Gemeentelijk reglement voor de parkbegraafplaats en de oude begraafplaatsen



Vergelijkbare documenten
Model van politieverordening op de begraafplaats(en) Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, 2;

POLITIEVERORDENING. Begraafplaatsen

Gemeentelijk reglement voor de begraafplaatsen

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

Artikel 1. Het huishoudelijk reglement op gemeentelijke begraafplaatsen, zoals hieronder weergegeven, goed te keuren.

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

Op de begraafplaatsen

Zitting van 25 februari Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op de artikelen 42 en 64;

Arrondissement Oudenaarde UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 27 FEBRUARI 2014

POLITIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Gemeentelijke begraafplaatsen

Politiereglement op de begraafplaatsen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 7 mei 2010)

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 17 NOVEMBER 2016

reglement begraafplaatsen aanpassing Gelet op het reglement op de begraafplaatsen dd ; Gelet op het bericht dd. 16 februari 2015 van dhr.

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Begraafplaatsen. GEMEENTEBESTUUR OPPERSTRAAT LIEDEKERKE TEL FAX LIEDEKERKE.

Politieverordening op de begraafplaatsen

Politiereglement overlijden en begraafplaats

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

Reglement begraafplaats

De categorieën vermeld onder de nrs. 4 en 5 worden wat de retributie betreft gelijkgesteld met de inwoners.

Reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging

AFDELING 7 - BEGRAAFPLAATSEN

GEMEENTE DILBEEK. Gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen

Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen

Huishoudelijk reglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN HERENT

POLITIEVERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN CREMATORIA

Artikel 1. Begripsbepalingen

Gelet op de artikelen 15 bis, 2, tweede lid, 23 bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

BEGRAAFPLAATS WESTLEDE ALGEMEEN REGLEMENT

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders van 17 december 2013, nummer 6,

De Gemeenteraad, In openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119,119bis, 133 en 135, 2;

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 26 juni 2018 Beleidsdomein Interne Zaken - Dienst Bevolking & Burgerlijke Stand

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

MODEL-BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

UITTREKSEL uit de notulen van de Gemeenteraad ZITTING VAN 25 november 2013

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 oktober 2012.

Politieverordening op de begraafplaatsen

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen.

Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, in het bijzonder de artikelen 15bis, 2, tweede lid, 23bis en 32;

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 september 2010

Goedkeuren huishoudelijk reglement begraafplaatsen

DE GEMEENTERAAD BESLUIT

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Politieverordening op de begraafplaatsen

REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN. HOOFDSTUK 6: BEGRAAFPLAATSEN Begraafplaatsreglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van

GR 26 maart 2015 en aangepast op GR 21 december 2017 GECOÖRDINEERDE VERSIE REGLEMENT OP BEGRAAFPLAATSEN. Titel 1: BEGRIPSOMSCHRIJVING. 1.

BR Uitvoeringsbesluit. Gemeentelijke begraafplaatsen Brummen

POLTIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING

Uitvoeringsbesluit, openstelling, graven, asbezorging en grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Stein

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Voorst.

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Neerijnen

De kist mag na de kisting niet meer geopend worden tenzij om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing.

Ingeval van internationaal lijkenvervoer is een conserverende behandeling toegestaan.

REGLEMENT. Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. I. Algemene bepalingen

Begraafplaats Leopoldsburg Diestersteenweg (ingang Diestersteenweg en Kerkhofstraat)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2011

Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119, 119bis, 133 en 135 2;

BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, graven en asbezorging 2014

Uitvoeringsbesluitgemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tiel 2010

Verordening op de heffing en de invordering van rechten wegens het gebruik van gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heemskerk 2018

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2011;

GEMEENTE BORSELE. Nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Borsele 2012.

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nuenen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2011

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Delfzijl 2010

Reglement Huishoudelijk reglement gemeentelijke begraafplaatsen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Dronten houdende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.

Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004), gewijzigd bij de decreten van:

Gemeente Zoersel Reglement Begraafplaatsen

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

HST 3 Begraafplaatsen en lijkbezorging

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, graven en asbezorging 2014

GEMEENTE ROOSDAAL BEGRAAFPLAATSREGLEMENT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2018;

Inzicht in de mogelijkheden die de gemeente Oud-Beijerland biedt op de algemene begraafplaats. BEGRAVEN

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Haren 2011

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; BESLUIT

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS DRONTEN 2015

Nadere regels begraafplaatsen Werkendam 2016

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN MONTFERLAND Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop deze verordening is gebaseerd

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 14 december 1993 (De Zeekant van PUBLICATIEDATUM)

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tiel 20155

Transcriptie:

Gemeentelijk reglement voor de parkbegraafplaats en de oude begraafplaatsen I. Algemeen Coördinatie van de raadsbesluiten van 28 januari 2008, 16 juni 2008, 3 november 2008, 13 september 2010, 3 december 2012 en 1 september 2014 Artikel 1 - Begripsomschrijving In dit reglement wordt verstaan onder: a. begraafplaats: de oude begraafplaats aan Dorp in Nazareth; de oude begraafplaats aan H. de Bockplein in Eke; b. parkbegraafplaats: de nieuwe begraafplaats aan de Drapstraat; c. concessie: een vergunning voor het begraven van één of meer lichamen of het plaatsen van één of meer asurnen van personen die een afzonderlijk graf of nis wensen voor zichzelf, hun echtgeno(o)t(e), bloed- en aanverwanten of een derde en zijn familie; d. grafkelder: een betonnen of gemetseld graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een concessie is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken en asurnen; e. urnenkelder: een betonnen of gemetseld graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een concessie is verleend tot het doen begraven en begraven houden van asurnen; f. urnennis een nis, met of zonder concessie, bestemd voor het plaatsen en geplaatst houden van asurnen; g. zandgraf: een graf in de volle grond, zonder concessie, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van een lijk; h. urnengraf: een graf in de volle grond, zonder concessie, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van een asurn; i. kindergraf: een graf in volle grond bestemd voor het doen begraven en begraven houden van lijken of het plaatsen en geplaatst houden van asurnen van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen jonger dan 7 jaar; j. asurn: een voorwerp ter berging van één asbus met de as van een overledene; k. strooiweide: het perceel op de oude begraafplaatsen of op de parkbegraafplaats dat gebruikt wordt voor de uitstrooiing van de as; l. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf; m. begraving: begraving van een eerste lijk in een grafkelder of een zandgraf; n. plaatsing: plaatsing van een eerste urn in een urnennis, een urnenkelder of een urnengraf; o. bijzetting: begraving van een tweede lijk in een grafkelder of plaatsing van een tweede of volgende asurn in een urnennis, een urnengraf of een urnenkelder; p. opgraving: uit een graf halen van een stoffelijk overschot of asurn of het weghalen van een asurn uit een urnennis, een urnenkelder of een urnengraf met de bedoeling te herbegraven, te cremeren of, in het geval in van een asurn, te verstrooien;

