Fondsdocumenten SNPF. Integriteitsbeleid



Vergelijkbare documenten
Integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds Notariaat

Hoofdlijnen inhoud INTEGRITEITPLAN

Stichting Metro Pensioenfonds

Analyse integriteitsrisico

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Compliance program. Vastgesteld en gewijzigd in de bestuursvergadering van 12 februari 2014

Compliance charter Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

GEDRAGSCODE ingevolge artikel 5:68 Wet op het financieel toezicht en artikel 20 Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen

Stichting Pensioenfonds Ecolab. Compliance Charter. Voorwoord

Integriteitbeleid. Risicoanalyse

Klokkenluiderregeling van Stichting Pensioenfonds Ecolab

Analyse belangenverstrengeling

Compliance Charter. Pensioenfonds NIBC

Klokkenluidersregeling Bijlage D bij ABTN

Integriteitbeleid. December 2011

INTEGRITEITSBELEID STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE GROOTHANDEL IN TEXTIELGOEDEREN EN AANVERWANTE ARTIKELEN. Integriteitsbeleid - Bpf Tex

K l o k k e n l u i d e r r e g e l i n g

Compliance Charter. Voor pensioenfondsen met pensioenadministratie en vermogensbeheer in eigen beheer

Klokkenluiders- en incidentenregeling Stichting Pensioenfonds AVEBE

1.4 Waar in deze gedragscode staat geschreven hij of zijn moet tevens worden gelezen zij of haar.

Compliance Charter. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Gedragscode Stichting pensioenfonds SC Johnson. I Toelichting op de Gedragscode

Klokkenluiders- en incidentenregeling. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven

Stichting Pensioenfonds KAS BANK

Klokkenluiders- en incidentenregeling. Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Integriteitbeleid. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 14 mei 2018

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel;

Compliance Charter. Voor uitvoeringsorganisaties

Stichting Metro Pensioenfonds. Incidenten- en Klokkenluidersregeling

I n c i d e n t e n r e g e l i n g. Stichting Pensioenfonds PostNL

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Inhoudsopgave. BLANCO SPACES ZUIDAS - 6TH FLOOR BARBARA STROZZILAAN HN AMSTERDAM T. +31 (0)

Definities Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Compliancerapportageformat

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Uitbestedingsbeleid 2015

Integriteitplan. Stichting Pensioenfonds Wonen

Beleid inzake belangenconflicten Brand New Day Bank N.V. BND.VW.PRB

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Stichting Pensioenfonds Cargill B.V. Incidentenregeling. Stichting Pensioenfonds Cargill B.V.

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche

Incidenten- regeling

Pensioenfonds ANWB Stichting Pensioenfonds ANWB

K l o k k e n l u i d e r s r e g e l i n g. Stichting Pensioenfonds PostN L

Stichting Pensioenfonds KAS BANK

Definities Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Fondsdocumenten SNPF. Incidentenregeling

2. Compliance officer: de functionaris die door het bestuur van het fonds als compliance officer is benoemd.

Workshop Pensioenfondsen. Gert Demmink

Voorbeeld Incidentenregeling voor een Pensioenfonds

INTEGRITEITSBELEID Bestuursbureau Stichting pensioenfonds Werk en (re)integratie

Risk & Compliance Charter Clavis Family Office B.V.

Incidentenregeling van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds (SSP)

FOR INTERNAL USE ONLY. Incidentenregeling

Integriteitsbeleid. Stichting Pensioenfonds DHV

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds NIBC

Stichting Pensioenfonds KAS BANK

Gedragscode Medewerkers Eumedion

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie;

Gedragscode en integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Integriteitsbeleid Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen Vastgesteld in de bestuursvergadering van 19 april 2016

Voorbeeld Incidentenregeling voor een Uitvoeringsorganisatie

Incidententegeling. Stichting Pensioenfonds Ecolab. April 2015 Compliance

Samenvatting beloningsbeleid Datum: Versie: definitief

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling)

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Klokkenluiders- en incidentenregeling. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven

Bouwfonds Investment Management Belangenconflictenbeleid (Samenvatting)

STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA INTEGRITEITSBELEID 1 JANUARI 2016

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

Klokkenluiderregeling

BNG Compliance Charter

Incidentenregeling Stichting Pensioenfonds Notariaat

Regeling Misstanden (klokkenluidersregeling) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Pensioenfonds Recreatie INTEGRITEITSBELEID 2015

Contents. Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN GEDRAGSREGELS SANCTIES INWERKINGTREDING INTRODUCTIE... 3

b. compliance officer: de functionaris die door het bestuur van het fonds als compliance officer is benoemd;

Incidentenregeling Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Integriteitplan Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ)

Handleiding. Documentatie

Belangenverstrengeling: een belangwekkend thema

Incidenten- en klokkenluidersregeling. Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Integriteitplan Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ)

STICHTING PENSIOENFONDS ABBOTT NEDERLAND INTEGRITEITSBELEID 2016

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs)

