Maatschap Keel-, Neus- en Oorheelkunde Verwijdering van de neusamandel
Datum en tijd Uw kind wordt (dag), (datum) om uur nuchter verwacht. Plaats U komt binnen via de ingang van de polikliniek en volgt route 37 naar het Behandelcentrum OK. U meldt zich bij de balie waarna u kunt plaatsnemen in de wachtkamer van het behandelcentrum. De reden en het doel van de ingreep De neusamandel is een klein orgaan, dat zich achter in de neusholte bevindt en betrokken is bij de ontwikkeling van de afweer op kinderleeftijd. Naast de neusamandel zijn ook de keelamandelen, tongamandel en vele kleine kliertjes actief bij de ontwikkeling van de afweer. Samen vormen zij de Ring van Waldeyer. In verband met een chronisch ontstoken en/of te grote neusamandel, heeft u met uw kno-arts afgesproken dat de neusamandel bij uw kind verwijderd zal worden. Het verwijderen van deze amandel heeft tot doel het aantal opnieuw optredende infecties te verminderen en/of de doorgankelijkheid van de neus te verbeteren. De ingreep doet geen afbreuk aan de ontwikkeling van het afweermechanisme van uw kind. Voorbereiding op de ingreep Voorbereiding thuis Het is belangrijk dat u uw kind zelf al inlicht over de ingreep. U kunt met de volgende punten rekening houden: Begin op tijd met vertellen, zodat u het nog eens kunt herhalen. Uw kind kan aan het idee wennen. Wees eerlijk tegen uw kind. Vertel bijvoorbeeld niet dat het geen pijn zal hebben. Vertel uw kind dat het best verdrietig mag zijn en dat het mag huilen. Kijk ook eens in de bibliotheek. Er zijn verschillende boeken die over het ziekenhuis gaan. Voorbereiding op de dag van de ingreep Doe uw kind kleding aan die gemakkelijk uitgaat en goed wasbaar is. Als uw kind lang haar heeft, verzoeken wij u twee vlechten of lage paardenstaartjes te maken. Gebruik liever geen speldjes. Wat neemt u mee een oude handdoek; een stel extra kleding; vertrouwd speelgoed of een knuffeldier; afsprakenkaart, inschrijfkaart en geldig identiteitsbewijs; verzekeringspasje. 2
BELANGRIJK: Eén week voor de ingreep mag u uw kind geen medicijnen geven die aspirine bevatten! Aspirine verhoogt de kans op nabloedingen. U mag wel paracetamol geven. Neem contact op met de behandelend specialist als: Uw kind drie weken voor de opname in contact is geweest met een kinderziekte. Uw kind meer dan 38 º C koorts heeft. Uw kind twee dagen voor de ingreep een DKTP-vaccinatie heeft gehad. Uw kind veertien dagen voor de ingreep een BMR-vaccinatie heeft gehad. Voorbereiding op de anesthesie Enige tijd voor de operatie bezoekt u met uw kind het preoperatieve spreekuur van de anesthesie. Hier wordt de manier van in narcose brengen met u besproken. Daarnaast geeft de anesthesioloog uitleg over de pijnmedicatie voor en na de operatie. Verder krijgt u uitleg over het nuchter zijn beleid. Het is belangrijk dat uw kind nuchter is vóór de anesthesie. Kinderen met een geheel of gedeeltelijk gevulde maag kunnen gaan braken als zij algehele anesthesie (in de volksmond ook wel narcose genoemd) krijgen. Dit kan ernstige complicaties tot gevolg hebben. Eten en drinken dient gestopt te worden volgens het volgende voorschrift: Voor kinderen van 3 tot 5 kg: borstvoeding mag gegeven worden tot 4 uur vóór anesthesie, flesmelkvoeding mag gegeven worden tot 6 uur vóór anesthesie indien minder dan 6 voedingen per dag, flesmelkvoeding mag gegeven worden tot 4 uur vóór anesthesie indien 6 of meer voedingen per dag, glucosewater mag gegeven worden tot 2 uur vóór anesthesie. Voor kinderen vanaf 5 kg: Indien zij alleen melkvoeding krijgen: borstvoeding tot 4 uur vóór anesthesie flesmelkvoeding tot 6 uur vóór anesthesie. Indien zij vast voedsel krijgen: Op de dag van de operatie mag uw kind niet gegeten hebben vóór de operatie. (Hij/zij mag voor het laatst gegeten hebben op de avond vóór de operatie tot uiterlijk 24 uur). Tot 2 uur vóór de operatie mag uw kind wel heldere vloeistoffen drinken(water, thee, limonade. Geen melkproducten of fruitsap), maximaal één glas. In principe geldt het beleid vanaf 5 kg tot en met de volwassen leeftijd. Gebruikt uw kind medicijnen dan kan het deze innemen met een klein slokje water. 3