q. College: het College van burgemeester en schepenen van de gemeente Nazareth. Artikel 2 - Bestemming De oude begraafplaatsen en de parkbegraafplaats zijn bestemd voor het begraven en bijzetten van stoffelijk overschotten, voor het plaatsen en bijzetten van asurnen en het verstrooien van as. Artikel 3 - Concessies Er worden alleen concessies verleend voor de begraving en bijzetting van een stoffelijk overschot in een grafkelder en de plaatsing en bijzetting van een asurn in een urnenkelder of urnennis. Artikel 4 - Register en uitgifte van graven 1. De uitgifte van grafkelders, urnenkelders, urnennissen, zandgraven en urnengraven wordt volgens plan in chronologische volgorde per type uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor de verschillende type graven, kelders en nissen. 2. De gemeente houdt een register bij waarin is opgetekend de begraving, de plaatsing, de bijzetting en de uitstrooiing op de oude begraafplaatsen en de parkbegraafplaats, met een nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan. Een afdruk van dit register bevindt zich op de betreffende oude begraafplaats of op de parkbegraafplaats. 3. Op de kist of asurn wordt een plaatje bevestigd met het jaartal en het volgnummer van de begraving, de plaatsing of de bijzetting. Het register wordt elk jaar gesloten en vastgesteld door de burgemeester en wordt gearchiveerd. Artikel 5 - Beheer Uitsluitend de gemeentelijke aangestelde is ertoe bevoegd: een volgnummer aan te brengen op de kist of de asurn; de as uit te strooien; de kist of de asurn in de kuil, de grafkelder, de urnenkelder of de urnennis te plaatsen; een graf te delven voor begravingen of plaatsing in de volle grond en de kuil te vullen; bestaande grafkelders en urnenkelders te openen en te sluiten; de urnennis te openen, de asurn te plaatsen en de urnennis af te sluiten. II. Grafkelders, urnenkelders en geconcedeerde urnennissen Artikel 6 - Kelders en geconcedeerde urnennissen 1. De concessies worden verleend voor 20 jaar. 2. De concessies worden verleend door het College onder de in dit gemeentelijk reglement en in het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. 3. De duur van de concessie neemt een aanvang op de datum van de beslissing van het College, bedoeld in het vorige lid. 4. Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn niet overdraagbaar. 5. Op de parkbegraafplaats aan de Drapstraat worden concessies verleend voor het gebruik van keldergraven, urnenkelders en urnennissen. 6. Op de oude begraafplaatsen in Nazareth en Eke worden concessies verleend voor het gebruik van grafkelders en urnennissen tot zolang er daar nog grafkelders en urnennissen beschikbaar zijn. Nadien vinden op deze begraafplaatsen alleen nog bijzettingen plaats binnen geconcedeerde grafkelders en urnennissen (geconcedeerd en niet-geconcedeerd). Artikel 7 - Hernieuwingen 1. De concessies kunnen op uitdrukkelijke vraag voor het verstrijken van de termijn hernieuwd worden. De duur van de hernieuwing bedraagt telkens 10 jaar. 2. Minstens één jaar voor het verstrijken van de concessie, maakt de burgemeester een akte op waarbij eraan herinnerd wordt dat een aanvraag om hernieuwing hem moet toekomen. Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. 3. Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessies of de hernieuwing ervan. 4. Indien erom verzocht wordt voor het verstrijken van de vastgestelde termijn, kan een concessie alleen worden hernieuwd bij de aanvang van elke nieuwe bijzetting.