Incidentenregeling Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Incidentenregeling Stichting Pensioenfonds UWV

Uitbestedingsbeleid, bijlage 4 ABTN Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Leden van de FORUMVAST Belangenvereniging Aanbieders Vastgoedbeleggingsproducten

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE COMMODITY DISCOVERY FUND Bijgewerkt tot 8 juli 2014

Stichting Pensioenfonds ANWB. Incidentenregeling 2014

Integriteitsbeleid. 1 Inleiding

KLOKKENLUIDERREGELING WONINGSTICHTING VOLKSBELANG

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Stichting Pensioenfonds UWV Incidentenregeling

GEDRAGSCODE REGLEMENT STICHTING COLLECTIEVE MAROR-GELDEN NEDERLAND Herziene versie 22 augustus 2017

Reglement bestuur Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

VITP Toezichtcode 2019

Integriteitsbeleid. 25 februari 2016 Pagina 1 van 11

Transcriptie:

Fondsdocumenten SNPF Integriteitsbeleid

Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Doel van het integriteitsbeleid...3 3. Op wie van toepassing?......4 4. Wettelijk kader en toezicht...5 4.1 Wettelijk kader...5 4.2 Toezicht...7 5. Integriteitsrisico s van het fonds....8 5.1 Risico op benadeling van derden...9 5.2 Risico op witwassen en terrorismefinanciering...9 5.3 Risico op fraude... 10 5.4 Risico op onoorbaar handelen... 10 5.5 Risico op belangenverstrengeling... 12 6. Compliance.... 12 7. Inwerkingtreding beleid.... 14 Integriteitsbeleid juni 2014 2/14

1. Inleiding In dit document is het integriteitsbeleid van Stichting Notarieel Pensioenfonds (verder: SNPF of het fonds) vastgelegd. Het integriteitsbeleid is het beleid (om te komen) tot beheersing van de integriteitsrisico s die het fonds loopt. 1 In hoofdstuk 2 wordt het doel van het integriteitsbeleid beschreven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de toepasselijkheid van het integriteitsbeleid binnen het fonds (en daarbuiten). Het wettelijk kader wordt in hoofdstuk 4 beschreven en deze beschrijving maakt zichtbaar dat alle relevante wet- en regelgeving in het integriteitsbeleid is meegenomen en geeft tevens aan waar voor SNPF de focus op ligt. Voor wat betreft het integriteitsbeleid sluit het fonds aan bij hetgeen volgens artikel 4:11 Wet Financieel Toezicht onder een beheerste en integere bedrijfsvoering wordt verstaan. In hoofdstuk 5 van deze notitie wordt ingegaan op de diverse integriteitsrisico s die door het bestuur zijn onderkend en welke beheersmaatregelen zijn getroffen. De beheersing van de integriteitsrisico s kan zich onmogelijk richten op controle van naleving van alle wettelijke en interne regels, alsmede het in het kader van de integriteit eveneens van belang zijnde ongeschreven recht. Daarom heeft het fonds gekozen voor een zogenaamde risk-based approach, waarbij de risicobereidheid van het bestuur mede de keuze bepaalt in welke risico s (minimaal) worden beheerst. Bij de beheersing van de risico s is een grote rol weggelegd voor de compliance functie, die beschreven is in hoofdstuk 6. Ook de gedragscode van het fonds, een incidentenregeling en een klokkenluidersregeling zijn belangrijke beheersingsmiddelen. Deze interne regelingen zijn opgenomen in afzonderlijke documenten. 2. Doel van het integriteitsbeleid Het fonds verstaat onder het integriteitsrisico: het risico dat de integriteit van het fonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers, dan wel van de (mede)beleidsbepalers in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door SNPF opgestelde normen. 2 Het is van belang dat het fonds continu het integriteitsrisico zoveel mogelijk beperkt. Daartoe maakt het fonds periodiek (minimaal één keer per jaar) en op systematische wijze een analyse van de diverse integriteitsrisico s die het loopt, hoe groot de kans is dat de risico s zich voordoen en welke impact deze risico s hebben. Na deze evaluatie wordt het beleid zo nodig bijgesteld. Het doel van het integriteitsbeleid is het handhaven van algemene of professionele sociale en ethische normen en waarden waardoor het fonds zodanig is georganiseerd dat het integriteitsrisico tot een voor SNPF acceptabel niveau is teruggebracht en het fonds adequaat kan optreden tegen eventuele incidenten. 1 Bij de vaststelling van het integriteitsbeleid en de diverse andere regelingen heeft het fonds deels gebruik gemaakt van de voorbeelddocumenten die door de Pensioenfederatie op haar website zijn gepubliceerd. 2 Zoals gedefinieerd in het FIRM-model van DNB. Integriteitsbeleid juni 2014 3/14

