ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL Inzake ZITTING VAN 21 SEPTEMBER 2004 De heer A, xxx, en zijn echtgenote, Mevrouw B, samenwonend te xxx; Eisers, Ter zitting vertegenwoordigd door Meester xxx, loco Meester xxx, met kantoor te xxx; En RB, met maatschappelijke zetel te xxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer xxx; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door Meester xxx, loco Meester xxx, met kantoor te xxx; En RO, met maatschappelijke zetel te xxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer HRO xxx; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door Meester xxx, met kantoor te xxx; Hebben ondergetekenden: De heer xxx, xxx, met kantoor te xxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld: 1. Procedure: Gelet op de artikelen 1676 e.v. van het Gerechtelijk wetboek. 1
Partijen hebben bij het sluiten van het reiscontract een arbitrale clausule aanvaard, die beschreven wordt in de door de verweerster gehanteerde algemene reisvoorwaarden. Deze voorwaarden werden opgenomen in de reisbrochure op basis waarvan eisers hun reis boekten. Hierdoor hebben partijen aanvaard dat de beslechting van de geschillen die uit deze overeenkomst voortvloeien, berecht dienen te worden door een door de VZW Geschillencommissie Reizen aangewezen Arbitraal College. Het Arbitraal college, waarvan de samenstelling hierboven werd weergegeven, is bevoegd om het tussen eisers en verweerders gerezen geschil te beslechten. De vordering werd op verzoek van de eisers aanhangig gemaakt door het indienen van het door hen ondertekende klachtenformulier d.d. 14/02/04. Dit formulier werd ontvangen op het sekretariaat van de VZW Geschillencommissie Reizen op datum van 26/02/04. Alle bovenvermelde partijen werden behoorlijk opgeroepen bij aangetekend schrijven d.d. 8 april 2004 om te verschijnen op de zitting van het Arbitraal College van 21 september 2004. 2. De feiten: Uit de door partijen voorgelegde stukken blijkt dat eisers een rondreis in Portugal met verblijf in verschillende hotels geboekt hebben via de reisbemiddelaar RB bij de reisorganisator RO voor de periode 05/07/03 t.e.m. 16/07/03. De totale reissom bedraagt 3.375, 36 EUR., hieronder inbegrepen een verblijf in de verschillende hotels en de vliegtuigreis. Het komt gepast voor de klachten van eisers als volgt op te splitsen: a. Klachten tegen de reisbemiddelaar: Eisers zijn van oordeel dat de reisbemiddelaar hun dossier onzorgvuldig behandeld heeft, getuige daarvan de naamsverschrijvingen op officiële boekingsdocumenten. Gelet op het type en de aard van de reis en de door hun duidelijk gecommuniceerde verwachtingen van de reis werd hen onvoldoende informatie verstrekt. De reisbemiddelaar is tekortgeschoten in zijn bemiddelingstaak. b. Klachten tegen de reisorganisator Eisers verwijten de reisorganisator dat de hen beloofde prestatie inzake het type logement niet werd uitgevoerd. In het hotel Y had de op de buitenplaats uitgevende badkamer transparante gordijnen, de doucheknop was defect en op de koop toe had het bidet een lekkende kraan. Na klacht ter plaatse bij de hotelier op 12 en 14 juli 2003 door eisers werd hun echter geen onmiddellijk alternatief, in de vorm van een nieuwe kamer, aangeboden. Hoewel de door eisers geboekte reis een rondreis betrof, was de reisdocumentatie onvolledig en verouderd, inzonderheid de wegeninformatie. 2
Na de reis werd door eisers op 25/07/03 een aangetekend schrijven gericht aan de reisbemiddelaar waarbij zij klacht indienden. Door de reisbemiddelaar werd een reisbon ter waarde van 25,00 EUR voorgesteld als commerciële tegemoetkoming. Dit voorstel werd door eisers als ontoereikend afgewezen. 3. Voorwerp van de vordering: Met het oog op de geleden schade vorderen eisers een schadeloosstelling van 850 EUR met als minimum een terugbetaling van 15% van de totale reissom, hetzij 506, 30 EUR. 4. Beoordeling: A. DE EIS Met betrekking tot de grieven van eisers omtrent het optreden van de reisbemiddelaar: Overwegende dat krachtens de Wet van 16 februari 1994, hierna genoemd de Reiswet, op de reisbemiddelaar een informatieverplichting en een raadgevingsverplichting rust; Overwegende dat eisers aan de reisbemiddelaar een tekortkoming verwijten in zijn adviserende functie en dat de reis de verwachtingen van de reizigers niet heeft kunnen inlossen; Overwegende dat de reisbemiddelaar krachtens artikel 6 van de Reiswet