Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Verwijderen van amandelen bij kinderen

Transcriptie

1 Verwijderen van amandelen bij kinderen

2 VERWIJDEREN VAN AMANDELEN BIJ KINDEREN INLEIDING Uw kind komt binnenkort naar ziekenhuislocatie Refaja van Treant Zorggroep voor het verwijderen van de neusamandelen en/of keelamandelen. Deze folder geeft u informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de operatie. VRAGEN Mocht u nog vragen hebben over de operatie, neemt u dan contact op met de secretaresse van de KNO-arts, tel. (0599) Bij overige vragen of problemen kunt u dagelijks contact opnemen met het Bureau Patiëntenplanning, tel. (0599) WANNEER KAN DE OPERATIE NIET DOORGAAN? DE OPERATIE KAN NIET DOORGAAN BIJ UW KIND IN DE VOLGENDE GEVALLEN: bij koorts hoger dan 39,5 C; bij contact met andere kinderen met een kinderziekte, die uw kind nog niet heeft gehad; bij een inenting binnen 4 weken voor de operatie; bij inname van bloedverdunners, zoals aspirine, in de 7 dagen voor de operatie, tenzij anders aangegeven. U wordt dan dringend verzocht dit te melden bij het Bureau Patiëntenplanning, tel. (0599) Er wordt dan met u een nieuwe afspraak gemaakt. MEER INFORMATIE U gaat naar de hieronder staande website of u scant de bijgaande QR-code.

3 INFORMATIE OVER AMANDELEN EN DE OPERATIE WAT DOEN AMANDELEN? De amandelen behoren tot het afweersysteem van de neus, mond en keel. Er is een neusamandel en daaronder twee keelamandelen. Aan de achterkant van de tong zit ook amandelweefsel. De functie van de amandelen is opbouw van de afweer. VOORAANZICHT VAN DE NEUSAMANDELEN EN KEELAMANDELEN 1. keelamandelen 2. neusamandel 3. tong 4. huig 5. buis van Eustachius 6. middenoor illustratie: A.J.C. Hazenberg 2015 WANNEER MOETEN AMANDELEN VERWIJDERD WORDEN? In sommige gevallen zijn de amandelen zo vaak ontstoken dat ze niet meer helpen in de afweer, maar bron van ontstekingen worden. Ook kunnen ze zo groot groeien dat ze problemen geven zoals ademstops bij het snurken. Dan is het beter deze te verwijderen. DE OPERATIE De amandelen worden onder narcose verwijderd. Na het verwijderen van de amandelen ontstaat een soort schaafwondje. Met een gaas wordt gewacht tot de wond ophoudt met bloeden. Daarna pas wordt uw kind uit de narcose wakker gemaakt. Soms kan het wondje direct na de operatie nog wat bloeden. Dit is normaal en stopt vaak binnen de eerste 2 uren.

4 VOOR DE OPERATIE VOORBEREIDING Een ziekenhuisopname kan voor een kind een stressvolle gebeurtenis zijn. Het is daarom belangrijk uw kind goed voor te bereiden op de opname en de operatie. Zodra de datum van de operatie bekend is krijgt u een afspraak bij de anesthesist, kinderverpleegkundige en een apotheekmedewerker. VOORBEREIDINGSGESPREK DOOR EEN KINDERVERPLEEGKUNDIGE Uw kind wordt op een kindvriendelijke manier voorbereid op de operatie. Kinderen die goed voorbereid zijn op de operatie zijn vaak minder angstig en kunnen alles beter verwerken. WAT MOET U THUIS VOORBEREIDEN? Om de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen kunt u thuis al een aantal dingen voorbereiden: verwijder nagellak, oorbellen en sieraden; regel vervoer naar het ziekenhuis; niet eten en drinken 6 uur voor de operatie (water tot 2 uur voor de operatie). WAT MOET U MEENEMEN NAAR HET ZIEKENHUIS? ziekenhuispasje; knuffel of vertrouwd stuk speelgoed; pantoffels en makkelijk zittende kleding; eventuele medicijnen van uw kind; lunchpakket voor uzelf; een paar schone sokken. Wij raden u aan om vervoer te regelen als u met uw kind na de operatie terug naar huis gaat. Tijdens het vervoer kan uw kind misselijk worden.