Het fonds dient hiertoe ten minste procedures en maatregelen in de bedrijfsprocessen en bedrijfsvoering te hebben ingebed ten aanzien van integriteitsgevoelige functies en incidenten. Integriteit is voorts een wezenlijk kenmerk van een professionele en betrouwbare organisatie. Het bevordert niet alleen de efficiëntie, de interne transparantie en samenwerking, maar ook het vertrouwen. Ook daarin voegt het beleid dus waarde toe. De vastlegging van het integriteitsbeleid geeft tegelijkertijd inzicht aan alle personen die direct betrokkenen zijn bij het fonds in de onderkenning van integriteitsrisico s door het fonds, de genomen beheersmaatregelen (procedures en maatregelen) en de controle op die beheersmaatregelen. Per beheersmaatregel wordt in dat verband zoveel mogelijk aangegeven op welke wijze het specifieke beleid aan direct en indirect betrokkenen kenbaar wordt gemaakt en periodiek onder de aandacht wordt gebracht. 3. Op wie van toepassing? De organisatie van een fonds heeft uiteraard invloed op de specifieke integriteitsrisico s die relevant zijn voor het fonds. Stichting Notarieel Pensioenfonds is als volgt georganiseerd: Directie Secretariaat Bestuursbureau Pensioenadministrateur TKP Balans- & Risicomanagement Pensioenbeleid en actuariaat Juridische zaken Communicatie In beginsel is het integriteitsbeleid van toepassing op alle personen die werkzaamheden voor het fonds verrichten. Dit worden de verbonden personen genoemd. In de praktijk zullen specifieke onderdelen van het integriteitsbeleid voor de daarbinnen te onderscheiden groepen verschillend kunnen uitwerken. Integriteitsbeleid juni 2014 4/14

Sommige bepalingen zullen bijvoorbeeld van toepassing zijn op medewerkers van het fonds, maar niet op de adviseurs. De medewerkers van organisaties waaraan het fonds uitbesteedt, zullen over het algemeen onder de integriteits- en gedragsregels vallen die gelden voor de betreffende externe uitvoeringsorganisatie. In dat geval dient het bestuur periodiek te controleren of deze partijen over een passend integriteitsbeleid beschikken. Voor SNPF speelt de wijze van uitbesteding een belangrijke rol, omdat een aantal hoofdtaken van het fonds is uitbesteed, te weten het vermogensbeheer, de pensioenadministratie en de verzekering en uitvoering van het arbeidsongeschiktheidspensioen. Het fonds heeft de volgende personen als verbonden personen aangewezen: 1. leden van de raad van toezicht, leden van het bestuur, leden van het verantwoordingsorgaan; 2. alle medewerkers van het fonds, onafhankelijk van de duur waarvoor of de juridische basis waarop zij werkzaam zijn; 3. degenen die voor het fonds werkzaamheden verrichten uit hoofde van een dienstverleningsovereenkomst gesloten met het fonds; 4. andere (categorieën) personen aangewezen door het bestuur van het fonds. 4. Wettelijk kader en toezicht Het integer handelen van fondsen heeft de aandacht van de wetgever en de toezichthouder. Het beleid van SNPF hieromtrent wordt in belangrijke mate bepaald door het wettelijk en toezichtskader. 4.1 Wettelijk kader Beroepspensioenfondsen zijn gereguleerd onder de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Voor SNPF geldt dat de verplichtstelling voortvloeit uit de Wet op het notarisambt en dat in deze wet een groot aantal artikelen uit de Wet verplichte beroepspensioenregeling van toepassing is verklaard (artikel 113c Wet op het notarisambt). In het kader van een goede governance en integriteit is allereerst artikel 42 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling van belang. Dit artikel betreft het inrichten van de organisatie op een wijze dat een goed bestuur is gewaarborgd. In dit artikel wordt ook bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld. Die regels kunnen in het bijzonder betrekking hebben op de naleving van in de algemene maatregel van bestuur aan te wijzen principes voor goed fondsbestuur. Met ingang van 1 juli 2014 wordt de Code Pensioenfondsen, die in september 2013 is opgesteld door de Pensioenfederatie en de STAR, hier als regelgevend kader beschouwd. De Code Pensioenfondsen heeft in norm 72 t/m 76 regels opgenomen ten aanzien van integer handelen, die grotendeels betrekking hebben op de gedragscode of daarin op te nemen bepalingen. De Code Pensioenfondsen bepaalt voorts onder meer dat een bestuur er voor zorg moet dragen dat alle betrokkenen bij het fonds de mogelijkheid hebben te rapporteren over onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard (norm 42). Dit kan gaan om onregelmatigheden zowel binnen het pensioenfonds als bij partijen aan wie taken worden uitbesteed. De Code Pensioenfondsen bepaalt verder dat het bestuur er voor zorg moet dragen dat degenen die financieel afhankelijk zijn van het fonds zonder gevaar voor hun positie de mogelijkheid hebben te rapporteren over onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard binnen het pensioenfonds (norm 43). De wettelijke verplichting voor integer handelen bij een beroepspensioenfonds is opgenomen in artikel 138 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Dit artikel bepaalt dat een fonds zijn organisatie zodanig inricht dat een beheerste en integere bedrijfsvoering wordt gewaarborgd. Integriteitsbeleid juni 2014 5/14

