VUT CAO Openbaar Vervoer 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010

Vergelijkbare documenten
Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

REGLEMENT. Toeslagregeling per

STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING

REGLEMENT. per 1 januari Stichting VUT fonds ECI

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Toekenning van aanspraken op de Zorgverlofregeling en van vergoedingen

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

Reglement Versleepregeling

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds

STICHTING VUTIM. Regelingen per 1 januari 2006 FINANCIERINGSREGLEMENT VUTIM UITKERINGSREGLEMENT 55+ VUTIM

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN

Tot en met 31 december 1997 is bij Eternit een vrijwillige vervroegde uittredingsregeling (de "VUT-Regeling") van kracht geweest.

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

(DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Addendum op de collectieve arbeidsovereenkomst UWV. Looptijd 1 augustus 2016 tot en met 31 december 2018

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

VPL Reglement. 1 februari 2016 Pagina 1 van 7

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

========= ===== * Recht op uitkering 5a:1. * Berekeningsgrondslag 5a:2. * Hoogte van de Aanvulling werkgever 5a:3

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

Kemira Rotterdam B.V.

PENSIOENREGLEMENT II. Aanvullend pensioen WAO/WIA STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

REGLEMENT Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SAVAMITT-reglement)

Stichting Pensioenfonds HAL

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen

OVERGANGSREGLEMENT. december 2006

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

Artikel 1. Begripsbepalingen

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling

VERSTREKKINGENREGLEMENT REGELING MINDER WERKEN VOOR OUDERE WERKNEMERS IN DE SECTOR OPEN TEELTEN 2018

Bijlage 4 Overgangsbepalingen

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

Voor de sectoren Beroepsgoederenvervoer en Verhuur van Mobiele Kranen

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Reglement Vakantiefonds

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

ANW- Hiaat Reglement 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2014

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

De generale synode heeft in de vergadering van 9 november 2012 de volgende wijzigingen van de kerkordelijke regelingen vastgesteld:

Reglement Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor UTA-werknemers in het Bouwbedrijf (de aanvullingsregeling voor deelnemers die voor 1950 zijn geboren)

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING van toepassing voor werknemers werkzaam in de PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

Collectieve arbeidsovereenkomst Albron CP Nederland B.V.

H o o f d k a n t o o r

Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht:

O V E R G A N G S B E P A L I N G E N P E N S I O E N R E G L E M E N T Regulier. Versie 1.0 STICHTING PENSIOENFONDS SNS REAAL

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

PENSIOENREGELING SNS REAAL

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST DIERENPARK EMMEN 1 JANUARI DECEMBER 2013

Overgangsregeling ECI 15 jaarsoptie Uitstel financiering van over het verleden in te kopen pensioenruimte

a. het fonds: de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf;

Transcriptie:

VUT CAO Openbaar Vervoer 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 Tussen: Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer te Utrecht, hierna te noemen partij ter ene zijde en FNV Bondgenoten te Utrecht en CNV BedrijvenBond te Houten en De Unie te Culemborg, hierna gezamenlijk te noemen partij ter andere zijde is de navolgende VUT CAO gesloten. Artikel 1 (werkingssfeer) 1. Deze CAO, met inbegrip van bijlagen, is van toepassing op: a. Ondernemingen die lid zijn van de Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer te Utrecht. b. Andere in Nederland werkzame ondernemingen, die openbaar vervoer verrichten, op een daartoe aan de onderneming verstrekte vergunning, als bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000 (Wet van 6 juli 2000, Stb. 2000, 314). c. De volgende ondernemingen vallen eveneens onder de werkingsfeer van deze CAO: EMA Technische Bedrijven B.V. Combonet B.V. B.V. ZWN Delta Exploitatie Connexxion Holding NV ZWN Openbaar Vervoer NV OAD openbaar vervoer BV Syntus B.V. ten behoeve van SPOV werknemers NoordNed Personenvervoer B.V. ten behoeve van SPOV werknemers, per 01-01-2006 opgegaan in Arriva Openbaar Vervoer. 2. Begripsbepaling a. Onder openbaar vervoer wordt verstaan een voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig. b. Een dienstregeling is een voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden waarin zijn aangeduid de halteplaatsen waartussen en de tijdstippen waarop openbaar vervoer wordt verricht, zo nodig onder de vermelding dat de halteplaatsen of tijdstippen door de reiziger kunnen worden beïnvloed. 3. Deze CAO is niet van toepassing op: a. de gemeentelijke vervoerbedrijven van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, en evenmin op de HTM personenvervoer N.V., Stadsvervoer Dordrecht (SVD BV), N.V. ARRIVA Groningen, Stadsbus groep Maastricht N.V., N.V. NOVIO en alle ondernemingen van N.V. Nederlandse Spoorwegen die zich bezighouden met vervoer van personen per trein. b. de ondernemingen waarop op 31 december 2000 de CAO voor het Besloten Busvervoer van toepassing was en die op eigen concessie openbaar vervoer verrichten waarvoor minder dan 25 fulltime equivalenten worden ingezet. Deze uitzondering geldt voor zover in die CAO het salaris (functieloon en toeslagen/ toelagen) en de salarisberekening met inbegrip van de vakantietoeslagen voor autobuschauffeurs die openbaar vervoer verrichten, zodanig geregeld is dat het niveau ervan overeenkomt met de desbetreffende regelingen in de CAO Openbaar Vervoer. c. de onderneming, die per onderneming per jaar gedurende ten hoogste 30.000 uur openbaar vervoer verricht en waarop op 1 januari 2000 de CAO Taxivervoer van toepassing was, voor zover in die CAO een garantieuurloon en onregelmatigheidstoeslag is opgenomen voor chauffeurs die openbaar vervoer verrichten met personenauto s en dit uurloon en deze toeslag zodanig geregeld zijn dat het niveau ervan overeenkomt met de desbetreffende regelingen in de CAO Openbaar Vervoer. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 1

