continu op ons afkomt, waarin we bovendien steeds meer technologieën tot onze beschikking hebben om informatie mee op te doen. In het bedrijfsleven heb je het Just in Time-principe voor het beheersen van voorraden. Zo weet je wanneer je iets moet bestellen om het op tijd binnen te hebben, maar ook niet te vroeg zodat je met een enorme voorraad zit. Zo gaat het in het dagelijks leven ook. Jij interviewt mij nu, ter voorbereiding daarvan heb je allerlei knipsels gelezen. De afgelopen week. Niet: drie jaar geleden. Ik dacht op school altijd dat ik slecht was in talen. Tot ik op vakantie ging naar Cuba en daarvoor Spaans leerde. Bleek het reuze mee te vallen. Waarom? Omdat ik het toén nodig had en graag deed. Terwijl ik een taal als Frans nooit nodig heb gehad, maar er wel vijf jaar verplicht les in heb moeten volgen. Arnold Heertje schreef laatst in zijn Parool-column dat het slecht gaat met het Frans, ging hij uitleggen hoe het volgens hem boeiender gebracht kan worden. Dan denk ik: leg mij eerst eens ns uit waarom ik het nodig heb. Het is toch gek dat ze dat op de middelbare school nog geven. En waarom dan Frans en niet Spaans? Of neem Griéks op het gymnasium. Dat vind ik net zo n grote folklore als kledingdracht in Staphorst. Als we uw opvattingen volgen, zouden we een groot deel van ons huidige onderwijsaanbod kunnen vervangen door www.google.nl. Nee, dat is niet de juiste vertaling van wat ik bedoel. Maar het onderwijs moet er wel van uitgaan dat www.google.nl bestaat, in de toekomst alleen maar beter en belangrijker wordt en dat velen het intensief gebruiken. Tegelijk moeten we allemaal lachen als iemand bij de Vakantieman niet op een kaart kan aanwijzen waar Nederland ligt. Zo onbelangrijk vinden we parate kennis blijkbaar niet. Als het voor die vakantieganger relevant was om te weten waar op een kaart Nederland lag, dan wist hij het wel. De vraag is: welke maatstaven hanteer je om te bepalen wat iemand moet weten en wat niet? Ik begrijp dat er enkele basiszaken zijn die je op een bepaald moment in je leven moet kennen. Maar een groot deel van die zaken zijn nu heel erg tijd- en cultuurbepaald. Bovendien hoef je ze niet op je zesde of zevende te leren, je kunt ze ook gaandeweg tegenkomen, op het moment dat je ze nodig hebt. Sommige mensen vinden dat het onderwijs een soort tegenwicht moet zijn tegen vlak en plat amusement dat jongeren buiten school over zich heen krijgen. Een belachelijke opvatting, alleen maar gebaseerd op waardenoordelen. De jeugd doet alles, als je ze maar stimuleert. Als je ze vrij laat, gaan ze alleen maar spelletjes doen : dat is vooral een uiting van wantrouwen ten opzichte van de jeugd. Bovendien, al zoú het zo zijn dat jongeren zich dan vooral overgeven aan computerspelletjes, dan nog is het niet per definitie slecht. Wél als je maatstaf is: ze moeten zoveel mogelijk oude boeken lezen. Maar dat hoort de maatstaf niet te zijn. De leerlinge in Engeland die laatst een werkstuk inleverde, geschreven in sms-taal omdat ze die beter beheerste dan haar moedertaal, da s voor u geen huiveringwekkend toekomstvisioen? Ik vind het juist een bewijs dat de jeugd prima kan communiceren. Dat een leraar die taal blijkbaar niet kan lezen, da s veel erger. Die leraar, dat is in dit geval degene met het gebrek. Zijn leerlingen communiceren met elkaar, maar hij kan het niet volgen. Het is toch juist fascinerend dat mensen met hun telefoontje communiceren met vier tekentjes, en dat ze allemaal weten wat het betekent? Zo n leraar heeft daar twaalf woorden voor nodig. Lachend: Dát is pas schandelijk! Misschien is het juist een leuke aanleiding om het eens te hebben over spijkerschrift, zeg