~5\k ~/sc/~ 4 ~/ Centraal Justitieel Incassobureau / Ministerie van Veiligheid en Justitie. cr:~ ~. ~

Vergelijkbare documenten
Slachtofferhulp. concept wetsvoorstel betreffende hétieggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed?

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

Datum 18 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over bericht Mishandelde bejaarde moet zelf achter daders aan

Uitvoeringsbesluit voorschot schadevergoedingsmaatregel

Rapport. Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

advies. Strekking wetsvoorstellen

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Management samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Tweede Kamer der Staten-Generaal

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012

Brief aan de minister van Rechtsbescherming Drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

In het Wetsvoorstel worden de volgende wijzigingen voorgesteld:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

Kale kikker of toch kale kip?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederlandse Orde van Advocaten T.a.v. drs. L. Korsten Postbus GW Den Haag FALK-courier

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

RAPPORT 2001/281, NATIONALE OMBUDSMAN 14 SEPTEMBER 2001

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Ontvangen Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

C O N C E P T. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport. Datum: 23 februari 2007 Rapportnummer: 2007/038

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk EM Den Haag

Rapport. Datum: 14 september 2001 Rapportnummer: 2001/281

De positie van het slachtoffer in het strafproces De benadeelde Nabestaanden Splitsing van de vordering door de benadeelde

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

College van Procureurs-Generaal 21 ~ ~

Rapport. Datum: 9 november 2005 Rapportnummer: 2005/345

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Datum 2 augustus 2010 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het toepassen van vervangende hechtenis door het CJIB

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau uit Leeuwarden. Datum: 18 oktober Rapportnummer: 2011/308

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

ECLI:NL:RBDHA:2017:4929

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 21 maart 2016 Onderwerp PMJ-ramingen tot en met 2021

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling OM-afdoening

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 17 oktober 2016 Rapportnummer: 2016/094

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Het wetsvoorstel is op 18 december 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voegen in het strafproces

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Transcriptie:

/... ~ ~ ~5\k ~/sc/~ 4 ~/ Centraal Justitieel Incassobureau / Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 1794 8901 CB Leeuwarden De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. E~î~en Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG ~: ~ cr:~ ~. ~ 3uridische Zaken en ~ uitvoeringsbeleid Postbus 1794 8901 CB Leeuwarden ~ T 0582159555 ~! F 0582342870 ~ www.cjib.nl.. ~ ~~ Datum 31 augustus 2011 Betreft Advies concept-wetsvoorstel betreffende het leggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven Geachte heer Teeven, Bij brief van 8 juli 2011 met kenmerk,erzocht u het CJIB u te adviseren over het concept-wetsvoorstel betreffende het leggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven (het wetsvoorstel ). Onderstaand treft u de reactie van het CJIB aan. De reactie spitst zich gelet op de mogelijke uitvoeringsconsequeflties voor het CJIB met name toe op Titel IIB van het wetsvoorstel. Deze titel regelt een verplichte bijdrage aan de staat ten behoeve van dienstverlening aan slachtoffers. Titel IIB kent één artikel, 38z dat als volgt luidt: Aan degene die bij een rechtelijke uitspraak wegens een misdrijf wordt veroordeeld dan wel jegens wie een strafbeschikking wegens een misdrijf wordt uitgevaardigd die voor tenuitvoerlegging vatbaar is, wordt de verplichting opgelegd tot betaling van een som gelds aan de staat ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers. De hoogte van het bedrag wordt bij ministeriële regeling bepaald. ~ç~~iiike context artikel ~ Artikel 38z beoogt de storting van een som gelds ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers in alle gevallen waarin veroordeling wegens een misdrijf plaats vindt danwel een strafbeschikking wegens een misdrijf wordt uitgevaardigd. Deze gelden zullen ten goede komen aan organisaties die werkzaam zijn in de slachtofferketen. De mogelijkheid dat een som gelds ten goede komt aan het Schadefonds geweldsmisdrijven of ten gunste van een instelling die zich ten doel stelt belangen van slachtoffers van strafbare feiten te behartigen is niet nieuw. Artikel 14c lid 2 sub 4 opent voor de rechter de mogelijkheid om in de vorm van een bijzondere voorwaarde een storting in het Schadefonds geweldsmisdrijven/in kas van een andere instelling op te leggen. Deze regeling verschilt in zoverre met artikel 38z dat deze voorwaarde in beginsel slechts door de rechter wordt opgelegd indien een relatie kan worden gelegd tussen het delict en de instelling ten gunste waarvan de som gelds moet worden betaald. Deze relatie speelt bij toepassing van artikel 38z geen enkele rol. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 14c lid 2 sub 4 komt naar voren dat de rechter Pagina 1 van 6