5. Met de hernieuwing van een concessie wordt rekening gehouden met de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar. Indien de vastgestelde termijn van de concessie, op het moment van aanvraag van hernieuwing nog langer loopt dan 10 jaar, vindt geen hernieuwing plaats. 6. Een bijzetting in een geconcedeerd graf is alleen toegestaan als de vastgestelde termijn van de concessie nog langer loopt dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar. Indien de vastgestelde termijn van de concessie korter dan 10 jaar loopt is een bijzetting alleen toegestaan nadat een aanvraag tot hernieuwing is ingediend. 7. In geval een concessie wordt hernieuwd vóór het verstrijken ervan, zoals is bedoeld in lid 6, wordt voor het nog te lopen aantal jaren in de concessie voor hernieuwing geen retributie geheven. 8. Een hernieuwing wordt verleend door het College. De duur van de hernieuwing neemt een aanvang op de datum van de beslissing van het College. 9. De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het College onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het gemeentelijk reglement en in het retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. De beslissing waarbij de concessiehernieuwing wordt verleend, vermeldt die voorwaarden. Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen. Artikel 8 - Beëindiging concessie 1. Als een concessie van een grafkelder om welke reden ook een einde neemt, worden de stoffelijke resten opgegraven en bijeengebracht in een verzamelgraf op de oude begraafplaatsen of de parkbegraafplaats. 2. Als een concessie van een urnenkelder of geconcedeerde urnennis om welke reden ook een einde neemt, wordt de as uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats op de oude begraafplaatsen of de parkbegraafplaats. 3. In alle gevallen wordt rekening gehouden met de naleving van de laatste wilsbeschikkingen. Artikel 9 - Aantal overledenen in grafkelder, urnenkelder of urnennis 1. Een enkele grafkelder is bestemd voor 1 niet-gecremeerd lichaam. 2. Een dubbele grafkelder is bestemd voor 2 niet-gecremeerde lichamen of 1 niet gecremeerd lichaam en 1 asurn. 3. Een kleine urnenkelder is bestemd voor 2 asurnen. 4. Een grote urnenkelder is bestemd voor 4 asurnen. 5. Een geconcedeerde urnennis is bestemd voor 2 asurnen. 6. Voor zover de ruimte het toelaat en binnen de regels van de welvoeglijkheid kunnen er desgevallend zowel in een grafkelder, urnenkelder of urnennis één of meerdere asurnen (max. vier) bijgeplaatst worden. Hiervoor dient een afzonderlijke vergoeding binnen de concessie betaald te worden. III. Niet geconcedeerde zandgraven, urnengraven en urnennissen Artikel 10 - Uitgifte 1. Op de oude begraafplaatsen worden geen zandgraven meer uitgegeven vanaf 1 februari 2008. 2. Op de parkbegraafplaats worden zandgraven en urnengraven uitgegeven. Artikel 11 - Termijn 1. De termijn voor zandgraven, urnengraven en niet-geconcedeerde urnennissen bedraagt 20 jaar. Ten aanzien van niet-geconcedeerde urnennissen (op de oude begraafplaatsen), waarin het plaatsen van meerdere urnen mogelijk is, neemt deze termijn aanvang bij de plaatsing van de eerste asurn. 2. Aan de gebruikers van een niet-geconcedeerde urnennis (op de oude begraafplaats) wordt bij het verstrijken van deze termijn, of ten vroegste bij de eventuele bijzetting van de tweede asurn (in geval van een dubbele urnennis), de gelegenheid geboden een concessie aan te vragen voor deze nis, zoals bedoeld in artikel 6 en 7. De aanvraag moet ingediend zijn vóór de beëindiging van deze termijn. 3. Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn wordt de aanwezige grafbedekking door de gemeente verwijderd. 4. Een zandgraf, een urnengraf en een niet-geconcedeerde urnennis wordt, rekening houdend met lid 2, ontruimd nadat gedurende één jaar een afschrift van de beslissing tot verwijdering zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats heeft gehangen.

5. De stoffelijke resten die worden aangetroffen bij de ontruiming van zandgraven worden bijeengebracht in een verzamelgraf op de oude begraafplaatsen of de parkbegraafplaats. Bij de ontruiming van urnengraven en niet-geconcedeerde urnennissen wordt de as uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats op de oude begraafplaatsen of de parkbegraafplaats. 6. In alle gevallen zal rekening worden gehouden met de naleving van de laatste wilsbeschikkingen. Artikel 12 - Oud-strijders 1. Op de parkbegraafplaats is een ereperk aangewezen bestemd voor de begraving van lijken en de plaatsing van asurnen van oudstrijders en gelijkgestelden in een zandgraf. 2. Dit ereperk is bedoeld voor oud-strijders en gelijkgestelden van beide wereldoorlogen, die in de gemeente Nazareth hun hoofdverblijfplaats hebben en die titularis zijn van een vuurkaart (1914 1918) of strijderskaart (1940 1945), met de nationale erkentelijkheid met opgave van de oorlogsverdienste. 3. Met oud-strijders worden gelijkgesteld: de wettelijk erkende gewapende weerstanders; de krijgsgevangenen en de politieke gevangenen; de agenten van de Inlichtings- en Actiediensten; de houders van het Oorlogskruis; de werkweigeraars en de gedwongen weggevoerden 1940 1945. 4. Het bewijs dat de overledene behoort tot de begunstigden, moet bij de aangifte van het overlijden worden voorgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Artikel 13 - Aantal overledenen in graf of nis 1. Een zandgraf is bestemd voor 1 niet-gecremeerd lichaam. 2. Een urnengraf is bestemd voor maximaal 2 asurnen. 3. Een niet-geconcedeerde urnennis is bestemd voor maximaal 2 asurnen. Voor zover de ruimte het toelaat en binnen de regels van de welvoeglijkheid kunnen er desgevallend in een niet-geconcedeerde urnennis één of meerdere (max. vier) urnen bijgeplaatst worden. Hiervoor dient een afzonderlijke vergoeding betaald te worden. IV. Opgravingen Artikel 14 - Aanvraag opgraving De aanvraag tot opgraving moet door de nabestaande schriftelijk worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toestemming bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds de volgende beschikkingen worden nageleefd: a. dag en uur waarop de opgraving zal plaatsvinden worden in overleg met de Burgerlijke stand vastgesteld; b. het grafteken, de beplanting en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten door de aanvrager verwijderd worden vooraleer tot opgraving wordt overgegaan; c. een gespecialiseerde firma zorgt voor het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf, het wegnemen van de asurne en het vullen van de kuil; d. het openen en sluiten van de grafkelders en het openen en sluiten van urnennissen gebeurt steeds door de gemeente. Artikel 15 - Herbegraving Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven. De burgemeester van de gemeente waar het stoffelijk overschot ligt, moet met toepassing van artikel 4 van het decreet, eveneens toestemming geven tot opgraving. Artikel 16 - Termijn opgravingen Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot 1 april geen opgravingen verricht. Artikel 17 - Historische graven De gemeente Nazareth stelt een lijst op van graven en/of grafmonumenten met historisch belang, het zogenaamde funeraire erfgoed. Deze graven en grafmonumenten, worden na het beëindigen van de concessie of na het verstrijken van de termijn voor niet-geconcedeerde graven onderhouden door de gemeente.

