nieuws flash n r 5 Nieuwjaarswensen 2011 Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders Nekkerspoelstraat 55 2800 Mechelen Telefoon 03-886 51 77 kantoor Discart 03-218 28 00 kantoor Brackeva 015-21 95 75 kantoor Van Lierde Fax 015-21 02 12 kantoor Van Lierde E-mail cvg@mail.gdw.be De CVG wenst al haar leden en confraters een heilzaam en voorspoedig 2011. -een jaar waarin ons land de regering en het daadkrachtig bestuur krijgt waar het recht op heeft, -een jaar waar wijsheid, dienstbaarheid en termijnvisie primeren op rancunes, baatzucht en gewin op korte termijn, -een jaar waarin de modernisering van justitie en een transparante rechtsuitvoering zichtbaar vooruitgaan, -een jaar waarin we eindelijk de aanzet kunnen geven voor een nieuw statuut voor de gerechtsdeurwaarder en een geactualiseerde deontologie, gebaseerd op een grondige evaluatie, -een jaar waarin de CVG op een constructieve manier aan een legitieme toekomst voor ons beroep wil verder werken, -een jaar waarin de CVG hoopt op u te kunnen rekenen. Want uw steun is onze inzet! Namens de Raad van bestuur van de CVG, Website www.cvg.be Bank 068-2321248-65 Guido Discart, Voorzitter Johan Van Lierde, secretaris Raad van Bestuur Guido Discart Voorzitter Marc Brackeva Ondervoorzitter Jan Eyskens Penningmeester Johan Van Lierde Secretaris Marc Beerten Paul Bruloot Peter Coene Frank De Smet Gilbert De Wilde Francis Snoeck Peter Van Noten Productie Vanwittenbergh&Partners Verantwoordelijke uitgever Guido Discart Veemarkt 25, 2800 Mechelen DOSSIER : Toepassingsmodaliteiten Centraal elektronisch Bestand In deze CVG-Nieuwsflash bieden we u een bruikbaar overzicht met een stroomdiagram waarin schematisch de nieuwe werkwijze met betrekking tot de neerlegging en opheffing van berichten in het CBB in kaart wordt gebracht. We danken CVG-bestuurder en confrater Francis Snoeck voor de samenstelling van dit belangrijke dossier. Een CVG-Nieuwsflash om bij te houden!
INWERKINGTREDING VAN HET CENTRAAL ELEKTRONISCH BESTAND VAN BERICHTEN VAN BESLAG, DELEGATIE, OVERDRACHT EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING Wet van 29 mei 2000 De wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het gerechtelijk wetboek (BS, 09 augustus 2000), gewijzigd en aangevuld door de wet van 27 maart 2003 (BS, 28 mei 2003, wegens materiële fouten opnieuw bekend gemaakt in het BS van 16 juli 2003) treedt nu eindelijk -meer dan tien jaar na haar publicatie- in werking op 29 januari 2011 (KB 07/12/2010 - BS, 17 december 2010). De artikelen welke geen verband houden met het centraal elektronisch bestand van beslagberichten (CBB) waren reeds in werking getreden in 2001. Nu dus ook de artikelen betreffende het CBB zelf, wat het beslagrecht in se en vooral de neerlegging en opheffing van beslagberichten ingrijpend zal veranderen. Artikel 1524 Ger.W. onvolkomenheden Zoals ook aangegeven in de Memorie van Toelichting bij de wet van 29 mei 2000, waren en zijn er verschillende goede argumenten om de beslagberichten op nationaal vlak elektronisch te organiseren. Eén van de belangrijkste doelstellingen was de bescherming van de schuldenaar tegen opeenvolgende nutteloze beslagen en de inperking van de uitvoeringskosten. Op zich een rationeel begrijpelijk uitgangspunt, maar door de ongelukkige formulering van het inmiddels fameuze artikel 1524 Ger.W. (in de wet van 29.05.2000: zie verder) dreigde het uitvoerend roerend beslag te verzanden in een verlammende collectieve procedure. De versie van artikel 1524 Ger.W. zoals geformuleerd in de wet van 29.05.2000 is gelukkig nooit in werking getreden, maar ook de huidige versie van artikel 1524 Ger.W. is zelden of nooit toegepast: het beslag bij vergelijking (oude formulering) bleek een veel moeilijker te gebruiken procedure dan het eenvoudigweg leggen van een nieuw beslag. In de praktijk had dit tot gevolg dat jaren lang lastens éénzelfde schuldenaar beslag op beslag op dezelfde goederen werd gelegd, met alle kritiek vandien (hoge kosten, te veel beroep op de politie e.d.). De wet voorzag evenwel niet echt in een andere oplossing: niet in artikel 1524 Ger.W. hetgeen zoals hierboven uiteengezet niet werkbaar is en niet in artikel 1515 Ger.W. met betrekking tot het verzet tegen afgifte van de prijs hetgeen geen mogelijkheid biedt om te participeren in afkortingen en enkel een rol speelt in geval van een effectieve openbare verkoop en dat is nu net wat men in ieders belang wil vermijden.
