ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Transcriptie

1 ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 15 DECEMBER 2011 Inzake De heer A en zijn echtgenote mevrouw B, beide wonende te xxx. Eisers, Ter zitting vertegenwoordigd door de heer A, bijgestaan door Meester C, met kantoor te xxx tegen RO, met maatschappelijke zetel te xxx, en met ondernemingsnummer xxx. Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door de heer D, xxx. Hebben ondergetekenden: De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitrale college. Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector. Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld: 1

2 WAT DE RECHTSPLEGING BETREFT: De stukken van rechtspleging werden onderzocht, meer in het bijzonder het vragenformulier door het Secretariaat van de Geschillencommissie voor ontvangst afgestempeld op 19 juli 2011 Eisers en verweerster hebben hun akkoord met betrekking tot de arbitrale procedure schriftelijk bevestigd. Door eisers werd een bundel overgemaakt op 13 september en conclusies op 16 november 2011.Verweerster diende geen bundel noch conclusies in. Partijen werden behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven op 19 augustus 2011, en per gewone brief op 1 december 2011, om te verschijnen op de zitting van 15 december 2011, te Brussel, North Gate III, Koning Albert II - laan, 16, om uur. Ter zitting verschenen partijen zoals hierboven aangegeven. WAT DE GROND VAN DE ZAAK BETREFT. DE FEITEN. Op 23 november 2010 boekten eisers, bij verweerster, een 13-daagse Nederlandstalige riviercruise Moskou Sint Petersburg. Verweerster trad op in haar hoedanigheid van reisorganisator. De totale reissom bedroeg 3.580,00. Bij de ondertekening van de factuur(nr. xxx)/reisbevestiging (nr.yyyyy) werd een voorschot betaald van Eisers beweren dat zij deze reis geboekt hebben zich steunend op de gegevens op de website van verweerster met als datum 28 oktober Eisers stellen dat, toen ze de website van verweerster raadpleegden op 23 november 2010, zij moesten vaststellen dat het voorziene programma verschillende wijzigingen had ondergaan. Eenzelfde scenario deed zich voor bij het nazien van de website op 22 december 2010, en op 12 januari Eisers stelden verweerster, met een aangetekend schrijven, van 15 februari 2011 in gebreke en vermelden er, volgens hen, verschillende wezenlijke wijzigingen aan het oorspronkelijk programma. 2

3 Samengevat, maar niet limitatief, vermeldden eisers volgende wijzigingen: Dag 2 : Het bezoek aan Bosljoj theater en het oude Maagdenklooster valt weg en op dag 3 moet worden betaald als men iets wil bezichtigen. Dag 3 : In het Kremlin wordt het bezoek aan de 3 mooiste kathedralen wordt afgelast. Dag 5 : Het bezoek aan MYSHKIN valt volledig weg en in de plaats hiervan komt een vrije dag in YAROSLAVL. Dag 6 : Het voorzien bezoek aan de Elias-kerk en het voormalig gouvernementshuis wordt vervangen door een bezoek aan de lokale markt en wordt de Eliaskerk wordt van extern bekeken. Dag 11 : SINT PETERSBURG : er waren 2 dagen voorzien om de stad te bezoeken, nu is er slechts één dag uitgetrokken. Dag 12 : wordt een vrije dag tenzij betaald wordt om iets te bezichtigen. Eisers stellen ook vast dat er aanzienlijke wijzigingen in de prijs zijn. Gelet op deze vaststellingen blijkt het vertrouwen van eisers tegenover verweerster zoek. Eisers vragen dan ook de terugbetaling van het voorschot ( 1.074), alsmede een schadevergoeding gelijk aan 15% van de reissom zijnde 537. In totaal dus Op 21 maart 2011 hebben eisers hun ingebrekestelling herhaald. Verweerster heeft, volgens eisers, voorgesteld om de reis kosteloos te annuleren (zie besluiten van eisers).volgens verweerster hebben eisers dat niet willen doen terwijl eisers beweren dat zij bedenktijd hebben gevraagd en eerst wilden afwachten dat de brochure van verweerster gepubliceerd werd begin januari. Via mail van 19 januari 2011 hebben eisers formeel de annulering van de reisovereenkomst geëist en bevestigden dat standpunt met hun aangetekende brieven van 15 februari en 21 maart Verweerster benadrukt dat zij begin januari 2011 voorgesteld had het contract kosteloos te annuleren maar dat eisers daarop niet wilden ingaan. Nu is dat bod niet meer van toepassing. Verweerster is akkoord dat er bepaalde wijzigingen aan het programma voorzien in de brochure van 2010 aangebracht zijndoch dat 3