Artikel 2 (definities) Voor wat betreft de definiëring van de in deze CAO gebruikte begrippen is aansluiting gezocht bij de CAO Openbaar Vervoer. De daarin opgenomen definities zijn in deze CAO eveneens van toepassing. Artikel 3 (uitvoering) 1. Met betrekking tot de SPOV werknemers wordt de uitvoering van de in deze CAO opgenomen regeling opgedragen aan de Stichting Vervroegd Uittreden Openbaar Vervoer (SVUOV). 2. Met betrekking tot de ABP werknemers wordt de uitvoering van de in deze CAO opgenomen regeling opgedragen aan het ABP. De kosten van de uitvoering worden gedragen door SVUOV, die tevens belast is met de inning van de verschuldigde premie. 3. De uitvoering vindt plaats overeenkomstig het in deze CAO bepaalde. Artikel 4 (duur van de overeenkomst) Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een tijdsduur van vijf jaar, ingaande op 1 januari 2006 en derhalve eindigende op 31 december 2010. Artikel 5 (aanspraken) De aanspraken hebben ingevolge het fiscale overgangsrecht uit de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling, uitsluitend betrekking op werknemers geboren vóór 1 januari 1950. De aanspraken van de werknemer op een VUT-uitkering zijn geregeld in een Reglement voor ABP-werknemers en een Reglement voor SPOV-werknemers. Deze Reglementen maken deel uit van deze CAO. Artikel 6 A (financiering voor SPOV werknemers) 1. De financiering van de regeling geschiedt door premieheffing bij de werkgevers. Een door partijen te bepalen gedeelte van de verschuldigde premie wordt ingehouden op het salaris van de werknemers, conform lid 3. 2. De hoogte van de in lid 1 bedoelde premie bedraagt 5,7% (niveau 2006) van de bruto loonsom, zijnde het pensioengevend inkomen zonder rekening te houden met de franchise voor SPOV-personeel over het lopende jaar. De premie wordt in maandelijkse termijnen afgedragen aan de SVUOV. 3. De bijdrage van de SPOV werknemer in de premie bedraagt 0,085% van het pensioengevend inkomen (niveau 2006). 4. De premie en bijdrage, genoemd in de leden 2 en 3, gelden voor het jaar 2006. Het niveau van de premie en de bijdrage wordt jaarlijks door partijen vastgesteld, gehoord het bestuur van SVUOV. 5. Werkgevers stellen zich garant de door het SVUOV-bestuur vastgestelde premieverplichtingen aan SVUOV na te komen tot en met 31 december 2014. Artikel 6 B (financiering voor ABP werknemers) 1. De financiering van de regeling geschiedt door premieheffing bij de werkgevers. Een door partijen te bepalen gedeelte van de verschuldigde premie wordt ingehouden op het salaris van de werknemers. 2. De hoogte van de in lid 1 bedoelde premie bedraagt 2,25% van de bruto loonsom, zijnde het pensioengevend inkomen zonder rekening te houden met de franchise voor het ABP-personeel over het lopende jaar. De premie wordt in maandelijkse termijnen afgedragen aan de SVUOV. 3. De bijdrage van de ABP werknemer in de premie bedraagt 0% (niveau 2006). 4. De premie en bijdrage, genoemd in de leden 2 en 3, gelden van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009. Daarna zullen werkgevers de onderlinge verdeling (SPOV-ABP) opnieuw vaststellen. De totaal collectief te betalen premie ondervindt door deze verdeling geen wijziging. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 2

5. Werkgevers stellen zich garant de door het SVUOV-bestuur vastgestelde premieverplichtingen aan SVUOV na te komen tot en met 31 december 2014. Artikel 7 (ontbindende voorwaarde) De VUT-regeling is als overgangsrecht afgesproken in het kader van de overgang naar een nieuwe pensioenregeling en het van kracht worden van de levensloopregeling per 1 januari 2006. Partijen behouden zich het recht voor deze CAO eerder te beëindigen dan op de datum als genoemd in artikel 4, indien omstandigheden buiten deze CAO gelegen daartoe aanleiding geven. In dat geval treden partijen daarover in overleg en nemen gepaste maatregelen. Artikel 8 (geschillen) Geschillen over de uitleg, of de toepassing van deze CAO worden door een der partijen voorgelegd aan de VCSA. Dit laat onverlet het recht van individuele belanghebbenden om een zaak, zonder tussenkomst van de VCSA, voor te leggen aan de bevoegde rechter. Artikel 9 (overgangsrecht) Door ondertekening van deze CAO zijn alle voorgaande VUT-regelingen vervallen. Aldus overeengekomen op 1 december 2005 en ondertekend op, te Hilversum VWOV FNV Bondgenoten BedrijvenBond CNV De Unie REGLEMENT VUT ABP WERKNEMERS Behorend bij de VUT CAO Openbaar Vervoer 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 Artikel 1 Deelnamemogelijkheid VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 3