Leitmotiv van de wet van 29 mei 2000 Het verminderen van de talloze opeenvolgende beslagen op dezelfde goederen van eenzelfde schuldenaar was dus het leitmotiv van de wet van 29 mei 2000. In de wet van 29 mei 2000 had de wetgever art. 1524 Ger.W. zodanig geherformuleerd dat een schuldeiser met een uitvoerbare titel zijn dossier kon overmaken aan de gerechtsdeurwaarder die reeds beslag legde en hem kon vragen bij de afbetalingen betrokken te worden of over te gaan tot verkoop. Dit impliceerde meteen het einde van individuele uitvoeringsprocedures en voerde de facto een collectief beslag in. Onmiddellijk kwam dan het probleem op de proppen hoe de afkortingen tussen de diverse schuldeisers moesten verdeeld worden: minnelijk, samenloop met pondspondsgewijze verdeling (wat kleine vorderingen oninvorderbaar zou maken), of evenredige verdeling met respectering van voorrechten en hypotheken. Dit zou rechtsonzekerheid creëren en een hoop rompslomp en kosten impliceren. Inbreng van de CVG : herstelwet van 27 maart 2003 Nu het enerzijds de bedoeling van de wetgever was opeenvolgende nutteloze beslagen te verminderen, en men hier uiteraard niet kon van afwijken, en anderzijds de invorderingsprocedures hopeloos ingewikkeld en onwerkbaar dreigden te worden, is in een werkgroep van de CVG een oplossing gevonden in het herschrijven van art. 1524 Ger.W., met de invoering van het principe van het gemeen gemaakt roerend beslag. Eenmaal een beslag is gelegd en gemeld in het centraal bestand kunnen andere schuldeisers op basis van een overgemaakt gewaarmerkt afschrift van dat beslag, afgeleverd door een eerder beslagleggende gerechtsdeurwaarder hun invordering zelf opstarten lastens de schuldenaar door tussenkomst van de voor hen instrumenterende gerechtsdeurwaarder. Het eerste of beter gezegd een uitgebreider eerder beslag is dus de basis waarop navolgende schuldeisers hun invordering kunnen enten. De volharding en doorzettingsdrang van de CVG heeft geleid tot de herstelwet van 27 maart 2003, waarbij diverse verbeteringen aan de wet van 29 mei 2000 zijn aangebracht, niet in het minst de herformulering van art. 1524 Ger.W. De CVG biedt als bijlage een stroomdiagram aan waarin schematisch de nieuwe regels met betrekking tot de neerlegging en opheffing van berichten in het CBB in kaart worden gebracht. Tevens als bijlage drie modellen die u kunnen inspireren om uw wordtemplates aan te passen aan de gewijzigde wetgeving (brief opvraging gewaarmerkt afschrift, akte uitvoerend beslag op roerend goed/beslag bij vergelijking en uitbreiding en vooral als meest innovatieve akte het gemeengemaakt beslag met verkoopdagstelling). Alle voorstellen tot verbetering, verfijning en aanpassing van deze modellen zijn welkom.
