Veiligheidsregio Zeeland. Beleidsplan Ontheffingverlening Routering Gevaarlijke Stoffen

Vergelijkbare documenten
VERORDENING ROUTERING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN GOOISE MEREN 2018

Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe

Aanvraag ontheffing route transport gevaarlijke stoffen Art. 22, Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Gemeente Den Haag BSD/ RIS

Onder besluit worden verstaan: beslissingen inhoudende publiekrechtelijke rechtshandelingen (zie artikel 1:3 Awb).

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Mandaatregeling personeel Krimpen aan den IJssel

Aanvraag ontheffing route gevaarlijke stoffen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Mandaatregeling Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland 2019

Bijlage A: Organogram ambtelijke organisatie

MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN. Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht MMV Delft

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

b. Een door het college aangewezen projectleider neemt in het kader van dit besluit hiërarchisch dezelfde plaats in als een manager.

CVDR. Nr. CVDR328488_1. Mandaatregeling juni Officiële uitgave van Heemstede.

Mandaatbesluit Dagelijks Bestuur aan Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo);

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )

MANDAATREGELING STICHTING SOCIAAL TEAM HOUTEN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Mandaatbesluit samenwerking Zandvoort-Haarlem sociaal domein

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO

Gelet op artikel 10:3 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe

Besluit delegatie, mandaat, volmacht en machtiging Veiligheidsregio Drenthe

Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug

ALGEMEEN MANDAATBESLUIT GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Het college, de burgemeester, en de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarderadeel:

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Het dagelijks bestuur successievelijk de voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland;

MANDAATREGELING 2013, afdeling Informatievoorziening en Vastgoed

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Elektronisch gemeenteblad

Mandaatbesluit gemeente Renkum maart 2014

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

MANDAATBESLUIT HEFFING BELASTINGEN 2018, 1 e wijziging BESLUIT:

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

Toelichting Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2015

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Hoger beroep besluit voorzieningenrechter rechtbank Gelderland uitvoering huisvestingsverordening en mandaatverlening bezwaarschriften

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer en Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Flevoland 2010,

Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp: ontwerp-omgevingsvergunning

Mandaatregeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

CVDR. Nr. CVDR601483_1

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN FRYSLÂN EN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FRYSLÂN,

Mandaatbesluit. B e s l u i t e n vast te stellen het navolgende mandaatbesluit:

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente [naam deelnemer],

VERORDENING bezwaarschriften 2011

2013, nr. 53. Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling van de Algemene Wet Bestuursrecht;

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSREGELING

(BPL) Datum inwerkingtreding: met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2013

Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Suiker Unie Vierverlaten. ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen

Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit 2016

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Datum _ mei 2019

Mandaatregeling 2016 gemeente Zuidplas

Mandaatbesluit. Overwegende,

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

Registratienummer: Onderwerp: Verordening rechtspositie, mandaat- en volmachtsbesluit griffie Purmerend 2014

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Wijziging mandaat- en machtigingsbesluit algemeen directeur Stichting Waternet(3B, 2014, 94)

Registratienummer: Onderwerp: Verordening rechtspositie, mandaat- en volmachtsbesluit griffie Purmerend 2014

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Doorkiesnr

Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit 2018

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/59

Het college van gedeputeerde staten van Utrecht;

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

- Haverstuk 8, 9203 HB Drachten, de bouw van 22 woningen, datum bekendmaking: 14 juli 2015

Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta.

vast te stellen de Verordening Routering vervoer gevaarlijke stoffen 2015

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

ONTWERPOMGEVINGSVERGUNNING EERSTE FASE ERF KORTLAND 42

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Besluit mandaat, machtiging en volmacht. Dagelijks bestuur en voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project-

Besluit mandaat, volmacht en machtiging. door het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Mandaatbesluit van de gemeente Maastricht aan de Directeur van de RUD Zuid- Limburg

- het ontheffingsbeleid ex artikel 3.23 Wro (24 juni 2008) - de nota "Toepassen instrumentarium nieuwe Wet ruimtelijke ordening" (28 oktober