a. De werknemer, die voldoet aan de volgende voorwaarden: Uiterlijk op 31 december 2005 in dienst is van een bedrijf vallende onder de werkingssfeer van de VUT CAO Openbaar Vervoer Geboren is vóór 1 januari 1950 Een geboortedatum heeft conform tabel 1 in de bijlage, of op de gewenste (gedeeltelijke) uittredingsdatum gedurende tenminste het aantal jaren en maanden (40 jaar of meer) genoemd in tabel 2 in de bijlage, in dienst is geweest van één of meer ondernemingen bedoeld in de CAO Openbaar Vervoer (zie art 2) Deelnemer is bij het ABP Direct voorafgaand aan de gewenste (gedeeltelijke) ingangsdatum van de VUT-uitkering een ononderbroken diensttijd heeft van tenminste 10 jaar bij één of meer bij het ABP aangesloten ondernemingen, vallende onder de werkingssfeer van de CAO Openbaar Vervoer, waarbij een onderbreking van twee maanden of minder niet als onderbreking wordt aangemerkt; heeft recht op een VUT-uitkering. b. Voor de werknemer, die op of vóór 1 januari 2003 reeds gebruik maakt van VUT of FPU, is van toepassing hetgeen is bepaald in het Reglement inzake VUT voor ABP werknemers, zoals dat gold tot en met 31 december 2002. c. Voor de werknemer, die op of vóór 1 januari 2006 reeds gebruik maakt van VUT of FPU, is van toepassing hetgeen is bepaald in het Reglement inzake VUT voor ABP werknemers, zoals dat gold tot en met 31 december 2005. Een korting op de FPU-uitkering wegens neveninkomsten wordt niet gecompenseerd door een hogere VUT-uitkering. d. De werknemer, die op de gewenste (gedeeltelijke) uittredingsdatum gedurende tenminste 40 jaren in dienst is geweest van één of meer ondernemingen bedoeld in de CAO Openbaar Vervoer en die overigens voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid a van dit artikel (met uitzondering van het leeftijdscriterium), wordt in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van een non-activiteitsregeling, met recht op een in artikel 3 geregelde uitkering. De non-activiteit geldt gedurende de periode dat de werknemer op grond van de artikelen 3, 5, 6 en/of 7 gebruik maakt van deze regeling en voor de door werkgever en werknemer afgesproken omvang. Artikel 2 Bepaling 40 of meer dienstjaren Een werknemer wordt in het kader van de VUT-regeling geacht 40 dienstjaren te hebben volbracht, indien hij: a. Op het moment dat hij de 40 dienstjaren vol maakt, in dienst is bij een bij het ABP aangesloten onderneming, die valt onder de werkingssfeer van de CAO OV en hij kan voldoen aan een van de leden b t/m e van dit artikel. b. Voorafgaand aan het moment dat hij gebruik wenst te maken van de regeling, 40 jaren in dienst is geweest van één of meer ondernemingen, die vallen of vielen onder de werkingssfeer van de CAO Openbaar Vervoer of de CAO Autobusdienstondernemingen. Meerdere dienstverbanden kunnen bij elkaar worden opgeteld. c. In aanvulling op een aantal dienstjaren als bedoeld onder b, kan aantonen dat hij de ontbrekende diensttijd heeft vol gemaakt bij een ander openbaar vervoer bedrijf in Nederland, gedurende welke diensttijd hij pensioen heeft opgebouwd bij ABP, of SPF. d. In aanvulling op diensttijd als bedoeld onder b en c, kan aantonen dat hij de ontbrekende diensttijd heeft vol gemaakt in Nederlandse militaire dienst (eventueel doorgebracht in de voormalige overzeese gebiedsdelen), voor zover deze militaire diensttijd aansluit bij de onder b en c bedoelde diensttijd. Een onderbreking van twee maanden of minder wordt niet als onderbreking aangemerkt. e. In afwijking van de leden b t/m d, aansluitend dat aantal pensioenjaren heeft vol gemaakt als deelnemer van één of meer van de volgende pensioenfondsen: PST, SPOV, ABP, of SPF. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 4

Voorwaarde voor het recht op VUT op grond van dit artikel is tevens dat de werknemer vanaf het moment waarop hij de 40 dienstjaren bereikt tot de ingangsdatum van de VUT-uitkering onafgebroken in dienst is van één of meer bij ABP aangesloten ondernemingen, vallende onder de werkingssfeer van de CAO Openbaar Vervoer. In bijzondere gevallen kan het bestuur van de Stichting van het in dit artikel bepaalde ten gunste van de werknemer afwijken. Artikel 3 Hoogte, duur en opbouw uitkering a. De hoogte van de VUT uitkering bedraagt 70% van het uit de dienstbetrekking genoten pensioengevend salaris op 1 januari van het jaar, waarin door de werknemer voor het eerst gebruik wordt gemaakt van deze regeling. Onder salaris wordt in ieder geval niet begrepen de vergoeding voor overuren. b. De werknemer, die na 1 april 1997 in dienst is getreden bij een ABP werkgever en die overigens voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 1, ontvangt een VUT-uitkering naar rato van de gemiddelde omvang in uren van het dienstverband over de 10 jaren voorafgaand aan het ingaan van het VUT. Het inkomen op 1 januari van het jaar waarin gebruik wordt gemaakt van de VUT-regeling, is daarbij mede bepalend voor de hoogte van de VUT-uitkering. c. Over periodes van onderbreking van het dienstverband, of van onbetaald verlof tijdens het dienstverband waarbij geen FPU premies worden afgedragen, wordt het recht op VUT naar evenredigheid verminderd, tenzij de som van de onderbrekingen kleiner is dan 2 maanden. WAO of WIA periodes worden eveneens als onderbreking aangemerkt, voor zover de werknemer niet tevens geheel of gedeeltelijk in een herplaatste functie werkzaam is. d. ABP verzorgt de uitbetaling, de inhoudingen en afdrachten over de VUT. ABP declareert de kosten daarvan bij SVUOV, overeenkomstig een tussen betrokken werkgevers, ABP en SVUOV te sluiten overeenkomst. Het betreft hier alle betalingen in het kader van de VUT-regeling, die na 01-01-2003 verschuldigd zijn. e. SVUOV neemt over de VUT uitkering de volgende financiële verplichtingen voor haar rekening: - werkgeversdeel van de pensioenpremie - werkgeversbijdrage zorgverzekering ter hoogte van de inkomensafhankelijke bijdrage. f. De uitkering wordt in maandelijkse termijnen betaald. g. De indexatie van de VUT-uitkering is voorwaardelijk. Het bestuur van SVUOV beoordeelt jaarlijks of en in welke mate de VUT-uitkeringen kunnen worden geïndexeerd. Als maatstaf voor de volledige of gedeeltelijke indexatie hanteert het bestuur de door het ABP gehanteerde indexatie voor de FPU. h. De duur van de uitkering is gelijk aan de periode zoals aangegeven in het schema in de bijlage, behorend bij de geboortedatum van de werknemer, respectievelijk de diensttijd van de werknemer in combinatie met de uittredingsdatum. De periode eindigt op de eerste dag van de maand volgend op die waarin hij de leeftijd van 62 jaar bereikt. Door gebruikmaking van de mogelijkheid van opschuiven, zoals bedoeld in artikel 6 kan aansluiting gerealiseerd worden met de FPU-spilleeftijd van 62 jaar en 3 maanden. Indien de spilleeftijd FPU voor de werknemer ligt op een leeftijd die lager is dan 62 jaar, dan eindigt de VUT-periode voor de berekening van de omvang op die spilleeftijd. Voor de werknemer die voor 1 januari 2006 recht had op een VUT-uitkering, maar daarvan geen gebruik heeft gemaakt, komen de voor 1 januari 2006 ongebruikte maanden te vervallen. Artikel 4 Opbouw pensioen a. De periode, waarover een werknemer een VUT uitkering ontvangt zonder dat daarbij tevens een FPUuitkering wordt genoten, dan wel gebruik maakt van een non-activiteits-regeling als bedoeld in art. 1,d, VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 5

