toelichting gehouden door Harry Harding Op de cyclusfolder staat te lezen dat de vrijwilligers in ons land een volume van 100.000 voltijdse betrekkingen vertegenwoordigen. Een enorm aantal. Een aanwijzing hoeveel precies van deze 100.000 ingevuld worden door de 60 + heb ik niet kunnen vinden. Maar het moeten medunkt er velen zijn. Als lid van deze grote groep kreeg ik de vraag toegeschoven mijn zegje over ons vrijwilligersleven te doen en de vraag te beantwoorden: Hoe kom je ertoe na een leven van hard werken, althans voor de meesten van ons, je opnieuw te engageren in allerlei verenigingen en daar de handen uit de mouwen te steken. Eerlijk gezegd heb ik bij deze vraag nooit stilgestaan. Van thuis uit heb ik helpen met de paplepel meegekregen. We waren met velen en vonden het normaal voor elkaar in te springen. Omdat tijdens de oorlogsjaren en vlak erna er weinig structuren waren ovegebleven was je als kind vooral aangewezen op het rijke roomse leven dat in die periode welig bloeide. Je was jarenlang misdienaar en stond om 7 u. s morgens aan het altaar het latijnse confiteor of schuldbelijdenis af te dreunen. 1 / 9
Wat ouder geworden ging je gratis babysitten bij o.a. de buren, de leden van de gezinsgroepen om de makers babyboom een avondje uit te gunnen en je bleef er niet bij stilstaan waarom dit niet met wat zakgeld kon gehonoreerd worden. Met deelname aan bouwkampen, KSA-leiding en de gemengde jongeren-gemeenschap werd de jeugdperiode afgesloten. Deze bagage van vrijwilligerswerk, het heette toen dienstbaarheid en je ervaarde het toen veelal als een eer, heeft onmiskenbaar zijn stempel gedrukt op mijn latere engagementen. Je was gebeten door de microbe. Je kende de moeilijke kanten maar ook de prachtige momenten van vriendschap, samen iets realiseren, samen opbouwen. Je leerde de knepen van het vak kennen en ook inzien dat goed bedoelde inzet weleens stuk kon lopen. Je leerde gaandeweg dat vrijwilliger zijn betekent: geven en ontvangen, maar ook medeverantwoordelijkheid opnemen. 2 / 9
We lazen daarnet de bijbeltekst over het licht dat we niet onder de korenmaat moeten zetten. Het is een tekst die aansluit bij het vrijwilligerswerk. We hoeven goede dingen niet voor ons te houden, iedereen mag ze kennen. Zi j kunnen immers inspiratie geven of als voorbeeld dienen voor anderen. Hierop aansluitend zet ik De Vleugel even in het zonlicht. Een feitelijke vereniging, zoals dat in het juridisch jargon heet, die al bijna 15 jaar lang volledig op vrijwilligers draait. Alhoewel sinds 1993 er al heel wat trekkers van het eerste uur zijn vertrokken kwamen er steeds nieuwe gezichten in hun plaats die het projekt de moeite waard vonden om zich vrijwillig in te zetten. Meer nog, er is de laatste jaren een opvallend grote stabiliteit in de equipe voorgangers, overleg en muzikanten geweest. In mijn funktie als administratief coordinator heb ik telkens weer mogen vaststellen hoe in moeilijke en drukke momenten er telkens spontane hulp werd aangeboden. Dat bemoedigt en creëert een enorme dynamiek en voorkomt frustratie 3 / 9
en ontmoediging en hierin verschilt het vrijwilligerswerk wezenlijk van het professioneel werk, waar verwacht wordt dat je maar je eigen boontjes dopt. In deze toelichting over vrijwilligerswerk wil ik ook wijzen op het groot aantal vrijwilligers in de NGO- wereld. Broederlijk Delen, Welzijnszorg, Damiaanaktie, 11.11.11, Greenpeace, Artsen zonder Grenzen en noem maar op, zouden niet kunnen werken zonder hun grote en enthousiaste achterban van vrijwilligers. In de groep van NGO s ben ik destijds ook ingerold en wel bij de RvB van Oikocredit. Graag geef ik hierover wat uitleg: Vooreerst: Vanwaar de naam Oikocredit? Oiko vind je terug in Oicumenisch en verwijst naar de samenwerking tussen de katholieke kerk en de 4 / 9
protestantse kerken. Credit berwijst naar de kredietverschaffing als doelstelling. Rond de jaren 1970 had men vastgesteld dat heel wat kerken, congregaties en christelijke gemeenschappen hun geld investeerden in aandelen en bij banken en dat met slechts één zorg: het hoogste rendement te verkrijgen, zonder zich vragen te stellen wat er verder met dit geld gebeurde. Werd het gebruikt voor bewapening, werden de mensenrechten wel geeerbiedigd, werd het milieu gerespecteerd? Daarom werd in 1975 op initiatief van de Wereldraad van Kerken Oikocredit Internationaal opgericht, waardoor de kerken in deze cooperatie hun spaargelden met een gerust geweten konden investeren. Deze organistie verleent nu mirocredieten en andere leningen aan kansarmen in Latijns-Amerika, Azië, Afrika, Midden- en Oost Europa. 5 / 9
Kleine groepen ondernemingen en cooperaties in deze landen kunnen met dit geld een eigen bedrijf opstarten of uitbreiden en hiermee voor een inkomen zorgen. We mogen dus gerust Oikocredit als een pionier van microverschaffing beschouwen. Het mooie van deze formule is dat het geld niet alleen komt van de aandeelhouders, maar ook van de terugbetalingen van de ontleners. Je krijgt dus een cumulatief effekt, waardoor steeds meer mensen de kans krijgen om van deze vorm van kredietverschaffing te genieten. Op dit moment is het uitleenbaar kapitaal gegroeid tot bijna 300 miljoen Euro. Oikocredit-Be is de Belgische partnerorganisatie van Oikocredit Internationaal. Meer dan 20 jaar geleden werd deze cooperatie opgericht onder impuls van Marc Fillet, die toen hoofdredacteur was van Wereldwijd, nu beter bekend als MO. 6 / 9
Maar waar haalt Oikocredit nu haar financiële middelen vandaan. Bij U, bij mij en vele anderen. Je kunt immers in Oikocredit investeren via de partnerorganisatie in Belgie en met dit geld kan Oikocredit kredieten toekennen. Aandeelhouders zijn stuk voor stuk individuen of organisaties die belang hechten aan sociaal-ethisch beleggen en die voor een bescheiden finantieel rendemnet kiezen, maar sociaal gezien met een zeer hoge opbrengst. Tot voor 2 jaar draaide Oikocredit Belgie volledig op vrijwilligers. De RvB ging zelf de boer op om fondsen te werven bij familie en vrienden, bekendheid werd gegeven via voordrachten en preken en we waren regelmatig present op plaatselijke NGO-beurzen. De uitdagingen op financieel en op administratief vlak werden echter zo groot dat we een voltijdse kracht hebben moeten aanwerven, wat niet belet dat de vrijwilligers in de RvB heel aktief blijven. Informatie over Oikocredit heb ik beschikbaar gesteld 7 / 9
en misschien wordt U ooit nog eens aandeelhouder. Vrijwilligers, ze blijven een onmisbare schakel! Ze zijn zelfs cruciaal voor onze samenleving. Ze zorgen voor een warmer en meer solidair contact tussen mensen en mogen daarom gerust, zonder korenmaat, mateloos, in het licht gesteld worden. Harry 8 / 9
9 / 9