Artikel 138 is verder uitgewerkt in het Besluit Financieel toetsingskader pensioenfondsen (verder: besluit FTK), in het bijzonder de artikelen 18 t/m 22 en 36. Met name de artikelen 18 (beheerste bedrijfsvoering), 19 (integriteitsrisico s) en 20 (belangenverstrengeling) zijn relevant. Artikel 18 van het besluit FTK betreft de beheerste bedrijfsvoering van het fonds. Een fonds beschikt over goede administratieve en boekhoudkundige procedures en adequate interne controlemechanismen, stelt beleid op ten aanzien van de beheersing van te lopen risico s en draagt zorg voor de uitvoering van dat beleid. In artikel 19 van het besluit FTK wordt het bovenstaande nader uitgewerkt voor het integriteitsrisico. Een fonds draagt zorg voor een systematische analyse van integriteitsrisico s en stelt aan de hand van deze analyse een integriteitsbeleid vast en draagt zorg voor de uitvoering van dat beleid. In artikel 20 van het besluit FTK is het onderwerp belangenverstrengeling geregeld. Dit artikel bepaalt dat een fonds beschikt over procedures en maatregelen met betrekking tot het tegengaan van verstrengeling van privé-belangen met de belangen van het fonds van personen die het beleid van het fonds bepalen, leden van het orgaan dat is belast met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van het fonds en andere werknemers of andere personen die in opdracht van het fonds op structurele basis werkzaamheden voor het fonds verrichten. Het artikel bepaalt eveneens dat een fonds beschikt over een gedragscode die voor bestuurders en medewerkers van het fonds voorschriften geeft ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige informatie of zaken. Naast de integere bedrijfsvoering is de betrouwbaarheid van bestuurders en andere (medebeleidsbepalers van groot belang voor de integriteit van een fonds. Artikel 110 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling bevat een uitvoerige bepaling hieromtrent. Fondsen moeten immers geleid worden door betrouwbare en integere bestuurders. Bestuurders en andere (mede)beleidsbepalende personen worden derhalve door de financiële toezichthouders bij aanvang, en wanneer verder noodzakelijk wordt geacht, getoetst op onder meer hun betrouwbaarheid. De Wet verplichte beroepspensioenregeling kent overigens geen definitie van een beheerste en integere bedrijfsvoering. De Wet financieel toezicht (Wft) kent een dergelijke omschrijving wel. Onder de waarborging van een beheerste en integere bedrijfsvoering wordt in artikel 4:11 Wft verstaan dat: a. belangenverstrengeling wordt tegengegaan; b. wordt tegengegaan dat de financiële onderneming of haar werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden; c. wordt tegengegaan dat wegens haar cliënten het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kan worden geschaad; en d. wordt tegengegaan dat andere handelingen door de financiële onderneming of haar werknemers worden verricht die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad. Dit artikel geeft aan dat een financiële onderneming in overeenstemming dient te handelen met (ongeschreven) regels. Het bestuur ziet toe op effectieve handhaving van deze verboden en ongewenste handelingen/gedrag. Integriteitsbeleid juni 2014 6/14

