O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Documentnummer Ontvangstdatum Documentdatum Kennisgeving aanvraag Ons Streekblad d.d. Z-2012-072 18 april 2012 15 mei 2012 26 april 2012 A a n v r a a g Aanvrager Provincie Noord-Holland Adres aanvrager Postbus 3007 2001 DA HAARLEM Omschrijving project realiseren van een aanlegplaats voor een veerpont Locatie project Kanaaldijk 122 te Watergang Kadastraal bekend Waterland sectie H nummer 366 B u r g e m e e s t e r e n w e t h o u d e r s b e s l u i t e n Af te wijken van het bestemmingsplan: - op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo af te wijken van artikel 21 van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Buitengebied Landsmeer 1ste herziening. Omgevingsvergunning te verlenen voor de uitvoering van het project tot het realiseren van een aanlegplaats voor een veerpont op het adres Kanaaldijk 122 te Watergang dat bestaat uit de volgende activiteiten: - het bouwen van een bouwwerk zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo; - het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo; Volgens de bij dit besluit horende gewaarmerkte documenten, die onderdeel uitmaken van deze vergunning en bij de stukken zijn gevoegd. W a n n e e r t r e e d t d e v e r g u n n i n g i n w e r k i n g? Op grond van artikel 6.1 lid 2 onder b. van de Wabo treedt de omgevingsvergunning in werking op de dag na afloop van de beroepstermijn. Dit betekent dat u pas een aanvang mag maken met de werkzaamheden na verloop van zes weken na bekendmaking van dit besluit. In het geval er bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt de omgevingsvergunning niet in werking voordat de rechter op dat verzoek beslist. P r o c e d u r e Het besluit is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in artikel 3.10 van de Wabo.
B i j g e v o e g d e d o c u m e n t e n De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd: - Aanvraagformulier omgevingsvergunning, met stempeldatum ontvangst 18 april 2012; - Het informatiedocument; - De aanvullende overwegingen om af te wijken van het bestemmingsplan; - Tekening met tekeningnummer N235-73001-41-11-01 met tekeningdatum 6 april 2012 en met stempeldatum ontvangst d.d. 18 april 2012; - Ruimtelijke onderbouwing met documentdatum 17 april 2012 en met stempeldatum ontvangst d.d. 18 april 2012; - Ontwerpnota met documentdatum 11 april 2012 en met stempeldatum ontvangst d.d. 18 april 2012; - Programma van Eisen met documentdatum 26 januari 2012 en met stempeldatum ontvangst d.d. 18 april 2012; O v e r w e g i n g e n Bij het nemen van het besluit om omgevingsvergunning te verlenen voor de uitvoering van onderhavig project hebben wij overwogen: Algemeen - dat een aanvraag om omgevingsvergunning is ingediend voor het realiseren van een aanlegplaats voor een veerpont; - dat voor de realisering van het project de volgende activiteiten zijn aangevraagd: - het bouwen van een bouwwerk zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo; - het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo; - dat hiermee alle noodzakelijke activiteiten voor de uitvoering van het project zijn aangevraagd; - dat de indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning op is bekendgemaakt via een publicatie in Ons Streekblad ; - dat aanvrager belanghebbende is; Voor zover het besluit betrekking heeft op de activiteit bouwen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo - dat de activiteit bouwen vergunningplichtig is op grond van artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo; Welstand - dat de aanvraag voor een welstandelijke toets op 17 september 2012 beoordeeld is door de welstandscommissie Kring Waterland van de Stichting WZNH en dat is geoordeeld dat het uiterlijk en de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, voldoet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 2.10 lid 1 sub d van de Wabo; Bouwbesluit - dat aannemelijk is gemaakt dat de aanvraag in overeenstemming is met het bouwbesluit; Bouwverordening - dat aannemelijk is gemaakt dat de aanvraag in overeenstemming is met de gemeentelijke bouwverordening;