Orde- en poltiemaatregelen V. Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan Artikel 18 - Openen kist Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag een kist na kisting niet meer geopend worden. VI. Lijkenvervoer Artikel 19 - Machtiging De volgende vormen van vervoer zijn verboden, behoudens machtiging van de burgemeester: 1. het vervoer, buiten het grondgebied van de gemeente, van de lijken van de personen die er overleden of dood aangetroffen werden. In dit geval moet een document worden voorgelegd, waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de plaats van bestemming; 2. het vervoer, naar een plaats op het grondgebied van de gemeente, van de lijken van personen die er niet zijn overleden of dood aangetroffen werden. Artikel 20 - Vervoer buitenland Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in: a) het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland; b) het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft; c) het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b). Het vervoer van as in een asurn naar het buitenland is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid. VII. Lijkbezorging Artikel 21 - Verwittiging Bij het bezorgen van de stoffelijke overblijfselen op de oude begraafplaatsen en op de parkbegraafplaats moeten de gemeentelijke diensten ten minste 2 werkdagen vooraf verwittigd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een plaatsing, een bijzetting of een uitstrooiing. Die verplichting rust bij de naaste verwanten of gemachtigde. Artikel 22 - Asbestemmingen De as van gecremeerde lijken kan: a) in urnen worden bewaard die worden begraven in een urnengraf of worden geplaatst of bijgezet in een urnenkelder. De gemeenteraad bepaalt de vorm en afmetingen van de urnengraven en urnenkelders; b) in urnen worden bewaard die worden geplaatst of bijgezet in urnennissen; c) uitgestrooid worden op het daartoe bestemde perceel van de oude begraafplaatsen of de parkbegraafplaats. Dat gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de gemeentelijke aangestelde mag worden bediend. Artikel 23 - Verstrooien en bijzetten De as van een gecremeerde, begraven in een urnengraf of geplaatst in een urnenkelder of urnennis, kan te allen tijde op verzoek van de nabestaanden, ofwel verstrooid worden, ofwel geplaatst of bijgezet worden in een andere grafkelder, urnenkelder of geconcedeerde urnennis, ofwel meegenomen worden door de nabestaanden naar een andere plaats dan de begraafplaats met inachtneming van de bepalingen van artikel 24 1, vierde lid van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Voor het opgraven van een urn uit een urnengraf of een urnenkelder en voor het weghalen van een urn uit een urnennis is de toestemming van de burgemeester vereist. Vanaf 1 februari 2008 vinden de asverstrooiingen plaats op de parkbegraafplaats, tenzij in de gevallen bepaald in artikel 8 2 e lid.