Dat vereist naast het hebben van een effectieve compliancefunctie ook het bevorderen van een integere cultuur; speciaal aandachtspunt daarbij is een proces waarin fouten en overtredingen tijdig en veilig gemeld kunnen worden. 3 De compliancefunctie is voor pensioenfondsen niet specifiek geregeld, maar wel bijvoorbeeld voor beleggingsondernemingen in artikel 31c van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). De compliancefunctie dient ingevolge artikel 31c van het Bgfo onafhankelijk en effectief te opereren en heeft als taak: a. het controleren van de naleving van wettelijke regels en van interne regels die de beheerder of de beleggingsonderneming zelf heeft opgesteld; b. het adviseren van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheren van icbe s, het verlenen van beleggingsdiensten of het verrichten van beleggingsactiviteiten bij de naleving van wettelijke regels en interne regels; c. het toezien op de deugdelijkheid en effectiviteit van de interne regels en procedures; d. het beoordelen van de effectiviteit van de procedures die zijn opgesteld en maatregelen die zijn genomen om gesignaleerde onvolkomenheden bij de naleving van wettelijke regels en interne regels op te heffen; en e. het tenminste jaarlijks rapporteren aan de personen die het dagelijks beleid van de beheerder of de beleggingsonderneming bepalen en aan het orgaan, indien aanwezig, dat is belast met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de beheerder of de beleggingsonderneming inzake aangelegenheden met betrekking tot de naleving van wettelijke regels en interne regels. In de jaarlijkse rapportage wordt met name vermeld of maatregelen zijn genomen in het geval van gesignaleerde tekortkomingen. Voorts is bepaald dat de compliance officer beschikt over de nodige autoriteit, middelen, deskundigheid en toegang tot alle noodzakelijke informatie om haar taken onafhankelijk en effectief te kunnen uitoefenen. 4.2 Toezicht De Nederlandsche Bank (DNB) is verantwoordelijk voor het toezicht op de integere bedrijfsvoering bij fondsen. De Financiële Instelling Risicoanalyse Methode DNB (FIRM) is een geïntegreerde methode voor de analyse van risico s bij alle typen ondernemingen waarop DNB toezicht houdt. De risicoanalyse wordt door DNB gebruikt om inzicht te krijgen in de risico s die samenhangen met de activiteiten die een fonds uitvoert en de mate waarin deze een potentiële bedreiging kunnen vormen voor de toezichtdoelstellingen (waaronder dus integriteit). Op basis daarvan worden door DNB prioriteiten gesteld. Het risicogebaseerd toezicht van DNB focust zich op vier kernpunten: Solvabiliteit; Liquiditeit; Organisatie en beheersing; Integere bedrijfsvoering. 3 Zie onder meer mr. dr. R.M.J.M. de Greef en mr. drs. E.J. Weller: Compliance bij fondsen: een risk-based approach, p. 330. Tijdschrift voor Compliance en het Rapport van de Werkgroep Integriteit Pensioenfondsen Kijken in de Spiegel, 21 mei 2013, p. 40. Integriteitsbeleid juni 2014 7/14

FIRM (nu: FOCUS) werkt bovenstaande kernpunten verder uit in risico s. Een van de risico's is het integriteitsrisico (naast matching-/renterisico s, marktrisico s, kredietrisico s, verzekeringstechnische risico s, omgevingsrisico s, operationele risico s, uitbestedingsrisico s, juridische risico s, IT-risico s en strategie en beleid). Het integriteitsrisico is nader gespecificeerd als: 1. Benadeling van derden; 2. Voorwetenschap; 3. Witwassen; 4. Terrorismefinanciering; 5. Fraude; 6. Onoorbaar handelen. Pensioenfondsen worden voorts door DNB geïnformeerd over de verwachtingen die de toezichthouder heeft ten aanzien van bepaalde aspecten van de integere en beheerste bedrijfsvoering dan wel belangenverstrengeling. Deze verwachtingen kunnen bijvoorbeeld blijken uit de zogeheten sectorbrieven naar aanleiding van themaonderzoeken, de vraagstelling in de self assessment documenten die pensioenfondsen ontvangen of de Q&A s die op de website van DNB worden gepubliceerd. Een voorbeeld in dit verband is de Q&A inzake Onafhankelijkheid (mede-)beleidsbepalers pensioenfondsen van 2 augustus 2013. 4 DNB verwacht onder meer dat bestuurders onafhankelijk in mind zijn. Dit betekent dat bestuurders zich onafhankelijk opstellen ten opzichte van eventuele deelbelangen: ze zijn zelfstandig in hun gedrag en durven eigen standpunten tegenover anderen (en enig deelbelang) te handhaven en te verdedigen in het belang van het pensioenfonds. Het is van belang dat zij objectief en kritisch opereren. Het is voor pensioenfondsbestuurders en - toezichthouders daarnaast belangrijk dat zij onafhankelijk zijn en zich onafhankelijk opstellen ten opzichte van de uitvoeringsorganisatie, zoals vastgelegd in artikel 20 Besluit FTK. Daarnaast wordt door DNB ingegaan op de zogeheten dubbele petten problematiek in pensioenfondsbesturen. DNB verwacht dat in dit kader dat belangenverstrengeling een bespreekbaar onderwerp is binnen het pensioenfonds én dat de risico s rondom de combinatie van functies beheerst worden. Ook een transparant besluitvormingsproces kan de schijn van belangenverstrengeling wegnemen. 5. Integriteitsrisico s van het fonds Voor wat betreft het integriteitsbeleid sluit het fonds aan bij hetgeen volgens artikel 4:11 Wft onder de waarborging van een beheerste en integere bedrijfsvoering wordt verstaan (zie hoofdstuk 4). De beheersing van het integriteitsrisico s kan zich in de visie van het bestuur van SNPF onmogelijk richten op controle van naleving van alle wettelijke en interne regels, alsmede het in het kader van de integriteit eveneens van belang zijnde ongeschreven recht. Daarom is gekozen voor een zogenaamde risk-based approach 5, waarbij de risicobereidheid mede de keuze bepaalt in welke mate risico s (minimaal) zullen worden beheerst. Het bestuur sluit hierbij aan bij de aanpak vanuit de risiconadering van DNB in het kader van FIRM/FOCUS. Periodiek verricht het fonds een risicoanalyse (mede op basis van de in FIRM) onderkende risico s op het door haar gevoerde beleid. Met het integriteitsbeleid wordt invulling gegeven aan de in het FIRM model benoemde integriteitsrisico s. Het fonds heeft thans nog geen uitgebreide analyse uitgevoerd. 4 http://www.toezicht.dnb.nl/3/50-228583.jsp 5 mr. dr. R.M.J.M. de Greef en mr. drs. E.J. Weller: Compliance bij fondsen: een risk-based approach, Tijdschrift voor Compliance, december 2013, p. 331 e.v.. Integriteitsbeleid juni 2014 8/14

