Vragen van de heren J.M. Bruggeman en D.C.J.M. Wellink (SP), over het regionaal bedrijventerrein Jaagweg / Distriport te Berkhout, gemeente Koggenland

Vergelijkbare documenten
Vragen van de heren J.M. Bruggeman en D.C.J.M. Wellink (SP), over het regionaal bedrijventerrein Jaagweg / Distriport te Berkhout, gemeente Koggenland

Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over afboeking op de waarde van de gronden bestemd voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Distriport

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

Vragen van mevrouw R. Alberts en de heer J.M. Bruggeman (SP) over de Aansluiting A9 Heiloo

Vragen van de heren J.M. Bruggeman en D.C.J.M. Wellink (SP), over de ontwikkeling van het KNSF-terrein te Muiden

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27

Provincie Noord-Holland

11/25 okt 2004 Ontwikkelingsbeeld NH-Noord in PS. Motie 8-32 Bedrijventerrein Jaagweg aangenomen.

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Publicatierapport 2017 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Alkmaar 2 mei 2018

Woudhaven aankoop. Investering PM Mogelijke kosten koop Woudhaven Structurele lasten Incidentele lasten Structurele baten Incidentele baten

BESTUURSREGLEMENT STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CONTINUÏTEIT ABN AMRO GROUP

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Titel: Vaststellingsovereenkomst De Waal c.d. provincie Utrecht over finale kwijting oplevering oude provinciehuis. Besluit pag. 3. Toelichting pag.

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vragen van mevrouw W. Koning-Hoeve (CDA) over maatregelen calamiteitenberging De Ronde Hoep

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Nota van Beantwoording en Wijziging

R A A D V O O R G E S C H I L L E N

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

VO Algemene voorwaarden rechtsbijstandverzekering

Samenwerkingsovereenkomst Regionale Ondersteuning Verkeersveiligheid in Zuid-Holland


Naam Rechtspersoon, gevestigd te Vestigingsplaats, hierna te noemen: het GES van wie de verdere gegevens als volgt luiden:

Uitspraak. GERECHTSHOF s-hertogenbosch. Afdeling civiel recht. zaaknummer : /01 zaaknummer rechtbank : C/03/213774/FA RK

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,


FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Deelnemers samenwerkingsverband. Milieutoezicht en Wegen

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET. In het faillissement van:

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 12 september 2007

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

De Raad van Toezicht te Hilversum van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM U I T S P R A A K

Aanvraagformulier tegemoetkoming planschade Artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Interpolis ZekerInBedrijf

1. Behandeling van het geschil 2. Standpunt van de betrokkene

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT. Tussen:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 9 oktober 2014

Om welke bouwaanvraag gaat het en wat is het (voorlopige) adres van de bouwactiviteit?

EERSTE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN STAR-X B.V.

Voordracht 50. Haarlem, 25 mei 2000 Onderwerp: aankoop aandelen FIRON BV Bijlagen: - ontwerpbesluit - concept-koopovereenkomst

Bijlage bij besluit eerste herziening exploitatieplan Vossenakker Noord

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Vragenformulier Bibob Wabo-bouwactiviteit

OVEREENKOMST. tot KOOP EN VERKOOP VAN AANDELEN. in het kapitaal van GRONINGEN AIRPORT EELDE N.V.

Gedeputeerde Staten. Stichting Holland Health De heer T.G.V. van Veen Delaunay Postbus AB ALKMAAR

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN JACOSOL NEDERLAND B.V.

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

VIJFDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TEVENS EINDVERSLAG

* *

Raadsfractie t.a.v. mevrouw Van der Smagt en de heer Garretsen

Beantwoording vragen SP-fractie over grondaankopen in de Oostvlietpolder (ingekomen 15 maart 2005) BESLUITEN

1. ALGEMEEN 2. TOEPASSELIJKHEID

Kiki koning. 2. De toepasselijkheid van eventuele inkoop- of andere voorwaarden van de opdrachtgever wordt uitdrukkelijk van de hand gewezen.