OMGEVINGSVERGUNNING. GemHG/UIT/48430 Zaaknummer: O 2017/169 Bagid.:

OMGEVINGSVERGUNNING. Oosterhorn 4, 9936 HD, Farmsum. Olo-nummer: kenmerk ODG Z

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

Transcriptie:

Veiligheidsregio Zeeland Beleidsplan Ontheffingverlening Routering Gevaarlijke Stoffen

Beleidsplan Ontheffingverlening Routering Gevaarlijke Stoffen 1. Inleiding Het transport van alle gevaarlijke stoffen rust op een belangrijk basisprincipe: diegene die met een voertuig over de weg gevaarlijke stoffen vervoert, is op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) verplicht de bebouwde kom van een gemeente te vermijden. Als het vervoer binnen de bebouwde kom noodzakelijk is ten behoeve van het laden en lossen of omdat er redelijkerwijs geen route buiten de bebouwde kom beschikbaar is, mag de chauffeur van dit basisprincipe afwijken. In aanvulling op het basisprincipe kan de gemeente, in het belang van de openbare veiligheid, wegen of weggedeelten aanwijzen voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke, routeplichtige stoffen. De chauffeur mag dan alleen van deze weg afwijken indien hem door diezelfde gemeente een ontheffing is verleend. Bovenstaande staat verwoordt in de artikelen 11 en 12 van de Wvgs. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om op grond van artikel 18 van de Wvgs wegen of weggedeelten binnen haar grondgebied aan te wijzen voor het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen. Het college van Burgemeester en Wethouders kan op grond van artikel 22 Wvgs ontheffing verlenen voor het noodzakelijke laden en lossen. In de provincie Zeeland hebben alle dertien gemeenteraden gebruik gemaakt van de bevoegdheid verwoord in artikel 18 Wvgs. Het verlenen van ontheffingen op basis van artikel 22 Wvgs gebeurt sinds 2001 door de Regionale Brandweer Zeeland. De Zeeuwse gemeenten hebben de commandant van de Regionale Brandweer Zeeland hiertoe gemandateerd. Tot op heden hebben 12 van de 13 Zeeuwse gemeenten de ontheffingverlening gemandateerd. Op ambtelijk niveau is aangegeven dat met de actualiseren van deze mandaatregeling ook de laatste gemeente over zal gaan tot mandatering. Vanaf 1 juli 2006 is de Veiligheidsregio Zeeland de rechtsopvolger van de Regionale Brandweer Zeeland. Hiermee is formeel de bestuurlijke verantwoordelijkheid overgegaan van de commandant Regionale Brandweer Zeeland naar de directeur Veiligheidsregio Zeeland. De reden dat de ontheffingverlening centraal geregeld is komt voort uit de wens van de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Zeeuwse gemeenten om te komen tot één loket voor het indienen van aanvragen en anderzijds het streven naar een uniform ontheffingsbeleid. 2. Aanleiding De ontheffingverlening is tot op heden naar tevredenheid van alle partijen opgepakt, en functioneert nog steeds naar wens. Het huidige mandaat is met de komst van de Veiligheidsregio Zeeland niet meer actueel. Mede om die reden wordt een geactualiseerd mandaat voorgelegd. Verder is in aanvulling op de huidige mandaatregeling een specifiek alternatief opgenomen voor het vervoer van propaan in buitengebieden. De ontheffingverlening voor het transport van propaan in de buitengebieden blijkt praktisch niet uitvoerbaar onder de geldende mandaatregeling. In overleg met de propaanbranche is tot een praktisch alternatief gekomen die geen afbreuk doet aan de gestelde beleidskaders. Tot slot is in overleg met de betrokken gemeenten besloten om de maximale geldigheidstermijn van een ontheffingverlening te verlengen van twee naar drie jaar. Het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland heeft, op grond van artikel 4 onder i, van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zeeland, deze taak aanvaard bij besluit van 1 juli 2006. 3. Doel van beleid Zowel van de zijde van de Zeeuwse gemeenten als van de zijde van de Veiligheidsregio Zeeland is gesteld dat het wenselijk is dat de ontheffingsverlening plaatsvindt binnen de door de verantwoordelijke bestuursorganen (i.c. colleges van Burgemeester en Wethouders) vastgestelde beleidskaders. Daarnaast is het uit het oogpunt van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burger wenselijk dat deze beleidskaders ten aanzien van de (gemandateerde) bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen kenbaar zijn. In deze notitie worden daarvoor de kaders vastgesteld. Centraal staat dat het mandaat zich beperkt tot het verlenen van ontheffingen door de directeur Veiligheidsregio Zeeland. 2/8

