Regeling uitgespaarde netverliezen Informatie- en consultatiedocument, november 2004

Vergelijkbare documenten
Consultatiedocument Redelijke Terugleververgoedingen Vergunninghouders Elektriciteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet.

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid Besluit. Ons /12 kenmerk: Zaaknummer: / NorNed bonus_malus 2012.

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. hoogspanningsnetwerk (220 / 380 kv) en het tarief met betrekking tot het verrichten van systeemdiensten voor TenneT B.V. voor het jaar 2006.

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

ONTWERP-METHODEBESLUIT

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 1 Inleiding. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Bijlage 2: Toelichting op bepaling tariefinkomsten 2010

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

HOE BEOORDEELT ACM DE TARIEVEN VAN EXPERIMENTEN?

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor grootverbruikers

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

BESLUIT. Met deze beslissing op bezwaar heeft de Raad zijn primaire besluit van 21 december 2007, met kenmerk /1, herroepen.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Saldering. Wido van Heemstra Agentschap NL

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Bijlage beschrijving huidige tarievensystematiek

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend.

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

BESLUIT. doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm en van het rekenvolume voor de vijfde reguleringsperiode voor Westland Infra Netbeheer B.V.

Tarieven Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

Bijlage 1: Toelichting op bepaling tariefinkomsten 2011

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333

Inkomstenbesluit TenneT Net op zee 2019

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina. Besluit Openbare versie. 1. Verloop van de procedure

Capaciteitsplan Elektriciteit

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998.

Concept wijzigingsregeling ter invoering van een capaciteitsafhankelijk transporttarief voor kleinverbruikers van elektriciteit d.d.

Standpuntendocument Decentrale Opwekking Gevolgen van decentrale opwekking voor de regulering van elektriciteitsnetwerken. Den Haag, mei 2004

Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

Omschrijving. Relevant voor. Op welke wijze en waar wordt dit in MB geregeld (gedachtelijn)

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

Commissie Benchmarking Vlaanderen

TARIEVENBESLUIT ELEKTRICITEIT WESTLAND

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Wido van Heemstra. Adviseur Agentschap NL. Saldering, de stand van zaken

Concept wijzigingsregeling ter invoering van een capaciteitsafhankelijk transporttarief voor kleinverbruikers van elektriciteit d.d.

BIJLAGE 4. Elektriciteitswet Dit betreft de beoordeling van het voorstel Oostland en Tinte.

BESLUIT. 2. Bij brief van 15 mei 2012, door de Raad ontvangen op 16 mei 2012, heeft ChipSoft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit.

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

TARIEFRICHTLIJN KLEINSCHALIGE DUURZAME STROOMVOORZIENING

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus EK Den Haag Nederland

TarievenCode Elektriciteit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanwezige sprekers. Overige aanwezigen (toehoorders) Inleiding en opening. Sprekers

1 Algemene bepalingen 2. 2 Tarievenstructuur voor de transportdienst 3. 3 Bepaling rekencapaciteit en te factureren hoeveelheid gas 10

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Mogelijkheden collectieven

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 16b, zesde en zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/203924_OV Zaaknummer: Pagina

BESLUIT. 2. Tegen dit besluit is door de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) proforma bezwaar gemaakt d.d. 22 januari 2009.

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van NuonNet i.o.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Financiële baten van windenergie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

Transcriptie:

Informatie- en consultatiedocument, november 2004 Dienst uitvoering en toezicht Energie Den Haag Team: Dorien Bennink Lars Groenhuijse

Inhoudsopgave SAMENVATTING EN CONCLUSIES...4 1 INLEIDING...7 2 UITGANGSPUNTEN INVOEREN RUN...11 3 OMVANG BESPARINGEN...14 4 HOOGTE VERGOEDING EN RANDVOORWAARDEN...18 5 TAAKVERDELING...23 BIJLAGE A: OVERZICHT CONSULTATIEVRAGEN...26 BIJLAGE B: REKENVOORBEELDEN VERGOEDING...28 Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 2 van 20