4 deze geen wezenlijke punten van het contract betreffen. Het uit te voeren programma moet bekeken worden in de brochure van Verweerster betwist dat prijsverhogingen werden doorgevoerd. Begin januari 2011 stelt verweerster aan eisers voor om hun reis kosteloos te annuleren. In een later stadium stelt verweerster dat, indien eisers de reis willen annuleren zij de schadevergoeding, voorzien in de algemene voorwaarden die eisers zouden hebben ontvangen, moeten betalen zijnde 15% van de reissom met een minimum van 250 per persoon. BESPREKING EN BEOORDELING. Het contract dat ter beoordeling voorligt, is onderworpen aan de Reiscontracten wet. Deze bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van dit contract (Wet 16 februari 1994, tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, Reiscontracten wet, verkort RCW. genoemd, B.S., 1 april 1994). Art.26 RCW stelt: De reiziger kan te allen tijde het contract geheel of gedeeltelijk verbreken. Indien de reiziger het contract verbreekt wegens een aan hem toe te rekenen omstandigheid, vergoedt hij de schade die de reisorganisator en reisbemiddelaar lijden ten gevolge van de verbreking. De schadevergoeding kan ten hoogste eenmaal de reissom bedragen. Het Arbitraal College stelt vast dat verweerster, gevolg gevend aan de herhaalde vragen en klachten van eisers, begin januari 2011 zelf heeft voorgesteld dat eisers de reis kosteloos konden annuleren (zie o.a. mail verweerster van 19 januari 2011 en haar aangetekend schrijven van 24 maart 2011). Eisers zijn daar een paar weken later op een ondubbelzinnige wijze op ingegaan voor de eerste maal met hun mail van 19 januari en nadien met hun aangetekende brieven van 15 februari en 21 maart Ter zitting bekende verweerster dat zij de aanvaarding van haar bod door eisers over het hoofd heeft gezien. Het Arbitraal College stelt ook vast dat de aanvaarding door eisers van het bod tot annulering ongeveer 6 maanden voorafgaand aan de geplande reis ter kennis van verweerster werd gebracht zodat deze laatste daaraan geen noemenswaardige kosten heeft gehad. 4

5 Het Arbitraal College vindt dan ook dat het aanbod van verweerster en het aanvaarden hiervan door eisers moet worden nageleefd. Bijgevolg is het Arbitraal College, eenparig, van mening dat verweerster integraal het betaalde voorschot ten bedrage van aan eisers moet terugstorten. Anderzijds is het Arbitraal College van mening dat niet moet worden ingegaan op de door eisers gevraagde schadevergoeding van 537. Deze vergoeding is immers die van de eigen, niet recupereerbare, verdediging. Op de gevraagde schadevergoeding door verweerster kan niet worden ingegaan. Zowel in haar algemene als in haar bijzondere voorwaarden zijn geen duidelijke of concrete forfaits hieromtrent voorzien ingeval van annulering door een reiziger. Indien verweerster tijdig was ingegaan op de, tijdige, aanvaarding van haar eigen bod tot kosteloze annulering zou het geschil niet voor de Geschillencommissie gebracht geweest zijn en bijgevolg zouden eisers het klachtengeld om de zaak voor de geschillencommissie reizen te laten beslechten niet hebben moeten uitgeven. Het Arbitraal College is, bijgevolg, van mening dat het klachtengeld voor een bedrag van 162 ten laste van verweerster moet worden gelegd. OM DEZE REDEN HET ARBITRAAL COLLEGE Verklaart zich bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Verklaart de vordering van eisers lastens verweerster ontvankelijk en in de hierna bepaalde mate gegrond. Veroordeelt verweerster om aan eisers te betalen de som van (duizend vier en zeventig) euro s zijnde de terugbetaling van het door eisers betaalde voorschot, en dit binnen de dertig dagen na de betekening van deze sententie. Verwijst verweerster tot de kosten van het geding, begroot op het klachtengeld ten belope van 162,00 (honderd en twee en zestig) euro s, dat door eisers werden betaald en aan eisers dient te worden terugbetaald binnen de maand na de betekening van deze sententie. Wijst het meer, of anders gevorderde, af als ongegrond. Wijst de eis van verweerster af als zijnde ongegrond. 5

6 Aldus uitgesproken, met eenparigheid, te Brussel op 15 december Het Arbitraal College, 6