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

Statenfractie. Hierna volgen vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde inzake project Waterdunen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.

TWAALFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73 A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN: JOS LEMMENS MANAGEMENT B.V.

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

NMI MEDIATION REGLEMENT 2001

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Voorstellen aan de raad van de gemeente Wester-Koggenland jaar 2006 VoorsteInr.: Agendapunt: Vergadering: 8 juni 2006

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 14 juni Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Financiering Motorcross accommodatie Noord-Holland

Distriport Noord-Holland

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

2. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Dreef 3, 2012 HR te Haarlem, handelend als bestuursorgaan, (hierna "Gedeputeerde Staten");

21 september 2010 Corr.nr , FZ Nummer 28/2010 Zaaknr

Ontvankelijkheid. Risicodragende projectontwikkeling. Eigen belang.

Formulier Wet Bibob en Vergunningen

Koop Goedkoop. Maakt een eigen woning betaalbaar! Initiatief van woningcorporaties

Formulier Wet Bibob en Omgevingsvergunning Milieu

Artikel 2: Benoeming leden Commissie: Artikel 3: Indiening bezwaarschrift: Artikel 4: Behandeling van het bezwaar door de Commissie:

Gedeputeerde Staten. Betreft: stand van zaken Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Geachte leden,

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

BIBOB vragenformulier Verkort model omgevingsvergunning bouwactiviteit

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

Interpolis ZekerInBedrijf

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet. Nummer: 4 Datum: 22 augustus 2013

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

Ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn,

,-- : *** , , ,--

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND OP 19 juni 2007

ECLI:NL:RBROT:2016:665

Transcriptie:

Vragen nr. 18 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 18 maart 2014 Vragen van de heren J.M. Bruggeman en D.C.J.M. Wellink (SP), over het regionaal bedrijventerrein Jaagweg / Distriport te Berkhout, gemeente Koggenland De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van provinciale staten mede, dat op 10 februari 2014 door de leden van Provinciale Staten, de heren J.M. Bruggeman en D.C.J.M. Wellink (SP), de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen. Inleiding: In 2004 hebben Provinciale Staten het Streekplan voor Noord-Holland Noord vastgesteld, waarin was opgenomen de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein aan de Jaagweg te Berkhout in de gemeente (West-) Koggenland. Op 20 juni 2007 sluiten de provincie, het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. (NHN Vastgoed B.V.), Zeeman Vastgoed B.V. te Hoorn en De Peyler Projektontwikkeling B.V. te Scharwoude/Avenhorn een overeenkomst, getiteld Afsprakenkader. Doel van de overeenkomst is de gezamenlijke ontwikkeling van het bedrijventerrein Jaagweg. Het terrein is inmiddels ook bekend onder de naam Distriport. Voor de provincie wordt de overeenkomst ondertekend door toenmalig gedeputeerde A.M.C.A. Hooijmaijers. Het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. met daaronder NHN Vastgoed B.V. is voor 50 procent eigendom van de provincie. De andere 50 procent is in handen van de Kamer van Koophandel en 26 gemeenten. In het Afsprakenkader van 20 juni 2007 wordt overeengekomen dat de provincie de grond voor Distriport koopt van de ontwikkelaars. De provincie zou hierna de grond fiscaal bouwrijp maken, en daarna weer terug verkopen aan een samenwerkingsverband van NHN, Zeeman en De Peyler. Voordeel van deze constructie is dat het samenwerkingsverband bij de terugkoop geen 6% overdrachtsbelasting betaalt, maar btw. Deze btw kan het samenwerkingsverband dan later bij doorverkoop aan derden weer terugkrijgen. In een sideletter bij de overeenkomsten, voor de provincie ondertekend door gedeputeerde Hooijmaijers, wordt afgesproken dat eventuele winst voor de provincie bij het bouwrijp maken ten goede zou komen aan het samenwerkingsverband, waaronder Zeeman en De Peyler. Op 26 juni 2007 besluiten Gedeputeerde Staten de grond aan te kopen en gedeputeerde Hooijmaijers te machtigen de leveringsaktes en de doorlevering af te ronden. Op 12 september 2007 stuurt de heer Hooijmaijers via zijn privébedrijf een factuur van 59.500 inclusief btw aan 't Ganzenveld B.V. te Bergen aan Zee, dat deze factuur vervolgens op 14 september 2007 betaalt zo kan althans worden afgeleid uit het vonnis van de Rechtbank Noord- Holland in de strafzaak tegen voormalig gedeputeerde Hooijmaijers van 3 december 2013. Volgens het vonnis is de factuur bedoeld als provisie voor het regelen van de financiering van de gronden Jaagweg 1 te Koggenland. Uit het vonnis blijkt tevens dat 't Ganzenveld B.V. handelde als adviseur van Zeeman Vastgoed B.V. en De Peyler Projektontwikkeling B.V. In 2006/2007 respectievelijk 2007/2008 helpt de heer J.R. Zeeman de provincie met de renovatie van de verwaarloosde zerkenvloer in Graft en van de R.K. Begraafplaats Purmerend. Blijkens een