Samenvatting en conclusies 1. In dit Informatie- en consultatiedocument wordt invulling gegeven aan de conclusie van het Standpuntendocument Decentrale Opwekking dat aan decentrale opwekkers (zijnde invoeders op netten lager dan 110kV-niveau) de door hen bespaarde netverliezen op het net van TenneT dienen te worden uitgekeerd. 2. In dit document doet DTe een voorstel voor een regeling om de uitgespaarde netverliezen uit te keren. Per onderwerp worden de overwegingen die aan het voorstel van DTe ten grondslag liggen behandeld, gevolgd door een conclusie. Per onderwerp wordt aan u gevraagd of u de conclusies van DTe deelt. Achtereenvolgens komen in dit document de volgende onderwerpen aan bod. Uitgangspunten invoeren Regeling Uitgespaarde Netkosten (RUN) 3. DTe herhaalt zijn standpunt, zoals verwoord in het Standpuntendocument Decentrale Opwekking, dat de regeling van toepassing is op productiemiddelen die invoeden op netten lager dan 110kV. Daarnaast wordt gesteld dat enkel de besparingen op het net van TenneT worden uitgekeerd en dat de administratieve en bestuurlijke lasten zo beperkt mogelijk dienen te zijn. Omvang besparingen 4. DTe doet een voorstel over hoe de totale besparingen op het net van TenneT kunnen worden bepaald. De besparing door decentrale opwekking wordt gelijkgesteld aan de extra netverliezen die zouden optreden op het net van TenneT als alle productie centraal zou worden ingevoed. Dit geschiedt door de volgende formule: Totale netverliezen op het net TenneT Besparing door DCO = --------------------------------------------------------- * Invoeding door DCO Centrale invoeding De totale besparing bedraagt dan ongeveer 11 miljoen EUR. Hoogte vergoeding en randvoorwaarden 5. DTe stelt een vergoeding voor op basis van het aantal ingevoede MWh, voor invoeders met een aansluiting groter dan 3*80 Ampère. Deze keuze wordt gemaakt om de administratieve lasten te beperken en omdat aangeslotenen tot 3*80 Ampère hun invoeding en afname Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 3 van 20

mogen salderen en derhalve niet meebetalen aan het net van TenneT. De vergoeding bedraagt ongeveer 0,37 EUR/MWh. Taakverdeling 6. Om de regeling uit te voeren stelt DTe de volgende taakverdeling voor. TenneT berekent de vergoeding en de regionale netbeheerders keren hem uit. Deze verdeling sluit naar de mening van DTe het beste aan bij de taken die al worden uitgevoerd en is daarmee de meest efficiënte oplossing (uitvoeringskosten zo laag mogelijk). Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 4 van 20

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van dit informatie- en consultatiedocument 7. In het Standpuntendocument Decentrale Opwekking (hierna: standpuntendocument DCO) van mei 2004 (met kenmerk: 101701-35) heeft de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) geconcludeerd dat door decentrale opwekkers (hierna: DCO) netverliezen worden bespaard op het net van TenneT. Daarbij heeft DTe aangegeven voornemens te zijn de TarievenCode aan te vullen met een regeling om deze besparingen aan DCO te doen toekomen. De regeling wordt in het jaar 2006 van kracht. 8. Uitgangspunt van een dergelijke regeling is een herverdeling van de kosten van de netverliezen op het net van TenneT tussen de overige afnemers en DCO. TenneT gaat er per saldo niet op voor- of achteruit. De overige afnemers in Nederland brengen gezamenlijk via de transporttarieven de financiële middelen opbrengen ten behoeve van de jaarlijkse uitkering aan DCO. In dit Informatie- en consultatiedocument (hierna: consultatiedocument) wordt een voorstel gedaan voor de invulling van een regeling voor uitgespaarde netverliezen (hierna: RUN). 1.2 Verdere procedure 9. In onderstaande tabel wordt het traject, dat DTe voor de aanpassing van de TarievenCode voorziet, weergegeven. Tabel 1 Indicatieve planning Datum Mijlpaal 8 november 2004 Consultatiedocument aan netbeheerders en andere belanghebbenden verstuurd 25 november 2004 Consultatiebijeenkomst bij DTe 3 december 2004 Einde reactietermijn consultatiedocument 17 december 2004 Verzending ontwerpbesluit aan gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties 11 februari 2005 Ter inzagelegging ontwerpbesluit overige belanghebbenden 25 februari 2005 Mogelijkheid voor belanghebbenden om zienswijze ontwerpbesluit mondeling toe te lichten 11 maart 2005 Einde reactietermijn op ontwerpbesluit gezamenlijke netbeheerders, representatieve organisaties en overige belanghebbenden 1 april 2005 Besluit met aanpassingen van de TarievenCode 1 januari 2006 Inwerkingtreding TarievenCode met nieuwe regeling Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 5 van 20

