STUDIE 28 BEROEPSPROFIEL officier dek ter lange omvaart
BEROEPSPROFIEL officier dek ter lange omvaart sector : metaal-elektriciteit-kunststoffen studiegebied : industriële wetenschappen & technologie opleiding : nautische wetenschappen beroep : officier dek ter lange omvaart Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/17 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART INHOUD 1 INLEIDING 1 1.1 Beroepen waartoe dit profiel opleidt 1 1.2 Beknopte omschrijving 1 1.2.1 Gemeenschappelijke taken 1 1.2.2 Kapitein ter lange omvaart 2 1.2.3 Besluit 2 2 HISTORISCHE SCHETS 3 3 TEWERKSTELLINGSSECTOREN 4 3.1 Voornaamste tewerkstellingssectoren of werkvelden 4 3.2 Alternatieve tewerkstellingssectoren of werkvelden 4 3.3 Mogelijke startfuncties 4 3.4 Mogelijke doorstroomfuncties 4 3.5 Mogelijke finaliteitsfuncties 4 3.6 Mogelijke taken in de startfuncties, geclusterd in taakgebieden 4 4 NOODZAKELIJKE KENNIS 5 4.1 Noodzakelijke kennis van cognitieve vaardigheden 5 4.2 Noodzakelijke kennis van psychomotorische gedragingen 5 4.3 Noodzakelijke kennis op het dynamisch-affectieve domein 5 4.4 Noodzakelijke cognitieve vaardigheden 5 4.5 Noodzakelijke psychomotorische vaardigheden 5 4.6 Affectieve vaardigheden 6 4.7 Waarden 6 5 WERKOMSTANDIGHEDEN 7 5.1 Lichamelijke omstandigheden 7 5.2 Arbeidsomstandigheden 7 6 ENKELE SPECIFIEKE TAKEN IN DOORSTROOMFUNCTIES 8 6.1 Taakgebieden 8 6.2 Enkele specifieke taken in finaliteitsfuncties 8 6.2.1 Commerciële functies 8 6.2.2 Technische en administratieve functies 8 6.3 Speciale vereisten voor de functies 9 6.4 Nevenactiviteiten 9 6.5 Informatiebronnen over de functie 9 6.6 Onderscheid met aanverwante functies 9 6.7 Algemene opvattingen over deze materie 10
BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 1 1 INLEIDING 1.1 Beroepen waartoe dit profiel opleidt derde luitenant ter lange omvaart tweede luitenant ter lange omvaart eerste luitenant ter lange omvaart kapitein ter lange omvaart Om deze functies te kunnen uitoefenen moeten de kandidaten beschikken over een overeenstemmend brevet, toegekend door het MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR, Bestuur van de maritieme zaken en van de scheepvaart. Overeenkomstig de IMO reglementering (International Maritime Organisation) kunnen deze brevetten pas toegekend worden na de gepaste voorstudie waarop deze opleiding is afgestemd en na het verwerven van de nodige beroepservaring ( gekwalificeerde vaartijd ). De belangrijkste eis voor een reder of in de praktijk voor zijn scheepsbeheerder is de mogelijkheid om goed opgeleid en gemotiveerd maritiem kaderpersoneel te kunnen werven en dit om zijn schepen te bemannen op een kwalitatieve en economische wijze. Een succesvolle loopbaan op zee vereist een combinatie van intellectuele, menselijke en praktische inspanningen. Een vorming die het praktijkgerichte karakter van het zeemansberoep ontkent, bewijst de industrie een slechte dienst; de rederijen blijven de eerste afnemers van studenten. Het feit dat in het verleden en tot op heden mensen die deze specifieke loopbaan doorlopen hebben, vaak succesvol een finaliteit aan wal vervullen, onderschrijft deze stelling. Hun waarde steunt voornamelijk op hun ervaring in een succesvolle praktijkgerichte loopbaan en de hands-on mentaliteit die zij er ontwikkeld hebben. De kandidaten moeten terdege opgeleid worden voor doorstroom- en finaliteitsfuncties. 1.2 Beknopte beschrijving van de beroepen van luitenant 1.2.1 Gemeenschappelijke taken De dekofficier, ook stuurman genoemd, en de kapitein, ook commandant genoemd, moeten in staat zijn de positie van het vaartuig te bepalen, zelfstandig alle nautische hulpmiddelen waarover ze beschikken kunnen bedienen en verstrekte gegevens kunnen interpreteren; verder alle facetten van de navigatie beheersen en uitvoeren volgens de geldende reglementeringen en dit onder alle weersomstandigheden. Zij moeten tevens de situatie t.o.v. andere vaartuigen, allerlei obstakels en ook de wal kunnen onderkennen, evalueren en de gepaste maatregelen/maneuvers voor een veilige vaart nemen. In de haven zal hij/zij tijdens de laad- en of loswerkzaamheden die volgens een vooraf opgesteld werkplan verlopen, toezicht houden en waar nodig de voorziene middelen (zoals pompen, afsluiters,...) bedienen.