De implementatie van de nieuwe regelgeving in de praktijk zal de nodige aanpassingen van onze workflow vergen; vele vragen en problemen zullen pas duidelijk aan de oppervlakte komen door het dagelijks gebruik. Het nieuwe art. 1524 Ger.W. en vooral de neerlegging en opheffing van beslagberichten is nu wel een erg technische kwestie geworden die veel aandacht van de gerechtsdeurwaarders en hun medewerkers zal vergen. Incongruentie tussen wettekst en uitvoerend K.B. De incongruentie tussen de wettekst en het K.B. alleen al zal voor de nodige problemen zorgen; bij wijze van voorbeeld: art. 1390 quinquies Ger.W. bepaalt dat wanneer de verdeling definitief is, de gerechtsdeurwaarder die ze heeft opgemaakt, deze verdeling volgens de door de Koning bepaalde modaliteiten laat vermelden op het betrokken bericht in het bestand. Art. 4 van het K.B. bepaalt dat dit dan gebeurt door de titularis van het bericht, dit wil zeggen de gerechtsdeurwaarder die het aanvankelijke beslagbericht heeft neergelegd. De wet zelf zegt daar niets over. De vraag is of de opstellers van het K.B. het gebruik van het CBB hierdoor niet nodeloos ingewikkeld maken. Dit geeft sowieso problemen bij overdracht van een dossier van de ene gerechtsdeurwaarder naar de andere of ook in geval van verhuis van een schuldenaar, waarbij de gerechtsdeurwaarder die de goederen verkoopt en de verdeling doet moet terugkoppelen naar de gerechtsdeurwaarder (eventueel in een ander arrondissement) die het beslag legde. Ook dreigen de gerechtsdeurwaarders in Brussel massaal opdrachten te krijgen om melding te maken van de evenredige verdeling op het bericht van beslag onder derden dat zij neerlegden. Het K.B. zal moeten aangepast worden om de gerechtsdeurwaarder die het dossier beheert toe te laten zelf alle berichten of wijzigingen daaraan neer te leggen. De wet bepaalt niet dat enkel de auteur van een bericht de nodige wijzigingen, verbeteringen of aanvullingen kan doen; integendeel, uit art. 1390 quater in fine Ger.W. blijkt overduidelijk dat niet enkel de aanvankelijke auteur aanvullingen kan doen op een bericht. De rechtsgeldigheid van art. 4 van het K.B. kan dan ook in twijfel getrokken worden. Ongetwijfeld zal de praktijk nog andere problemen aan de oppervlakte brengen. Evaluatie noodzakelijk Een evaluatie na enkele maanden gebruik van het CBB zal zeker nodig zijn. De CVG acht het nuttig dat u alle praktische problemen die u ondervindt bij het gebruik van het CBB inventariseert; bij een tussentijdse evaluatie kunnen dan voorstellen gedaan worden om de knelpunten op te lossen. Opmerkingen en suggesties graag richten aan: cbb@gdwsnoeck.be
BIJLAGE 1 - brief opvragen beslag Geachte Confrater, Betreft: M. ref.: In de zaak onder referte vermeld, ben ik gelast met een uitvoeringsdossier, op verzoek van: xxxxxxxx lastens:xxxxxxxx krachtens: xxxxxxxx. Op xx/xx/xxxx ben ik overgegaan tot betekening met bevel tot betalen [op xx/xx/xxxx heb ik voormelde titel betekend waarna ik op xx/xx/xxxx ben overgegaan tot betekening van een bevel tot betalen] Uit raadpleging van het CBB blijkt dat u lastens voormelde persoon bent overgegaan tot proces-verbaal van uitvoerend op roerend goed. Ik verzoek u conform artikel 1524, eerste lid Ger.W. mij te willen bevestigen dat dit uitvoerend beslag op roerend goed tot op heden niet is opgeheven of in rechte aangevochten, en ik verzoek u mij van dit beslag een gewaarmerkt afschrift over te maken, met uw kostenstaat. Conform artikel 1524, laatste lid Ger.W. zal ik dit afschrift aanwenden ter invordering van de schuld krachtens voormelde uitvoerbare titel. Met confraternele groeten,
BIJLAGE 2 - beslag bij vergelijking en uitbreiding Dossiernummer: Ref. opdrachtgever : Registratierechten - Toepassing van art. 8bis W. Reg. : Registratierecht : 25 Het jaar tweeduizend en elf, op Op verzoek van: UITVOEREND BESLAG OP ROEREND GOED BESLAG BIJ VERGELIJKING EN UITBREIDING (art. 1524 Ger.W.) Krachtens: De uitgifte in uitvoerbare vorm afgeleverd van [titel] -betekend op **/**/**** -krachtens welke titel bevel tot betalen betekend is op **/**/**** [of] -betekend met bevel tot betalen op **/**/**** Aangezien tot op heden geen of geen voldoende gevolg is gegeven aan voormeld bevel tot betalen, heb ik, ondergetekende, HERHAALD BEVEL GEDAAN AAN: waar ik was en de betekening dezer conform alle wettelijke voorschriften en zonodig onder gesloten omslag heb gedaan door afgifte of achterlating van de stukken aan : -alzo verklaard, die het origineel niet heeft getekend voor ontvangst. -dat adres om uur, hebbende daar niemand aangetroffen om rechtsgeldig aan te betekenen. Om onmiddellijk aan verzoekende partij(en) te betalen, in mijn handen tegen goede en geldige kwijting, de hierna vermelde sommen : Dit zonder nadeel aan alle overige rechten, vorderingen en intresten van verzoekende partij(en) en kosten van verdere tenuitvoerlegging, en onder voorbehoud van materiële vergissing. Onder aftrek evenwel van de sommen die geadresseerde kan bewijzen geldig op afkorting te hebben betaald.