1.3 Status van dit informatie- en consultatiedocument 10. Dit consultatiedocument betreft een voorlopige analyse en een voorlopig standpunt van DTe met betrekking tot de vormgeving en uitvoering van de regeling. De standpunten en analyses van DTe in dit consultatiedocument zijn voorlopig van aard en kunnen naar aanleiding van reacties van respondenten en voortschrijdend inzicht worden aangepast. Het consultatiedocument bezit geen juridische status. Derhalve is DTe niet aan de inhoud van dit consultatiedocument gebonden. 1.4 Reacties op dit informatie- en consultatiedocument 11. In dit consultatiedocument wordt, per hoofdstuk, een aantal vragen gesteld. U wordt verzocht deze vragen te beantwoorden. Een overzicht van de vragen is gegeven in bijlage A. Tevens verzoekt DTe respondenten ook commentaar te leveren indien analyses niet helder, of naar d mening van respondenten, onjuist zijn. 12. Reacties op dit consultatiedocument kunnen worden gezonden aan: Dienst uitvoering en toezicht Energie, Onder vermelding van regeling uitgespaarde netverliezen DCO (kenmerk: 101726), Postbus 16326 2500 BH Den Haag. 13. Reacties kunnen tevens worden verzonden per e-mail naar: DCO@nmanet.nl 14. Reacties dienen uiterlijk 3 decemenbet 2004 in het bezit van DTe te zijn. DTe vraagt u er rekening mee te houden dat uw reactie gepubliceerd kan worden op de website. Indien u daar bezwaar, tegen heeft dan verzoek ik u dit bij uw reactie te vermelden. 1.5 Opbouw document 15. Om te komen tot een regeling voor uitgespaarde netverliezen dienen een aantal aspecten nader te worden uitgewerkt. Zo moeten bijvoorbeeld de omvang van het uit te keren bedrag worden bepaald en de hoogte van de uiteindelijke vergoeding. In dit consultatiedocument werkt DTe een voorstel voor de benodigde regelingen uit. 16. In hoofdstuk 2 wordt allereerst enkele uitgangspunten van de regeling geschetst. Dit betreft een herhaling van het hetgeen is gesteld in het Standpuntendocument DCO en staat in document verder niet ter discussie. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 6 van 20

17. In hoofdstuk 3 doet DTe een voorstel hoe de omvang van de besparing aan netverliezen, die DCO veroorzaakt, kwantitatief kan worden bepaald. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de vormgeving van de regeling. De hoogte van de vergoeding wordt afgeleid en de wijze waarop de vergoeding zijn beslag kan krijgen in de tarieven wordt nader toegelicht. 18. In hoofdstuk 5 doet DTe een voorstel wie verantwoordelijk is voor welke taken van de uitvoering van het RUN. In bijlage A is een overzicht van de consultatievragen opgenomen. U wordt verzocht deze vragen te beantwoorden. In bijlage B tenslotte is ter illustratie een aantal rekenvoorbeelden gegeven. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 7 van 20

2 Uitgangspunten invoeren RUN 2.1 Inleiding 19. In dit hoofdstuk worden kort de uitgangspunten geschetst, die door DTe in acht worden genomen bij het opstellen van de regeling. Deze volgen uit het Standpuntendocument DCO. Allereerst wordt omschreven wat de doelgroep van de regeling is, gevolgd door een omschrijving van de besparing en het uitgangspunt voor de wijze waarop aan de regeling vorm wordt gegeven. 2.2 Doelgroep 20. In het Standpuntendocument DCO is gesteld dat de regeling ten goede dient te komen aan producenten die decentraal elektriciteit opwekken en invoeden. In het Standpuntendocument DCO is DCO gedefinieerd als invoeding op netten lager dan 110kV. De voornaamste overwegingen die tot deze conclusie leidden zijn de volgende. 21. Definities van DCO op basis van het type technologie, de impact op het milieu en de omvang van de installatie doen geen recht aan de verschillende technologische ontwikkelingen en zijn in strijd met het principe dat door DTe geen beleid op het net wordt gevoerd. Een definitie op basis van het spanningsniveau (netvlak) waaraan het vermogen is gekoppeld is met het oog op netwerkregulering het meest passend. Concreet leidt dit ertoe dat in dit consultatiedocument er vanuit wordt gegaan dat DCO aansluitingen betreft op het distributienet. In Nederland worden hier de netten met een spanningsniveau lager dan 110 kv onder verstaan. 22. Opgemerkt wordt dat grootschalige windmolenparken dus geen begunstigde zijn, aangezien zij invoeden op spanningsniveaus groter of gelijk aan 110 kv en derhalve geen netverliezen op de hoogspanningsnetten uitsparen. Ook wordt in de regeling geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen DCO (windmolens, Wkk etc.). 2.3 Besparing 23. In het Standpuntendocument DCO is gesteld dat het wenselijk is om voorlopig enkel de besparingen op het net van TenneT mee te nemen in een dergelijke regeling. De reden is dat er geen informatie beschikbaar is omtrent de netverliezen op de 150 en 110 kv netten van de regionale netbeheerders. Deze informatie zal naar de mening van DTe ook niet op korte termijn en tegen redelijke kosten beschikbaar te maken zijn. Daarnaast gaat het om een relatief klein bedrag dat op die netten bespaard wordt. De door DTe voorgestelde regeling Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 8 van 20