Voor zover het besluit betrekking heeft op de activiteit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan - dat de activiteit gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan vergunningplichtig is op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c Wabo; - dat de gronden waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, gedeeltelijk liggen in het gebied waarop het ter plaatse geldende bestemmingsplan Buitengebied Landsmeer 1ste herziening van toepassing is; - dat de gronden waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, gedeeltelijk liggen in het gebied waarop het ter plaatse geldende bestemmingsplan Landelijk gebied 2009 van toepassing is waarmee de aanvraag in overeenstemming is; - dat de aanvraag om omgevingsvergunning niet in overeenstemming is met artikel 21 van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Bestemmingsplan buitengebied Landsmeer 1ste herziening waar de gronden de bestemming Waterkering hebben, omdat deze gronden bestemd zijn voor de aanleg en instandhouding van dammen en dijken. Het aanleggen van een aanlegsteiger voor een veerpont valt hier niet onder; - Het project is ook in strijd met artikel 22 van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Bestemmingsplan buitengebied Landsmeer 1ste herziening waar de gronden de bestemming Berm- Groenstrook hebben, omdat deze gronden bestemd zijn voor de aanleg en instandhouding van berm en groenstroken. Het aanleggen van een aanlegsteiger voor een veerpont valt hier niet onder. - dat binnenplans afwijken van het geldende bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet mogelijk is omdat het geldende bestemmingsplan niet in een dergelijke gebruiksafwijkingsmogelijkheid voorziet; - dat buitenplans afwijken van het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet mogelijk is omdat artikel 4 van bijlage II Bor niet voorziet in de mogelijkheid tot het wijziging van het gebruik van gronden; - dat het verlenen van een omgevingsvergunning om het beoogde project mogelijk te maken alleen mogelijk is door middel van een projectafwijkingsbesluit zoals bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat; - dat het bevoegde gezag de gevraagde omgevingsvergunning niet kan verlenen dan nadat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven; - dat de gemeenteraad de verklaring van geen bedenkingen alleen kan weigeren in het belang van een goede ruimtelijke ordening (artikel 2.27 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht); - dat de gemeenteraad op 7 juni 2012 de ontwerpverklaring van geen bedenkingen heeft verleend; - dat de aanvraag om omgevingsvergunning is voorzien van een ruimtelijke onderbouwing; - dat in de ruimtelijke onderbouwing wordt ingegaan op alle relevante omgevingsaspecten; - dat uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de weigeringsgrond als genoemd in artikel 2.27 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht niet van toepassing is; - dat de aanvraag om omgevingsvergunning niet aan inspraak is onderworpen; - dat op grond van de Wabo inspraak niet verplicht is;
- dat op grond van de inspraakverordening elk bestuursorgaan ten aanzien van eigen bevoegdheden kan besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van besluitvorming; - dat het college de besluitvorming van de raad voorbereidt (art. 160 lid 1 sub b Gemeentewet) en dus bevoegd is te besluiten dat geen inspraak wordt verleend; - dat in dit geval sprake is van een subsidie welke in 2012 moet worden besteed, en dat daarom het verlenen van inspraak onevenredig bezwarend is voor de aanvrager; - dat belanghebbenden op verschillende momenten zijn geïnformeerd en geconsulteerd over het project Bereikbaarheid Waterland waar de aanvraag onderdeel van uitmaakt; - dat het college daarom heeft besloten geen inspraak te verlenen. Mede gezien het feit dat het ontwerpbesluit nog gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd en een ieder in de gelegenheid wordt gesteld een zienswijze in te dienen; - dat een ontwerp van deze omgevingsvergunning (ontwerpbesluit) en de verklaring van geen bedenkingen overeenkomstig de procedure als genoemd in artikel 3.11 van de Wabo van 6 juli tot en met 21 augustus 2012 voor een ieder ter inzage heeft gelegen; - dat er een zienswijze is ingediend tegen het ontwerpbesluit, inhoudende dat ook de maximumsnelheid wordt verhoogd, en dat daaruit toename van geluidsoverlast voortvloeit.; - dat de aanvraag slechts dient tot het verplaatsen van de aanlegplaatsen voor de veerpont. Dit is