4. Mandaat / verantwoordelijkheden Teneinde de directeur Veiligheidsregio Zeeland de bevoegdheid rechtsgeldig in mandaat te kunnen laten uitoefenen, dienen de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Zeeuwse gemeenten de directeur Veiligheidsregio Zeeland mandaat te verlenen. Het mandaat betreft de uitvoering van artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten aanzien van het verlenen van een positieve beschikking op een aanvraag 1. De afhandeling van bezwaar- en/of beroepsschriften vindt in alle gevallen plaats door het desbetreffende college van Burgemeester en Wethouders. 5. Werkwijze 5.1. Aanvraag voor ontheffing Om de aanvraagprocedure voor alle betrokken partijen zo eenvoudig mogelijk te maken is het wenselijk een aanvraagformulier vast te stellen. Dit vereenvoudigt de aanvraagprocedure voor de aanvrager: de aanvrager weet zeker dat hij geen relevante informatie vergeet. In deze beleidsnota is een model aanvraagformulier Aanvraag ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen en een model aanvraagformulier Aanvraag ontheffing vervoer propaan in buitengebieden opgenomen. De colleges van Burgemeester en Wethouders dienen deze aanvraagformulieren vast te stellen. Voor het indienen van een aanvraag om ontheffing ex artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen dienen aanvragers, die als zodanig als bevoegd zijn aan te merken (als regel de leverancier dan wel degene, die ten behoeve van de leverancier transporteert), gebruik te maken van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is te downloaden via de website: www.brandweerzeeland.nl. De aanvraag dient te worden verzonden naar: Veiligheidsregio Zeeland t.a.v. de directeur Veiligheidsregio Zeeland Postbus 8016 4330 EA MIDDELBURG Indien een aanvraag bij een gemeente wordt ingediend, stuurt de gemeente deze onverwijld door naar het bovenstaande adres. Een aanvraag kan betrekking hebben op meer dan één afleveradres binnen één gemeente dan wel binnen meerdere gemeenten. In principe dienen de afleveradressen gelegen te zijn aan een aaneengesloten route. In verband met de specifieke situatie voor het afleveren van propaan in het buitengebied kan op verzoek van de aanvrager hiervan worden afgeweken. Hiertoe is een speciaal aanvraagformulier opgesteld. Deze is eveneens via bovenstaande website te downloaden. Indien een aanvraag voor een ontheffing betrekking heeft op een route die door twee of meerdere gemeenten loopt, dan wordt deze aanvraag beschouwd als zijnde per gemeente ingediend en wordt als zodanig afgehandeld. Omdat dit voor de aanvrager financiële gevolgen heeft 2, wordt de aanvrager hiervan vooraf op de hoogte gesteld. 5.2. Toetsing aan beleidskaders De aanvraag wordt door de directeur Veiligheidsregio Zeeland getoetst aan de in dit beleidsplan opgenomen en door de colleges van Burgemeester en Wethouders vastgestelde beleidskaders. Indien de aanvraag binnen de criteria valt wordt de ontheffing verleend. Mocht een aanvraag niet binnen de gestelde beleidskaders vallen dan zal worden gekeken of een alternatieve route mogelijk is. Indien de aanvrager - na overleg met de Veiligheidsregio Zeeland - de in de 1 Het besluiten tot het afwijzen van een aanvraag wordt dus niet gemandateerd! 2 De aanvrager is leges verschuldigd bij iedere gemeente waardoor de aangevraagde route loopt. 3/8