geeft hieraan invulling. Na een eventuele overdracht van de overige hoogspanningsnetten naar TenneT 1, zal bekeken worden of deze ook dienen te worden mee genomen in de regeling. 2.4 Vormgeving regeling 24. In het Standpuntendocument DCO is gesteld dat het belangrijk is zo min mogelijk administratieve en bestuurlijke lasten te veroorzaken met de regeling om deze vanuit maatschappelijk oogpunt zinvol te laten zijn. Het totaal uit te keren bedrag is immers slechts beperkt van omvang. Dit is een belangrijk uitgangspunt bij de overwegingen in dit consultatiedocument. DTe heeft getracht een zo simpel mogelijke regeling voor te stellen door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de huidige praktijk, die wel recht doet aan het doel van de regeling, namelijk het uitkeren van de besparingen aan de veroorzakers ervan.. 2.5 Conclusie 25. De besparingen door DCO op het net van TenneT worden uitgekeerd. De uitkering komt ten goede aan productiemiddelen die invoeden op netten lager dan 110 kv. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende technologieën DCO en de uitvoering van de regeling wordt zo eenvoudig mogelijk vormgegeven. 1 Brief aan Tweede Kamer van 31 maart 2004 (kenmerk: ME/ESV/4019858)& 11 november 2004 (kenmerk: E/EM/4063988). Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 9 van 20

3 Omvang besparingen 3.1 Inleiding 26. In dit hoofdstuk stelt DTe allereerst een methodiek voor om de omvang van de besparingen vast te stellen. Daarna wordt ingegaan op de wijze waarop de verschillende variabelen uit de berekening kunnen worden bepaald. 3.2 Kwantificeren omvang besparingen 27. Om te bepalen hoe hoog de uiteindelijke vergoeding moet zijn, dient eerst de omvang van de door DCO uitgespaarde netverliezen op het net van TenneT te worden vastgesteld. DTe stelt voor om hiervoor de volgende formule toe te passen: Formule totale besparing door DCO Totale netverliezen op het net TenneT Totale besparing door DCO = --------------------------------------------------------- * Invoeding door DCO Centrale invoeding Zoals gesteld komt dit erop neer dat de besparing door DCO gelijk wordt gesteld aan de extra netverliezen die optreden op het net van TenneT als alle productie centraal zou worden ingevoed. Voor deze berekening wordt uitgegaan van een lineair verband tussen netverliezen en getransporteerde elektriciteit. Dit vormt naar de mening van DTe een redelijke benadering van de daadwerkelijke besparingen door DCO en is eenvoudig te berekenen. Dit doet derhalve recht aan het uitgangspunt genoemd in paragraaf 2.4 dat de regeling eenvoudig uitvoerbaar met zijn. Vraag 1: Bent u het eens met de wijze waarop door DTe via deze formule de omvang van de door DCO bespaarde netverliezen wordt benaderd? Zo, nee op welke wijze stelt u voor de uitgespaarde netverliezen te berekenen? 3.3 Totale netverliezen op het net van TenneT 28. De totale netverliezen op het net van TenneT zijn naar de mening van DTe gelijk aan de inkoopkosten van elektriciteit die TenneT maakt om de netverliezen te compenseren. Deze inkoopkosten kunnen worden afgeleid uit gerealiseerde inkoopkosten die TenneT maakt voor de inkoop van elektriciteit ten behoeve van het dekken van de netverliezen. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 10 van 20