2 BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART Een officier is verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord. Dit houdt in: nazicht en testen van veiligheidsmiddelen organiseren en evalueren van veiligheidsoefeningen Ook het beheer van de loonadministratie valt onder zijn bevoegdheid. De navigatieofficier is verantwoordelijk voor de goede werking van de navigatieinstrumenten alsook het ter beschikking stellen van alle nautische publicaties (o.a. zeekaarten, boeken, tabellen,..) om de zeereis veilig te kunnen doen. Hij bereidt de zeereis voor op basis van navigatorische gegevens, getijden en meteorologische vooruitzichten. Tevens is hij verantwoordelijk voor het hospitaal aan boord en zal hij/zij de nodige medische verzorging aan zieken of gewonden toedienen. Belangrijke aspecten zijn eveneens: Berekenen van de hoeveelheid lading die het schip kan opnemen in functie van gewicht/afmetingen van de te laden stukken en het toewijzen van de locatie aan boord ervan. Tevens draagt hij /zij er zorg voor dat de dwars- en langsscheepse stabiliteit op elk ogenblik voldoet aan de geldende reglementering en minimumnormen. Zorg voor dragen dat alle maatregelen genomen worden om de lading onbeschadigd naar haar bestemming te brengen; maatregelen voor, tijdens en na de laad-/loswerkzaamheden en maatregelen tijdens de zeereis. Organiseren en controleren van allerlei onderhoudswerkzaamheden (scheepsonderdelen, laadgerei,...). 1.2.2 Kapitein ter lange omvaart De kapitein heeft de algehele leiding over het zeeavontuur en is de wettelijke mandataris van de reder. Hij zal controleren en evalueren of alle werkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd opdat een veilige zeereis voor schip, lading en bemanning kan uitgevoerd worden. Hij is tevens de gemandateerde van de vlaggestaat wat betreft de uitvoerende en rechterlijke macht. Tevens stelt hij alle documenten op om in regel te zijn met: de eigenaars van de lading de autoriteiten van de aanloophavens zijn reder en/of bevrachter de nationale eenheid onder wiens vlag het schip vaart andere externe organisaties zoals de classificatiemaatschappij, verzekeringen. Aan boord is hij de manager in verband met de ISM Code (Management Systems). 1.2.3 Besluit Teamwork, autoriteit gesteund op verantwoordelijkheid, kwaliteit van rapportering en administratieve vaardigheden vormen de basiselementen van deze beroepen.
BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 3 2 HISTORISCHE SCHETS De eerste brevetten voor scheepsofficieren werden omschreven door de Belgische wetgever in 1839. Aanpassingen volgden in 1883 en 1908. Vooral sedert de tweede wereldoorlog hebben de scheepsbouw en de scheepstechniek een hoge vlucht genomen: in de jaren 50 en 60 zijn de scheepsafmetingen geweldig toegenomen met als gevolg zeer omvangrijke en krachtige voortstuwingsinstallaties in de jaren 70 werd de uitbating complexer o.a. door de hogere brandstofprijzen waardoor een verfijnder technisch management werd vereist. sinds de jaren 80 met de ontwikkeling van de informatica en de elektronica heeft vooral de automatisering een hoge vlucht genomen. Parallel met deze evolutie werden steeds meer speciale schepen ontwikkeld: chemicaliëntankers, gastankers, containerschepen, koelschepen. Zij vervangen gedeeltelijk de vroegere general cargo schepen. Sedert een 100-tal jaar is de techniciteit van het schip steeds toegenomen. Door de recente vermindering van het aantal bemanningsleden is er ook een tendens tot vermindering van het aantal niveaus waardoor de roep naar een zekere polyvalentie toeneemt.