aanvraag genoemde route wijzigt conform het voorstel van de Veiligheidsregio Zeeland, wordt deze gewijzigde route beschouwd als eerste aanvraag. De ontheffing zal op basis van deze gewijzigde aanvraag verleend worden. Indien de in de aanvraag vermelde route niet voldoet aan de vastgestelde beleidskaders zal de directeur Veiligheidsregio Zeeland de aanvraag met een advies tot afwijzing van de aanvraag naar het betreffende college van Burgemeester en Wethouders zenden. Het college is bevoegd om af te wijken van het advies. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient een afwijking van het advies zorgvuldig te worden gemotiveerd. Voor het afleveren van propaan in de buitengebieden wordt een apart regime vastgesteld. Hoewel er per gemeente grote verschillen zijn, heeft een propaanleverancier veelal tientallen verschillende afleveradressen per gemeente. De levering van propaan aan particulieren en bedrijven in het buitengebied is vanwege de grote diversiteit van afleveradressen en een daardoor steeds wisselende vraag, niet in een vaste route te vatten. De transporteur kan voor het afleveren van propaan in een buitengebied een ontheffing krijgen voor een dynamische route. Dit is een route die afhankelijk van de vraag zelf kan worden samengesteld. Dit onder de voorwaarde dat de transporteur bij het vaststellen van de route rekening houdt met de genoemde beleidskaders. In de ontheffing wordt in ieder geval ook aangegeven waar NIET mag worden gereden. Het betreft hier locaties met een hoge personendichtheid, zoals scholen, ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. Omdat de propaanmarkt redelijk in beweging is, vinden er regelmatig mutaties plaats van afleveradressen. Om de administratieve last voor een transporteur te verlichten kunnen binnen de initiële kosten voor een ontheffingsaanvraag drie aanvullende afleveradressen worden doorgegeven. 5.3. Bezwaar- en beroepsprocedures Indien het verlenen dan wel het weigeren van een aanvraag tot een procedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht leidt, kan de directeur Veiligheidsregio Zeeland op verzoek van het college van Burgemeester en Wethouders optreden als adviseur 3. 5.4. Kosten van het in behandeling nemen van de aanvraag Door de directeur Veiligheidsregio Zeeland zal een bedrag worden gefactureerd aan de gemeente waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. Voor het jaar 2008 is de hoogte van dit bedrag vastgesteld op 70 voor de behandeling van een enkelvoudige ontheffingsaanvraag en 210 voor een verzamelontheffing. Dit bedrag wordt gelijktijdig met een afschrift van een verleende ontheffing dan wel met een advies tot afwijzing van de aanvraag bij de desbetreffende gemeente in rekening gebracht. In het kader van de evaluatie zal worden bezien of en in hoeverre dit bedrag wijziging behoefd. 5.5. Legesheffing Het heffen en innen van leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing op grond van artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten behoeve van het vervoer gevaarlijke stoffen is een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke gemeenten. In de ontheffingsbrief die door de directeur Veiligheidsregio Zeeland wordt verstuurd naar de aanvrager zal worden aangegeven dat de desbetreffende gemeente separaat van de verleende ontheffing een nota voor de leges wordt gestuurd. 3 Omdat er geen wettelijke grondslag voor deze adviesfunctie bestaat, kan de directeur Veiligheidsregio Zeeland niet worden beschouwd als adviseur in de zin van artikel 3:5, eerste lid Awb. Titel 3.3. Awb is derhalve niet van toepassing op deze vorm van advisering. 4/8

