1 Vragenlijst pijler 2A Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau VGN, 20 juni 2013 Vastgesteld door Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg op 20 juni 2013.
2 TOELICHTING De vragenlijst van pijler 2a wordt ingevuld als een cliënt 12 maanden in zorg is (dus als een cliënt nieuw in zorg wordt genomen in 2014, wordt de vragenlijst voor de eerste keer in 2015 ingevuld). Als een cliënt, langer dan 3 maanden in zorg is, maar binnen 12 maanden weggaat wordt de lijst bij vertrek ingevuld over de periode dat de cliënt in zorg is geweest Wij vragen u deze vragenlijst in te vullen voor alle cliënten langer dan drie maanden in zorg: o met een ZZP-indicatie voor wie u een (volledig of gedeeltelijk) zorg- en ondersteuningsplan 1 opstelt. Het kan zijn dat een cliënt bij u woont en dagbesteding heeft, dan vult u de vragenlijst alleen bij wonen in. Het kan ook zijn dat de cliënt bij een andere zorgaanbieder woont en bij u dagbesteding heeft, dan wordt de vragenlijst zowel bij wonen als bij dagbesteding ingevuld. o met een ZZP-indicatie welke is omgezet naar een Volledig Pakket Thuis (VPT) 2. o met een extramurale indicatie Behandeling Groep. Deze vragenlijst wordt idealiter ingevuld parallel aan de jaarlijkse bespreking van het zorg- en ondersteuningsplan. De vragen hebben betrekking op de afgelopen 12 maanden, de vragenlijst wordt 1 keer per 12 maanden ingevuld, ook al zijn er vaker evaluaties van het ondersteuningsplan. Er is geen leeftijdsgrens t.a.v. cliënten voor wie deze vragenlijst wordt ingevuld. De vragenlijst wordt niet ingevuld voor cliënten met een PGB, alleen voor cliënten die Zorg In Natura ontvangen. De door middel van deze vragenlijst ingevulde cliëntgegevens zijn, behalve voor degene die de vragenlijst invult, nooit herleidbaar tot de individuele cliënt. Kortom: heeft de cliënt een: - ZZP-indicatie of een - Extramurale indicatie BEHANDELING GROEP - Die wordt geleverd in zorg in natura Dan vragen wij u deze vragenlijst in te vullen. Bij alle andere indicaties of financieringsvormen hoeft u deze vragenlijst niet in te vullen! Algemeen Code zorginstelling: = KVK-nummer, wordt gekoppeld aan inlog moederaccount/ organisatiebeheerder. Registratiedatum: wordt automatisch gegenereerd bij accordering inclusief naam van de begeleider die accordeert. 1 Hieronder wordt ook een behandelplan verstaan. 2 : Een VPT houdt in dat een cliënt een ZZP heeft maar niet in een instelling verblijft. De cliënt ontvangt wel alle zorg en ondersteuning die hij of zij in de instelling zou krijgen.
3 Algemene gegevens cliënt Deze gegevens (vraag 1 5) hoeft men niet meer in te vullen voor cliënten die in 2013 ook in de registratie zijn opgenomen. 1. De heer/mevrouw 2. Achternaam 3. Voornaam 4. Tussenvoegsel 5. Geboortedatum Heeft de cliënt een: 0 ZZP-indicatie (vul onderdeel A in) 0 Extramurale indicatie BEHANDELING GROEP (ga naar vraag 1) Onderdeel A: Grondslag en zorgzwaarte volgens het indicatiebesluit Welke type ZZP betreft het? Kies één van onderstaande mogelijkheden: (indien in de tabel NVT staat aangegeven betekent dit dat deze ZZP niet bestaat voor de betreffende doelgroep) Mensen die behoren tot de doelgroep: Verstandelijk Gehandicapt (VG) Licht Verstandelijk Gehandicapt, behandelcentra (LVG) Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt, behandelcentra (SGLVG) Lichamelijk gehandicapt (LG) Zintuiglijk gehandicapt, auditief en communicatief Zintuiglijk gehandicapt, visueel (ZG visueel) Sectorvreemde ZZP ZZP 1 ZZP 2 ZZP 3 ZZP 4 ZZP 5 ZZP 6 ZZP 7 ZZP 8 NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT Ja Behoort deze cliënt tot de doelgroep EMG (EMB) 3? Ja/Nee Is er bij deze cliënt sprake van Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) problematiek? Ja/Nee Welke type zorg/begeleiding levert uw organisatie aan deze cliënt (meerdere antwoorden mogelijk)? 0 Woon-/verblijfszorg (cliënt woont in een woning van de organisatie en ontvangt van (of via) de organisatie de dagelijkse zorg/begeleiding (al dan niet inclusief behandeling) 0 Dagbesteding/school (cliënt heeft (een deel van) zijn/haar dagbesteding/school bij of via de organisatie) 0 VPT (Volledig Pakket Thuis) 3 De groep personen met een ernstige meervoudige handicap is moeilijk te beschrijven. Professionals gebruiken vaak de ontwikkelingsleeftijd als een indicatie. Personen met een ernstige meervoudige handicap hebben een ontwikkelingsleeftijd tot 24 maanden. Zij hebben ondersteuning nodig bij alle aspecten van het dagelijkse leven gedurende de gehele dag.