29. Voorgesteld wordt om de omvang van de vergoeding vast te stellen op basis van de meest actuele gegevens (t-2). Dit betekent dat voor het bepalen van de totale netverliezen in het jaar 2006 gewerkt wordt met de gerealiseerde gegevens van het jaar 2004. DTe stelt voor het RUN vervolgens per reguleringsperiode vast te stellen (zie hoofdstuk 5 voor de onderbouwing van dit voorstel). Voor de derde reguleringsperiode wordt gewerkt met de gerealiseerde gegevens van het jaar 2005. In bijlage B is, ter illustratie, een rekenvoorbeeld gegeven. De besparing op grond van dit voorbeeld bedraagt 11 miljoen. 3.4 Centrale invoeding 30. Voorgesteld wordt om de tweede variabele uit de formule, de invoeding van elektriciteit door producenten die zijn aangesloten op het (E)HS-net te bepalen door een opgave van de netbeheerders van deze netten. Voor het berekenen van het systeemdienstentarief zijn deze gegevens reeds bekend bij de netbeheerders. 31. Voor het jaar 2006 kunnen de gerealiseerde gegevens van 2004 worden gebruikt. Voor de derde reguleringsperiode de gerealiseerde gegevens van het jaar 2005. 3.5 Invoeding door DCO 32. Ten aanzien van de derde en laatste variabele van de formule, invoeding door DCO geldt hetzelfde als bij de tweede. Vraag 2: Bent u het eens met de wijze van bepaling van de hoogte van de verschillende variabelen? Zo, nee op welke wijze stelt u voor de hoogte van de variabelen te bepalen? 3.6 Conclusie 33. DTe is van mening dat de besparingen van DCO gelijk zijn aan de extra netverliezen als alle productie centraal zou zijn. Daarnaast is het naar de mening van DTe het meest praktisch als de gegevens van het jaar t-2 worden gebruikt. In bijlage B is door middel van een voorbeeld van de berekening gegeven om een indicatie van de besparingen van DCO te krijgen. De besparing uit dit voorbeeld bedraagt ongeveer 11 miljoen EUR. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 11 van 20

4 Hoogte vergoeding en randvoorwaarden 4.1 Inleiding 34. In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze de door TenneT bespaarde netverliezen aan DCO ten goede komen. Er zijn twee mogelijkheden te onderscheiden. De eerste is dat de besparingen worden verrekend met de tarieven die afnemers (en ook DCO) betalen voor het gebruik van het net. De tweede is een daadwerkelijke uitkering aan DCO. De eerste optie is voor deze regeling niet uitvoerbaar. DCO betalen immers niet in alle gevallen een transportof systeemdienstentarief. Windmolens bijvoorbeeld betalen enkel een transport- en systeemdienstentarief over de door hen afgenomen energie. Deze kunnen lager zijn dan de hoogte van de uitkering. Deze optie wordt derhalve niet verder uitgewerkt en in de voorstellen van DTe wordt uitgegaan van een uitkering aan DCO. 35. Om de vergoeding te kunnen uitkeren, moet duidelijk zijn waarover deze uitgekeerd wordt (grondslag). Uitgangspunt bij het praktisch invullen van de regeling is bovendien dat de administratieve lasten zo laag mogelijk zijn. Om dit te bewerkstelligen, is het belangrijk om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de huidige wijze waarop tarieven in rekening worden gebracht bij afnemers en de wijze waarop verrekeningen tussen netbeheerders onderling plaatsvinden. Tevens stelt DTe voor om een minimumgrens te introduceren. Beneden deze grens zal geen uitkering van de vergoeding plaatsvinden. 4.2 Grondslag vergoeding 36. In hoofdstuk 3 is de omvang van de besparingen die DCO bewerkstelligt bepaald. Vervolgens moet worden aangegeven hoe deze besparingen uitgekeerd gaan worden. Zoals in hoofdstuk 3 is vermeld bepaalt de omvang van de ingevoede MWh door DCO de omvang van de bespaarde netverliezen op het net van TenneT. De hoeveelheid MWh aan getransporteerde elektriciteit over het netwerk van TenneT is dus de cost driver. DTe stelt derhalve voor om de hoeveelheid ingevoede elektriciteit door DCO in MWh als grondslag voor de uitkering te nemen. De tariefdrager is dan MWh. 37. Behalve dat de MWh een logische grondslag vormt, doordat uitgespaarde netverliezen samenhangen met de hoeveelheid (in MWh) getransporteerde elektriciteit over het netwerk van TenneT, is het relatief eenvoudig te bepalen hoeveel MWh aan elektriciteit is ingevoed door DCO. De netbeheerders beschikken over deze data omdat de netbeheerder deze data bijvoorbeeld ook nodig heeft voor het bepalen van het volume waarvoor het systeemdienstentarief geldt (artikel 4.4 van de TarievenCode). Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 12 van 20