uitvoeringsbeleid behoefte zal hebben deze voorwaarde op te leggen, indien het slachtoffer zelf Datum geen prijs stelt op schadevergoeding. Ook daarin verschilt de regeling van artikel 31 augustus 2011 14 lid 2 sub 4 Sr met de beoogde regeling van artikel 38z. Immers in geval van toepassing van artikel 38z wordt ook aan een veroordeelde aan wie een vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel is opgelegd de verplichting opgelegd een som geids ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers te betalen. Ook de veroordeelde die spoedig overgaat tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer en nauwelijks kosten veroorzaakt, wordt geconfronteerd met deze verplichte bijdrage. In deze context lijkt het moeilijk vol te houden dat een dergelijke veroordeelde de veroorzaker is van de gemaakte kosten. Tenslotte kan in dit kader nog de vraag worden gesteld of artikel 38z moet worden gezien als een soort algemene voorwaarde waarmee elke veroordeelde zal worden geconfronteerd? Komt daarmee de in artikel 14c lid 2 sub 4 opgenomen door de rechter op te leggen bijzondere voorwaarde te vervallen (want voortaan vervat in de in artikel 38z opgenomen algemene voorwaarde)? Moet er dienaangaande rekening mee worden gehouden dat rechters de algemene verplichting tot het betalen van een som gelds ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers zullen verdisconteren in de op te leggen straf? Aard en strekkina van de verplichte biidrace aan de staat ten behoeve vajtçi~ dienstverlenina aan slachtoffers: De strekking van de in artikel 38z opgenomen regeling is dat veroordeelde rechtswege wordt verplicht naast de opgelegde straf en/of maatregel een forfaitair bedrag te storten op rekening van cle staat ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers. van Uit de Memorie van toelichting kan worden afgeleid dat de ratio voor de verplichte bijdrage is gelegen in het feit dat van degene aan wie voor een misdrijf een strafbeschikking is opgelegd of die terzake daarvan is veroordeeld, een bijdrage in de kosten voor de dienstverlening aan slachtoffers mag worden verlangd. Er wordt daarbij aangegeven dat deze verplichte bijdrage kan dienen ter dekking van de kosten van het Schadefonds geweldsmisdrijven, de voorschotregeling en van de kosten die gemaakt worden om de positie van het slachtoffer in het straf(proces) recht te versterken. Gelet op de in cle Memorie van toelichting aangehaalde voorbeelden moet er rekening mee worden gehouden dat (een deel van) deze kosten gekwalificeerd kunnen worden als repressieve handhavingskostefl. Op grond hiervan zal in ieder geval de vraag moeten worden beantwoord of deze regeling past binnen de uitgangspunten van het rapport ~ Maat houden (Staatscourant 10 mei 2000, nr. 90). Volgens de uitgangspunten van dit rapport mogen de kosten van strafrechtelijke repressieve handhaving niet worden doorberekend en moeten activiteiten die samenhangen met repressieve handhaving uit algemene middelen worden gefinancierd. In de bij Memorie van toelichting van het meermaals aangehaalde wetsvoorstel 21 345 (Kamerstukken II, 1989/90, 21 345, nr. 3 blz 22) is dienaangaande bijvoorbeeld opgenomen dat uitkeringen uit het Pagina 2 van 6