BIJLAGE 2 - beslag bij vergelijking en uitbreiding Aan geadresseerde(n) verklarende dat bij gebreke hier dadelijk gevolg aan te geven, hij/zij daartoe zal (zullen) gedwongen worden door alle rechtsmiddelen, en ondermeer door de onmiddellijke inbeslagname van haar (hun) roerende goederen door middel van het beslag bij vergelijking en uitbreiding. Gelet op de raadpleging van het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling op **/**/**** om **.** uur. [of toepassing maken van artikel 1391 2, 2 de lid Ger.W. waarbij de verklaring die voormelde gegevens bevat afgegeven door het bestand van berichten als bijlage aan het exploot wordt gehecht] Gelet op het proces-verbaal van uitvoerend beslag op roerend goed op xx/xx/xxxx gelegd op verzoek van xxxxxxxxxxxxxxxxxxx lastens huidige geadresseerde(n) door gerechtsdeurwaarder xxxxxxxxxxxxxxxxxxx, van welk proces-verbaal op xx/xx/xxxx een gewaarmerkt afschrift is afgeleverd, van welk gewaarmerkt afschrift samen met het afschrift dezer een voor éénsluidend verklaarde kopie wordt meebetekend en waaraan te dezen uitdrukkelijk wordt gerefereerd. [* ik word bijgestaan door politieagent, afgevaardigd door de commissaris/zonechef van de politiezone van de plaats van het beslag, optredend als openbare macht en/of om mij in de mogelijkheid te stellen over te gaan tot het openbreken der deuren conform art. 1504 Ger.W. * ] En aangezien ik geen betaling bekom, heb ik na vergelijking van de voor beslag vatbare goederen met het voormelde proces-verbaal van uitvoerend beslag op roerend goed, a) de hiernabeschreven roerende goederen bij uitbreiding uitvoerend in beslag genomen (met inachtneming van de bepalingen van art. 1408 Ger.W.), als volgt : INVENTARIS VAN DE BIJ UITBREIDING IN BESLAGGENOMEN GOEDEREN: b) vastgesteld dat de hierna opgesomde roerende goederen, uitvoerend in beslag genomen bij voormeld proces-verbaal van uitvoerend beslag ter plaatse niet meer aan te treffen zijn en ontdragen werden: c) vastgesteld dat alle overige goederen opgenomen in het voormeld proces-verbaal van uitvoerend beslag op roerend goed nog aanwezig zijn en dat deze goederen hierbij beschouwd worden als herhaald in beslag genomen. Dit alles onder voorbehoud van alle rechten van verzoekende partij. Hierna volgt de wettekst van de artt. 490bis Sw, 507 Sw, 1408 par. 3 Ger.W. en 1526bis Ger.W. : Art. 490bis Sw :
BIJLAGE 2 - beslag bij vergelijking en uitbreiding Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderdduizend euro of met een van die straffen alleen, wordt gestraft hij die bedrieglijk zijn onvermogen heeft bewerkt en aan de op hem rustende verplichtingen niet heeft voldaan. Dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft bewerkt, kan worden afgeleid uit enige omstandigheid waaruit blijkt dat hij zich onvermogend heeft willen maken. Ten aanzien van de derde die mededader of medeplichtige is, vervalt de strafvordering wanneer hij de hem overhandigde goederen teruggeeft. Art. 507 Sw : Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro worden gestraft de beslagene en allen die voorwerpen waarop tegen hem beslag is gedaan, in zijn belang bedrieglijk vernietigen of wegmaken. Dezelfde bepaling is van toepassing op de echtgenoot of op hen die in zijn belang roerende goederen vernietigen, beschadigen of wegmaken, ten aanzien waarvan een maatregel is uitgevaardigd als bedoeld in art. 223 van het Burgerlijk Wetboek en in de artikelen 1253septies, tweede lid, en 1280 van het Gerechtelijk Wetboek. Art. 1408 par. 3 Ger.W. : De moeilijkheden inzake de toepassing van dit artikel worden beslecht door de beslagrechter op grond van het proces-verbaal van beslaglegging, waarin de opmerkingen van de beslagene, op straffe van verval aan de gerechtsdeurwaarder mee te delen, hetzij op het tijdstip van het beslag, hetzij BINNEN VIJF DAGEN na de betekening van de eerste akte van beslag, worden aangetekend. Bij de neerlegging ter griffie van een afschrift van het proces-verbaal van beslaglegging door de gerechtsdeurwaarder of door de meest gerede partij, binnen vijftien dagen na de overhandiging van het afschrift van dat proces-verbaal of, indien daartoe grond bestaat, van de betekening van het beslag aan de schuldenaar, bepaalt de beslagrechter dag en uur van het onderzoek en de regeling van de moeilijkheden, de