Aan welke eisen moet worden aoldaant l;iit"e t
t is CE-markering? CE-markering is het concrete uitvloeisel van de Europese Bouwprod uctenrich tlijn (CPD) die tot doel heeft de bouwregelgevingen van de lidstaten van de Europese Unie te harmoniseren. CE-markering is een publiekrechtelijke en verplichte (wettelijke) markering, die toelaat dat producten vrij kunnen worden verhandeld binnen de Europese Unie. Door CE-markering op een product aan te brengen, verklaart de producent dat het product in overeenstemming is met de "geharmoniseerde" Europese technische specificatres. CE-markering geeft ook aan dat de door de producent verklaarde prestaties van het product voldoen aan de wettelijke bouwregelgeving van de Lidstaat waar het product op de markt wordt gebracht. Betonnen buizen en putten, die zijn beproefd volgens de Europese norm, worden vanaf 23 november 2004 voorzien van CE-markering t houdt CE-markering in voor betonnen buizen en putten? CE-markering voor betonnen buizen en putten houdt in dat de producten zijn beproefd in overeenstemming met de geharmoniseerde aspecten uit de Europese normen:. NEN-EN 1916: buizen en hulpstukken van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton;. NEN-EN 1917: putten van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton. arom nog een vrijwillig KOMOkeurmerk voor betonnen buizen en putten met CE-markering? Zoals aangegeven heeft de verplichte CE-markering een aantal beperkingen. Er zijn daarom genoeg redenen om naast de CE-markering het wijwillig KOMO-keurmerk in stand te houden:. Het KOMO-keurmerk heeft betrekking op de Europese norm en de in de nationale complementaire norm opgenomen eisen die van toepassing zijn voor Nederland. Hierin zijn ook eisen opgenomen voor die producten die buiten het toepassingsgebied van de Europese normen liggen. o De CE-markering daarentegen heeft betrekking op een deel van de productkenmerken, gespecificeerd in de Europese norm. De CE-markering waarborgt bovendien niet dat de verklaarde prestaties van die kenmerken overeenstemmen met de kwaliteit die van het product wordt arom ziin er betonnen buizen en putten die geen CE-markering dragen? Betonnen buizen met een diameter groter dan 1750 mm, eivormige buizen met een inwendige maat groter dan 1200/1800 mm, druppelbuizen en infiltratiebuizen en putten met een inwendige afmeting groter dan 1250 mm vallen buiten de Europese norm. Deze producten kunnen dus niet worden voorzien van CE-markering. verwacht in de Nederlandse gebruiksomstandigheden. Onder de CE-markering is het mogelijk lagere prestatieklassen of zelfs geen prestaties te verklaren, wat door het KOMGkeurmerk en de Nederlandse nationale beoordelingsrichtlijn wordt uitgesloten.. Het KOMO-keurmerk bevestigt door periodieke controles van een certificatieinstelling dat de producent zijn fabrieks- en productcontrole correct uitvoert en de verklaarde (hoge) prestaties van het product betrouwbaar zijn. Voor de CE-markering bestaat een dergelijke externe controle niet.. Het KOMO-keurmerk houdt automatisch in dat de producten aan CE en het bouwstoffenbesluit voldoen. Het KOMO-keurmerk is dus een echt kwaliteitskeurmerk, dat voldoet aan de kwaliteitsverwachtingen van de Nederlandse afnemer en betrekking heeft op alle aspecten van de Europese norrn en complementaire nationale nonn.