noodzakelijk om de aanleg van een busbaan mogelijk te maken om de doorstroming van het verkeer in Waterland te verbeteren. De aanleg van de busbaan leidt tot een betere verkeersdoorstroming, met name doordat het invoegen van openbaar vervoer in het overige verkeer wordt vermindert. - dat hierdoor geen hogere snelheid wordt mogelijk gemaakt dan reeds toegestaan; - dat de zienswijze daarom niet leidt tot een wijziging ten opzichte van het ontwerpbesluit; - dat de aanvraag in overeenstemming is met de doelstelling van het project Bereikbaarheid Waterland omdat het verplaatsen van de aanlegplaatsen van de veerpont noodzakelijk is ten behoeve van dat project om de aanleg van een busbaan mogelijk te maken om de doorstroming van het verkeer in Waterland te verbeteren; - dat aan de overweging om, ten behoeve van het onderhavig project, af te wijken van het bestemmingsplan tevens de argumenten ten grondslag liggen, welke in een afzonderlijke bijlage bij deze vergunning zijn gevoegd, welke bijlage als zodanig is gewaarmerkt en hiermee onderdeel uitmaakt van deze vergunning; - dat burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer ingevolge artikel 2.26 lid 3 Wabo jo. artikel 6.1 Bor zijn aangewezen als adviseur; - dat burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer op 15 mei 2012 advies hebben uitgebracht over het verlenen van de omgevingsvergunning; - dat dit advies is overgenomen door burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland; - dat het advies van de gemeente Landsmeer, kenmerk VROM/wb ontvangen op 16 mei 2012, in een afzonderlijke bijlage bij deze vergunning is gevoegd, welke bijlage als zodanig is gewaarmerkt en hiermee onderdeel uitmaakt van deze vergunning; - dat gelet op vorenstaande door middel van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo kan worden afgeweken van artikel 21 en artikel 22 van het bestemmingsplan Bestemmingsplan buitengebied Landsmeer 1ste herziening';
Conclusie - dat er overigens geen gronden zijn om de omgevingsvergunning te weigeren als bedoeld in de regelgeving die van toepassing is; V o o r s c h r i f t e n Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: 1. ALGEMEEN 1.1. Op grond van artikel 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het niet toegestaan dat er werkzaamheden worden uitgevoerd in afwijking van deze omgevingsvergunning. Dit betekent dat niet eerder mag worden overgegaan tot het gewijzigd uitvoeren van onderhavig plan dan nadat ons college, naar aanleiding van een schriftelijk verzoek daartoe, een wijzigingsvergunning heeft verleend. Wordt er zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werkzaamheden uitgevoerd zal de gemeente overgaan tot stillegging van de werkzaamheden. K o s t e n o v e r z i c h t Projectkosten 2.275.000,00 Leges: Welstandstoets 2.800,00 Projectafwijkingsbesluit 14.218,75 Bouwactiviteiten 56.875,00 ----------- Totaal 73.893,75
B e r o e p s m o g e l i j k h e i d Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u een beroepschrift sturen aan de Rechtbank in Haarlem. Dit geldt ook voor belanghebbenden die in een eerder stadium zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht of niet kunnen worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend. Het adres is: Rechtbank Haarlem (sector bestuursrecht) Postbus 1621 2003 BR HAARLEM. Zorgt u ervoor dat u het beroepschrift indient binnen zes weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd. De terinzagelegging van het besluit wordt bekendgemaakt in Ons Streekblad en op de gemeentelijke website. Schrijf in uw beroepschrift ten minste: uw naam, adres en handtekening; een omschrijving van het besluit waar u beroep instelt; de reden waarom u beroep instelt. Na ontvangst van het beroepschrift geeft de rechtbank u informatie over de heffing van griffierecht. Wilt u een voorlopige voorziening treffen? Dit vraagt u aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem. Het adres staat hierboven genoemd. Het is verstandig een kopie van het ingestelde beroep bij uw verzoek te voegen. Digitaal beroep instellen? Dit kan met een DigiD inlogcode via www.loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Monnickendam, 20 september 2012 namens burgemeester en wethouders, R. van Leeuwaarden rm hoofd afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu a.i.