interview in NRC Handelsblad van 18 januari 2014 met toenmalig Commissaris van de Koningin H.C.L.J. Borghouts vonden de inspanningen van de heer Zeeman plaats op verzoek van heer Borghouts. Op 19 juni 2008 tekenen de provincie, Zeeman Vastgoed, De Peyler Projectontwikkeling en Distriport Noord-Holland C.V. i.o. de beoogde grondverkoopovereenkomst. Daarna is de Distriport Noord-Holland C.V. tot stand gekomen als dochter van de op 9 juni 2009 opgerichte B.V. Distriport Noord-Holland. Bestuurders van deze B.V. zijn NHN Vastgoed B.V., Zeeman Bestuur B.V. en Ooms Ontwikkeling B.V. (De Peyler). B.V. en C.V. Distriport Noord-Holland zijn gevestigd op het adres van Ooms/De Peyler in Scharwoude/Avenhorn. Hoewel inmiddels door de provincie fiscaal bouwrijp gemaakt, zijn de gronden in 2011 nog steeds niet terug geleverd aan Distriport B.V./C.V., omdat Distriport de gronden niet wilde afnemen zolang de provincie niet aan bepaalde financiële voorwaarden voldeed. De provincie zegt daarop eenzijdig de overeenkomst op. Vervolgens zijn Distriport C.V./B.V., De Peyler en Zeeman een langdurige rechtszaak tegen de provincie begonnen, met als laatst bekende uitkomst het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 29 mei 2013. Met dit vonnis stelt de rechtbank de provincie in het gelijk en wordt het Afsprakenkader en de grondverkoopovereenkomst grotendeels ontbonden. Verder bepaalt de rechtbank dat Distriport C.V./B.V. en Zeeman Vastgoed een schadevergoeding aan de provincie moeten betalen. De provincie blijft daardoor eigenaar van de gronden waarop ooit Distriport zou moeten komen. Op 1 juni 2013 meldt het Noordhollands Dagblad: [Gedeputeerde] Van Run wacht eerst de termijn van drie maanden voor hoger beroep af. Daarna kom ik met een voorstel naar de Staten. Hij heeft geen behoefte aan nieuw overleg. Wij hebben eerder een prijs genoemd voor de gronden. Dat bod is toen verworpen, maar staat nog steeds. Omstreeks dezelfde datum besluiten Gedeputeerde Staten in beroep te gaan tegen het vonnis van 29 mei 2013, indien Distriport daartegen in hoger beroep gaat. Op 31 oktober 2012 publiceerde de Commissie Schoon Schip het rapport Ondernemend bestuur - Over de bestuurscultuur van de provincie Noord-Holland 2003 2011. De Commissie Schoon Schip concludeert daarin op pag. 103/104: De Commissie heeft [inzake Distriport] geen serieuze aanwijzingen aangetroffen van corruptie zoals gesuggereerd door de heer Wokke of andere onregelmatigheden die bijvoorbeeld tot het doen van aangifte in het kader van strafrechtelijk verwijtbare gedragingen door de provincie Noord-Holland noodzaken. Op 16 oktober 2013 is in Schagen de conferentie Ruimtebehoefte werklocaties NHN -- van ruimtevraag naar visie op de ruimte, georganiseerd door de provincie en Ontwikkelingsbedrijf NHN. Hier presenteert Buck Consultants International (BCI) een overzicht van vraag en aanbod van bedrijventerreinen in Noord-Holland Noord. Distriport wordt in het overzicht aangemerkt als uitgeefbaar aanbod > 25 ha netto). Volgens BCI is de behoefte aan bedrijventerreinen in geheel Noord-Holland Noord tot 2020 minimaal 51 ha maximaal 123 ha. Na 2020 is er nagenoeg geen verdere behoefte meer. Hier staat een fors (plan)aanbod in NHN tegenover van thans 700 ha netto. Op 16 november 2013 publiceert de provincie een kennisgeving waarin zij pachters werft voor in totaal 114.27.35 ofwel ruim 114 ha bouw- en grasland. Uit de perceelsomschrijvingen blijkt dat het grotendeels gaat om de gronden waarop Distriport zou moeten komen. De pachtperiode is van 1 januari 2014 t/m 31 december 2014. Op 3 januari 2014 is de naam van Zeeman Vastgoed B.V. veranderd in Distriport Vastgoed B.V. - niet te verwarren met Distriport Noord-Holland B.V. Enig aandeelhouder van Distriport B.V. is Zeeman Management B.V.; bestuurders zijn K.M. Langenberg Zeeman en P.H. Langenberg.