uitvoeringsbeleid Schadefonds geweldsmisdrijven voor rekening van cle staat komen. Uit de Datum wetsgeschiedenis van wetsvoorstel 30 143 (Kamerstukken II, 2004/05, 30 143, 31 augustus 2011 nr. 3 blz 15) kan worden afgeleid dat ook de kosten van de voorschotregeling door de staat moeten worden gedragen. De voorgestelde regeling van artikel 38z wijkt af van het uitgangspunt dat kosten van repressieve handhaving voor rekening van de staat blijven en verlangt van veroordeelden een verplichte bijdrage ter dekking van deze kosten van de staat. Anderszins kan, nu artikel 38z Sr beoogt een grondslag te creëren voor de betaling van een som gelds die kan dienen als bijdrage in de kosten ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers, niet worden voorbijgegaan aan de inhoud en strekking van artikel 36a Wetboek van strafrecht. De inhoud hiervan luidt: Alle kosten van tenuitvoerlegging van de in deze afdeling bedoelde maatregelen- met uitzondering van de kosten van verhaal, de invorderingskosten daaronder begrepen,- komen ten laste, al hetgeen door die tenuitvoerlegging wordt verkregen, komt ten bate van de staat, met uitzondering van hetgeen door de tenuitvoerlegging van de maatregel, genoemd in artikel 36f, wordt verkregen. Met andere woorden: de tenuitvoerlegging van Plukze en Terwee maatregel komt voor rekening van de staat. De uitzondering heeft betrekking op de kosten van verhaal. In artikel 574 Wetboek van strafvordering is bepaald dat verhaal geschiedt op de wijze als in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderiflg is voorzien. De algemene regel is volgens dat Wetboek dat de kosten van verhaal voor rekening van de geëxecuteerde komen (artikel 470 lid 1 Rv). Kortom ook in artikel 36a Sr komt de algemene opvatting dat repressieve handhavingskosten (ook als het gaat om de tenuitvoerlegging van de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer) voor rekening van de staat komen tot uitdrukking. Enkel voor de kosten van verhaal is een uitzondering gemaakt. Hoe verhouden de artikelen 36a Sr en 38z zich straks tot elkaar nu de verplichte bijdrage van artikel 38z niet kunnen worden gezien als kosten van verhaal en daarmee ook niet onder de in artikel 36a opgenomen uitzondering kunnen worden gevat? Uitvoerinpsconsepueflties De verplichte bijdrage ten behoeve van slachtoffers zal niet alleen worden opgelegd op slachtoffer gerelateerde produkten (schadevergoedingsmaatregel en strafbeschikking met schadevergoedingscompoflent), maar ook op de overige produkten, inclusief vrijheidsstraffen en taakstraffen.~ Uitgaande van de in art. 38z opgenomen regeling zal per veroordeling eenmalig een verplichte bijdrage ten behoeve van slachtoffers in rekening dienen te worden gebracht bij de veroordeelde. Een vonnis bestaat echter met grote regelmaat uit De verplichte bijdrage ziet op alle veroordelingen wegens een misdrijf, In dit kader dient te worden opgemerkt dat het CJIB onder meer de veroordelingefl van preventieven en TBS ers (nog) niet ontvangt. In de huidige situatie zal de inning van de verplichte bijdrage voor deze produkten door het CJIB extra aanpassingen vergen. Pagina 3 van 6

Uitvoenngsbeleid meerdere componenten (bijv. een gevangenisstraf in combinatie met een Datum schaclevergoedingsmaatregel). 31 augustus 2011 De huidige werkwijze is dat ieder component van een vonnis separaat door het OM wordt aangeleverd bij het CJIB. Dit betekent dat de componenten in verschillende systemen instromen, maar ook de momenten waarop de componenten instromen (aanzienlijk) kunnen verschillen. In de huidige situatie heeft het CJIB dus niet de beschikking over het volledige vonnis. Bij deze werkwijze lijkt de invoering van een verplichte bijdrage ten behoeve van slachtoffers uitgaande van een verplichte bijdrage per vonnis moeilijk realiseerbaar voor het CJIB. Op dit moment wordt er binnen het CJIB gewerkt aan een project (Universele Zaaks Interface) dat zich richt op de overdracht van volledige vonnissen door het OM aan het CJIB. Dit betekent dat het CJIB in de toekomstige situatie de componenten van een vonnis niet meer separaat zal ontvangen, maar het volledige vonnis krijgt aangeleverd. De verschillende componenten zullen vervolgens binnen het CJIB ter verwerking worden doorgeleid naar de verschillende productapplicaties. Indien het CJIB de beschikking heeft over het volledige vonnis, dan is het opvoeren van één verplichte bijdrage ten behoeve van slachtoffers per vonnis in beginsel te realiseren. Ongeacht de vraag of een vonnis uit 1 of meerdere corn ponenteri bestaat dient bij de uitvoeririgsconsequeflties onderscheid te worden gemaakt tussen de financiële2 en niet-financiële3 OM-produkten die bij het C)IB in behandeling zijn. Voor de bestaande financiële OM-produkten bij het CJIB lijkt de verplichte bijdrage meer van hetzelfde te zijn, vergelijkbaar met wettelijke verhogingen en (administratie)kosterl. Oftewel de verplichte bijdrage kan mee in de bestaande administratieve en financiële trajecten. Dit betekent niet dat aanpassing van de geautomatiseerde systemen, alsmede aanpassing van brieven, formulieren, werkinstructies, richtlijnen, etc. niet noodzakelijk zal zijn. Hiermee zullen de nodige kosten en tijd gemoeid gaan. Voor de niet- financiële produkten geldt dat het CJIB te maken zal krijgen met een nieuwe financiële administratieve stroom. Binnen de niet- financiële produkten bestaat nu slechts een logistieke stroom. Dit betekent dat een nieuw geautomatiseerd systeem zal moeten worden ontwikkeld, dan wel een kopie van een bestaand financieel systeem moet worden gebruikt. Het toevoegen van een financiële stroom in de bestaande systemen voor de niet- financiële produkten is geen optie. In beide gevallen zal dit de nodige kosten met zich meebrengen. 2 Boetevonnissen, schadevergoedingsmaatregelen, ontnemingsmaatregelen, strafbeschikkingen ~ Taakstraffen, principale gevangenisstraffen (niet zijnde preventief) Pagina 4 van 6