schuldeiser en de schuldenaar vooraf gehoord of opgeroepen. De griffier roept de partijen op en verwittigt de instrumenterende gerechtsdeurwaarder. De procedure kan niet worden voortgezet indien de in het vorige lid bedoelde neerlegging van het afschrift van het proces-verbaal niet heeft plaatsgehad. De vordering schorst de vervolging, doch de goederen blijven onder beslag totdat uitspraak is gedaan. De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen; zijn beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep; de rechtspleging kan onmiddellijk worden hervat. Art. 1526bis Ger.W. : De schuldenaar tegen wie een uitvoerend beslag op roerend goed geschiedt, kan de in beslag genomen goederen in der minne verkopen ten einde de opbrengst ervan aan te wenden voor de betaling van de schuldeisers. Op straffe van verval moet de schuldenaar BINNEN DE TIEN DAGEN na de betekening van de beslaglegging de gerechtsdeurwaarder in kennis stellen van de hem gedane voorstellen. Wanneer de gerechtsdeurwaarder meent dat deze voorstellen ontoereikend zijn of wanneer de schuldeiser bewijst dat deze ontoereikend zijn, wordt met het verzoek tot verkoop in der minne geen rekening gehouden. Behalve indien de weigering om met de verkoop in te stemmen is ingegeven door de bedoeling om de schuldenaar te benadelen, kan de schuldeiser niet aansprakelijk worden gesteld. De overdracht van de eigendom van het goed is afhankelijk van de betaling van de prijs ervan in handen van de gerechtsdeurwaarder binnen acht dagen na de aanvaarding van het aankoopbod. Bij niet-naleving van die termijn kunnen de goederen onverwijld openbaar te koop worden gesteld. Na betaling van de prijs in handen van de gerechtsdeurwaarder, maakt deze proces-verbaal op van verkoop in der minne met vermelding van de identiteit van de koper en verkoper, de betaalde prijs en de omschrijving van de verkochte goederen. Hij stelt hiervan een afschrift ter beschikking van de koper. Het proces-verbaal wordt binnen de 24 uur aangezegd aan de griffier, in de vorm van een bericht van beslag, als bedoeld in artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek. Vervolgens heb ik de geadresseerde(n) aangezegd dat in geval van niet tijdige betaling van de verschuldigde bedragen, alle beslagen goederen openbaar en gerechtelijk zullen verkocht worden in de Veilingzaal van de Gerechtsdeurwaarders te ****************** op ********************************* Tevens heb ik de geadresseerde(n) aangemaand op de verkoop aanwezig te zijn, welke verkoop zal doorgaan zowel in aanwezigheid als afwezigheid van geadresseerde(n). Aanwezige getuige(n) : -meerderjarige Belg, die woonplaats kiest op mijn kantoor.
BIJLAGE 2 - beslag bij vergelijking en uitbreiding Van dit alles heb ik dit proces-verbaal opgemaakt, dat is ondertekend door mij, de getuige(n) en eventueel voormelde agent(en). Kost : Eventueel meer aantekenport. Registratierechten - Toepassing van art. 8bis W. Reg. : Registratierecht : 25 VR RS VACB VAC RINL ROLG ROLA RBBN + uitschot CBB RBBD ZAAL REG GET RS GET POL SLM TOT AZ ALGT
BIJLAGE 3 - gemeengemaakt beslag met nieuwe verkoopdagstelling Dossiernummer: Ref. opdrachtgever : Het jaar tweeduizend en elf, op Op verzoek van: GEMEENGEMAAKT BESLAG MET VERKOOPDAGSTELLING (art. 1524 Ger.W.) -woonplaats kiezend in het kantoor van ondergetekende. Krachtens: De uitgifte in uitvoerbare vorm afgeleverd van [titel] -betekend op -krachtens welke titel bevel tot betalen is betekend op [of] -betekend met bevel tot betalen op Aangezien tot op heden geen of geen voldoende gevolg is gegeven aan voormeld bevel tot betalen, heb ik, ondergetekende, HERHAALD BEVEL GEDAAN AAN: waar ik was en de betekening dezer conform alle wettelijke voorschriften en zonodig onder gesloten omslag heb gedaan door afgifte of achterlating van de stukken aan : -alzo verklaard, die het origineel niet heeft getekend voor ontvangst. -dat adres om uur, hebbende daar niemand aangetroffen om rechtsgeldig aan te betekenen. Om onmiddellijk aan verzoekende partij(en) te betalen, in mijn handen tegen goede en geldige kwijting, de hierna vermelde sommen : Dit zonder nadeel aan alle overige rechten, vorderingen en intresten van verzoekende partij(en) en kosten van verdere tenuitvoerlegging, en onder voorbehoud van materiële vergissing.