Vragen: 1. Hoe luidt de uitleg van Gedeputeerde Staten van het vonnis van de Rechtbank Noord- Holland van 3 december 2013 in de strafzaak tegen de voormalige gedeputeerde Hooijmaijers inzake de betaling van 59.500 inclusief btw van t Ganzenveld B.V. te Bergen aan Zee aan de heer Hooijmaijers dan wel een B.V. waarin hij een belang had, en hoe blijkt uit het vonnis de betrokkenheid hierbij van Zeeman Vastgoed B.V. te Hoorn en De Peyler Projektontwikkeling B.V.? 2. Geeft deze uitleg Gedeputeerde Staten aanleiding in de toekomst al dan niet met toepassing van de Wet BIBOB - geen overeenkomsten meer aan te gaan met één of meerdere van de in vraag 1 genoemde bedrijven en/of de daarbij betrokken personen? Zo ja, welke? 3. Geeft het strafvonnis aanleiding voor nuancering van de vaststelling van de Commissie Schoon Schip in 2012 dat zij inzake Distriport geen serieuze aanwijzingen van corruptie had aangetroffen? 4. Was het uit oogpunt van vermijding van de schijn van belangenverstrengeling niet beter geweest als de provincie destijds de kosten van renovatie van de verwaarloosde zerkenvloer in Graft en van de R.K. Begraafplaats Purmerend voor eigen rekening had genomen, althans niet had laten verrichten voor rekening van Zeeman? 5. Onderschrijven Gedeputeerde Staten een uitleg dat uit de naamswijziging van Zeeman Vastgoed B.V. in Distriport Vastgoed B.V. per 3 januari 2014 kan worden vermoed dat Zeeman Management B.V. en/of leden van de familie Zeeman zichzelf nog steeds zien als (mede)ontwikkelaar van Distriport? Indien onbekend, graag voor ons navragen. 6. Is er kans op naamsverwarring tussen Distriport Vastgoed B.V. (Zeeman) en Distriport Noord-Holland B.V., waarin het Ontwikkelingsbedrijf NHN deelneemt? Zo ja, heeft Ontwikkelingsbedrijf NHN, waarin de provincie voor 50 procent deelneemt, overwogen tegen de naamsverandering van Zeeman Vastgoed B.V. in Distriport Vastgoed B.V. bezwaar te maken? Indien onbekend, graag voor ons navragen. 7. Is het uit oogpunt van doelmatig en kostenbewust overheidsbestuur te verkiezen dat de provincie en een rechtspersoon waarin de provincie voor 50 procent deelneemt onderlinge geschillen pogen te beslechten door middel van het voeren van rechtsgedingen? 8. Zijn de provincie en/of Distriport C.V./B.V., De Peyler en Zeeman in beroep gegaan tegen het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 29 mei 2013, waarbij het Afsprakenkader en de grondverkoopovereenkomst grotendeels zijn ontbonden en Distriport C.V./B.V. en Zeeman Vastgoed werden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de provincie? In welk stadium is het proces en wanneer wordt de uitspraak verwacht? 9. Wanneer stelt de provincie door middel van een zogenaamde schadestaat een raming op van de door de provincie geleden schade? Op welk bedrag wordt deze schade voorshands geraamd? 10. Op welke wijze kan de provincie de schade verrekenen met Distriport C.V./B.V., De Peyler en Zeeman? 11. Welke betekenis komt toe aan de ramingen van Buck Consultants International (BCI) uit 2013 voor de toekomstige vraag naar en het aanbod van bedrijventerreinen in Noord- Holland Noord voor wat betreft nut en noodzaak van Distriport?