Wel heeft het fonds de volgende integriteitsrisico s geïdentificeerd: Risico op benadeling van derden; Risico op witwassen en terrorismefinanciering; Risico op fraude; Risico op onoorbaar handelen, hierbij heeft bestuur de volgende subrisico s onderkend: o niet vertrouwelijk omgaan met persoonsgegevens; o niet ethisch beleggingsbeleid; o niet aan de kaak kunnen stellen van incidenten of misstanden door personen die te goeder trouw zijn. Daarnaast heeft het fonds het risico op belangenverstrengeling als een risico onderkend dat meegenomen kan worden in het integriteitsbeleid. Naast het risico op verstrengeling van de belangen van het fonds en privébelangen (in de zin van artikel 20 van het Besluit FTK) ziet het fonds ook het risico op verstrengeling van belangen van het fonds en de stakeholders. De betreffende risico s zijn hieronder verder uitgewerkt. Daarbij is tevens aangegeven welke maatregelen zijn genomen om, zoveel als mogelijk, deze risico s in te perken dan wel te voorkomen dat deze risico s zich in de toekomst voordoen. Het toepassen van beheersmaatregelen draagt naar het oordeel van het bestuur bij aan het mitigeren van de integriteitsrisico s tot een aanvaardbaar en verantwoord niveau. 5.1 Risico op benadeling van derden Onder benadeling van derden wordt verstaan: het verrichten van handelingen met bedrieglijke benadeling van de rechten van derden tot gevolg. Het risico betreft de benadeling van derden door (het nalaten van) handelingen van verbonden personen en het daaraan verbonden reputatierisico. Beheersmaatregelen De toetsing van de betrouwbaarheid van (kandidaat-)bestuursleden en (kandidaat-) leden van de raad van toezicht door DNB; Overige screeningsmaatregelen van medewerkers, management en derde partijen; De klachtenregelingen reglement geschillencommissie van het fonds; De incidentenregeling van het fonds; De klokkenluidersregeling van het fonds; Vier-ogenprincipe, te weten een controlemethode waarbij twee verschillende personen of partijen ieder afzonderlijk en zelfstandig de benodigde gegevens verifiëren. Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. Zij zijn voor betrokkenen digitaal raadpleegbaar. 5.2 Risico op witwassen en terrorismefinanciering Onder witwassen wordt verstaan: Het uitvoeren van transacties om de herkomst van illegaal verkregen vermogensbestanddelen te verbergen met als doel het illegaal verkregen vermogen te kunnen besteden en investeren zonder dat bewezen kan worden dat het van criminele afkomst is en te voorkomen dat het geld in beslag genomen wordt. Onder terrorismefinanciering wordt verstaan: het verkrijgen, verschaffen, verplaatsen en aanwenden van geld of andere waardevolle in geld om te zetten middelen door personen of organisaties die zelf terroristische activiteiten ontplooien of door hen die dit ondersteunen. Integriteitsbeleid juni 2014 9/14

Het risico is dat het fonds of de door het fonds aangestelde vermogensbeheerders op het terrein van de beleggingen zaken doen met personen, organisaties of instellingen die in verband gebracht zijn met witwaspraktijken en terrorismefinanciering en daardoor de goede naam en/of de belangen van het fonds of derden (kunnen) worden geschaad. Beheersmaatregelen Identificatie en verificatie van relaties; Screening van deelnemers en relaties aan nationale en internationale sanctielijsten; Selectieproces bij aanstelling externe vermogensbeheerders (uitbestedingsbeleid). Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. 5.3 Risico op fraude Onder fraude wordt verstaan: met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iets of iemand bewegen tot de afgifte van een (financieel) goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens van geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld. Van interne fraude is sprake als de fraude plaatsvindt bij het fonds. Van externe fraude is sprake als de fraude plaatsvindt bij een derde. Het risico bestaat dat door frauduleus handelen de reputatie en/of de belangen van het fonds of van belanghebbenden of derden worden geschaad. Beheersmaatregelen De toetsing van de betrouwbaarheid van (kandidaat) bestuursleden en (kandidaat) leden van de raad van toezicht door DNB; De klachtenregeling en het reglement geschillencommissie van het fonds; De incidentenregeling van het fonds; De klokkenluidersregeling van het fonds; Vier-ogenprincipe, te weten een controlemethode waarbij twee verschillende personen of partijen ieder afzonderlijk en zelfstandig de benodigde gegevens verifiëren; Selectieproces bij aanstelling externe vermogensbeheerders (uitbestedingsbeleid); Anti-fraude controles van de externe accountant in het kader van het jaarwerk. Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. 5.4 Risico op onoorbaar handelen Onder onoorbaar handelen wordt verstaan: alle andere handelingen welke anderszins ontoelaatbaar en/of onbetamelijk zijn en welke een gevaar voor aantasting van de reputatie of bestaande of toekomstige bedreiging van vermogen of resultaat van het fonds kunnen opleveren. Integriteitsbeleid juni 2014 10/14