Artikel 24 - Naamplaat Op de strooiweide op de parkbegraafplaats wordt een plaats voorbehouden voor het aanbrengen van een naamplaat met de naam van de overledene. Het gemeentebestuur zorgt voor de gratis levering en plaatsing van de naamplaat. De nabestaanden zorgen voor de gravure. Artikel 25 - Plaatsing en bijzetting in urnennis Aan de plaatsing en bijzetting van een asurn in een urnennis worden de volgende voorwaarden gesteld: a) de asurnen dienen te voldoen aan de volgende voorschriften: hoogte: maximaal 0,28 m; diameter: maximaal 0,18 m; b) de asurnen dienen te worden vervaardigd uit materialen die uit oogpunt van hygiëne en stabiliteit verantwoord zijn; c) nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten; d) op de afdekplaat kan de familie een naamplaat laten bevestigen door het gemeentebestuur. Die naamplaat moet voldoen aan de volgende voorschriften: vermelding van: naam, voornaam, geboortejaar en jaar van overlijden; de afmetingen van de afdekplaats worden door de gemeente bepaald. VIII. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden- onderhoud van de graven Artikel 26 - Toestemming Degene die belast is met het plaatsen van grafstenen of gedenktekens dient vooraf de toestemming te vragen op het gemeentehuis door middel van een schets met vermelding van de afmetingen van het grafteken. Artikel 27 - Voorwaarden plaatsing 1. Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaatsen en de parkbegraafplaats kunnen verstoren. 2. Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Banken zijn niet toegestaan. Artikel 28 - Afmetingen grafbedekking parkbegraafplaats 1. De grafbedekkingen (inclusief beplantingen) op de parkbegraafplaats mogen de volgende afmetingen niet overschrijden: zandgraven, keldergraven (volwassen en kindergraven): 1,30 x 0.80 m; urnenkelders klein: 1,10 x 1,30 m; urnenkelders groot:1,00 x 0,60 m; urnengraf in het urnenbos 1,00 x 1,00 m. 2. De afmetingen van de graftekens op de zandgraven en keldergraven op de parkbegraafplaats zijn: maximale hoogte: 0,80 m; maximale breedte op maaiveld: 1,30 m; maximale breedte bovenmaaiveld: 0,80 m; maximale lengte: 0,80 m. 3. De afmetingen van de graftekens op de urnengraven in het urnenbos op de parkbegraafplaats: maximale hoogte: 0,80 m; maximale breedte: 0,65 m; maximale lengte: 0,65 m. 4. Plaatsing van het gedenkteken is centraal tegen de achtergrens van het graf. 5. Ten aanzien van de toe te passen grafbeplanting zijn de volgende afmetingen toegestaan: maximale hoogte: 0,70 m (achteraan) voor alle graven met uitzondering van de urnengraven in het urnenbos op de urnengraven in het urnenbos is uitsluitend beplanting toegestaan in de vorm van tijdelijke éénjarige beplanting in pot, schaal of plantcontainer met een maximale oppervlakte 0,30 x 0,30 m. 6. De kleine urnenkelders zijn standaard voorzien van enkel een liggende grafsteen. De grote urnenkelders zijn standaard voorzien van enkel een opstaande grafsteen. De eigenaars