6. Criteria voor ontheffingverlening 1. De route dient te lopen via de kortst mogelijke route van de op grond van artikel 14, lid 1, artikel 16, lid 1 en/of artikel 18, lid 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen aangewezen wegen, rekening houdend met de onderstaande beleidskaders. 2. In principe dient zoveel als mogelijk gebruik te worden gemaakt van het ten behoeve van het vervoer gevaarlijke stoffen aangewezen: a. landelijke net van wegen dat bestaat uit bij het Rijk in beheer zijnde wegen of weggedeelten; b. provinciale net van wegen dat bestaat uit bij de provincie of bij de waterschappen in beheer zijnde wegen, zoals bedoeld in artikel 16, lid 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen; c. de door de gemeenteraad van de desbetreffende gemeente aangewezen wegen als bedoeld in artikel 18, lid 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. 3. Bebouwde kommen dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. 4. Het risicoprofiel van de routering wordt vastgesteld op basis van effectafstanden. 5. Een routering is acceptabel als binnen de effectafstanden zich geen concentratie(s) van personen bevinden met een beperkte zelfredzaamheid, zoals: a. scholen; b. verzorgingstehuizen; c. bejaardentehuizen; d. ziekenhuizen; e. recreatie-inrichtingen, etc. Hiermee wordt voorkomen dat een onevenredig groot risico ontstaat voor de openbare veiligheid. Hierbij wordt de beschikbare hulpverleningscapaciteit binnen de regio of een gedeelte hiervan in acht genomen. 6. De ontheffing kan worden verleend voor de duur van maximaal drie jaar. 7. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden, waaronder een voorschrift dat het vervoer wordt beperkt tot nader aan te geven tijdstippen per etmaal. 8. Voor het afleveren van propaan in een buitengebied kan onder voorwaarden een ontheffing worden verleend in de vorm van een dynamische route. 7. Tussentijdse ontwikkelingen De ontheffing wordt verleend voor de periode van maximaal drie jaar. Als bevoegd gezag binnen deze termijn voornemens is een ontwikkeling toe te staan welke valt onder punt 5 van artikel 6 van dit beleidskader (criteria voor ontheffingverlening) en is gelegen aan of in de nabijheid van de route waarvoor ontheffing is verleend, wordt de Veiligheidsregio Zeeland hierover geïnformeerd. De Veiligheidsregio Zeeland zal bezien of de verleende ontheffing(en) dienen te worden aangepast. 8. Inwerkingtreding en reikwijdte van de beleidskaders De beleidskaders fungeren als uitgangspunt bij de uitoefening van de door de colleges van Burgemeester en Wethouders gemandateerde bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing op grond van artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen. In die gevallen waarin dit beleid niet voorziet overlegt de directeur Veiligheidsregio Zeeland met het betreffende college van Burgemeester en Wethouders. 9. Toezicht en handhaving Het toezicht en de handhaving op de Wet vervoer gevaarlijke stoffen is in principe neergelegd bij de Inspectie van Verkeer en Waterstaat (IVW). Echter, omdat het hier gaat om een gemeentelijke aanwijzing van een route gevaarlijke stoffen en een gemeentelijke ontheffing, ligt de bevoegdheid voor toezicht en 5/8

handhaving ook bij de gemeente. In de regel zal toezicht en handhaving moeten plaatsvinden door de ambtenaren van politie en gemeente. De IVW kan hierbij als adviseur worden betrokken. De bevoegdheid strekt zich niet alleen uit op mogelijke overtreding van het afwijken van de route, maar ook ten aanzien van parkeren binnen de bebouwde kom. 10. Publicatieplicht Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient het vastgestelde beleid te worden gepubliceerd. Onder vaststelling van het beleid ten aanzien van ontheffingverlening vervoer gevaarlijke stoffen wordt mede begrepen de mandaatregeling en het in dit kader te gebruiken formulier. Nadat alle gemeenten in Zeeland tot vaststelling daarvan zijn overgegaan, zal de publicatie van deze mandaatregeling en onderliggende stukken centraal plaatsvinden. De verleende ontheffingen zullen niet worden gepubliceerd. Ter inzage van het ontheffingsbesluit hoeft alleen als de van toepassing zijnde wet er naar verwijst (Awb, art 3.15). In dit geval geeft de Wet vervoer gevaarlijke stoffen geen verplichting tot het ter inzage leggen van ontheffingsbesluiten. 11. Evaluatie van beleid Uiterlijk één jaar naar inwerkingtreding van deze mandaatregeling, of zoveel eerder als betrokken partijen dat noodzakelijk achten, zal een evaluatie plaatsvinden op basis waarvan bijstelling van hetgeen vermeld in dit beleidsplan mogelijk is. 6/8