Hierbij heeft het fonds de volgende subrisico s onderkend: a. Niet vertrouwelijk omgaan met persoonsgegevens; b. Niet ethisch beleggingsbeleid; c. Niet aan de kaak kunnen stellen van incidenten of misstanden door personen die te goeder trouw zijn. a. (Sub)risico op niet vertrouwelijk omgaan met persoonsgegevens Het niet vertrouwelijk omgaan met door de werkgever of door de (gewezen) deelnemers of pensioengerechtigden verstrekte persoonsgegevens kan er toe leiden dat de belangen van de betrokken en/of het fonds worden geschaad. Beheersmaatregelen De bepalingen die zijn opgenomen in de bewerkersovereenkomst die is opgemaakt ten behoeve van de uitbesteding van de pensioenuitvoering met TKP; Procedures met betrekking tot mutatie van pensioenaanspraken en -rechten in het geautomatiseerde systeem van TKP; Gedragscode, algemene gedragsregel ter zake van vertrouwelijke informatie; De incidentenregeling van het fonds; De klokkenluidersregeling van het fonds; Contractuele waarborgen bij uitbesteding van taken; Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. b. (Sub)risico op niet ethisch beleggingsbeleid Niet ethisch beleggingsbeleid brengt een reputatierisico met zich mee als gevolg van bijvoorbeeld door de deelnemers of algemene publieke opinie als niet of onvoldoende ervaren ethische beleggingsbeleid door het fonds. Beheersmaatregelen Het beleid van het fonds is om investeringen in bedrijven die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie te vermijden. Een beleid maatschappelijk verantwoord beleggen, jaarlijkse evaluatie en de monitoring hiervan. Dit beleid is op dit moment nog niet ontwikkeld; maar staat voor eind 2014 geagendeerd. Vanaf dat moment zal deze beheersmaatregel derhalve van kracht zijn. Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. c. (Sub)risico op het niet aan de kaak kunnen stellen van incidenten of misstanden Een derde subrisico betreft het risico dat gebeurtenissen en/of handelingen (incidenten/misstanden) niet aan de kaak gesteld (kunnen) worden, waardoor de belangen van belanghebbenden en/of het fonds geschaad kunnen worden. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan: - Operationele incidenten; - Strafbare feiten; - Schending wet- en regelgeving; Integriteitsbeleid juni 2014 11/14

- Bewust onjuist informeren van publieke organen of pers; - Ongewenst gedrag/seksuele intimidatie. Beheersmaatregelen De incidentenregeling van het fonds; De klokkenluidersregeling van het fonds. Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. 5.5 Risico op belangenverstrengeling Belangenverstrengeling duidt op een situatie waarbij iemand meerdere belangen vertegenwoordigd die een zodanige invloed op elkaar uitoefenen dat de integriteit van het ene of het andere belang in het geding komt. In deze is het volgende risico onderkend: - Verstrengeling van belangen van het fonds en privébelangen; Verstrengeling van belangen van het fonds en privébelangen Het risico bestaat dat door handelingen of gedragingen de besluitvorming van bestuurders of medewerkers van de uitvoeringsorganisatie ongewenst wordt beïnvloed, waardoor het fonds financiële schade of reputatieschade kan oplopen. Dit zou zich kunnen voordoen door: - Het aanvaarden van relatiegeschenken, uitnodigingen e.d.; - Het geven van relatiegeschenken; - Het hebben van financiële belangen in zakelijke relaties; - Het hebben van nevenfuncties. Beheersmaatregelen Gedragscode van het fonds, inclusief de daarin opgenomen sancties; De incidentenregeling van het fonds; De klokkenluidersregeling van het fonds; Reglement nevenfuncties. Bekendmaking Het bestaan van deze maatregelen wordt periodiek onder de aandacht gebracht van de betrokken personen. 6. Compliance Het begrip compliance werd voor pensioenfondsen in 2008 geïntroduceerd in de Modelgedragscode van de pensioenkoepels. Compliance werd destijds gedefinieerd als 'het toezien op de naleving van wettelijke regels en regels die het pensioenfonds zelf heeft opgesteld met het oogmerk reputatieschade te voorkomen'. Een bredere blik binnen de financiële sector, leerde dat de compliance functie geëvolueerd is van het monitoren van wet- en regelgeving in enge zin -aanvankelijk beperkt tot marktmisbruik, wet- en regelgeving- richting het voeren van regie en formuleren van beleid op het gebied van compliance en het monitoren van een integere organisatie. Het gaat er om de naleving van wet- en regelgeving en van de bijbehorende bedrijfscultuur in brede zin te bevorderen. Integriteitsbeleid juni 2014 12/14