Voorbereiding van de ouders Moet uw kind nuchter zijn, dan raden we u als ouders aan toch gewoon te ontbijten. Het heeft geen zin om uit solidariteit met uw kind ook nuchter te blijven. Zorg dat uw maag gevuld is. Op die manier bent u beter opgewassen tegen eventuele spanningen bij uw kind en uzelf. De ingreep De ingreep vindt plaats in de poliklinische operatiekamer. U en uw kind worden door een verpleegkundige opgehaald. Eén ouder of verzorger mag mee naar de operatiekamer en mag bij het kind blijven totdat het slaapt. Uw kind wordt in de operatiekamer op de operatietafel gelegd. U mag ernaast staan en het vasthouden. De anesthesioloog brengt uw kind in slaap. Uw kind krijgt hiervoor een kapje over zijn neus en mond. Vlak voordat uw kind geheel in narcose gebracht is, kan het gebeuren dat het zich even onrustig beweegt. Ook blijven de ogen, ondanks de narcose, soms geopend. Dit zijn normale reacties op het narcosemiddel. Zodra uw kind slaapt, gaat u terug naar de wachtkamer. De kno-arts verwijdert daarna de neusamandel. Na de ingreep gaat uw kind naar de uitslaapkamer en blijft daar onder toezicht van verpleegkundigen totdat het wakker wordt. Op dat moment haalt de verpleegkundige u op en brengt u bij uw kind in de uitslaapkamer. Als uw kind zich weer goed voelt en het bloeden is gestopt, mag het met u mee naar huis. Dit is na ongeveer 30 tot 60 minuten. Na de ingreep Na de ingreep heeft uw kind wel even pijn en bloedt het iets uit de neus. Deze pijn is meestal gering, ook als er tevens wat vocht uit het middenoor is weggezogen. U kunt zonodig een paracetamol/zetpil geven. De dosering is afhankelijk van het gewicht van uw kind. Het bloeden stopt spontaan binnen korte tijd. Soms kan er gedurende een paar uur een enkel druppeltje bloed uit de neus vloeien. Hier hoeft u niet ongerust over te zijn. Nazorg thuis Eén uur na de ingreep mag uw kind weer drinken. U begint met water. Laat uw kind deze dag wat extra drinken. Hierbij is het prettig voor uw kind om koele dranken (zonder prik) en zacht vloeibaar eten te krijgen. Houdt u uw kind één à twee dagen binnen. Het is normaal dat uw kind de eerste dagen na de ingreep een lichte gevoeligheid van de hals heeft. Ook de oren kunnen een beetje pijn doen. Dit gaat vanzelf over. Zijn er bij de ingreep gelijktijdig één of beide trommelvliezen doorgeprikt, dan gelden voor uw kind de volgende regels: De eerste week mogen de haren niet nat worden en liever niet gewassen. De eerste twee weken niet zwemmen. 4
Complicaties Bij iedere operatie, ook bij het verwijderen van amandelen, is er sprake van enig risico. In dit geval wordt het risico voornamelijk gevormd door de mogelijkheid van nabloeding. Dit verklaart, waarom een normale bloedstolling bij deze ingreep zo belangrijk is. Er mogen dus van tevoren en ook de eerste dagen na de operatie géén medicijnen worden ingenomen, die de stolling nadelig beïnvloeden. Met name dus géén pijnstillers die acetylsalicylzuur bevatten (Aspirine, Acetosal, etc.). Indien er voortdurend helder bloed uit de neus blijft komen of herhaaldelijk oud bloed wordt gebraakt, moet u contact opnemen met uw huisarts of het ziekenhuis. Er is dan sprake van een nabloeding. Dit kan in het ziekenhuis goed behandeld worden. Afspraak voor controle Ongeveer drie maanden na de ingreep komt u met uw kind voor controle op het spreekuur. U kunt hiervoor een afspraak maken bij het afsprakenbureau, telefoonnummer 071-515 55 43, of via onze website www.diaconessenhuis.nl, afspraak via internet. (U kunt maximaal 6 weken vooruit een afspraak maken.) Privacy Het ziekenhuis is wettelijk verplicht om volgens bepaalde regels om te gaan met de gegevens van uw kind. Hierbij geldt de privacywetgeving. Informatie over de WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst) vindt u in de aparte folder. Verdere informatie Om u een indruk te geven van deze poliklinische ingreep is een power point presentatie gemaakt. Deze kunt u vinden op www.diaconessenhuis.nl > patiënt en bezoeker > opname > poliklinische kno opname. Verdere informatie kunt u vinden op www.kno.nl Heeft u nog vragen na het lezen van deze informatie, dan kunt u die altijd stellen aan de verpleegkundige of uw kno-arts. Maatschap Keel-, Neus- en Oorheelkunde Telefoonnummer: 071-517 84 74 0114/5011946/DIA705 5