12. Als verweer tegen de beroepen tegen het bestemmingsplan Distriport Noord-Holland bij de Raad van State is van de zijde van de gemeenteraad van Koggenland aangevoerd dat in 2011 reeds bedrijven met een totaal oppervlak van ongeveer 35 ha (concrete) belangstelling hadden getoond zich op Distriport te vestigen (uitspraak 201004316/1/R1 r.o. 2.9.2). Hoe reëel is deze stelling thans nog in het licht van de ramingen van Buck Consultants International (BCI)? Indien onbekend, graag voor ons navragen. 13. Hoeveel hectare van de gronden waarop Distriport moet komen zijn thans of zullen worden verpacht als bouw- en grasland? Hoeveel zal in 2014 de totale pachtopbrengst voor al deze gronden gezamenlijk bedragen? 14. Hoeveel bedragen de jaarlijkse rentelasten voor de provincie voor de gronden waarop Distriport moet komen? En na aftrek van de schadevergoeding bedoeld in vraag 9? 15. Mag uit de verpachting als bouw- en grasland worden afgeleid dat in ieder geval in 2014 niet tot realisering van Distriport zal worden overgegaan? 16. Zijn er thans andere ontwikkelaars dan Zeeman en De Peyler die interesse hebben in deelname in de ontwikkeling van Distriport? Zo ja, hebben deze andere ontwikkelaars een relatie met Zeeman en De Peyler en in welk stadium zijn de gesprekken met andere ontwikkelaars? Indien onbekend, graag voor ons navragen. 17. Welke gevolgen kunnen uw antwoorden op de vragen 2, 11, 12, 15 of 16 hebben voor het aanvangstijdstip van uitvoering van het project Westfrisiaweg of delen daarvan? 18. Vormde de passage in het Noordhollands Dagblad van 1 juni 2013 dat gedeputeerde Van Run eerst de termijn van drie maanden voor hoger beroep afwacht en daarna met een voorstel naar de Staten komt een juiste weergave van diens intenties? Zo ja, wanneer kan bedoeld voorstel worden verwacht? 19. Kunnen we maar niet beter gewoon stoppen met de ontwikkeling van Distriport? Ons antwoord aan Provinciale Staten luidt als volgt: Vraag 1: Hoe luidt de uitleg van Gedeputeerde Staten van het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 3 december 2013 in de strafzaak tegen de voormalige gedeputeerde Hooijmaijers inzake de betaling van 59.500 inclusief btw van t Ganzenveld B.V. te Bergen aan Zee aan de heer Hooijmaijers dan wel een B.V. waarin hij een belang had, en hoe blijkt uit het vonnis de betrokkenheid hierbij van Zeeman Vastgoed B.V. te Hoorn en De Peyler Projektontwikkeling B.V.? Antwoord 1: Zowel de heer Hooijmaijers als het Openbaar Ministerie zijn in december 2013 tegen het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland in hoger beroep gegaan. Wij willen lopende het hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam geen uitspraken doen in deze zaak. Op 24 juli 2014 vindt de regiezitting plaats bij het Gerechtshof. Dan zal het Openbaar Ministerie en de verdediging aangeven welk nader onderzoek zij nog willen doen alvorens de zaak inhoudelijk ter zitting wordt behandeld. Vraag 2: Geeft deze uitleg Gedeputeerde Staten aanleiding in de toekomst al dan niet met toepassing van de Wet BIBOB - geen overeenkomsten meer aan te gaan met één of meerdere van de in vraag 1 genoemde bedrijven en/of de daarbij betrokken personen? Zo ja, welke?