38. Om de hoogte van de vergoeding per MWh te bepalen, wordt voorgesteld onderstaande formule toe te passen. Formule hoogte vergoeding Besparing door DCO Hoogte vergoeding = ------------------------------------ Invoeding door DCO In bijlage B is, ter illustratie, een rekenvoorbeeld gegeven. De vergoeding bedraagt in dit voorbeeld 0,37 EUR/MWh. Ook zijn voor enkele typische DCO-installaties voorbeelden uitgerekend. De hoogte van de vergoeding ligt tussen de 0,36 EUR (huis met zonnepanelen) en de 65.000 EUR(stoomturbine 38 MW). Vraag 3: Bent u het eens met de door DTe voorgestelde formule? Zo, nee op welke wijze stelt u voor de hoogte van de vergoeding te bepalen? 4.3 Minimumgrens 39. Om de administratieve lasten te beperken, stelt DTe voor een minimumgrens op te nemen waar beneden geen uitkering zal plaatsvinden. Aan deze minimumgrens kan volgens DTe op drie manieren invulling worden gegeven. 4.3.1 Op basis van aansluitwaarde 40. In dit geval zal beneden een bepaalde aansluitwaarde geen vergoeding worden uitgekeerd. Naar mening van DTe zou hierbij kunnen worden aangesloten bij de grens van 3*80 Ampère tot en met waar saldering van de meetgegevens plaatsvindt (artikel 31c, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998). Deze saldering leidt er reeds toe dat deze afnemers een vergoeding krijgen in de vorm van verlaagde transportkosten. De ingevoede kwh worden namelijk afgetrokken van de afgenomen kwh, waardoor het transporttarief over minder kwh in rekening wordt gebracht. Over ingevoede kwh wordt immers geen transporttarief berekend. DCO met een aansluiting van 3*80 Ampère of kleiner krijgt in dit scenario dus geen aanvullende vergoeding voor uitgespaarde netverliezen. 4.3.2 Op basis van uit te keren vergoeding 41. In deze variant wordt, afhankelijk van de omvang van de uitvoeringskosten die geraamd worden, een absoluut minimum gesteld aan het bedrag dat de uitkering minstens moet Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 13 van 20

bedragen. Zo stelt DTe zich voor dat uitkering pas plaatsvindt bij een minimumbedrag van EUR 50 om de administratieve lasten, die gepaard gaan met de uitkering, te beperken. 4.3.3 Combinatie van aansluitwaarde en uit te keren vergoeding 42. In deze variant zijn de eerder genoemde minimumgrenzen complementair. Tot en met een aansluitwaarde van 3*80 Ampère vindt sowieso geen uitkering plaats. Boven deze aansluitwaarde vindt uitkering plaats indien het met de uitkering gemoeide bedrag minimaal EUR 50 bedraagt. 43. DTe heeft de voorkeur om op basis van de aansluitwaarde de minimumgrens voor uitkering vast te stellen. Dit is namelijk een eenduidig te hanteren criterium waarbij goed onderbouwd kan worden waarom er, naast de voordelen door saldering van de meetgegevens, niet aanvullend een vergoeding voor uitgespaarde netverliezen wordt gegeven. Een absoluut minimumbedrag is minder eenduidig en voor discussie vatbaar. Zo is niet eenvoudig te bepalen hoe hoog het bedrag dient te zijn om de uitvoeringskosten in verhouding te laten staan tot het uit te keren bedrag. Ook is het bijvoorbeeld denkbaar dat kleine DCOinstallaties het ene jaar afhankelijk van de hun invoeding wel voor een vergoeding in aanmerking komen en het andere jaar niet. Daarnaast is het denkbaar dat door het opnieuw vaststellen van de vergoeding installaties de ene periode wel en de andere periode geen vergoeding krijgen. Vraag 4: Bent u het eens met de door DTe voorgestelde minimumgrens? Zo nee, welke minimumgrens stelt u voor? 4.4 Conclusie 44. Als grondslag ( tariefdrager ) voor uitkering van de bespaarde netverliezen wordt voorgesteld de hoeveelheid ingevoede elektriciteit door DCO in MWh te nemen. Om de administratieve lasten voor uitkering van de vergoeding te beperken, krijgen afnemers met een aansluiting kleiner of gelijk aan 3*80 A geen vergoeding. Uit het rekenvoorbeeld uit bijlage B blijkt dat voor kleine aansluitingen (bijvoorbeeld zonnepanelen op huis) het uit te keren bedrag gering is. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 14 van 20