4 Zorgafspraken en ondersteuningsplan 4 1. Is er aantoonbaar (mondelinge of schriftelijke) overeenstemming met de cliënt(- vertegenwoordiger) over de zorg en ondersteuning die de organisatie verleent 5? 0 Ja 0 Nee 0 cliënt(-vertegenwoordiger) verleent geen medewerking 6 0 om andere redenen, zoals vermeld in het ondersteuningsplan 0 om andere redenen, niet vermeld in het ondersteuningsplan 2. Is het ondersteuningsplan de afgelopen 12 maanden aantoonbaar geëvalueerd? 0 Ja 0 Nee 0 cliënt(-vertegenwoordiger) verleent geen medewerking. 0 om andere redenen, zoals vermeld in het ondersteuningsplan 0 om andere redenen, niet vermeld in het ondersteuningsplan 4 Hieronder wordt ook een behandelplan verstaan. 5 Als de cliënt en/of zijn wettelijk vertegenwoordigers niet tot bespreking van de evaluatie of het actualiseren van het ondersteuningsplan bereid zijn, houdt de zorgaanbieder bij de vastlegging, evaluatie of actualisering van het ondersteuningsplanplan zoveel mogelijk rekening met de veronderstelde wensen en de bekende mogelijkheden en beperkingen van de cliënt (Besluit Zorgplanbespreking AWBZ zorg, artikel 2 lid 3). 6 Cliënt(vertegenwoordiger) verleent geen medewerking aan bespreking van de evaluatie, het actualiseren van het ondersteuningsplan en/of het ondertekenen van het ondersteuningsplan.
5 3. RISICO-INVENTARISATIE BASIS Gebruikt de cliënt medicatie waarvoor de organisatie (deels) verantwoordelijk 7 is? (voorschrijven en/of verstrekken/uitdelen en/of toezicht en/of evaluatie) (indien NEE: ga door naar vragen over vrijheidsbeperkende maatregelen) Is er bij de cliënt het afgelopen jaar sprake geweest van één van onderstaande vrijheidsbeperkende maatregelen in het kader van BOPZ? (indien NEE; ga door naar vragen over veiligheid) SCHIFTINGSVRAAG JA NEE 0 0 Indien JA,op schiftingsvraag zijn afspraken over medicatie voor het deel waarvoor de organisatie verantwoordelijk is aantoonbaar in het ondersteuningsplan /dossier opgenomen? MEDICATIE Indien JA, op schiftingsvraagzijn de verantwoordelijkheden van organisatie en/of cliënt voor het deel waarvoor de organisatie verantwoordelijk is aantoonbaar in het ondersteuningsplan/doss ier opgenomen? Indien JA op schiftingsvraag: Hebben er in de afgelopen 12 maanden incidenten plaatsgevonden ten aanzien van medicatie voor het deel waarvoor de organisatie verantwoordelijk is? Indien JA, op vorige vraag (betreffende er hebben incidenten plaatsgevonden) Is het incident gemeld in het incidentenmelding ensysteem van de organisatie? JA NEE JA NEE JA NEE JA NEE 0 0 0 0 0 0 0 0 VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN SCHIFTINGSVRAAG JA NEE 0 0 Indien JA, op schiftingsvraag is de maatregel aantoonbaar beschreven in het ondersteuningsplan /dossier? Indien Ja op schiftingsvraag Zijn er alternatieven besproken met de cliënt? Indien Ja op schiftingsvraag Is het effect van de maatregel geëvalueerd in de afgelopen 12 maanden JA NEE JA NEE JA NEE JA NEE Afzondering in 0 0 0 0 0 0 0 0 afzonderingsruimte 8 Separeren in 0 0 0 0 0 0 0 0 separatieruimte 9 Fixatie 10 0 0 0 0 0 0 0 0 Gedwongen medicatie 11 0 0 0 0 0 0 0 0 7 Als de organisatie verantwoordelijk is voor beheer en/of gebruik van onderdelen van het medicatiegebruik van de cliënt dan zijn hierover afspraken opgenomen in het ondersteuningsplan/cliëntdossier. 