Antwoord 2: Het Openbaar Ministerie zal in de loop van 2014, naar verwachting niet eerder dan in het laatste kwartaal, besluiten wie vervolgd gaan worden. Niet eerder dan na dat moment wordt een partij als verdachte aangemerkt waartegen het Openbaar Ministerie daadwerkelijk een strafproces zal starten. Dit kan consequenties hebben in het kader van de Wet Bibob. Voor het overige verwijzen wij u naar onze brief van 13 december 2012 (kenmerk 99012-103330) over het strafproces tegen exgedeputeerde Hooijmaijers. Vraag 3: Geeft het strafvonnis aanleiding voor nuancering van de vaststelling van de Commissie Schoon Schip in 2012 dat zij inzake Distriport geen serieuze aanwijzingen van corruptie had aangetroffen? Antwoord 3: Zie ons antwoord op vraag 1. Vraag 4: Was het uit oogpunt van vermijding van de schijn van belangenverstrengeling niet beter geweest als de provincie destijds de kosten van renovatie van de verwaarloosde zerkenvloer in Graft en van de R.K. Begraafplaats Purmerend voor eigen rekening had genomen, althans niet had laten verrichten voor rekening van Zeeman? Antwoord 4: Hetgeen u suggereert klopt niet, de provincie heeft het werk niet laten verrichten voor rekening van Zeeman. Vraag 5: Onderschrijven Gedeputeerde Staten een uitleg dat uit de naamswijziging van Zeeman Vastgoed B.V. in Distriport Vastgoed B.V. per 3 januari 2014 kan worden vermoed dat Zeeman Management B.V. en/of leden van de familie Zeeman zichzelf nog steeds zien als (mede)ontwikkelaar van Distriport? Indien onbekend, graag voor ons navragen. Antwoord 5: Wij weten niet welke betekenis vanuit Zeeman gehecht wordt aan de naamswijziging van Zeeman Vastgoed BV in Distriport Vastgoed BV. Vraag 6: Is er kans op naamsverwarring tussen Distriport Vastgoed B.V. (Zeeman) en Distriport Noord- Holland B.V., waarin het Ontwikkelingsbedrijf NHN deelneemt? Zo ja, heeft Ontwikkelingsbedrijf NHN, waarin de provincie voor 50 procent deelneemt, overwogen tegen de naamsverandering van Zeeman Vastgoed B.V. in Distriport Vastgoed B.V. bezwaar te maken? Indien onbekend, graag voor ons navragen. Antwoord 6: Wij weten niet in hoeverre de namen Distriport Vastgoed BV en Distriport Noord-Holland BV met elkaar verward kunnen worden. Overigens neemt de provincie Noord-Holland niet meer voor 50% deel in het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord maar voor 49%. Wij hebben u hierover op 13 mei 2013 geïnformeerd. Vraag 7: Is het uit oogpunt van doelmatig en kostenbewust overheidsbestuur te verkiezen dat de provincie en een rechtspersoon waarin de provincie voor 50 procent deelneemt onderlinge geschillen pogen te beslechten door middel van het voeren van rechtsgedingen?