kunnen op eigen kosten op de standaard voorziene liggende of opstaande grafstenen van de urnenkelders een nieuwe grafsteen plaatsen waarvan de afmetingen beperkt zijn tot deze van de standaard voorziene grafstenen. De door de gemeente geplaatste (liggende of opstaande) grafstenen van de urnenkelders blijven in ieder geval behouden. Een combinatie van liggende en opstaande grafstenen op de urnenkelders is niet mogelijk. Artikel 29 - Afmetingen grafbedekking oude begraafplaatsen in Nazareth en Eke 1. Ten aanzien van het plaatsen van nieuwe gedenktekens of de vervanging van oude gedenktekens op de oude begraafplaatsen in Nazareth en Eke blijven de regels uit de vorige verordening bestaan. Dit betekent dat de gedenktekens worden geplaatst op de lijnrichting aangegeven door de aangestelde van de begraafplaats. 2. De afmetingen van de graftekens in het grafperk voor begravingen in volle grond (zandgraven) en in het ereperk voor oudstrijders en gelijkgestelden zijn: hoogte 1,30 m; lengte: 1,80 m; breedte: 0,80 m. 3. De afmetingen van de graftekens in het grafperk met grafkelders zijn: hoogte 1,30 m; lengte: 2,20 m; breedte: 0,90 m. 4. De afmetingen van de graftekens in de perken voor kindergraven in de volle grond (zandgraven) zijn: hoogte: 1,30 m; lengte: 1,10 m; breedte: 0,60. Artikel 30 - Onderhoud 1. De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven. 2. Het onderhoud van de graven rust bij de belanghebbenden. Indien het verzuim hiervan leidt tot verwaarlozing van het graf, wordt dit door de burgemeester geconstateerd in een akte, die een jaar lang aangeplakt blijft aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats. Bij niet herstelling na het verstrijken van die termijn wordt bij besluit van het College van burgemeester en schepenen een einde gemaakt aan die concessies. De materialen die door verzoek niet worden weggenomen worden eigendom van de gemeente. Artikel 31 - Materialen 1. De voor het grafteken bestemde materialen moeten volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed zijn om onmiddellijk geplaatst te worden. 2. Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naar gelang van de behoeften. 3. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder. Artikel 32 - Bloemen 1. Kransen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn. Kransen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbaar glas. 2. De bloemen en de planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruimingen en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. VIII. Politie Artikel 33 - Openingstijden De oude begraafplaatsen en de parkbegraafplaats zijn toegankelijk 8u tot 20u, behoudens afwijkingen die door de burgemeester vastgesteld zijn.

Artikel 34 - Diefstal of beschadiging De gemeente is niet belast met de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de diefstallen of beschadiging welke op de begraafplaatsen en de parkbegraafplaats ten nadele van de families zouden gepleegd worden aan de graven, de erop aangebrachte gedenktekens en de beplantingen. Artikel 35 - Verboden Het is op de oude begraafplaatsen en op de parkbegraafplaats verboden handelingen te verrichten, waardoor de orde of de aan de overledenen verschuldigde eerbied verstoord wordt. Het is in het bijzonder verboden om: a) aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening; b) goederen te koop aan te bieden of diensten aan te bieden; c) de grafperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden te betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen; d) de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze dan ook te beschadigen; e) binnen de omheining van de begraafplaatsen of aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen; f) om zich op de begraafplaatsen en de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats met de eerbied verschuldigd aan de doden; g) met voertuigen, met uitzondering van ceremonievoertuigen of dienstvoertuigen, de begraafplaatsen binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waarvoor toestemming wordt verleend door de burgemeester; h) vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere minder validen met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur-, en verdedigingshonden; i) opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren. IX. Strafbepalingen Artikel 36 - Straffen Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen en uitgezonderd in de gevallen zoals voorzien in de artikelen 315, 340 en 453 van het Strafwetboek kan de door de gemeenteraad gemachtigde ambtenaar ingeval van een inbreuk op artikel 35 van dit besluit, aan de overtreder een administratieve geldboete van maximaal 250 opleggen. Ingeval de overtreding begaan wordt door een minderjarige die de volle leeftijd van 16 jaar bereikt heeft op het tijdstip van de feiten, bedraagt de administratieve geldboete maximaal 125. Slotbepalingen Artikel 37 - Overgangsmaatregelen Alle concessies toegewezen vóór de toepassing van dit reglement blijven ongewijzigd behouden. Hernieuwingen vallen echter onder toepassing van het nieuw reglement. Artikel 38 - Onvoorziene situaties In de gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement, beslist het College van burgemeester en schepenen. Artikel 39 - In werkingtreding Dit reglement wordt van kracht per 1 februari 2008. Artikel 40 - Vervanging Dit reglement vervangt alle vorige besluiten. Patricia Dhondt gemeentesecretaris Martin Lamont voorzitter gemeenteraad