BIJLAGE 3 - gemeengemaakt beslag met nieuwe verkoopdagstelling Onder aftrek evenwel van de sommen die geadresseerde(n) kan (kunnen) bewijzen geldig op afkorting te hebben betaald. Aan geadresseerde(n) verklarende dat bij gebreke hier dadelijk gevolg aan te geven, hij/zij daartoe zal (zullen) gedwongen worden door alle rechtsmiddelen. Gelet op de raadpleging van het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling op **/**/**** om **.** uur. [of toepassing maken van artikel 1391 2, 2 de lid Ger.W. waarbij de verklaring die voormelde gegevens bevat afgegeven door het bestand van berichten als bijlage aan het exploot wordt gehecht] En aangezien ik geen betaling bekom en gelet op art. 1524, 1, 3 en 6 lid Ger.W. heb ik aan de geadresseerde(n) aangezegd dat deze invordering geschiedt op basis van het uitvoerend beslag op roerend goed, gelegd op **/**/**** op verzoek van ************* lastens huidige geadresseerde(n) door gerechtsdeurwaarder *******, van welk beslag mij een gewaarmerkt afschrift is afgeleverd, van welk gewaarmerkt afschrift samen met de kopie van deze akte een éénsluidend verklaarde kopie wordt meebetekend en waaraan te dezen uitdrukkelijk wordt gerefereerd. Dit alles onder voorbehoud van alle rechten van verzoekende partij. Ter informatie van de geadresseerde(n) en conform de wettelijke verplichtingen volgt hierna de tekst van de artt. 490bis Sw., 507 Sw., 1408 3 Ger.W. en 1526bis Ger.W., die de geadresseerde(n) nog steeds moet(en) naleven en waarop de geadresseerde(n) opnieuw beroep kan (kunnen) doen: Art. 490bis Sw : Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderdduizend euro of met een van die straffen alleen, wordt gestraft hij die bedrieglijk zijn onvermogen heeft bewerkt en aan de op hem rustende verplichtingen niet heeft voldaan. Dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft bewerkt, kan worden afgeleid uit enige omstandigheid waaruit blijkt dat hij zich onvermogend heeft willen maken. Ten aanzien van de derde die mededader of medeplichtige is, vervalt de strafvordering wanneer hij de hem overhandigde goederen teruggeeft. Art. 507 Sw : Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro worden gestraft de beslagene en allen die voorwerpen waarop tegen hem beslag is gedaan, in zijn belang bedrieglijk vernietigen of wegmaken. Dezelfde bepaling is van toepassing op de echtgenoot of op hen die in zijn belang roerende goederen vernietigen, beschadigen of wegmaken, ten aanzien waarvan een maatregel is uitgevaardigd als bedoeld in art. 223 van het Burgerlijk Wetboek en in de artikelen 1253septies, tweede lid, en 1280 van het Gerechtelijk Wetboek. Art. 1408 3 Ger.W. : De moeilijkheden inzake de toepassing van dit artikel worden beslecht door de beslagrechter op grond van het proces-verbaal van beslaglegging, waarin de opmerkingen van de beslagene, op straffe van verval aan de gerechtsdeurwaarder mee te delen, hetzij op het tijdstip van het beslag, hetzij BINNEN VIJF DAGEN na de betekening van de eerste akte van beslag, worden aangetekend. Bij de neerlegging ter griffie van een afschrift van het proces-verbaal van beslaglegging door de gerechtsdeurwaarder of door de meest gerede partij, binnen vijftien dagen na de overhandiging van het afschrift van dat proces-verbaal of, indien daartoe grond bestaat, van de betekening van het beslag aan de schuldenaar, bepaalt de beslagrechter dag en uur van het onderzoek en de regeling van de moeilijkheden, de schuldeiser en de schuldenaar vooraf gehoord of opgeroepen. De griffier roept de partijen op en verwittigt de instrumenterende gerechtsdeurwaarder. De procedure kan niet worden voortgezet indien de in het vorige lid bedoelde neerlegging van het afschrift van het proces-verbaal niet heeft plaatsgehad. De vordering schorst de vervolging, doch de goederen blijven onder beslag totdat uitspraak is gedaan. De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen; zijn beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep; de rechtspleging kan onmiddellijk worden hervat. Art. 1526bis Ger.W. : De schuldenaar tegen wie een uitvoerend beslag op roerend goed geschiedt, kan de in beslag genomen goederen in der minne verkopen ten einde de opbrengst ervan aan te wenden voor de betaling van de schuldeisers.