Antwoord 7: Nee. Vraag 8: Zijn de provincie en/of Distriport C.V./B.V., De Peyler en Zeeman in beroep gegaan tegen het vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 29 mei 2013, waarbij het Afsprakenkader en de grondverkoopovereenkomst grotendeels zijn ontbonden en Distriport C.V./B.V. en Zeeman Vastgoed werden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de provincie? In welk stadium is het proces en wanneer wordt de uitspraak verwacht? Antwoord 8: Distriport Noord-Holland BV en CV, Ooms Ontwikkeling BV en Distriport Vastgoed BV zijn in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van 29 mei 2013 van de Rechtbank Noord-Holland. Dit is u op 2 september 2013 gemeld door gedeputeerde Van Run in de vergadering van de statencommissie WEB. De provincie Noord-Holland is zelf niet in hoger beroep gegaan. De provincie Noord-Holland heeft op 21 januari 2014 de grieven van de tegenpartij in ontvangst genomen. Na de zomer van 2014 verwachten wij een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. Vraag 9: Wanneer stelt de provincie door middel van een zogenaamde schadestaat een raming op van de door de provincie geleden schade? Op welk bedrag wordt deze schade voorshands geraamd? Antwoord 9: De provincie Noord-Holland zal bij een voor de provincie gunstige uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam een schadestaatprocedure starten. Een eerste berekening voor een voorschot op de schade voor de provincie kwam uit op circa 13,8 miljoen. Vraag 10: Op welke wijze kan de provincie de schade verrekenen met Distriport C.V./B.V., De Peyler en Zeeman? Antwoord 10: Op dit moment kunnen wij hier niets van zeggen. Vraag 11: Welke betekenis komt toe aan de ramingen van Buck Consultants International (BCI) uit 2013 voor de toekomstige vraag naar en het aanbod van bedrijventerreinen in Noord-Holland Noord voor wat betreft nut en noodzaak van Distriport? Antwoord 11: Op 3 december 2013 hebben wij het onderzoeksrapport van Buck Consultants International vastgesteld als basis voor het beoordelen van nut en noodzaak van nieuwe bedrijventerreinen en kantoorlocaties in Noord-Holland Noord. Momenteel vinden er drie vervolgonderzoeken plaats, één per deelregio, om te bezien hoe vraag en aanbod in deze gebieden beter in evenwicht kunnen worden gebracht. Dit onderzoek levert inzicht in nut en noodzaak van onder andere Distriport op. Vraag 12: Als verweer tegen de beroepen tegen het bestemmingsplan Distriport Noord-Holland bij de Raad van State is van de zijde van de gemeenteraad van Koggenland aangevoerd dat in 2011 reeds bedrijven met een totaal oppervlak van ongeveer 35 ha (concrete) belangstelling hadden getoond zich op Distriport te vestigen (uitspraak 201004316/1/R1 r.o. 2.9.2). Hoe reëel is deze stelling thans nog in het licht van de ramingen van Buck Consultants International (BCI)? Indien onbekend, graag voor ons navragen.