telt voor 50% mee als voor pensioen geldende diensttijd. Tijdens de periode dat gebruik wordt gemaakt van de FPU regeling wordt geen pensioen opgebouwd. b. Gedurende de tijd, dat pensioenrechten worden opgebouwd, wordt op de uitkering een bijdrage in de pensioenpremie ingehouden volgens de verdeelsleutel die zou gelden zonder gebruik van de VUTregeling. Artikel 5 Deeltijd-VUT a b c d De werknemer kan de keuze maken voor deeltijd-vut. Dit houdt in dat zijn VUT-uitkering gedeeltelijk ingaat op de dag waarop hij in aanmerking komt voor een VUT-uitkering. Voor het deel dat nog niet is ingegaan zijn de voorwaarden van toepassing die gelden voor iemand die in deeltijd werkt. Het percentage van deeltijd-vut kan worden uitgebreid. Een vermindering van het percentage deeltijd- VUT is niet mogelijk. Op de deeltijd-vut zijn ook de voorwaarden voor uitstel en vervroeging van toepassing. De werkgever beoordeelt het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur van een werknemer op basis van de criteria gesteld in de Wet Aanpassing Arbeidsduur. Artikel 6 Schuif-VUT a. De werknemer kan ervoor kiezen om de VUT-uitkering in te laten gaan op een later of eerder moment dan de dag waarop hij recht krijgt op een VUT-uitkering, onder gelijktijdig en evenredig opschuiven van de einddatum van de VUT-uitkering. Opschuiven van de ingangsdatum is alleen mogelijk zolang en voor het deel dat de deelnemer vanaf het recht op VUT-uitkering in dienstbetrekking werkzaam blijft. De ingangsdatum van de VUT-uitkering is bij de keuze voor opschuiven de eerste dag van de maand waarvoor de werknemer heeft gekozen. De einddatum is de laatste datum die valt binnen de periode waarop volgens de tabel in de bijlage recht bestaat op een VUT-uitkering, geteld vanaf de ingangsdatum. Door gebruikmaking van deze mogelijkheid van opschuiven kan aansluiting gerealiseerd worden met de FPU-spilleeftijd van 62 jaar en 3 maanden. De einddatum is uiterlijk de laatste dag van de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt. b. Opschuiven van de VUT-uitkering is mogelijk in combinatie met uitstel of vervroeging zoals bedoeld in artikel 7. Artikel 7 Uitstel of vervroeging van de ingangsdatum en de hieraan gekoppelde verhoging of verlaging van de VUT-uitkering a b c De werknemer kan ervoor kiezen om de VUT-uitkering in te laten gaan op een later of eerder moment dan de dag waarop hij volgens de tabel in de bijlage recht krijgt op een VUT-uitkering. Uitstel van de ingangsdatum is alleen mogelijk zolang en voor het deel dat de deelnemer vanaf het recht op VUTuitkering in dienstbetrekking werkzaam blijft. De ingangsdatum van de VUT-uitkering is bij de keuze voor uitstel of vervroeging de eerste dag van de maand waarvoor de werknemer heeft gekozen. De VUT-uitkering gaat uiterlijk in op de eerste dag van de maand waarin door toepassing van lid b de hoogte van de VUT-uitkering de grens van 100% van het salaris zoals bedoeld in artikel 3 lid a bereikt. Een uitgestelde VUT-uitkering wordt verhoogd volgens de door het bestuur van SVUOV vastgestelde rekenregels. Een vervroegde VUT-uitkering wordt verlaagd volgens de door het bestuur van SVUOV vastgestelde rekenregels. Artikel 8 Aanvraag, ingangsdatum en einddatum a. De werknemer die een aanpassing van de arbeidsduur wenst, dient hiertoe uiterlijk 4 maanden voor de gewenste ingangsdatum een verzoek in bij de werkgever. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 6

b. Teneinde te kunnen vaststellen of de werknemer aan alle te stellen voorwaarden voldoet, dient de werknemer tijdig, doch uiterlijk 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum, via de werkgever een verzoek in bij het ABP om na te gaan of hij aan de gestelde voorwaarden kan voldoen. De werknemer deelt daarbij mee met ingang van welke datum en voor welke omvang hij een VUT-uitkering aanvraagt. De werkgever stuurt het verzoek van de werknemer ingeval van deeltijd-vut uitsluitend ter beoordeling aan het ABP door, indien hij instemt met het aanpassen van de arbeidsduur waarom de werknemer heeft verzocht. c d e Het tijdstip van ingang van de VUT-uitkering ligt niet vroeger dan de dag waarop de werknemer voldoet aan de voorwaarde van 10 dienstjaren (artikel 1) of 40 dienstjaren (artikel 2). De VUT-uitkering eindigt op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de werknemer de leeftijd van 62 jaar, respectievelijk de eerdere spilleeftijd FPU bereikt, of bij opschuiving: het bereiken van het einde van de periode van opschuiving. De VUT-uitkering eindigt met ingang van de dag, volgende op die, waarop de werknemer is overleden. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de werknemer aan wie een uitkering is toegekend, wordt aan de weduwe of weduwnaar, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, een bedrag uitgekeerd gelijk aan de uitkering over een tijdvak van drie maanden. Bij ontbreken van een weduwe of weduwnaar, geschiedt de toekenning van bovengenoemd bedrag aan minderjarige wettige of natuurlijke kinderen of bij het ontbreken daarvan aan andere betrekkingen in de 1e of 2e graad, voor wie de overledene kostwinner was. Op dit bedrag wordt in mindering gebracht een uitkering, waarop de nagelaten betrekkingen van de overledene terzake van diens overlijden aanspraak kunnen maken krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid. f. Indien de werknemer geen VUT-aanvraag indient, dan wordt het recht op VUT door ABP opgeschoven tot een zo laat mogelijk moment voorafgaand aan het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Daarnaast vindt vervolgens uitstel plaats tot het moment waarop de hoogte van de VUT-uitkering de grens van 100% van het salaris bedoeld in artikel 4 lid a bereikt. Op dat moment gaat de VUT-uitkering in. Artikel 9 Inhoudingen op de uitkering Door ABP worden op de uitkeringen ingehouden: - de verschuldigde loonheffing, - het inkomensafhankelijke deel in de premie voor de zorgverzekering, - de door de werknemer verschuldigde pensioenpremie. Artikel 10 Neveninkomsten a. Indien de werknemer aan wie een uitkering wegens VUT wordt toegekend werkzaamheden verricht of gaat verrichten, is deze verplicht dit te melden aan het ABP en de voormalige werkgever. b. De inkomsten die de werknemer geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, worden op de VUT-uitkering in mindering gebracht, voor zover de totale inkomsten meer bedragen dan 100% van het maatgevend pensioengevend inkomen, waarop de VUT- uitkering is gebaseerd. De betreffende inkomsten zullen in mindering gebracht worden op de uitkering over het kalenderjaar waarop deze inkomsten betrekking hebben. c. Wanneer de werknemer arbeid of bedrijf ter hand heeft genomen meer dan één jaar voorafgaand aan de dag waarop de VUT-uitkering ingaat en na die dag uit die arbeid of dat bedrijf inkomsten of meer inkomsten gaat genieten, is lid b van dit artikel ten aanzien van die inkomsten, vermeerdering van inkomsten of een gedeelte daarvan niet van toepassing, indien de werknemer aannemelijk maakt dat die VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 7