4 BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 3 TEWERKSTELLINGSSEKTOREN OF WERKVELDEN 3.1 Voornaamste tewerkstellingssectoren of werkvelden Rederijen (als bemanningslid of in technische/commerciële waldiensten), baggerbedrijven en sleepdiensten, toeleveringsbedrijven voor de scheepvaart, scheepswerven, scheepsherstellingsbedrijven, fabricanten van navigatietoestellen en simulatoren, onderwijs (zeevaartonderwijs, zeevisserij, binnenvaart); openbare diensten (loodswezen, zeevaartinspectie); stuwadoors; verzekeringen. 3.2 Alternatieve tewerkstellingssectoren of werkvelden Verzekeringsexpert, gerechterlijk expert, hydrograaf, havenkapiteinsdienst, waterschoutsambt, transportbedrijven en expeditie 3.3 Mogelijke startfuncties Aspirant officier: het is de bedoeling dat men na een zeer korte opleidingstijd doorgroeit naar de functie van 3de luitenant. 3.4 Mogelijke doorstroomfuncties Wachtoverste; diverse functies in onderhoud en serviceverlening van toeleveringsbedrijven voor de scheepvaart en in sectoren vermeld onder 4. en 5. 3.5 Mogelijke finaliteitsfuncties Experts voor verzekeringen, gerecht, classificatiemaatschappijen, technisch verantwoordelijke bij fabrikanten van nautische apparatuur, rederij-inspecteur, manager in transport-, productie- en dienstverlenende bedrijven. 3.6 Mogelijke taken in de startfuncties, geclusterd in taakgebieden Gezien de beperkte duur die de startfunctie kan aannemen, moet de kandidaat van bij de aanvang beschikken over een dosis kennis en vaardigheden, eigen aan de doorstroomfuncties.
BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 5 4 NOODZAKELIJKE KENNIS 4.1 Noodzakelijke kennis van cognitieve vaardigheden 4.1.1 Taakgebieden Bedienen van de navigatie- en ladingsapparatuur opvolging van lager geschoold personeel; EHBO en basisgeneeskundige verzorging Bedienen van de navigatieapparatuur kennis van werking, fouten, mogelijkheden en beperkingen Herstellingswerkzaamheden kennis van materialen, hun behandeling, bewaring en onderhoud Opvolging van lager geschoold personeel opstellen van werkplanning en benodigd materieel, controle der taken van lager geschoold personeel en indien nodig bijsturing en opleiding EHBO en basisgeneeskundige verzorging toedienen van geneeskundige zorgen, stabiliseren van zware ziekten en indien nodig heelkundige ingreep onder doktersbegeleiding via de boordradio 4.2 Noodzakelijke kennis van psychomotorische gedragingen Omgaan met het gebruikelijke gereedschap aan boord van schepen met inachtname van de nodige veiligheidsvoorzieningen 4.3 Noodzakelijke kennis op het dynamisch-affectieve domein Samenwerking met personen van andere opleidingen, andere vorming, andere cultuur, andere taal, dit zowel in vast verband ( met ander bemanningsleden ) als in tijdelijk verband ( in de havens ). 4.4 Noodzakelijke cognitieve vaardigheden Lezen van zeekaarten en werken met navigatie-instrumenten; interpretatie van instructieboeken naar de installatie toe; bijhouden van gegevens; efficiënte tijdsverdeling opmaken 4.5 Noodzakelijke psychomotorische vaardigheden Kunnen omgaan met diverse gereedschappen op gebied van navigatie- en ladingsbehandelingsinstrumenten
6 BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 4.6 Affectieve vaardigheden In staat zijn om voor lange tijd in een kleine groep te werken zonder blijvende conflicten; instructies kunnen geven en kunnen doen opvolgen 4.7 Waarden Snelheid van ingrijpen in noodsituaties, organisatietalent, improvisatietalent, zelfstandigheid, bestand tegen stress, volledige inzet, snel durven en kunnen beslissen; initiatief nemen, inzicht en verantwoordelijkheid
BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 7 5 WERKOMSTANDIGHEDEN 5.1 Lichamelijke omstandigheden Goede lichamelijke conditie en reflexen bezitten. Gehoor en zicht moeten scherp zijn met een groot onderscheidingsvermogen zowel in intensiteit als variatie 5.2 Arbeidsomstandigheden Kunnen werken onder tijdsdruk; 7 dagenweek, grote intervallen tussen de verlofperioden. Indien de omstandigheden dit vereisen langer dan de gebruikelijke 8 uren kunnen werken