Antwoord 12: Wij weten niet wat momenteel de marktvraag is met betrekking tot de specifieke doelgroep (distributie, transport, logistiek) voor Distriport. De vervolgonderzoeken, zie ons antwoord bij vraag 11, moeten hier meer inzicht in verschaffen. Vraag 13: Hoeveel hectare van de gronden waarop Distriport moet komen zijn thans of zullen worden verpacht als bouw- en grasland? Hoeveel zal in 2014 de totale pachtopbrengst voor al deze gronden gezamenlijk bedragen? Antwoord 13: Het gaat om 59 hectare grond en een verwachte pachtopbrengst in 2014 van circa 53.000. Vraag 14: Hoeveel bedragen de jaarlijkse rentelasten voor de provincie voor de gronden waarop Distriport moet komen? En na aftrek van de schadevergoeding bedoeld in vraag 9? Antwoord 14: De rentekosten voor wat betreft Distriport bedroegen in 2013 48.599,71. Deze rente is gebaseerd op financiering uit het eigen vermogen van de provincie. De interne rente was in dit jaar historisch laag. Indien de provincie vreemd vermogen had moeten aantrekken voor Distriport dan waren de rentelasten hoger geweest. Kostenverlaging door schadevergoeding is voorlopig nog niet aan de orde. Vraag 15: Mag uit de verpachting als bouw- en grasland worden afgeleid dat in ieder geval in 2014 niet tot realisering van Distriport zal worden overgegaan? Antwoord 15: Ja. In afwachting van de uitkomst van het hoger beroep worden de gronden verpacht. Vraag 16: Zijn er thans andere ontwikkelaars dan Zeeman en De Peyler die interesse hebben in deelname in de ontwikkeling van Distriport? Zo ja, hebben deze andere ontwikkelaars een relatie met Zeeman en De Peyler en in welk stadium zijn de gesprekken met andere ontwikkelaars? Indien onbekend, graag voor ons navragen. Antwoord 16: Wij weten niet of er thans andere ontwikkelaars dan door u genoemd interesse hebben in deelname in de ontwikkeling van Distriport. Vraag 17: Welke gevolgen kunnen uw antwoorden op de vragen 2, 11, 12, 15 of 16 hebben voor het aanvangstijdstip van uitvoering van het project Westfrisiaweg of delen daarvan? Antwoord 17: De tijdsplanning van de Westfrisiaweg is niet afhankelijk van de ontwikkeling van Distriport. Vraag 18: Vormde de passage in het Noordhollands Dagblad van 1 juni 2013 dat gedeputeerde Van Run eerst de termijn van drie maanden voor hoger beroep afwacht en daarna met een voorstel naar de

Staten komt een juiste weergave van diens intenties? Zo ja, wanneer kan bedoeld voorstel worden verwacht? Antwoord 18: In de vergadering van de statencommissie WEB van 29 september 2011 is afgesproken de uitkomsten van de juridische procedures af te wachten alvorens verder te gaan met de uitwerking van opties voor Distriport. In het Noordhollands Dagblad van 1 juni 2013 stond geschreven dat gedeputeerde Van Run eerst de termijn van drie maanden voor hoger beroep afwacht en dat hij daarna met een voorstel naar de Staten komt. Gedeputeerde Van Run heeft toen echter aangegeven dat hij met een voorstel naar de Staten komt indien er geen hoger beroep wordt ingediend door Distriport. Distriport c.s. zijn per 27 augustus 2013 in hoger beroep gegaan. Wij zullen in overeenstemming met de afspraak in de statencommissie WEB nadere voorstellen voor de vervolgaanpak met betrekking tot Distriport doen zodra het Gerechtshof Amsterdam uitspraak heeft gedaan in de hoger beroep procedure. Deze uitspraak verwachten wij na de zomer van 2014. Vraag 19: Kunnen we maar niet beter gewoon stoppen met de ontwikkeling van Distriport? Antwoord 19: Zie ons antwoord op vraag 18.