inkomsten, vermeerdering van inkomsten of dat gedeelte daarvan noch het gevolg zijn van een verhoogde werkzaamheid, noch verband houden met de gewijzigde arbeidsduur. Door de werknemer wordt opgave gedaan van deze inkomsten bij het aanvragen van de VUT - uitkering, bij zowel de werkgever als het ABP. d. Bij ingang van de VUT-uitkering geldt voor de werknemer, dat er geen aanspraken meer bestaan op de werkgever als gevolg van uitkeringen wegens ziekte of aanvullingregelingen als gevolg van ziekte/ WAO of WIA. e. In bijzondere gevallen kan het bestuur van het in dit artikel bepaalde ten gunste van de werknemer afwijken. Artikel 11 Uitkering ten onrechte a. Het recht op uitkering kan door het ABP en/of SVUOV geheel of ten dele vervallen worden verklaard, indien de door de werknemer verstrekte gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of de vermindering van de uitkering niet, of niet volledig juist zijn. b. Indien teveel of ten onrechte een uitkering is betaald, kan hetgeen teveel of ten onrechte is betaald worden teruggevorderd. Artikel 12 Vaststelling en betaling van de bijdrage a. De werkgever is verplicht de door partijen vastgestelde premie maandelijks aan SVUOV af te dragen. b. De werkgever is verplicht op de tijdstippen, op de wijze en over de tijdvakken als door SVUOV bepaald, de gegevens te verstrekken die SVUOV nodig heeft om de door de werkgever af te dragen bijdragen vast te stellen. c. Indien de werkgever nalaat de door de SVUOV gevraagde gegevens te verstrekken, is SVUOV gerechtigd naar beste weten zelfstandig de volgens de CAO verschuldigde bijdrage vast te stellen. d. De werkgever is verplicht de door het bestuur van SVUOV vastgestelde bijdrage aan SVUOV af te dragen. Inhouding van de werknemerspremie geschiedt door en onder verantwoordelijkheid van de werkgever, die zelf tot afdracht daarvan aan SVUOV verplicht is. e. Bij niet-tijdige afdracht van de verschuldigde bijdrage of een eventueel gevorderd voorschot is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in verzuim. Naast de verschuldigde bijdragen is SVUOV dan bevoegd te vorderen de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag alsmede eventueel te maken buitengerechtelijke incassokosten, onverminderd het recht eventuele schade te verhalen. f. De buitengerechtelijke incassokosten worden gesteld op 15% van de verschuldigde premie, met een minimum van 75,--. g. De werknemer die een uitkering van ABP geniet, is verplicht om aan ABP opgave te doen van die gegevens die SVUOV voor de uitvoering van dit Reglement behoeft. Artikel 13 Onbillijkheden en onvoorzien a. In gevallen waarin de toepassing van de regeling leidt tot onbillijkheden kan het bestuur van SVUOV een beslissing nemen afwijkend van de bepalingen van het Reglement. b. In onvoorziene gevallen beslist het bestuur van SVUOV. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 8

Artikel 14 Overeenkomst ABP De werkgever en SVUOV sluiten met het ABP een overeenkomst voor de uitvoering van deze VUT regeling. ---------------------------------------------------------- Bijlage bij het Reglement VUT ABP werknemers. Tabel 1 Afbouwschema VUT Afbouw VUT bij beoogde uittredingsleeftijd van de eerste van de maand volgend op het bereiken van de leeftijd van 62 jaar of indien vroeger de spilleeftijd FPU VUT-leeftijd Geboortejaar Jaar Mnd duur VUT in maanden Jan + feb 1946 60 0 14 Mrt + apr 1946 60 1 13 Mei + jun 1946 60 2 12 Jul + aug 1946 60 3 11 Sept + okt 1946 60 4 10 Nov + dec 1946 60 5 9 Jan + feb 1947 60 6 8 Mrt + 1 apr 1947 60 7 7 2 t/m 30 apr 1947 60 7 17 Mei + jun 1947 60 8 16 Jul + aug 1947 60 9 15 Sept + okt 1947 60 10 14 Nov + dec 1947 60 11 13 Jan + feb1948 61 0 12 Mrt + apr 1948 61 1 11 Mei + jun 1948 61 2 10 Jul + aug 1948 61 3 9 Sept + okt 1948 61 4 8 Nov + dec 1948 61 5 7 Jan + feb 1949 61 6 6 Mrt + apr 1949 61 7 5 Mei + jun 1949 61 8 4 Jul + aug 1949 61 9 3 Sept + okt 1949 61 10 2 Nov + dec 1949 61 11 1 jan-50 62 0 0 VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 9