Welke verschillen zijn er in de beproevingsmethoden tussen de Europese normen en de "oude Nationale normen"? De belangrijkste verschillen in de beproevingsmethoden tussen de Europese normen en de oude Nationale Normen zijn in onderstaande tabel weergegeven. Duurzaamheid verbinding Sterkte van doorpersbuizen Sterkte (kruinbelasting) Buigend moment NEN 7126: De maatvoering van de buisverbinding is gebaseerd op het minimale en maximale indrukkingpercentage van de rubberring, waarbij geen rekening wordt gehouden met dwarskracht. NEN-EN 1916: Voor de duurzaamheid van de buisverbinding zijn 4 methoden beschreven. Methode 1 tot en met 3 houden daarbij ook rekening met dwarskracht. Methode 4 komt overeen met de eisen uit NEN 7126. In NEN 71.26 waren geen eisen voor boorbuizen opgenomen. De verschillen hebben te maken met de proefopstelling en de uitvoering van de proef. Ook gewapende buizen moeten (destructief) worden beproefd. In NEN 7126 werd de sterkte van gewapende buizen bepaald dmv berekeningen en de betondruksterkte. In NEN 7'126 waren geen eisen opgenomen voor het buigende moment in langsrichting. De verschillen hebben betrekking op de waterdichtheid van de verbinding onder dwarskracht. In NEN 7'126 waren geen eisen opgenomen voor Ste*te van putonderdelen Klimtreden De sterkte van de putonderdelen wordt beoordeeld aan de hand van berekeningen en de betondruksterkte. Tussenstukken van ongewapend en staalvezelbeton moeten voldoen aan een minimale buigtreksterkte. NEN-EN 1917: Alle putonderdelen moeten door middel van beproeving worden beoordeeld op sterkte, met uitzondering van de wanden van onderbakken. Hierbii wordt de betondruksterkte beoordeeld. In NEN 7035 waren geen eisen opgenomen voor klimtreden. beoordelen zonder overdruk. NEN-ENI917: beoordelen bij een overdruk van 5 m waterkolom. Verbindingen maken onderdeel uit van de beproeving, inclusief hoekverdraaiing en dwarskracht. In NEN 7126 warcn geen eisen opgenomen voor
AAN welke (MrNrMUMl ErsEN MoETEN C eru KOMO producren voldoen? Geen toleranties opgegeven Geen klassen voorgeschreven Voor buizen tot en met DN250, waarbij de lengte groter dan 6x de uitwendige middellijn. Toetsin g beproevingsresultaat met berekening minimale benodigde buigend moment Zie NEN-EN 191.6 art.4.3.6 Geen eis in EN 1916 Berekening en beproeving duurzaamheid rubberringverbinding volgens één van de 4 beschreven methoden. Zie NEN-EN'1.916 art. 4.3.4.2 r WCF: max.0,45. chloride-gehalte e : max.6 Vo Zie NEN-EN 1.916 art.4.2 Eisen en toleranties opgenomen voor: r Inwendige buislengte. Binnenmiddellijn o Wanddikte. Mofdiepte. Mof- en spiedikte o rriioetdikte (eibuizen). Voetbreedte (eibuizen). Tordering buis (eibuizen) Boorbuizen r Uitwendige middellijn. Evenwijdigheid kopvlakken. Haaksheid over de wand r Rechtheid van de buis Eisen en toleranties zie NEN 7126 Klassen gedefinieerd: Ronde buizen Ongewapend: o Klasse 135: DN250 - DN500 r Klasse 90:DN600 -DN1000 o Klasse 70:DN1250 -DN1600 Gewapend:. Klasse 135 Staalvezelversterkt: o Klasse 135 Vlakke voetbuizen (onafhankelijk van materiaal) r Klasse 160: DN300 - DN1250. Klasse 135: DN1250 - DNi500 o Klasse 90:DN1250 -DN1500 Eisen zie NEN 7126, tabel 4 en 5 Voor buizen tot en met DN250, waarbij de lengte groter dan 6x de uitwendige middellijn. Toetsing beproevingsresultaat met berekening minimale benodigde buigend moment. Zie NEN-EN 19'16 aú.4.3.6 Maximaal waterverlies 20 cm'/ m' inwendig buisoppervlak Minimale ponsbelasting van 40 kn. Zie NEN 7'126 art.5.4.3 Berekening en beproeving duurzaamheid rubberringverbinding volgens één van de 4 beschreven methoden. Zie NEN-EN 1916 aft.4.3.4.2. Cementgehalte: min.340 kglm'? r WCF: max.0,45 o Milieuklasse: XA3 (vergelijkbaar met mk. 5d) o Materiaalspecificaties o zie NEN 7126 r Afuoercapaciteitleidingstelsel. Sterkte van de buis (neg. tol). Opvangen van zettingen. Overbrengenbelasting. Oplegging van de buis. Oplegging van de buis r Waarborgen rechtstandig eiprofiel in rioolstelser Afstemming met boorkop r Overbrengenbelasting tijdens boren r Overbrengen belasting tijdens boren. Nodig voor aanleg tijdens boren De belastingklassen zijn gebaseerd op de NEN 7126 trlt "1990. Met de nu opgenomen eisen wordt minimaal aan de eisen uit 1990 voldaan. Bij de meeste buizen is de eis hoger dan voorheen. Ter voorkoming van het doorponsen van de standleiding Eisen opgenomen die minimaal voldoen aan de oude milieuklasse 5d. Producten bestand tegen sterk agressief milieu