BIJLAGE 3 - gemeengemaakt beslag met nieuwe verkoopdagstelling Op straffe van verval moet de schuldenaar BINNEN DE TIEN DAGEN na de betekening van de beslaglegging de gerechtsdeurwaarder in kennis stellen van de hem gedane voorstellen. Wanneer de gerechtsdeurwaarder meent dat deze voorstellen ontoereikend zijn of wanneer de schuldeiser bewijst dat deze ontoereikend zijn, wordt met het verzoek tot verkoop in der minne geen rekening gehouden. Behalve indien de weigering om met de verkoop in te stemmen is ingegeven door de bedoeling om de schuldenaar te benadelen, kan de schuldeiser niet aansprakelijk worden gesteld. De overdracht van de eigendom van het goed is afhankelijk van de betaling van de prijs ervan in handen van de gerechtsdeurwaarder binnen acht dagen na de aanvaarding van het aankoopbod. Bij niet-naleving van die termijn kunnen de goederen onverwijld openbaar te koop worden gesteld. Na betaling van de prijs in handen van de gerechtsdeurwaarder, maakt deze proces-verbaal op van verkoop in der minne met vermelding van de identiteit van de koper en verkoper, de betaalde prijs en de omschrijving van de verkochte goederen. Hij stelt hiervan een afschrift ter beschikking van de koper. Het proces-verbaal wordt binnen de 24 uur aangezegd aan de griffier, in de vorm van een bericht van beslag, als bedoeld in artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek. Vervolgens heb ik de geadresseerde aangezegd dat in geval van niet tijdige betaling van de verschuldigde bedragen, de beslagen goederen openbaar en gerechtelijk zullen verkocht worden in de Veilingzaal van de Gerechtsdeurwaarders te ***************** op************************* Tevens heb ik de geadresseerde(n) aangemaand op de verkoop aanwezig te zijn, welke verkoop zal doorgaan zowel in aanwezigheid als afwezigheid van geadresseerde(n). Kost : Eventueel meer aantekenport. VR RS VACB RINL ROLG ROLA RBBN + uitschot CBB RBBD ZAAL REG TOT AZ ALGT
BIJLAGE 4 - stroomdiagram (neerlegging berichten CBB) BERICHT VAN BESLAG / BEVEL PROCEDURE: *overgeschreven bevel voorafgaand UOB *bevel voorafgaand RB *beslag roerend goed *beslag onroerend goed *pv niets-bevinding *beslag bij vergelijking en uitbreiding *akte verkoopdagstelling / gemeengemaakt beslag *pv verkoop in der minne Uitzondering: beslag op zee- en binnenschepen TERMIJN: Binnen 3 werkdagen volgend op de handeling BERICHT VAN VERZET PROCEDURE: wanneer er reeds beslag is gelegd en de schuldvordering komt in aanmerking voor verdeling conform art. 1628 Ger.W. Uitzondering: dit bericht heeft alleen zin indien er nog geen bericht van bevel / beslag is op naam van die schuldeiser TERMIJN: Geen NEERLEGGING BERICHTEN CBB BERICHT VAN REVINDICATIE BERICHT VAN OVERDRACHT BERICHT VAN DELEGATIE PROCEDURE: PROCEDURE: PROCEDURE: I) Betekening dagvaarding in revindiciatie: neer te leggen door de gerechtsdeurwaarder aan wie revindicatie werd betekend II) Uitspraak daaropvolgend: neer te leggen door de griffier I) Overdracht loon in het kader van de loonbeschermingswet (W. 12.04.1965) II) Overdracht van geldsommen bedoeld in de artt. 1409, 1409bis en 1410 1 Ger.W. overeenkomstig art. 1690 B.W. Delegatie toegekend op basis van de artikels: *203 ter B.W. *220 3 B.W. *221 B.W. en *301bis B.W. *1280, lid 6 Ger.W. TERMIJN: I) Ten laatste op de eerstvolgende werkdag II) Ten laatste op de eerstvolgende werkdag TERMIJN: Scenario I) Ten vroegste op de dag waarop aan de overgedragen SA het afschrift wordt gezonden van de kennisgeving aan de SA-overdrager van het voornemen (van de overnemer) de overdracht uit te voeren Scenario II) Ten vroegste op de dag van betekening/kennisgeving overdracht aan de gecedeerde SA of de dag van erkenning door gecedeerde SA TERMIJN: Binnen 3 werkdagen volgend op de