Tabel 2 Afbouwschema VUT-40 Afbouw VUT 40 dienstjaren (uitkeringsduur tot 1 e van de maand volgend op die waarin leeftijd 62 jaar wordt bereikt of indien dat eerder is de FPU-spilleeftijd) Datum waarop 40 dienstjaren wordt VUT ingang: bereikt: 1 31 Januari 2006 1 31 januari 2006 1 28 februari 2006 1 28 februari 2006 1 31 maart 2006 1 30 april 2006 1 30 april 2006 1 30 juni 2006 1 31 mei 2006 1 31 augustus 2006 1 30 juni 2006 1 31 oktober 2006 1 31 juli 2006 1 31 december 2006 1 31 augustus 2006 1 28 februari 2007 1 30 september 2006 1 30 april 2007 1 31 oktober 2006 1 30 juni 2007 1 30 november 2006 1 31 augustus 2007 1 31 december 2006 1 31 oktober 2007 1 31 januari 2007 1 31 december 2007 1 28 februari 2007 1 29 februari 2008 1 31 maart 2007 1 30 april 2008 1 30 april 2007 1 30 juni 2008 1 31 mei 2007 1 31 augustus 2008 1 30 juni 2007 1 31 oktober 2008 1 31 juli 2007 1 31 december 2008 1 31 augustus 2007 1 28 februari 2009 1 30 september 2007 1 30 april 2009 1 31 oktober 2007 1 30 juni 2009 1 30 november 2007 1 31 augustus 2009 1 31 december 2007 1 31 oktober 2009 1 31 januari 2008 1 31 december 2009 Vanaf februari 2009 Bij het bereiken van 42 dienstjaren REGLEMENT VUT SPOV WERKNEMERS Behorende bij de VUT CAO Openbaar Vervoer 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 Artikel 1 Deelnamemogelijkheid De werknemer, die voldoet aan de volgende voorwaarden: Uiterlijk op 31 december 2005 in dienst is van een bedrijf vallende onder de werkingssfeer van de VUT CAO Openbaar Vervoer, Geboren is vóór 1 januari 1950, Een geboortedatum heeft conform tabel 1 in de bijlage, of op de gewenste (gedeeltelijke) uittredingsdatum gedurende tenminste het aantal jaren en maanden (40 jaar of meer) genoemd in tabel 2 in de bijlage, in dienst is geweest van één of meer ondernemingen bedoeld in de CAO Openbaar Vervoer (zie art 2) VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 10

Deelnemer is bij de SPOV, Direct voorafgaand aan de gewenste (gedeeltelijke) ingangsdatum van de VUT-uitkering een ononderbroken diensttijd heeft van tenminste 10 jaar bij één of meer bij de SPOV aangesloten ondernemingen, vallende onder de werkingssfeer van de CAO Openbaar Vervoer, waarbij een onderbreking van twee maanden of minder niet als onderbreking wordt aangemerkt; heeft recht op een VUT-uitkering. Artikel 2 Bepaling 40 dienstjaren Een werknemer wordt in het kader van de VUT regeling geacht 40 dienstjaren te hebben volbracht, indien hij: f. Op het moment dat hij de 40 dienstjaren vol maakt deelnemer is van SPOV en kan voldoen aan een van de leden b t/m e van dit artikel. g. Voorafgaand aan het moment dat hij gebruik wenst te maken van de regeling, 40 jaren in dienst is geweest van één of meer ondernemingen, die vallen of vielen onder de werkingssfeer van de CAO Openbaar Vervoer of de CAO Autobusdienstondernemingen. Meerdere dienstverbanden kunnen bij elkaar worden opgeteld. h. In aanvulling op een aantal dienstjaren als bedoeld onder b, kan aantonen dat hij de ontbrekende diensttijd heeft vol gemaakt bij een ander openbaar vervoer bedrijf in Nederland, gedurende welke diensttijd hij pensioen heeft opgebouwd bij ABP, of SPF. i. In aanvulling op diensttijd als bedoeld onder b en c, kan aantonen dat hij de ontbrekende diensttijd heeft vol gemaakt in Nederlandse militaire dienst (eventueel doorgebracht in de voormalige overzeese gebiedsdelen), voor zover deze militaire diensttijd aansluit bij de onder b en c bedoelde diensttijd. Een onderbreking van twee maanden of minder wordt niet als onderbreking aangemerkt. j. In afwijking van de leden b t/m d, aansluitend dat aantal pensioenjaren heeft vol gemaakt als deelnemer van één of meer van de volgende pensioenfondsen: PST, SPOV, ABP, of SPF. Voorwaarde voor het recht op VUT op grond van dit artikel is tevens dat de werknemer vanaf het moment waarop hij de 40 dienstjaren bereikt tot de ingangsdatum van de VUT-uitkering onafgebroken in dienst is van één of meer bij de SPOV aangesloten ondernemingen, vallende onder de werkingssfeer van de CAO Openbaar Vervoer. In bijzondere gevallen kan het bestuur van de Stichting van het in dit lid bepaalde ten gunste van de werknemer afwijken. Artikel 3 Hoogte, duur en opbouw uitkering a. De hoogte van de VUT uitkering bedraagt 70% van het laatstelijk uit de dienstbetrekking genoten salaris, waarbij de in het salaris begrepen toeslagen en toelagen worden berekend naar het gemiddelde over de 3 kalendermaanden voorafgaande aan de maand waarin de VUT-uitkering voor het eerst (gedeeltelijk) ingaat. Onder toeslagen en toelagen wordt in ieder geval niet begrepen de vergoeding voor overuren. De uitkering wordt toegekend en uitgekeerd door de Stichting Vervroegd Uittreden Openbaar Vervoer (SVUOV). b. SVUOV neemt over de VUT uitkering de volgende financiële verplichtingen voor haar rekening: - werkgeversdeel van de pensioenpremie, - werkgeversbijdrage zorgverzekering ter hoogte van de inkomensafhankelijke bijdrage. c. Met betrekking tot de in te houden en af te dragen pensioenpremies geldt dat het werknemers- en werkgeversdeel worden vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende regeling in de CAO OV. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 11