5 DE OPERATIEDAG MELDEN BIJ DE RECEPTIE OF OPNAMEBALIE U meldt zich met uw kind op het tijdstip en de locatie die in de opnamebrief staat vermeld. VOORBEREIDING OP DE KINDERAFDELING Op de kinderafdeling (afdeling F) wordt uw kind op de operatie voorbereid. Er wordt o.a. nagevraagd of uw kind medicijnen gebruikt en allergieën of een kans op nabloedingen heeft. Ook wordt nagevraagd of uw kind onlangs ziek is geweest of contact heeft gehad met mensen met een besmettelijke ziekte. Daarna wordt de temperatuur gemeten. Een verdovingspleister wordt op de hand geplakt. Uw kind kan een drankje krijgen waar het wat slaperig van kan worden en het krijgt mogelijk alvast één of twee zetpillen tegen de pijn na de operatie. OP DE OPERATIEKAMER Eén ouder of verzorger mag mee naar de operatiekamer. Vanwege de hygiëne bent u verplicht een overall en een muts te dragen. Het dragen van sieraden is niet toegestaan. De narcose wordt toegediend via een kapje of een infuusnaaldje. Door de verdovingspleister zal dit minder pijnlijk zijn voor uw kind. U mag bij uw kind blijven totdat het slaapt. Daarna begeleidt een operatieverpleegkundige u naar de hal, waar u wacht totdat de operatie klaar is. U wordt dan opgeroepen d.m.v. een piepersysteem. NA DE OPERATIE Na de operatie gaat uw kind naar de uitslaapkamer. Hier mag één ouder bij blijven, totdat uw kind weer naar de afdeling gaat. Met een pijnscoreschaal kan uw kind zelf aangeven hoeveel pijn het heeft. De anesthesist schrijft pijnstilling voor. Er kan een beetje bloed vermengd met slijm uit de mond of neus komen. Ook kan uw kind kleine hoeveelheden zwart braaksel opgeven, dit is oud bloed dat is ingeslikt. Dit is normaal.

6 NA DE OPERATIE NAAR HUIS Uw kind blijft op de kinderafdeling tot de KNO-arts langs is geweest. Als alles goed is verlopen en de KNO-arts toestemming voor ontslag heeft gegeven, mag uw kind naar huis. BIJ THUISKOMST uw kind moet na de operatie goed drinken; houd uw kind enkele dagen na de ingreep binnen; geef uw kind bij pijn paracetamol voor kinderen. PIJN In het ziekenhuis krijgt uw kind zetpillen tegen de pijn. Hier moet u thuis mee doorgaan. U krijgt hiervoor instructies van de verpleegkundige. WANNEER KOMT UW KIND VOOR CONTROLE? Een controle wordt niet afgesproken. Indien na drie maanden nog klachten bestaan kunt u weer contact opnemen met de polikliniek KNO. WANNEER MAG UW KIND NAAR SCHOOL OF DE CRÈCHE? Na een week mag uw kind weer naar school of de crèche. WANNEER KAN UW KIND WEER DOUCHEN OF ZWEMMEN? Uw kind mag na 1 week douchen en pas 2 weken na de ingreep weer zwemmen. WAT MAG UW KIND ETEN EN DRINKEN NA DE OPERATIE? Uw kind moet na de operatie goed drinken. Dit helpt tegen de pijn. Waterijsjes helpen ook. Pas op met vruchtensap (dit is zuur en kan daarom branden) of melkproducten (dit geeft slijmvorming), maar als blijkt dat uw kind dit graag drinkt na de operatie, kunt u dat wel doen. Eten kan, zolang het maar zacht is (pap, puree, rijst, wit brood zonder korstjes). Voorkom eten met scherpe kanten (patat, chips!), gekruid eten en koolzuurhoudende frisdranken (cola).

7 WAT MOET U DOEN BIJ EEN NABLOEDING? Op de operatiedag, maar ook ongeveer na een week als de korstjes loslaten, kan een nabloeding ontstaan. U merkt dit doordat bloed uit de neus of mond komt. Dit kan een nare, stressvolle ervaring zijn. BELANGRIJK! Als u vermoedt dat uw kind een nabloeding heeft, doe dan het volgende: Neem contact op met de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, tel. (0599) U meldt de naam van uw kind, wanneer het de operatie heeft gehad en dat u denkt aan een nabloeding. Daarna gaat u naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. U wordt daar verder geholpen. Vaak is het bloeden vanzelf gestopt. Soms moet het bloeden d.m.v. een kleine operatie worden gestopt. VRAGEN Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan contact op met het secretariaat van de polikliniek KNO, tel. (0599)