5 Taakverdeling 5.1 Inleiding 45. De volgende stap in het proces is het bepalen van de partij die de regeling gaat uitvoeren. De voornaamste taken waaraan invulling moet worden gegeven zijn het berekenen van de omvang van het uit te keren bedrag (hoofdstuk 3) en de hoogte van de vergoeding per MWh (hoofdstuk 4). Vervolgens dient het berekende bedrag uitgekeerd te worden aan een specifieke DCO die recht heeft op de vergoeding. 5.2 Berekenen omvang uit te keren bedrag en hoogte vergoeding 46. Naar de mening van DTe is TenneT de aangewezen instantie om de omvang van het uit te keren bedrag (besparingen) en de hoogte van de vergoeding te berekenen. De besparing heeft betrekking op het net van TenneT en daarmee beschikt TenneT over de kennis en expertise om deze berekening uit te voeren. De hoogte van de vergoeding kan op basis van de ingevoede MWh door DCO worden bepaald. Deze informatie dient door de netbeheerders aan TenneT aangeleverd te worden. 47. Om de administratieve lasten te beperken, stelt DTe een tweetal maatregelen voor. Allereerst dient de berekening naar de mening van DTe niet elk jaar opnieuw te worden uitgevoerd, omdat de verschillende variabelen uit de weergegeven formules niet aan grote veranderingen onderhevig zijn. Ten tweede vormt de uitkering slechts een indicatie van de besparingen en pretendeert niet deze in grote nauwkeurigheid te bepalen. DTe stelt voor de berekening eenmalig voor het jaar 2006 vast te stellen en dit vervolgens per reguleringsperiode te doen. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van de meest actuele realisatiegegevens (t-2). TenneT dient het RUN uiterlijk voor 1 mei van een jaar voorafgaand aan een jaar waarin het RUN wordt gewijzigd ter goedkeuring aan DTe voor te leggen. Daarna zal het in het tariefvoorstel van TenneT worden opgenomen. 48. Een nacalculatie van de vergoeding is naar de mening van DTe niet noodzakelijk. Zoals reeds gesteld is de regeling slechts een indicatie van de uitgespaarde verliezen. Daarnaast wijzigen de variabelen niet veel. Nacalculatie leidt derhalve niet tot een substantieel nauwkeuriger regeling. Vraag 5: Bent u het eens met bovenstaande taakverdeling ten aanzien van het berekenen van de vergoeding? Zo nee, welke taakverdeling stelt u voor? Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 15 van 20

Vraag 6: Bent u het eens met frequentie waarmee de hoogte van de vergoeding wordt bepaald? Zo nee, welke frequentie stelt u voor? 5.3 Uitkeren vergoeding 49. De uitkering heeft betrekking op de besparingen op het net van TenneT. In eerste instantie lijkt het daarom voor de hand te liggen TenneT ook de uitkering te laten doen aan DCO. Echter, TenneT heeft geen rechtstreekse (facturerings-)relatie met DCO. De regionale netbeheerders wel. Het ligt derhalve voor de hand de regionale netbeheerders verantwoordelijk te maken voor het verzorgen van de daadwerkelijke uitkering. Indien TenneT dit doet, zijn de administratieve lasten hoger. 50. Daarnaast dient te worden bepaald hoeveel een specifieke DCO dient te ontvangen. Omdat de voorgestelde regeling wordt uitgekeerd per ingevoede MWh, dient het aantal ingevoede MWh te worden gebruikt als basis voor de berekening van de hoogte van de specifieke uitkering. Zoals eerder toegelicht, beschikken netbeheerders over deze data omdat de netbeheerder deze bijvoorbeeld ook nodig heeft voor het bepalen van het volume waarvoor het systeemdienstentarief geldt (artikel 4.4 van de TarievenCode). Vraag 7: Bent u het eens met bovenstaande taakverdeling ten aanzien van het uitkeren van de vergoeding? Zo nee, welke taakverdeling stelt u voor? Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 16 van 20

Bijlage A: overzicht consultatievragen Vraag 1: Bent u het eens met de wijze waarop door DTe via deze formule de omvang van de door DCO bespaarde netverliezen worden benaderd? Zo, nee op welke wijze stelt u voor de uitgespaarde netverliezen te berekenen? Vraag 2: Bent u het eens met de bepaling door DTe van de verschillende variabelen? Zo, nee op welke wijze stelt u voor de variabelen te bepalen? Vraag 3: Bent u het eens met de door DTe voorgestelde formule? Zo, nee op welke wijze stelt u voor de hoogte van de vergoeding te bepalen? Vraag 4: Bent u het eens met de door DTe voorgestelde minimumgrens? Zo nee, welke minimumgrens stelt u voor? Vraag 5: Bent u het eens met bovenstaande taakverdeling ten aanzien van het berekenen van de vergoeding? Zo nee, welke taakverdeling stelt u voor? Vraag 6: Bent u het eens met frequentie waarmee de hoogte van de vergoeding wordt bepaald? Zo nee, welke frequentie stelt u voor? Vraag 7: Bent u het eens met bovenstaande taakverdeling ten aanzien van het uitkeren van de vergoeding? Zo nee, welke taakverdeling stelt u voor? Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 17 van 20