d. De uitkering wordt in maandelijkse termijnen betaald. e De indexatie van de VUT-uitkering is voorwaardelijk. Het bestuur van SVUOV beoordeelt jaarlijks of en in welke mate de VUT-uitkeringen kunnen worden geïndexeerd. Als maatstaf voor de volledige of gedeeltelijkeindexatie hanteert het bestuur de ontwikkeling van het functieloon conform de CAO Openbaar Vervoer. f. De duur van de uitkering is gelijk aan de periode zoals aangegeven in het schema in de bijlage, behorend bij de geboortedatum van de werknemer, respectievelijk de diensttijd van de werknemer in combinatie met de uittredingsdatum. Voor de werknemer die vóór 1 januari 2006 recht had op een VUT-uitkering, maar daarvan geen gebruik heeft gemaakt, komen de vóór 1 januari 2006 ongebruikte maanden te vervallen. Artikel 4 Opbouw pensioen a. De periode, waarover een werknemer een VUT-uitkering ontvangt, telt mee als voor pensioen geldende diensttijd conform de bepalingen van het pensioenreglement. b. Op de VUT uitkering wordt een bijdrage in de pensioenpremie ingehouden, die gelijk is aan de helft van de bijdrage die op het voor de werknemer geldende salaris zou worden ingehouden. Artikel 5 Deeltijd-VUT a. De werknemer kan de keuze maken voor deeltijd-vut. Dit houdt in dat zijn VUT-uitkering gedeeltelijk ingaat op de dag waarop hij in aanmerking komt voor een VUT-uitkering. Voor het deel dat nog niet is ingegaan zijn de voorwaarden van toepassing die gelden voor iemand die in deeltijd werkt. b. Het percentage van deeltijd-vut kan worden uitgebreid. Een vermindering van het percentage deeltijd- VUT is niet mogelijk. c. Op de deeltijd-vut zijn ook de voorwaarden voor uitstel en vervroeging van toepassing. d. De werkgever beoordeelt het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur van een werknemer op basis van de criteria gesteld in de Wet Aanpassing Arbeidsduur. Artikel 6 Schuif-VUT a. De werknemer kan ervoor kiezen om de VUT-uitkering in te laten gaan op een later of eerder moment dan de dag waarop hij recht krijgt op een VUT-uitkering, onder gelijktijdig en evenredig opschuiven van de einddatum van de VUT-uitkering. Opschuiven van de ingangsdatum is alleen mogelijk zolang en voor het deel dat de deelnemer vanaf het recht op VUT-uitkering in dienstbetrekking werkzaam blijft. De ingangsdatum van de VUT-uitkering is bij de keuze voor opschuiven de eerste dag van de maand waarvoor de werknemer heeft gekozen. De einddatum is de laatste datum die valt binnen de periode waarop volgens de tabel in de bijlage recht bestaat op een VUT-uitkering, geteld vanaf de ingangsdatum. De einddatum is uiterlijk de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt. b. Opschuiven van de VUT-uitkering is mogelijk in combinatie met uitstel of vervroeging zoals bedoeld in artikel 7. Artikel 7 Uitstel of vervroeging van de ingangsdatum en de hieraan gekoppelde verhoging of verlaging van de VUT-uitkering a. De werknemer kan ervoor kiezen om de VUT-uitkering in te laten gaan op een later of eerder moment dan de dag waarop hij volgens de tabel in de bijlage recht krijgt op een VUT-uitkering. Uitstel van de VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 12

ingangsdatum is alleen mogelijk zolang en voor het deel dat de deelnemer vanaf het recht op VUTuitkering in dienstbetrekking werkzaam blijft. De ingangsdatum van de VUT-uitkering is bij de keuze voor uitstel of vervroeging de eerste dag van de maand waarvoor de werknemer heeft gekozen. De VUT-uitkering gaat uiterlijk in op de eerste dag van de maand waarin door toepassing van lid b de hoogte van de VUT-uitkering de grens van 100% van het laatstelijk uit de dienstbetrekking genoten salaris bereikt. b. Een uitgestelde VUT-uitkering wordt verhoogd volgens de door het bestuur van SVUOV vastgestelde rekenregels. c. Een vervroegde VUT-uitkering wordt verlaagd volgens de door het bestuur van SVUOV vastgestelde rekenregels. Artikel 8 Aanvraag, ingangsdatum en einddatum a. De werknemer die een aanpassing van de arbeidsduur wenst, dient hiertoe uiterlijk 4 maanden voor de gewenste ingangsdatum een verzoek in bij de werkgever. b. Teneinde te kunnen vaststellen of hij aan alle te stellen voorwaarden voldoet, dient de werknemer tijdig, doch uiterlijk 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum, via de werkgever een verzoek in bij SVUOV om in aanmerking te komen voor deze regeling. De werknemer deelt daarbij mee met ingang van welke datum en voor welke omvang hij een VUT-uitkering aanvraagt. De werkgever stuurt het verzoek van de werknemer ingeval van deeltijd-vut uitsluitend ter beoordeling aan SVUOV door, indien hij instemt met het aanpassen van de arbeidsduur waarom de werknemer heeft verzocht. c. Het tijdstip van ingang van de VUT-uitkering ligt niet vroeger dan de dag waarop de werknemer voldoet aan de voorwaarde van 10 dienstjaren (artikel 1) of 40 dienstjaren (artikel 2). d. De VUT-uitkering eindigt op de eerste dag van de maand, waarin de werknemer de leeftijd van 62 jaar bereikt, of bij opschuiving: het bereiken van het einde van de periode van opschuiving. De einddatum is uiterlijk de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt. e. De VUT-uitkering eindigt met ingang van de dag, volgende op die, waarop de werknemer is overleden. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de werknemer aan wie een uitkering is toegekend, wordt aan de weduwe of weduwnaar, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, een bedrag uitgekeerd gelijk aan de uitkering over een tijdvak van drie maanden. Bij ontbreken van een weduwe of weduwnaar, geschiedt de toekenning van bovengenoemd bedrag aan minderjarige wettige of natuurlijke kinderen of bij het ontbreken daarvan aan andere betrekkingen in de 1e of 2e graad, voor wie de overledene kostwinner was. Op dit bedrag wordt in mindering gebracht een uitkering, waarop de nagelaten betrekkingen van de overledene terzake van diens overlijden aanspraak kunnen maken krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid. f. Indien de werknemer geen VUT-aanvraag indient, dan wordt het recht op VUT door SVUOV opgeschoven tot een zo laat mogelijk moment voorafgaand aan het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Daarnaast vindt vervolgens uitstel plaats tot het moment waarop de hoogte van de VUT-uitkering de grens van 100% van het laatstelijk uit de dienstbetrekking genoten salaris bereikt. Op dat moment gaat de VUT-uitkering in. Artikel 9 Inhoudingen op de uitkering Door SVUOV worden op de uitkeringen ingehouden: - de verschuldigde loonheffing, - het inkomensafhankelijke deel in de premie voor de zorgverzekering, - de door de werknemer verschuldigde pensioenpremie. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 13