maar: de eerste vorm van sms. Ga eens op de oorsprong van de taal in, maar vind het juist boeiend dat een leerlinge op die manier haar werkstuk inlevert, zeg niet meteen dat het een vorm van verloedering is. Dít is de ontwikkeling, en als je die niet stimuleert maar probeert af te remmen, maak je jezelf alleen maar belachelijk of irrelevant. De kritiek dat het onderwijs veel meer zou moeten aansluiten bij het talent en de interesse van leerlingen, is bepaald niet nieuw. Maar nu kan het! Doordat die mobiliteit van informatie alleen maar toeneemt en mensen dadelijk continu online zijn en dus steeds snel aan de informatie kunnen komen die ze op dat moment nodig hebben, is er meer ruimte dan ooit voor een onderwijs dat leerlingen de vrijheid en het vertrouwen geeft om samen in groepsprocessen aan projecten te werken, waarbij ze de beoogde kennis zélf, o.a. via beschikbare technologie, opdoen, on the fly. Omdat ze merken dat ze m nodig hebben om het project af te ronden. Dat is een veel betere motivatie dan Ik zit nu in de tweede en als ik naar de derde wil, moet ik dit allemaal uit mijn hoofd leren, om het daarna allemaal weer te vergeten. In het huidige onderwijssysteem is het wantrouwen ingebouwd. Van Den Haag naar scholen, en van de docenten naar de leerlingen. Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-6 -

In San Francisco heb ik eens een school gezien, waar een groepje van leerlingen gedurende drie weken hun eigen schooljournaal maken. Ze hadden in die periode geen lessen, maar werkten iedere dag aan dat journaal, dat dagelijks van kwart voor negen tot negen s ochtends in de hele school werd uitgezonden. Is er nou iemand die denkt dat die leerlingen in die drie weken niets hebben geleerd, omdat ze geen gewone lessen hadden? Ga eens uit van de leerlingen, in plaats van het systeem. Hoe zat het nieuwe systeem er volgens u moeten uitzien? Niet alleen volgens mij. Leg docenten maar eens de vraag voor of ze het onderwijs zouden vormgeven op de manier waarop het er nú uitziet, als ze het mochten ontwerpen vanuit een blanco beginsituatie. Nee. Dus bestaat het alleen op deze manier omdát het al zo lang op deze manier bestaat. En moet je dus anno 2004 naar school als je wilt zien hoe de samenleving er vroeger uitzag. Een soort museum dus. Ik zeg: kies voor een veel individuelere aanpak van het onderwijs. Maak tachtig procent van het onderwijsprogramma vrij en twintig procent verplicht, in plaats van andersom. Ik geloof ook niet in het klassensysteem, met zijn vaste jaargangen. Ik geloof in soms kleinere, soms grotere groepen. En niet in verplichte eindtermen, waarin je op een bepaald moment aan bepaalde eisen moet voldoen. Ik zie de school liever als een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd om zelf zoveel mogelijk kennis en vaardigheden op te doen. Daarin is de leraar meer coach dan kennisoverdrager. Het gaat veel verder dan dat de school de jeugd moet leren met computers om te gaan: dat leert de jeugd de docenten wel. Het gaat erom dat de school leerlingen voorbereidt op de samenleving waarin ze dadelijk terechtkomen, een samenleving die een informatierevolutie heeft doorgemaakt. Dat is tot die scholieren al lang doorgedrongen, alleen tot die scholen nog niet. Daarom worden ze steeds irrelevanter. Komt het er binnenkort van, die grote verandering? Dit systeem houdt zich al zó lang in stand, dat ik er weinig vertrouwen in heb. In 2020 zien we nog steeds brugklassers zeulen met een zware boekentas met daarin een Bosatlas. Dat is nu toch ook nog steeds zo? En dat is anno 2004 net zo gek. Leon Verdonschot Weekbrief van De Stem van Nederland, nr. 23, 1 maart 2004-7 -