Uitvoeringsbeleid Datum 31 augustus 2011 TenuitvoerleaciinQ en kosten: In hoeverre de verplichte bijdrage (volledig) door het CJIB kan worden geïnd zal per produkt verschillen. De bestaande inningspercentages per financieel produkt geven wellicht een indicatie. ~ Voor de niet-financiële produkten kan het CJIB moeilijk iets zeggen over een inningspercentage, omdat bij deze produkten tot op heden geen ervaring is opgedaan met een financiële component. Voor een succesvolle inning is het van groot belang dat de wijze waarop de verplichte bijdrage kan worden geïnd wettelijk goed is geborgd. In dit perspectief wordt de huidige regeling als te mager beoordeeld. Er is slechts geregeld in welke gevallen de verplichting tot betaling van een som geids aan de staat ten behoeve van de dienstverlening aan slachtoffers wordt opgelegd. In dit kader verdient het aanbeveling dat in de regeling bevoegdheden omtrent inning en incasso van de verplichte bijdrage worden opgenomen, alsmede dat regels worden gesteld voor de bestemming en toerekenvolgorde van ontvangen gelden (binnen het produkt zelf, maar ook in relatie tot overige opgelegde straffen en maatregelen). Zo zou er bijvoorbeeld voor kunnen worden gekozen de strafrechtelijke bepalingen betreffende de betaling van geldboeten zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing te verklaren, maar ook dient de verplichting tot betaling van de verplichte bijdrage ingevolge artikel 38z afgehecht te worden in het vijfde boek van het Wetboek van Strafvorderirig. Op deze wijze wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande strafrechtelijke en strafvordorlijko mogelijkheden en wordt een effectieve inning van de verplichte bijdrage gewaarborgd. Tenslotte wordt ten aanzien van de in het wetsvoorstel opgenomen mogelijkheid tot het leggen van conservatoir beslag ten behoeve van slachtoffers opgemerkt dat deze door het CJIB wordt onderschreven. Uit de uitvoeringstoets moet blijken welke extra capaciteitsinzet en kosten met de uitwinning van gelegde beslagen gemoeid zijn. De verwachting is dat deze kosten gering zullen zijn omdat een dergelijk proces reeds is ingericht voor de tenuitvoerlegging van de in artikel 36e van het wetboek van strafrecht opgenomen maatregel. InningspercentageS~ boetevonnis 65%, schadevergoedingsmaatregel 76% (Statistisch jaarboek C.]IB 2010) Pagina 5 van 6

1 Juridische Zaken en Uitv~ö ngsbeleld AIgem~en~BeIeid~. Voor het CJIB is het op dit moment zonder een uitvoeringstoets niet mogelijk Datum aan te geven welke kosten de implementatie van het wetsvoorstel ten behoeve 31augustus 2011 van de dienstverlening aan slachtoffers met zich mee zal brengen. Dit geldt tevens voor de vraag binnen welk tijdspad de implementatie kan worden gerealiseerd. Hoogach nd, Ing. van Dijk Wa~Inemend Algemeen Directeur Pagina 6 van 6