Bijlage B: rekenvoorbeelden vergoeding 1. Om gevoel te ontwikkelen voor de omvang van de bedragen die gepaard gaan met de regeling, is in deze bijlage een aantal rekenvoorbeelden opgenomen. De inputvariabelen die daarbij zijn gebruikt, zijn veelal anders dan de data die uiteindelijk gebruikt zullen worden voor de berekeningen. Uitkomsten zijn dus slechts illustratief (orde grootte). Voorbeeld omvang besparingen door DCO 2. In hoofdstuk 3 is de formule voor het bepalen van de omvang van de besparingen gedefinieerd. De betreffende formule is hieronder nogmaals weergegeven. Totale netverliezen op het net TenneT Besparing door DCO = --------------------------------------------------------- * Invoeding door DCO Centrale invoeding 3. Om een idee te krijgen van de omvang aan netverliezen die DCO uitspaart op het netwerk van TenneT kunnen de variabelen van de formule als volgt worden ingevuld: Totale netverliezen op net van TenneT 4. In de uiteindelijke formule wordt uitgegaan van gerealiseerde (extra) inkoopkosten elektriciteit ter dekking van netverliezen. Voor dit rekenvoorbeeld wordt echter uitgegaan van de meest recente ramingen van TenneT in zijn tariefvoorstel voor 2005. TenneT raamt daarin de inkoop van (extra) elektriciteit ten behoeve van netverliezen op EUR 25,7 miljoen. Centrale invoeding 5. In de uiteindelijke formule wordt gerekend met de data die TenneT heeft ten aanzien van de hoeveelheid centrale invoeding op zijn net. In dit rekenvoorbeeld wordt deze tweede variabele echter afgeleid uit realisatiegegevens die het Centraal Bureau van de Statistiek (hierna: CBS) jaarlijks publiceert ten aanzien van de totale elektriciteitsproductie in Nederland. Om te komen tot het aandeel van centrale productie in het totaal, dienen de door DCO opgewekte kwh in mindering te worden gebracht op de totale productie (zie hieronder). Invoeding door DCO 6. DTe stelt voor om in de uiteindelijke formule gegevens over deze invoeding op te vragen bij de regionale netbeheerders. Voor het rekenvoorbeeld wordt er echter vanuit gegaan dat DCO Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 18 van 20

30 % van het totaal aan geproduceerde en ingevoede kwh voor zijn rekening neemt 2. Op grond van deze en bovenstaande data kan worden uitgerekend hoeveel EURO DCO aan netverliezen bespaart: EUR 25,7 miljoen Besparing door DCO = ------------------------------------ * 29,4 TWh = EUR 11 miljoen (97,7 29,4 = 68,3 TWh) Voorbeeld hoogte vergoeding per MWh 7. De hoogte van de vergoeding (per MWh) wordt afgeleid door de omvang van de besparingen te delen op het aantal ingevoede kwh door DCO (zie hoofdstuk 4): EUR 11 miljoen Hoogte vergoeding = -------------------------- = 0,37 EUR / MWh 29,4 TWh 2 Randnummer 50, Standpuntendocument Decentrale Opwekking, mei 2004. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 19 van 20

Voorbeelden jaarlijkse vergoedingen aan specifieke DCO 8. Om een idee te krijgen van het bedrag waar een gemiddelde DCO-installatie jaarlijks recht op heeft, is in onderstaande tabel voor verschillende typen DCO-installaties op basis van de gemiddelde jaarproductie 3 een berekening gemaakt: Tabel 2 Indicatie omvang jaarlijkse vergoedingen per DCO-installatie Type DCO-installatie Gemiddelde jaarproductie elektriciteit (in MWh) Omvang jaarlijks uit te keren bedrag (in EUR) Netgekoppeld zon-pv systeem, 12 m 2, zuidelijke oriëntatie 4 0,96 maximaal 5 0,36 Windmolen 750 kw, 1.350 500 1.800 vollasturen 6 Gasmotor tuinder 0,35 MW, 1.225 453 6.200 vollasturen 7 Gasturbine 18 MW, 6.200 vollasturen Stoomturbine 38 MW, 6.200 vollasturen 73.263 27.107 176.700 65.379 3 Eventueel eigen verbruik, waarvoor geen RUN wordt uitgekeerd, niet meegenomen in berekening. 4 Bron: Zonnestroom: werking, techniek en status van fotovoltaïsche zonne-energie, Projectbureau Duurzame Energie (PDE), 2004. 5 Op dit bedrag zijn namelijk de zelf verbruikte kwh niet in mindering gebracht. 6 Bron: Onrendabele toppen van duurzame elektriciteitsopties, ECN, september 2003. 7 Bron: Cogen, 2004. Voor Gas- en Stoomturbine-Wkk s is uitgegaan van het gemiddelde vermogen van een dergelijke installatie aangesloten op het distributienet. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 20 van 20