Compliance is het geheel van maatregelen dat zich richt op de implementatie, handhaving en naleving van externe wet- en regelgeving, alsmede op de interne procedures en gedragsregels om te voorkomen dat de reputatie en integriteit van een pensioenfonds worden aangetast. Met compliance beoogt SNPF de integriteit van het bestuur, de directie, de medewerkers en het fonds zelf te waarborgen. Dit geldt ook voor de naleving van interne regels en externe wet- en regelgeving. Op die manier dragen alle betrokkenen bij aan een goede reputatie en de betrouwbaarheid van het fonds. Gedragsregels geven duidelijkheid over wat SNPF onder integer handelen verstaat. Op basis van rapportages van de compliance officer vergewist het bestuur van het fonds zich er periodiek van dat het fonds, het bestuur, de directie en de medewerkers zich houden aan de geldende wet- en regelgeving. Om aan de compliance invulling te geven is een compliance officer aangesteld. De compliance officer faciliteert, adviseert en toetst het bestuur en management bij het implementeren en onderhouden van compliance. De compliance officer rapporteert rechtstreeks aan het bestuur. Een rapportage met zijn bevindingen wordt periodiek aan het bestuur aangeboden en met hen besproken. Als daartoe aanleiding bestaat, dan rapporteert de compliance officer aan de raad van toezicht. Overige taken van de compliance officer: Adviseren van de verbonden personen (of een bepaalde groep personen) bij de naleving van de wettelijke en interne regels, alsmede de ongeschreven regels in de zin van artikel 4:11, lid d Wft; Het gevraagd dan wel ongevraagd adviseren en informeren over de gedragscode, integere bedrijfsvoering, uitbesteding en zorgplicht; Het fungeren als meldpunt voor overtredingen van wettelijke en interne regels (m.u.v. misstanden die in het kader van de Klokkenluidersregeling aan een ander dan de compliance officer worden gemeld), alsmede regels van ongeschreven recht, die vallen binnen het integriteitsbeleid van het fonds en overige integriteitsissues; Het registreren, analyseren en onderzoeken van de gemelde overtredingen; Het desgevraagd adviseren van het bestuur over gemelde overtredingen en eventueel te nemen sancties; Het toezien op de deugdelijkheid en effectiviteit van de interne regels en procedures; Het beoordelen van de effectiviteit van de procedures die zijn opgesteld en maatregelen die zijn genomen om gesignaleerde onvolkomenheden bij de naleving van de wettelijke regels en interne regels op te heffen; Het halfjaarlijks rapporteren aan het bestuur, waarbij ernstige compliance-incidenten onmiddellijk aan het bestuur worden gemeld; In de halfjaarlijkse rapportage vermelden of maatregelen zijn genomen in geval van gesignaleerde tekortkomingen; Jaarlijks opvragen en archiveren van de verklaringen van naleven van alle aan het pensioenfonds verbonden personen; Het vastleggen van nevenfuncties. Rol bestuursbureau Taken die op dit gebied door het bestuursbureau worden vervuld, zijn: Onderhouden van de contacten met de externe toezichthouders, DNB en AFM; Actualiseren van compliance-regelingen (na advies van de compliance officer); Het (laten) uitvoeren van de screening van nieuwe medewerkers; Integriteitsbeleid juni 2014 13/14

Het monitoren van de het wettelijk kader en toezichtskader en bevorderen dat aan compliance gerelateerde (nieuwe) regelgeving onder de aandacht van het bestuur van het fonds wordt gebracht en wordt geborgd in de bedrijfsprocessen. Uitbesteding Het fonds heeft het vermogensbeheer en de pensioenadministratie uitbesteed. In de overeenkomst met de partijen aan wie is uitbesteed zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot een beheerste en integere bedrijfsvoering. Het bestuur gaat jaarlijks na of de partijen compliant zijn. Voorafgaand aan de jaarlijkse evaluatie van de partijen aan wie is daartoe bij iedere afzonderlijke partijen verklaringen opgevraagd ten aanzien van het beschikken over: - Een gedragscode; - Een incidentenregeling; - Een klokkenluidersregeling; - Beleid ter voorkomen van belangenverstrengeling. Tevens wordt nagegaan of de partijen aan wie het fonds uitbesteed periodiek kenbaar maken bij de relevante medewerkers. 7. Inwerkingtreding beleid Het integriteitsbeleid is vastgesteld in de vergadering van het bestuur van 26 juni 2014 en treedt per 1 juli 2014 in werking. Integriteitsbeleid juni 2014 14/14