8 de cliënt wordt voor behandeling ingesloten in een zogenaamde 'prikkelarme' eenpersoonskamer 9 de cliënt wordt voor behandeling ingesloten in een separeerruimte, een kamer waarin alles waaraan hij zich kan bezeren of verwonden is weggehaald en welke hiervoor door de Minister is goedgekeurd 10 de cliënt wordt beperkt in zijn bewegingsmogelijkheden; bijvoorbeeld door middel van een onrustband, het plaatsen van bedhekken, plaatsen in een diepe stoel of in een stoel met een plank 11 toediening van medicijnen tegen de (uitdrukkelijke) wil van de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger (hieronder valt ook het toedienen van medicatie gegeven uit de onmacht van de omgeving, bijvoorbeeld kalmeringsmiddelen);
6 Onder dwang geven van 0 0 0 0 0 0 0 0 vocht/voeding 12 12 onder dwang geven van vocht en/of voeding tegen de (uitdrukkelijke) wil van de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger.
7 Is er bij de cliënt in de afgelopen 12 maanden sprake van INCIDENTEN 13 op gebied van : VEILIGHEID Indien JA, is het incident gemeld in het incidentmeldingen systeem van de organisatie? JA NEE JA NEE Vallen 0 0 0 0 Agressie 14 0 0 0 0 Verslaving 15 0 0 0 0 4. RISICO-INVENTARISATIE THEMA 16 GEDRAG; GEDRAGSPROBLEMEN LET OP: deze vragen worden alleen ingevuld als een cliënt de onderstaande indicatie heeft (dit wordt geautomatiseerd in de invoermodule van Mediquest) VG 6, VG 7 SGLVG LVG 3, LVG 4, LVG 5 ZGvis5B (organisatie moet bij ZGvis5; handmatig kunnen aangeven of het om een B of A indicatie gaat. Deze vraag geldt alleen voor de B type indicatie) LG 7 4.Heeft u bij deze cliënt in de afgelopen 12 maanden gedrag geconstateerd dat de kwaliteit van bestaan 17 van de cliënt nadelig heeft beïnvloed en waarvoor specifieke ondersteuning nodig is? Ja/Nee Als u nee heeft geantwoord bij vraag 4. bent u klaar met het invullen van deze vragenlijst, u kunt de vragenlijst accorderen. Als u ja heeft geantwoord bij vraag 4 gaat u verder met vraag 4.1 4.1 Is er een analyse gemaakt van het gedrag waarbij meerdere partijen zijn betrokken 18? Als u nee heeft geantwoord kunt u verder gaan met vraag 5. Ja/Nee 13 Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade aan de patient heeft geleid, had kunnen leiden of (nog) zou kunnen leiden. 14 Hier wordt agressie bedoeld in de breedste zin van het woord (zowel fysiek als verbaal). Zowel als dader en/of als slachtoffer en agressie tegen zichzelf en/of tegen anderen. 15 Incidenten op het gebied van verslavingsproblematiek zijn een matige of ernstige gezondheidsverstoring zoals vergiftiging of ongelukken. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. Ernstig: niet aanspreekbaar, eventueel in combinatie met (sub)comateuze toestand, wild/agressief, gestoorde vitale parameters zoals temperatuur, pols en bloeddruk. 16 Bij de thematische onderdelen van risico-inventarisatie onderkennen we 3 items; lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid en gedrag. Voor het jaar 2014 is het thema gedrag gekozen. 17 Bevat de domeinen; lichamelijk welbevinden, psychisch welbevinden, interpersoonlijke relaties, deelname aan de samenleving, persoonlijke ontwikkeling, materieel welzijn, zelfbepaling en belangen. 18 Het gaat er bij deze vraag om dat er op enig moment een analyse van het gedrag waarbij meerdere partijen zijn betrokken heeft plaatsgevonden, dat kan ook langer dan 12 maanden geleden zijn gebeurd. Ook als langer dan 12 maanden geleden deze analyse is uitgevoerd kan hier ja worden ingevuld.