AAN WELKE (MlNlMuMl EISEN MOETEN (( eru KOMO producren voldoen? Grote mangat opgave producent. Voor mantoegankelijk aanbevolen min. 600 mm Zie NEN-EN "1917 art.4.3.3.5. Ceen toleranties opgenomen Minimale betonkwaliteit C35/45 zie NEN-EN '19"17 art. 4.2.2.2 Geen klassen voorgeschreven Sterkte-eis: o Breukbelasting: min. 300 kn r Voor gewapende elementen: na beproeving tot 120 kn geen blijvende scheuren groter dan 0,15 mm zie NEN-EN '1.917 art.4.3.6.2 en 5.2.4.2 Geen aspect in EN 1917 Grote mangat opgave producent. Voor mantoegankelijk aanbevolen min. 600 mm Zie NEN-EN '191,7 art.4.3.3.5. Eisen en toleranties opgenomen voor:. Inwendige afmetingen. Inwendige hoogte o Wanddikte r Bodemdikte r Sparingen o A-maat o Onrondheid aansluitstukken r Lengte van aansluitingen r Buisaansluitingen. Stroomprofiel Zie NEN 7035 aft.4.3.3 Minimale betonkwaliteit C35/45 zienen-en 1917 art. 4.2.2.2 Klassen gedefinieerd: o Klasse 50 NEN 7035. tabel5 Sterkte-eis: r Breukbelasting: min. 300 kn r Voor gewapende elementen: na beproeving tot 120 kn geen blijvende scheuren groter dan 0,15 mm zie NEN-EN '1.91.7 art. 4.3.6.2 en 5.2.4.2 Beproeving sterkte overbrengen belasting opzetstuk naar onderbak: o 120 kn bij inwendig oppervlak tot 1 m'?. 240 kn bij inwendig opperulak groter dan 1 m'z en kleiner of gelijk aan 2,25 m'. 360 kn bij inwendig oppervlak groter dan 2,25 m2 r Ter voorkoming scheefstand put r Sterkte putelement (neg. tol.). Sterkte putelement (neg. tol.) r \Alaterdichtheid r Voorkomen scheurvorming boven aansluiting o Voorkomen dat aansluiting niet mogelijk rs r Ivm belasting op put. Ter voorkoming vuilophoping De belastingklasse is gebaseerd op de optredende belastingen in de NL situatie Overbrengen belasting van afdekplaat/opzetstuk naar onderbak. o WCF: max.0,45 o chloride-gehalte r : max. 6 Vo '1917 Zie NEN-EN art.4.2 o Cementgehalte: min.340 kg/m' r WCF: max.0,45. Milieuklasse: XA3 (vergelijkbaar met mk. 5d) r Materiaalspecificaties Zie NEN 7035 Eisen opgenomen die minimaal voldoen aan de oude milieuklasse 5d. Producten bestand tegen sterk agressief milieu.
Welke verschillen zijn er in de beproevingsmethoden tussen de Europese normen en de "oude Nationale normen"? De belangrijkste verschillen in de beproevingsmethoden oude Nationale Normen zijn in onderstaande tabel weergegeven. tussen de Europese normen en de Duurzaamheid verbinding NEN 7126: De maatvoering van de buisverbinding is gebaseerd op het minimale en maúmale indmkkingpercentage van de rubberring, waarbij geen rekening wordt gehouden met dwarskracht. NEN.EN 1916: Voor de duurzaamheid van de buisverbindingzijn4 methoden beschreven. Methode 1 tot en met 3 houden daarbij ook rekening met dwarskracht. Methode 4 komt overeen met de eisen uit NEN 7126. Sterkte van doorpersbuizen Sterkte (kruinbelasting) Buigend moment In NEN 7726 waren geen eisen voor boorbuizen opgenomen. De verschillen hebben te maken met de proefopstelling en de uitvoering van de proef. Ook gewapende buizen moeten (destructieo worden beproefd. In NEN 7126 werd de sterkte van gewapende buizen bepaald dmv berekeningen en de betondruksterkte. In NEN 7L26 waren geen eisen opgenomen voor het buigende moment in langsrichting. De verschillen hebben betrekking op de waterdichtheid de verbinding onder dwarskracht. van In NEN 7'126 waren geen eisen opgenomen voor Sterkte van putonderdelen De sterkte van de putonderdelen wordt beoordeeld aan de hand van berekeningen en de betondruksterkte. Tussenstukken van ongewapend en staalvezelbeton moeten voldoen aan een minimale buigtreksterkte. NEN-EN 1917: Alle putonderdelen moeten door middel van beproeving worden beoordeeld op sterkte, met uitzondering van de wanden van onderbakken. Hierbii wordt de betondruksterkte beoordeeld. Klimtreden In NEN 7035 waren geen eisen opgenomen voor klimtreden. beoordelen zonder overdruk. NEN-ENI917: beoordelen bij een overdruk van 5 m waterkolom. Verbindingen maken onderdeel uit van de beproeving, inclusief hoekverdraaiing en dwarskracht. In NEN 7126 waren geen eisen opgenomen voor