gebonden is door de gegevens in de reisbrochure en dat deze brochure krachtens artikel 5, 2 van de Reiswet alle relevante gegevens over de ligging, de categorie en het comfort van de huisvesting moet vermelden, alsmede de goedkeuring en de toeristische indeling ervan, overeenkomstig de voorschriften van het ontvangende land, waarbij de reiziger moet gewezen worden op het verschil tussen deze klassering en de normen die toepasselijk zijn in België; Overwegende dat de reisbrochure op p. 155. duidelijk vermeld dat het hotel gelegen is langs de kustweg Cascais-Guincho. Op p. 168 van de reisbrochure wordt op ondubbelzinnige wijze uit te doeken gedaan dat een vijf sterren Y hotel minder luxueus is dan van een normaal vijf sterren hotel kan verwacht worden en vooral op service beperkingen inhoudt; Overwegende dat eisers op grond van de correct weergegeven informatie in de reisbrochure wisten waaraan zich te verwachten; Overwegende dat de reisbemiddelaar zich op behoorlijke wijze van zijn informatie- en raadgevingsverplichting heeft gekweten; 3
Overwegende dat, voorgaande punten in acht genomen, dit onderdeel van de eis dan ook niet gegrond voorkomt; Overwegende dat eisers aan de reisbemiddelaar een onzorgvuldige administratie verwijten, inzonderheid de schrijffout in de familienaam van eisers; Overwegende dat de familienaam van eisers correct is weergegeven op de bestelbon; dat de fout pas in de naam geslopen is op het document van de bevestiging van de reis, welke onder de verantwoordelijkheid valt van de reisorganisator; Overwegende dat de opgeworpen eis op dit punt elke relevantie ontbreekt; Overwegende dat eisers geen aanwijsbare schade hebben opgelopen die zijn oorzaak vindt in de foutieve schrijfwijze van de familienaam en de kwaliteit van de vakantie dan ook geenszins aangetast heeft; Overwegende dat, aangezien er geen enkele fout wordt bewezen in hoofde van de reisbemiddelaar, laatstgenoemde dan ook niet kan aansprakelijk worden gesteld voor de vergoeding van schade of enige terugbetaling van de reis; Met betrekking tot de grieven van de eisers omtrent het optreden van de reisorganisator: Overwegende dat de reisorganisator krachtens artikel 17 van de Reiswet aansprakelijk is voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen van de reiziger, en voor de uit het contract voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of deze verplichtingen uit te voeren zijn door de reisorganisator, dan wel door diens aangestelden of andere verstrekkers van diensten; Overwegende dat de grief van eisers zich in essentie concentreert op het doorzichtige rolgordijn waarvan het badkamerraam in het hotel Y voorzien is; Overwegende dat dergelijke Y hotels de nadruk leggen op de authenticiteit van het verblijf en de service en sanitair comfort van ondergeschikt belang zijn; Overwegende eisers nalaten het bewijs te leveren van het doorzichtige gordijn (de neergelegde foto s zijn niet voldoende duidelijk) en van de schade die zij daardoor zouden hebben geleden. Dat het arbitraal college de mening is toegedaan dat, indien het gordijn dan nog doorzichtig zijn geweest, dit euvel op eenvoudige wijze kon opgelost worden door badhanddoeken voor het raam op te hangen; Overwegende dat, aangezien in hoofde van de reisorganisator geen fout kan weerhouden worden, deze dan ook niet aansprakelijk kan worden gesteld voor vergoeding van schade of enige terugbetaling van de reis; 4
Wijst dit onderdeel van de eis af als ongegrond en overdreven; B. DE TEGENEIS Overwegende dat verweerster, de reisbemiddelaar, ter zitting een tegeneis wenst in te dienen. De reisbemiddelaar vordert 250 EUR ter vergoeding van de gemaakte kosten; Dat, hoewel het arbitraal college de eis overdreven acht, wordt in de gegeven omstandigheden de tegenvordering evenzeer overdreven geacht en afgewezen. OM DEZE REDENEN, HET ARBITRAAL COLLEGE, Verklaart bevoegd te zijn om van de vordering en tegenvordering kennis te nemen. Verklaart de vordering van eisende partij ontvankelijk doch ongegrond en wijst ze derhalve af; Begroot de kosten van het geding op het door eisende partij voorgeschoten klachtengeld ten bedrage van 100 EUR en laat de kosten ten laste van de eisers. Verklaart de tegenvordering van eerste verwerende partij, i.c. de reisbemiddelaar, ontvankelijk doch ongegrond en wijst ze derhalve af; Aldus uitgesproken met eenstemmigheid te Brussel op 21 september 2004. Het arbitraal College 5