Artikel 10 Neveninkomsten a. Indien de werknemer aan wie een uitkering wegens VUT wordt toegekend werkzaamheden verricht of gaat verrichten, is deze verplicht dit te melden bij SVUOV. b. De inkomsten die de werknemer geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, worden op de VUT-uitkering in mindering gebracht, voor zover de totale inkomsten meer bedragen dan 100% van het pensioengevend inkomen waarop de VUT-uitkering is gebaseerd. De betreffende inkomsten zullen in mindering gebracht worden op de uitkering over het kalenderjaar waarop deze inkomsten betrekking hebben. c. Wanneer de werknemer arbeid of bedrijf ter hand heeft genomen meer dan één jaar voorafgaand aan de dag waarop de VUT-uitkering ingaat en na die dag uit die arbeid of dat bedrijf inkomsten of meer inkomsten gaat genieten, is lid b ten aanzien van die inkomsten, vermeerdering van inkomsten of een gedeelte daarvan niet van toepassing, indien de werknemer aannemelijk maakt dat die inkomsten, vermeerdering van inkomsten of dat gedeelte daarvan noch het gevolg zijn van een verhoogde werkzaamheid, noch verband houden met de gewijzigde arbeidsduur. Door de werknemer wordt opgave gedaan van deze inkomsten bij het aanvragen van de VUT-uitkering, bij zowel de werkgever als SVUOV. d. Bij ingang van de VUT-uitkering geldt voor de werknemer, dat er geen aanspraken meer bestaan op de werkgever als gevolg van uitkeringen wegens ziekte of aanvullingregelingen als gevolg van ziekte/ WAO of WIA. e. In bijzondere gevallen kan het bestuur van het in dit artikel bepaalde ten gunste van de werknemer afwijken. Artikel 11 Uitkering ten onrechte c. Het recht op uitkering kan door SVUOV geheel of ten dele vervallen worden verklaard, indien de door de werknemer verstrekte gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of de vermindering van de uitkering niet, of niet volledig juist zijn. d. Indien teveel of ten onrechte een uitkering is betaald, kan hetgeen teveel of ten onrechte is betaald worden teruggevorderd. Artikel 12 Vaststelling en betaling van de bijdrage a. De werkgever is verplicht de door partijen vastgestelde premie maandelijks aan SVUOV af te dragen. b. De werkgever is verplicht op de tijdstippen, op de wijze en over de tijdvakken als door SVUOV bepaald, de gegevens te verstrekken die SVUOV nodig heeft om de door de werkgever af te dragen bijdragen vast te stellen. c. Indien de werkgever nalaat de door de Stichting gevraagde gegevens te verstrekken, is SVUOV gerechtigd naar beste weten zelfstandig de volgens de CAO verschuldigde bijdrage vast te stellen. d. De werkgever is verplicht de door het bestuur van SVUOV vastgestelde bijdrage aan SVUOV af te dragen. Inhouding van de werknemerspremie geschiedt door en onder verantwoordelijkheid van de werkgever, die zelf tot afdracht daarvan aan SVUOV verplicht is. e. Bij niet-tijdige afdracht van de verschuldigde bijdrage of een eventueel gevorderd voorschot is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in verzuim. VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 14

Naast de verschuldigde bijdragen is SVUOV dan bevoegd te vorderen de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag alsmede eventueel te maken buitengerechtelijke incassokosten, onverminderd het recht eventuele schade te verhalen. f. De buitengerechtelijke incassokosten worden gesteld op 15% van de verschuldigde premie, met een minimum van 75,--. g. De werknemer die een uitkering van SVUOV geniet, is verplicht om aan SVUOV opgave te doen van die gegevens die SVUOV voor de uitvoering van dit Reglement behoeft. Artikel 13 Onbillijkheden en onvoorzien a. In gevallen waarin de toepassing van de regeling leidt tot onbillijkheden kan het bestuur van SVUOV een beslissing nemen afwijkend van de bepalingen van het Reglement. b. In onvoorziene gevallen beslist het bestuur van SVUOV. ------------------------------- VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 15

Bijlage bij het Reglement VUT SPOV werknemers. Tabel 1 Afbouwschema VUT Afbouw VUT (uitkeringsduur tot 1 e van de maand waarin leeftijd 62 jaar wordt bereikt) VUT-leeftijd Geboortejaar Jaar Mnd duur VUT in maanden Jan + feb 1946 60 0 24 Mrt + apr 1946 60 1 23 Mei + jun 1946 60 2 22 Jul + aug 1946 60 3 21 Sept + okt 1946 60 4 20 Nov + dec 1946 60 5 19 Jan + feb 1947 60 6 18 Mrt + apr 1947 60 7 17 Mei + jun 1947 60 8 16 Jul + aug 1947 60 9 15 Sept + okt 1947 60 10 14 Nov + dec 1947 60 11 13 Jan + feb1948 61 0 12 Mrt + apr 1948 61 1 11 Mei + jun 1948 61 2 10 Jul + aug 1948 61 3 9 Sept + okt 1948 61 4 8 Nov + dec 1948 61 5 7 Jan + feb 1949 61 6 6 Mrt + apr 1949 61 7 5 Mei + jun 1949 61 8 4 Jul + aug 1949 61 9 3 Sept + okt 1949 61 10 2 Nov + dec 1949 61 11 1 jan-50 62 0 0 VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 16

Tabel 2 Afbouwschema VUT-40 Afbouw VUT 40 dienstjaren (uitkeringsduur tot 1 e van de maand waarin leeftijd 62 jaar wordt bereikt) Datum waarop 40 dienstjaren wordt VUT ingang: bereikt: 1 31 Januari 2006 1 31 januari 2006 1 28 februari 2006 1 28 februari 2006 1 31 maart 2006 1 30 april 2006 1 30 april 2006 1 30 juni 2006 1 31 mei 2006 1 31 augustus 2006 1 30 juni 2006 1 31 oktober 2006 1 31 juli 2006 1 31 december 2006 1 31 augustus 2006 1 28 februari 2007 1 30 september 2006 1 30 april 2007 1 31 oktober 2006 1 30 juni 2007 1 30 november 2006 1 31 augustus 2007 1 31 december 2006 1 31 oktober 2007 1 31 januari 2007 1 31 december 2007 1 28 februari 2007 1 29 februari 2008 1 31 maart 2007 1 30 april 2008 1 30 april 2007 1 30 juni 2008 1 31 mei 2007 1 31 augustus 2008 1 30 juni 2007 1 31 oktober 2008 1 31 juli 2007 1 31 december 2008 1 31 augustus 2007 1 28 februari 2009 1 30 september 2007 1 30 april 2009 1 31 oktober 2007 1 30 juni 2009 1 30 november 2007 1 31 augustus 2009 1 31 december 2007 1 31 oktober 2009 1 31 januari 2008 1 31 december 2009 Vanaf februari 2009 Bij het bereiken van 42 dienstjaren VUT CAO Openbaar Vervoer 2006-2010 17