handeling Er is geen uiterste termijn maar de overdracht is pas tegenstelbaar aan derden vanaf neerlegging bericht! BERICHT VAN EVENREDIGE VERDELING / RANGREGELING PROCEDURE: Bericht van definitieve verdeling gerelateerd aan betrokken bericht van beslag in te dienen op verzoek van de gerechtsdeurwaarder die de verdeling heeft opgemaakt. Ingeval van rangregeling: bericht neergelegd door een gdw op verzoek van notaris In het K.B. staat dat dit enkel kan gebeuren door de gdw die het initiële beslagbericht neerlegde: dit staat niet zo in de wet. TERMIJN: Na definitief worden van de verdeling zonder verdere specifieke termijn In het K.B. staat dat dit moet gebeuren binnen 3 werkdagen volgend op de verdeling: dit staat niet zo in de wet
BIJLAGE 4 - stroomdiagram (neerlegging berichten CBB) VAN RECHTSWEGE NA 3 JAAR (vanaf verzending bericht) GEEN ACTIE BERICHT VAN OPSCHORTING/ HERNIEUWING Ten laatste 10 dagen voor die schrapping + reden + [conform vormvereisten oorspronkelijk bericht? Staat niet in de wet maar kan logischerwijs niet anders] Door wie? -gdw die beslag heeft gelegd én -gdw die schrapping bericht heeft geweigerd SCHRAPPING BERICHTEN CBB IN DER MINNE BIJ RECHTERLIJKE BESLISSING INTEGRALE BETALING IN DER MINNE BIJ RECHTERLIJKE BESLISSING INTEGRALE BETALING: WIE? -advocaat, gerechtsdeurwaarder, ontvanger DB/BTW/REGISTRATIE & DOMEINEN, notaris, schuldbemiddelaar, beslagrechter, rechter in de arbeidsrechtbank en de griffier [ogv letterlijke lezing art. 1390 septies derde lid jo. 1391 1 Ger.W. maar dit lijkt fout want anderzijds kan ENKEL een gdw, griffier of ontvanger input geven in het CBB ogv art. 1390 Ger.W.) TERMIJN? Binnen de 3 werkdagen na ontvangst van de integrale betaling
BIJLAGE 4 - stroomdiagram (neerlegging berichten CBB) Automatisch geschrapt door het centraal bestand Nieuwe termijn van 3 jaar UITZONDERING MET BETREKKING TOT BERICHT VAN BESLAG!!! STAPPENPLAN: 1/ de zaak is geregeld en er is GEEN bericht van verzet van een schuldeiser in het bezit van een uitvoerbare titel krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend (dus logischerwijs enkel een bericht van bevel / beslag) zonder meer binnen de 3 dagen opheffen 2/ de zaak is geregeld en er zijn WEL berichten van verzet in hoofde van schuldeiser in het bezit van een uitvoerbare titel krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend (dus logischerwijs enkel een bericht van bevel / beslag) melding van betaling binnen de 3 dagen + nadien contact opnemen met die schuldeisers teneinde toestemming te bekomen voor de schrapping. 3/ die schuldeisers verlenen toestemming schrapping van het bericht; termijn niet voorzien in de wet [hoe lang kan het akkoord op zich laten wachten?] 4/ die schuldeisers verlenen GEEN toestemming bericht van melding van betaling dient te worden aangevuld met de mededeling dat het beslagbericht blijft gelden tvv andere schuldeisers in het bezit van een uitvoerbare titel krachtens dewelke bevel tot betalen is betekend 5/ die schuldeisers kunnen in voorkomend geval VERNIEUWING van het beslagbericht vragen: de geldigheidstermijn van het bericht moet door die schuldeisers zelf worden opgevolgd; initieel beslagleggende gdw komt niet meer tussen. OPMERKING: de wet bepaalt geen termijn binnen dewelke de schuldeisers moeten antwoorden op de vraag tot opheffing. [Bij stilzwijgen van de wet zou de gdw als praktische oplossing zelf een termijn van antwoord kunnen opleggen aan de andere schuldeisers. Uiteraard bewijsproblemen ivm deze contactname tenzij gebruik aangetekende zendingen of een ander bewijskrachtig communicatiemiddel; al deze extra handelingen veroorzaken bijkomende kosten] PROBLEEM: er is geen tarief voorzien voor de materiële afhandeling en contactname met andere schuldeisers