Parabels over het Heilige Boek Catherijneconvent 27 oktober 2016 Deze lezing vloeit voort uit het NWO onderzoeksproject Parables and the Partings of the Ways (Universiteit Utrecht/Universiteit van Tilburg, 2014-2019) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 1
Franz Kafka, Voor de Wet (1914) Voor de Wet staat een wachter. Bij deze wachter komt een man van buiten en verzoekt toegang tot de Wet. Maar de wachter zegt, dat hij hem nu geen toegang kan verlenen. De man denkt na en vraagt dan of hij dan naderhand naar binnen zou mogen. Het is mogelijk,, zegt de wachter, maar nu niet. ( ) Ten slotte worden zijn ogen zwakker en hij weet niet of het werkelijk donkerder wordt om hem heen of dat zijn ogen hem bedriegen. Maar wel ontwaart hij in het donker een glans die onweerstaanbaar uit de poort van de Wet stroomt. ( ) Niemand kon hier toegelaten worden, want deze ingang was alleen voor jou bestemd. Ik ga nu weg en sluit de poort. 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 2
Rabbijnse theorie van parabels Laat de parabel niet gering zijn in je ogen, door een parabel kun je woorden van de Tora begrijpen; het is als een koning die een gouden munt of een waardevolle parel had verloren en hij vond ze door middel van een lontje ter waarde van een issar; zo ook, laat de parabel niet gering zijn in je ogen, door een parabel kun je woorden van de Tora begrijpen. (Shir hashirim Rabba 1:8) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 3
Mattheüs 13:51-52 Hij zei hun: `Daarom gaat het met iedere schriftgeleerde die leerling is geworden in het koninkrijk der hemelen als met een huisvader, die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt.' (vertaling Willibrord 95) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 4
Parabel van Nathan `Twee mannen leefden eens in dezelfde stad; de een was rijk, de ander arm. De rijke bezat heel veel schapen en runderen, de arme had niets, behalve één enkel lammetje dat hij gekocht had. Hij had het in leven kunnen houden en het was bij hem opgegroeid tussen zijn kinderen; het dier at van zijn bord, het dronk uit zijn beker en het sliep op zijn schoot; het was als een dochter. Op een dag kreeg de rijke man bezoek, maar hij kon er niet toe komen om een schaap of rund uit zijn eigen kudde te nemen en dat klaar te maken voor de reiziger die bij hem was gekomen. Hij pakte het lam van de arme en maakte dat klaar voor zijn gast.' (2Samuel 12:1-4, vertaling Willibrord 95) 10/31/2016 Eric Ottenheijm, Utrecht University 5
Midrash Klaagliederen Rabba 3:21 R. Abba bar Kahana zei: het lijkt op een koning die een vrouw huwde en een uitgebreide huwelijksacte (ketuba, letterlijk: geschreven document) schreef. Hij schreef voor haar: zoveel bruidskamers maak ik voor jou, zoveel en zoveel juwelen geef ik je, zoveel zilver en goud. Toen verliet hij haar voor vele jaren en reisde af naar de provincies. Haar buren kwelden haar en zeiden: heeft je man je niet verlaten? Ga, en huw een andere man! Zij weende, en naderhand trok ze de bruidskamer in en las in de ketuba, en zuchtte van opluchting. Vele jaren later keerde de koning terug. Hij zei tot haar: ik sta versteld dat jij al die jaren op me hebt gewacht! Ze antwoordde: Mijn heer, o koning! Ware het niet dat je me een uitgebreide huwelijksacte had geschreven, dan hadden mijn buren me al lang geleden van je vervreemd! 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 6
Lukas 10:25-29 Daar kwam een wetgeleerde naar Hem toe om Hem op de proef te stellen. `Rabbi,' zei hij, `wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?' Hij zei tegen hem: `Wat staat er in de wet geschreven? Hoe leest u dat?' Hij gaf ten antwoord: `U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.' Hij zei tegen hem: `Juist geantwoord! Doe dat en u zult leven.' Maar hij wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: `Ja maar, wie is mijn naaste? (vertaling Willibrord 95) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 7
Lukas 10:30-37 `Op reis van Jeruzalem naar Jericho viel iemand in handen van rovers. Ze schudden hem uit, mishandelden hem en lieten hem halfdood achter. Toevallig kwam er een priester langs die weg; hij zag hem, maar liep in een boog om hem heen. Ook een Leviet die voorbijkwam en hem zag, liep in een boog om hem heen. Toen kwam er een Samaritaan langs die op reis was; hij zag hem en was ten diepste met hem begaan. Hij ging naar hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze. Toen zette hij hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een herberg, waar hij hem verder verzorgde. De volgende ochtend haalde hij twee denariën tevoorschijn en gaf ze aan de waard. "Zorg voor hem," zei hij, "en als u nog meer kosten moet maken, zal ik ze u op mijn terugreis vergoeden. (vertaling Willibrord 95) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 8
Rembrandt en Van Gogh Rijksmuseum Amsterdam Kröller Möller Museum 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 9
Khan al Ahmar (Inn of the Good Samaritan) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 10
2 Kronieken 28:14-15 Daarom lieten de soldaten ten overstaan van de aanzienlijken en het verzamelde volk de gevangenen vrij en stonden ze hun buit af. Mannen die daarvoor met naam aangewezen waren, gingen naar de gevangenen om ze te helpen. Iedereen die naakt was gaven ze kleren en schoeisel uit de buit; ze gaven hun te eten en te drinken en ze zalfden hen. Ten slotte brachten zij hen terug naar hun broeders in Jericho, de Palmenstad; en iedereen die niet goed kon lopen vervoerden zij daarheen op ezels. Daarna keerden zij zelf terug naar Samaria. (vertaling Willibrord 95) 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 11
Lukas 10:36-37: toepassing parabel Wie van die drie is naar uw mening de naaste geweest van de man die in handen van de rovers was gevallen?' Hij zei: `Hij die hem barmhartigheid heeft bewezen.' Jezus zei tegen hem: `Doe dan voortaan net als hij.' 31-10-2016 Eric Ottenheijm, Universiteit Utrecht 12