8 BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 6 ENKELE SPECIFIEKE TAKEN IN DE DOORSTROOMFUNCTIES 6.1 Taakgebieden onderhoudswerkzaamheden bedrijfsopvolging diagnosestelling opvolging van derden Elk van deze taakgebieden omvatten een verscheidenheid van problemen (electronisch, management,..) 6.1.2 Bediening van de installatie in al zijn facetten Herstellingswerkzaamheden Het organiseren en uitvoeren van herstellingswerkzaamheden, aanleggen van voorraden, opmaken en verbeteren van werkkaarten in samenwerking met andere officieren en lager geschoold personeel. Bedrijfsopvolging De opvolging van de toestand van het schip en de rappportering hierover naar buiten toe ( de reder, technische en commerciële diensten van de toeleveringsbedrijven ) Diagnosestelling De diagnosestelling van eventuele gebreken en tekortkomingen van de navigatie-infrastructuur. Opvolging van derden Opvolging van taken uitgevoerd door onderaanneming, technische controle, kostprijscontrole. Opleiden van ondergeschikten 6.2 Enkele specifieke taken in de finaliteitsfuncties 6.2.1 Commerciële functies Mits eventuele bijscholing kunnen alle commerciële functies worden uitgeoefend. Ook topfuncties vallen hieronder. 6.2.2 Technische en administratieve functies Verantwoordelijk voor grote installaties waar in geval van nood snel moet ingegrepen worden; uitvoeren van controles in verband met de veiligheid en de reglementering van de zeevaartinspectie en de classificatiemaatschappijen
BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 9 Specifieke managementfunctie in uitvoering van de ISM Code (International Safety Management Code) 6.3 Speciale vereisten voor de functie Goede fysische conditie, in staat om een grote verantwoordelijkheid te dragen, zelfstandig kunnen beslissen, kunnen onderhandelen, een zeer grondige kennis van de problemen die zich kunnen voordoen in de nautische en technische apparatuur. Kennis van nationale en internationale wetgevingen en zeerecht 6.4 Nevenactiviteiten Hier worden taken omschreven die geen deel uitmaken van de normale routine, maar die uitzonderlijk kunnen voorkomen. Toch is het beheersen van deze kennis en vaardigheden van essentieel belang. Naarmate een carrière evolueert kan een nevenactiviteit uitgroeien tot een hoofdactiviteit Verstrekken van eerste medische zorgen en EHBO Brandbestrijding, praktisch gebruik van de brandbestrijdingsmiddelen, inclusief gasmaskers en zuurstofapparatuur. Het gebruik van reddingsmiddelen en organiseren van en deelnemen aan reddingsoperaties Onderhandelen met anderstaligen. Organiseren van werkzaamheden in het buitenland. Inschatten van de kostprijs van een interventie. 6.5 Informatiebronnen over de functie Hogere Zeevaartschool Antwerpen Belgische Redersvereniging Belgische Zeevaartinspectie Imo Standards on Training, Certification and Watchkeeping (juli 1995) 6.6 Onderscheid met aanverwante functies In de aanvangs- en doorstroomfuncties is een vergelijking mogelijk met afgestudeerden uit commerciële richtingen. De belangrijkste verschillen zijn dan: De afgestudeerde draagt zeer snel een grote verantwoordelijkheid; een grote parate kennis is vereist. De onmogelijkheid om aan boord de apparatuur stil te leggen in alle omstandigheden, dus meer noodsituaties. De hoge kostprijs van de installatie waarvoor men verantwoordelijk is. Gezien het beperkte officierskader aan boord kan niet gespecialiseerd worden in één enkele tak. De afgestudeerde moet een grote diversiteit van problemen aankunnen. Het nagenoeg volledig ontbreken van een inloopperiode bij het in dienst treden op een ander schip. Onvolledige kennis van de installatie wegens de steeds wisselende bemanningen.
10 BEROEPSPROFIEL OFFICIER 'DEK' TER LANGE OMVAART 6.7 Algemene opvattingen over deze materie Naargelang het land zijn er 3 basisvisies Een volledige polyvalente opleiding: éénzelfde studie leidt zowel op naar het brevet van kapitein als naar hoofdwerktuigkundige (Frankrijk). Een gedeeltelijke polyvalente opleiding: een gemeenschappelijke studie leidt tot de brevetten van wachtoverste en 3de luitenant ter lange omvaart; de studies worden dan gescheiden voor kapitein en hoofdwerktuigkundige (Nederland). Een monovalente opleiding: de opleiding van nautisch officier ( dek ) en hoofdwerktuigkundige zijn volledig gescheiden (België, Italië, Denemarken, Polen).