Model mandaatbesluit artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen Het college van Burgemeester en Wethouders van {gemeentenaam} Overwegende dat het in verband met de deskundigheid, coördinatie en de één-loket-gedachte wenselijk wordt geacht de ontheffingverlening als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen in alle Zeeuwse gemeenten te mandateren aan de directeur Veiligheidsregio Zeeland; het uit oogpunt van rechtmatigheid, noodzakelijk is deze bevoegdheid te beperken tot het verlenen van een positieve beschikking (i.c. het verlenen van de ontheffing); indien blijkt uit onderzoek van de directeur Veiligheidsregio Zeeland een ontheffing dient te worden geweigerd hij hiertoe een advies over zal uitbrengen aan ons college. Gelet op Artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen Afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) Artikel 4, onder i van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zeeland Besluit vast te stellen het volgende MANDAAT ONTHEFFINGVERLENING ROUTERING GEVAARLIJKE STOFFEN Artikel 1 Mandaatverlening 1. De bevoegdheid ingevolge artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen wordt gemandateerd aan de directeur Veiligheidsregio Zeeland met uitzondering van de afwijzing van de aanvraag. 2. Dit mandaat strekt mede tot ondertekening van besluiten. 3. Bij uitoefening van het mandaat ondertekent de gemandateerde op de volgende wijze: Het college van Burgemeester en Wethouders van {gemeentenaam} Namens dezen, Directeur Veiligheidsregio Zeeland. 4. In het mandaat is niet begrepen de bevoegdheid tot het geven van een beschikking inhoudende: a. het geheel of gedeeltelijk afwijzen van een aanvraag tot het geven van een beschikking; b. een ongevraagde beschikking waartegen belanghebbende naar verwachting bedenkingen zal hebben. 5. De bevoegdheden van de gemandateerde kunnen worden uitgeoefend door zijn daartoe aangewezen plaatsvervanger. 6. Een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever. Artikel 2 Beleid 1. De uitoefening van het mandaat is beperkt binnen de grenzen van het geformuleerde bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte beleid. 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt het beleid van de mandaatgever geacht bij een voorgenomen besluit te zijn betrokken wanneer: a. het voornemen bestaat tot wijziging van geformuleerde beleidskaders; 7/8

b. er behoudens in zaken van een routinematig karakter, rekening mee moet worden gehouden dat de mandaatgever op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken; c. van de uitoefening van de bevoegdheid een precedentwerking is te verwachten; d. door het te nemen besluit budgetten worden overschreden of uit het te nemen besluit niet voorziene financiële, personele of beleidsmatige gevolgen kunnen voortvloeien. Artikel 3 Overleg en aanwijzingen Indien redelijkerwijs aanleiding bestaat tot twijfel of zich een situatie als genoemd in artikel 2, lid 3 voordoet, pleegt de gemandateerde tijdig vooraf overleg met de mandaatgever en gedraagt hij zich vervolgens naar zijn aanwijzingen. Artikel 4 Instructies en inlichtingen De bevoegdheid wordt uitgeoefend mede met inachtneming van het bepaalde in het beleidsplan Ontheffingverlening Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Bedoeld beleidsplan en het in dit kader te gebruiken formulier zijn tegelijk met deze mandaatregeling vastgesteld. Artikel 5 Ondermandaat Ondermandatering van deze bevoegdheid is toegestaan aan de aangewezen plaatsvervanger, de Regionaal Commandant Brandweer. Artikel 6 Verantwoording De gemandateerde legt verantwoording af over de uitoefening van het mandaat aan de mandaatgever. Afschriften van ontheffingen worden in elk geval toegezonden aan: de gemeente(n) waarop de ontheffing betrekking heeft; de Regionaal Commandant Brandweer, de Inspectie Verkeer en Waterstaat; de Politie Zeeland; het betreffende Waterschap. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2009. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, de Burgemeester, Datum publicatie: 8/8