8 Indien Ja; Welke partijen zijn betrokken bij de analyse? (meerdere antwoorden mogelijk) o Cliënt en/of diens ouders en/of zijn verwanten en/of wettelijk vertegenwoordigers o Begeleider(s)/persoonlijk begeleider o Gedragswetenschapper (psycholoog/orthopedagoog) o AVG o Psychiater o Huisarts o Andere arts o Apotheker o Paramedicus o Andere disciplines o Intern ambulant mulitidisciplinair team van deskundigen (voor een interne second opinion) o Ambulant multidisciplinair team van een collega zorgorganisatie o CCE o Ander extern team van deskundigen o Overig 5. Is de analyse van het gedrag die is opgesteld bij vraag 4.1, uitgewerkt in een plan van aanpak 19? Ja/in ontwikkeling/nee Als u bij vraag 5 heeft geantwoord in ontwikkeling of Nee dan bent u klaar. U kunt de vragenlijst accorderen. Indien Ja 5.1 Heeft de gekozen aanpak, volgens u, een gunstig effect op de cliënt Ja/Twijfel/Nee Indien u bij vraag 5.1 Ja heeft geantwoord kunt u aangeven of de kwaliteit van bestaan 20 van de cliënt door het werken volgens het plan van aanpak; O is toegenomen 21 O minder nadelig wordt beïnvloed 22 19 Een plan van aanpak kan onderdeel uitmaken van het zorg- en ondersteuningsplan 20 Bevat de domeinen; lichamelijk welbevinden, psychisch welbevinden, interpersoonlijke relaties, deelname aan de samenleving, persoonlijke ontwikkeling, materieel welzijn, zelfbepaling en belangen. 21 Met toegenomen bedoelen we dat de kwaliteit van bestaan is verbeterd door het werken volgens het plan van aanpak 22 Met minder nadelig wordt beïnvloed bedoelen we dat de kwaliteit van bestaan in ieder geval niet slechter is geworden door het werken met het plan van aanpak. Er is sprake van een zekere stabilisatie.
9 5.3 Is in het plan van aanpak vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is? Ja/in ontwikkeling/nee 5.4 Is dit plan van aanpak de afgelopen 12 maanden aantoonbaar geëvalueerd 23 Ja/Nee Indien Ja; Wie is bij deze evaluatie (vraag 5.4) betrokken? (meerdere antwoorden mogelijk) o Cliënt en/of diens ouders en/of zijn verwanten en/of wettelijk vertegenwoordigers o Begeleider(s)/persoonlijk begeleider o Gedragswetenschapper (psycholoog/orthopedagoog) o AVG o Psychiater o Huisarts o Andere arts o Apotheker o Paramedicus o Andere disciplines Tenslotte: U staat op het punt de enquête definitief te accorderen. U kunt daarna de vragenlijst niet meer bewerken. Afhankelijk van de afspraken binnen uw organisatie kan het zijn dat u de ingevulde lijst nog bespreekt met een collega of leidinggevende voordat u de vragenlijst definitief uploadt. 0 Hierbij verklaar ik de vragenlijst naar waarheid te hebben ingevuld en akkoord te zijn met uploaden naar de centrale database van MediQuest. 23 Evaluatie van het plan van aanpak kan tijdens een regulier zorg- en ondersteuningsplangesprek plaatsvinden of er kan een aparte afspraak voor worden georganiseerd. Met aantoonbaar wordt bedoeld dat de resultaten van de bespreking van het plan van aanpak zijn vastgelegd in het zorg- en ondersteuningsplan van de cliënt